ILVO Epibenthos en demersale visbemonstering in functie van vooroeversuppletie Ameland Annelies De Backer 28 januari 2016
ILVO Onderzoeksgebied Vooroeversuppletie van 1,6 miljoen m³ zand tussen januari en juli 2011 Impact gebied = Ameland Impact Referentiegebied = Schiermonnikoog
ILVO Tijdlijn bemonstering T0T0 T1T1 T2T2 Sept Suppletie Juni Sept T3T3 Aug (enkel vis) Jan
ILVO 3 m boomkor met net van 22 mm gestrekte maaswijdte Vaarsnelheid: 3-4 knopen Met stroming mee +/- 1 zeemijl, 15’ slepen 6 dieptestrata bemonsterd: Monstermethode
ILVO Suppletie in 2011 Locaties Ameland Impact Schiermonnikoog
ILVO Before: T 0 : 1-2 september 2010 (ILVO-Fieldwork company) 1 dag en 1 nacht replica per stratum Geen rekening gehouden met getij After: T 1 : 25 tot 28 september 2011 (IMARES – Fieldwork company) 2 replica’s per dieptestratum Vnl. bij afgaand tij T 2 : 3-4 september 2012 en 12 oktober 2012 (ILVO – Fieldwork company) 3 replica’s per dieptestratum Vnl. bij afgaand tij T 3 : augustus 2013 (ILVO – Fieldwork company) Enkel vis 3 replica’s per dieptestratum Vnl. bij afgaand tij Control: Schiermonnikoog Impact: Ameland BACI design
ILVO Epibenthos – Algemene karakterisatie 3 dominante en meest voorkomende soorten: – Crangon crangon: 91% (densiteit) en in 99% van de stalen – Liocarcinus holsatus: 5% (densiteit) en in 98% van de stalen – Carcinus maenas: 3% (densiteit) en in 95% van de stalen alle andere taxa/soorten slechts 1% van densiteit 16 soorten in totaal gevonden (waarvan 5 in < 5% van stalen) Constant over tijd en in beide gebieden
ILVO Demersale vis – Algemene karakterisatie 3 meest voorkomende soorten: – Pomatoschistus: in 92% van de stalen – Pleuronectes platessa: in 76% van de stalen – Syngnathus rostellatus: in 76% van de stalen 27 soorten in totaal (waarvan 8 in < 5% van stalen) dominante soorten verschillen tussen jaren en tussen locaties
ILVO Belangrijkste conclusies Zeer grote natuurlijke jaar tot jaar variatie! Vnl. in in dichtheden, veel minder in soortensamenstelling Bemoeilijkt waarnemen van potentieel suppletie-effect VIS EPI
ILVO Geen suppletie-effect waargenomen op gemeenschapsniveau Gemeenschap gedomineerd door soorten die aangepast zijn aan zeer dynamische omgeving mobiele soorten en vaak ook opportunisten die zeer snel terugkeren Belangrijkste conclusies VIS EPI
ILVO Wel indicatie van impact of soortsniveau 3 dominante soorten vertonen licht andere populatiestructuur en/of dichtheid in referentiegebied t.o.v. impactgebied in 2012 Toch kleine verandering in fysische omstandigheden zoals sediment of stromingspatronen? Belangrijkste conclusies
ILVO Belangrijkste conclusies Heeft ondiepe kustzone een kinderkamerfunctie? Sterke indicaties dat dit het geval is: Verschillende soorten juveniele platvis aanwezig vnl schol maar ook tong, poon, tarbot,… Meest duidelijk in 2013 waar bemonsterd werd in augustus MAAR voor sluitende bewijzen gerichter onderzoek nodig: Hogere frequentie van monstername Vergelijken ondiepe kustzone met dieper gelegen gebieden
ILVO Conclusie Huidige suppletie in Ameland werd reeds ‘ecologisch’ aangepakt Suppletie-effecten op epibenthos en vis zijn miniem of afwezig Gesuppleerd sediment ≈ natuurlijk sediment Vooroeversuppletie is éénmalig en gespreid in de tijd Verbeterpunt: rekening houden met opgroeiperiodes van 0-groep platvis Indicatie dat 0-groep schol mogelijks negatief beïnvloed werd door suppletie Suppletie uitvoeren voor of mss. beter na opgroeiperiode Opgroeiperiodes verschillen van soort tot soort (+/- april – okt) Niet gekend welke soorten opgroeien in Ameland en Schier
ILVO Dank u wel Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek Ankerstraat Oostende – België T + 32 (0) F +32 (0)
ILVO Epibenthos
ILVO Demersale vis