PW Wisselkoersen Vraag 1: De uitvoer van Zwitserland naar de EU steeg, maar minder snel dan de invoer uit de EU-landen (= de uitvoer van de EU naar Zwitserland.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Hoofdstuk 5: Arbeidsmarkt in de EU
Advertisements

De externe waarde van de munt
Handel en marketing hoofdstuk 9
Kiezen voor een economische studierichting: ECA of ECB  Belangstelling kunnen opbrengen voor (actuele) economisch - maatschappelijke problemen  Aanleg.
Anti-cyclisch begrotingsbeleid en John Maynard Keynes
De economische positie van EU-landen Crisis in de EU.
Marketing 1.2 de consument 19 november 2012.
P3.2 Irak, arm olieland Irak al ver terug in de geschiedenis leverancier van olieproducten. Tegenwoordig is Irak (op een smal strookje na) een land-locked.
Protectionisme versus Internationale samenwerking
stijging van het algemeen prijspeil
Chapter Five 1 A PowerPoint  Tutorial to Accompany macroeconomics, 5th ed. N. Gregory Mankiw Mannig J. Simidian ® CHAPTER FIVE The Open Economy.
Productiefactor Arbeid
Havo 4: De arbeidsmarkt Hoofdstuk 3: De strijd om de poen
Internationale handel
Hoofdstuk 24: Wisselmarkten
Markten 1 H3.
Internationale handel. Wisselkoersen Internationale handel Wisselkoersen Meer handel.
Jullie hebben lef... .
Inflatie oftewel stijging van het algemeen prijspeil
Hoofdstuk 1: Op WereldreisBron: Blanchard, Macroeconomics Slide #1 EXTRA bij HK 1 China als zeer belangrijke factor in de “globaliserende economie” De.
Inkomen les 7 27 t/m 37.
Hoofdstuk 2: Wisselkoersen
§3.1 Aanbod van arbeid blz. 24 Aanbod van arbeid 1. Aanbod van Werknemers 2. Aanbod van Zelfstandigen 3. Geregistreerde Werklozen Aanbod van arbeid.
Wisselkoersen.
Stimulerende monetaire politiek
W i s s e l k o e r s Wisselkoersen
Oefening 17 p. 97 – les 5.
1 DE ADVIEZEN VAN BEURSMAKELAAR BERNARD BUSSCHAERT Week
EU Uitbreiding Emeriti Forum Reflecties op presentatie van Minister Dehaene.
De Nederlandse economie 3 e kwartaal 2011 PROGRAMMA Opening en uitreiken persmap – Leespauze – Presentatie uitkomsten door.
Antwoorden mobieltje- uit lagelonenlanden dus goedkoper.
Antwoorden herhalingsopgaven
1 De Nederlandse economie 2008 Michiel Vergeer. 2 Kernindicatoren – Bbp 1e halfjaar 2009: bijna 5 procent krimp – Werkloosheid loopt op richting 5 procent.
1 De Nederlandse conjunctuur in 2008 Michiel Vergeer.
De economische kringloop
Economische en demografische aspecten van vergrijzing Roel Beetsma MN Chair in Pension Economics Vice-decaan FEB Universiteit van Amsterdam.
Economische vooruitzichten 2016 Danny Reweghs Directeur Strategie.
Beleggen en financiële markten Hoofdstuk 1 Beleggen en de vermogensmarkt 1.1 De vermogensmarkt Financieringssaldi Financiële titels Financiële markten.
De acht feiten over het huidige beursklimaat Karel Mercx 5 april 2014.
Veronderstel dat de eigen munt deprecieert / daalt ten opzichte van een belangrijke vreemde munt (bv. USD) Prijs van de geëxporteerde goederen daalt Prijs.
De Euro In de Eurozone. De EU bestaat momenteel april 2015 uit 28 landen.
Hoofdstuk 6 Productie.
Instructie hoofdstuk 8 Internationale ontwikkelingen.
W ISSELKOERS. V IDEO 1: T HEORIE WISSELKOERS Begrip wisselmarkt  Alle vragers en aanbieders van 2 bepaalde valuta  Wisselmarkt dollars en euro’s.
D E INVLOED VAN DE INTERNATIONALE HANDEL OP HET BBP.
NEDERLAND HANDELSLAND
Economie De kredietcrisis.
Instructie hoofdstuk 8 Internationale ontwikkelingen
H4 Wisselkoers en betalingsbalans
Welkom havo 4..
International Economics
De Nederlandse conjunctuur in 2008
Hoofdstuk 7.2 Les 1.
Lesbrief Verdienen en Uitgeven
Voorbeeld Weging Indexcijfers 2011 Weging x indexcijfer Voeding
Welkom Havo 5..
Welkom Havo 5..
Welkom Havo 5..
Welkom Havo 5..
Welkom Havo 5..
Hoofdstuk 22 Wisselmarkten.
Welkom Havo 5..
Hoofdstuk 2 Nederland als industriële samenleving § 4
De externe waarde van de munt
Centrale bank (ecb / dnb)
Nederland en de rest van de wereld
Nederland en de rest van de wereld
H4 Wisselkoers van de euro
Nederland en de rest van de wereld
16. Betalingsbalans en wisselkoers
Transcript van de presentatie:

PW Wisselkoersen Vraag 1: De uitvoer van Zwitserland naar de EU steeg, maar minder snel dan de invoer uit de EU-landen (= de uitvoer van de EU naar Zwitserland steeg sterker). En dit wegens inflatieverschillen. Inflatie in Zwitserland was hoger dan in de EU (de Zwitserse producten werden relatief duurder). CHF/EUR Q CHF A V WK 1 q1q1 A’ V’ WK 2 q2q2 Vraag naar CHF steeg, maar minder sterk dan de vraag de EUR (= aanbod CHF) CHF deprecieert ten opzichte van de EUR

Vraag 2: a.ECB verlaagt centraal rentetarief A V WK 1 q1q1 USD/EUR Minder beleggingen in eurozone door Amerikanen, wij zullen meer beleggen in de VS Vraag naar EUR (aanbod USD) daalt Vraag naar USD (aanbod EUR) stijgt WK 2 q2q2 V’ A’ EUR deprecieert t.o.v. USD = USD apprecieert t.o.v EUR q USD

A V WK 1 q1q1 USD/EUR b.Florida wordt hét vakantieoord van de Europeaan Vraag naar USD stijgt = aanbod EUR stijgt q USD V’ WK 2 q2q2 EUR deprecieert t.o.v. USD = USD apprecieert t.o.v EUR

A V WK 1 q1q1 c.Amerikanen boycotten Franse producten Vraag naar EUR daalt = aanbod USD daalt USD/EUR q USD A’ q2q2 WK 2 EUR deprecieert t.o.v. USD = USD apprecieert t.o.v EUR

Vraag 3: a.In VS: hogere rentevoeten dan in Europa Europeanen gaan meer beleggen in de VS en Amerikanen minder in eurozone Vraag naar USD stijgt = aanbod EUR stijgt Vraag naar EUR daalt = aanbod USD daalt A V WK 1 q1q1 USD/EUR WK 2 q2q2 V’ A’ EUR deprecieert t.o.v. USD = USD apprecieert t.o.v EUR q USD

b. De economische groei vertraagt in de eurozone en bovendien is de inflatie zeer laag Rentedaling Consumptie en investeringen nemen toe Sparen daalt en leningen nemen toe (Binnenlandse) productie neemt toe Economische groei verbetert De stimulering van de economie door een renteverlaging zal enerzijds de economische groei aanzwengelen, maar anderzijds wel de inflatie doen stijgen. Wegens de lage inflatie (0,8%), ruim onder de inflatiedoelstelling van 2% van de ECB, vormt een eventuele rentedaling niet meteen een probleem op dat vlak.

c.Zwakke euro t.o.v. USD De geïmporteerde goederen worden duurder Ook de noodzakelijke ingevoerde grondstoffen (o.a. olie) worden duurder Wegens een stijging van de kostprijs, zal de verkoopprijs van onze goederen ook toenemen Prijsstijgingen ten gevolge van duurder geworden invoer = ingevoerde inflatie

d.Evolutie van de wisselkoers van de euro is niet zo belangrijk omdat de eurozone een vrij gesloten economie is. De uitvoer vertegenwoordigt slechts 15% van het BBP. We zijn dus minder kwetsbaar voor wisselkoersschommelingen dan bv. België in de periode van voor de euro (uitvoer bedraagt ongeveer 70% van het BBP). Een euro is een euro, net zoals de Amerikanen weinig wakker liggen van de notering van de USD t.o.v. de EUR. e.PositiefGoedkopere euro t.o.v. USD Exportgoederen goedkoper Importgoederen duurder Export stijgtImport daalt Binnenlandse productie stijgt Tewerkstelling stijgt

Goedkopere euro t.o.v. USD De geïmporteerde goederen worden duurder Ook de noodzakelijke ingevoerde grondstoffen (o.a. olie) worden duurder (meeste grondstoffen uitgedrukt in dollar) Wegens een stijging van de kostprijs, kunnen de verkoopprijs van onze goederen ook toenemen Kan leiden tot ingevoerde inflatie Negatief