Stephan Klein Utrecht, 7 maart 2013 Het nieuwe eindexamen geschiedenis vanaf 2015 Havo - Vwo.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
... waar hébben we het over?! Romeinen aan de Rijn, schoolplaat legermuseum.
Advertisements

Filosofie Op HAVO en VWO.
Deze voorbeelden zijn bedacht door: [zet hier je naam / namen]
1 De tijd van jagers en boeren 2 De tijd van Grieken en Romeinen
Tijd van jagers en boeren ? – 3000 v. Chr. Prehistorie
Toetsen en leerlijnen in nieuwe scheikunde
Is de islam als godsdienst een rem op de integratie van moslims?
Historisch redeneren en denken vakdidactiek 21-3
Workshop Examen geschiedenis Havo-Vwo Bjorn Wansink en Hanneke Tuithof
De gevolgen voor leerlingen en docenten Door Wibe Balt en Esther Koops
Geschiedenis havo 4 - een introductie
Wereldoorlogen Kenmerk 40: Het voeren van twee wereldoorlogen: 43 A: verwoestingen op niet eerder vertoonde schaal door massavernietigingswapens.
Een kwestie van passen en meten?
Renaissance en opstand
De tijd van burgers en stoommachines 1800 – 1900 Eeuw van de
Tijd van jagers en boeren ? – 3000 v. Chr. Prehistorie
Geschiedenis.
Wereldoorlogen Kenmerk 40: Het voeren van twee wereldoorlogen: 43 A: verwoestingen op niet eerder vertoonde schaal door massavernietigingswapens.
Naar een ‘nieuw’ examen?
Bij welk kenmerkend aspect hoort de bron?
Geschiedenis Mevr. Liefting
Kenmerkende aspecten Vormen van verzet tegen het West-Europese imperialisme (par. 9.8) De dekolonisatie die een eind maakt aan de westerse hegemonie in.
Welkom bij het mooiste vak van de wereld
Tijdvak 8: de negentiende eeuw - de industriële revolutie die in de westerse wereld de basis legde voor een industriële samenleving - discussies over de.
Tijdvak 8: de negentiende eeuw
Door: Gerard Rozing (CvTE)
Historische Context Duitsland in het nieuwe examen geschiedenis Geert van Besouw Hanneke Tuithof Bjorn Wansink Ik ben Hanneke Tuithof. Vakdidacticus geschiedenis.
De Tweede Wereldoorlog
1e WO Het verlies van Duitsland.
Tijdvak 7- Tijd van pruiken en revoluties ( ) Achttiende Eeuw
De sociale kwestie = het sociale probleem (dat ontstaat door de IR)
Eindexamen 2016 Oriëntatie kennis en historisch besef:
Tekstbronnen Wat moet je er mee?. Lees de vraag Welke informatie heb je nodig? Weet je al iets over dit onderwerp? Over welke tijd gaat het? Over welk.
Toetsen van de concept-contextbenadering bij maatschappijwetenschappen
Informatie bijeenkomst ouders Maatschappijwetenschappen MAW. Het examenvak.
Van praktijk naar theorie: de aanpak van Dilemma.
In de huid van de toetsenmaker CSE 2015 geschiedenis Stephan Klein februari 2015.
CSE 2016 Havo tijdvak I Vragen CE 2016 en KA Drs. Robert de Oude namens de havo/vwo commissie van de VGN.
Rechtsstaat en democratie: lesplan. Tot 1848:  Republiek (hoofdlijnen): KA Opstand in de Nederlanden KA De bijzondere plaats in staatkundig opzicht van.
Vragen filmpjes Duitsland. Deel 1: keizerrijk en Weltpolitik 1 Waardoor liep het machtsevenwicht door het ontstaan van het Duitse keizerrijk op politiek,
Duitsland Hoofdstuk 1 Het ontstaan van Duitsland.
Workshop 'Beelden van tijd en beeldende geschiedenis': rapportering plenum Moeten wij die datum vanbuiten leren? Chronologie en historisch tijdsbesef.
Workshop 'Beelden van tijd en beeldende geschiedenis': rapportering plenum Moeten wij die datum vanbuiten leren? Chronologie en historisch tijdsbesef in.
Tijdvak 7 De tijd van pruiken en revoluties Paragraaf 8.3 Burgers aan de macht.
Een tijdlijn maken met ICT
Paspoort griekse goden
Hoofdconcepten en eindtermen
Dide Breuer.
Paragraaf 2 ‘Nationalisme’
Albert van der Kaap 4 november 2016
Tijdvak 7 De tijd van pruiken en revoluties
Door: Gerard Rozing (CvTE)
Het nieuwe examenprogramma geschiedenis voor de havo m. i. v
Het nieuwe HAVO-examen Hanneke Tuithof UU/Fontys
Havo-examen nascholing 2017
Informatieavond Geschiedenis in de bovenbouw
Pilot Maatschappijwetenschappen introductie Han Noordink Marco Veldman
Pilot maatschappijwetenschappen
Pilot Maatschappijwetenschap-pen
Posters voor in het geschiedenislokaal
Nieuw examenprogramma maatschappijwetenschappen een feit
Nieuw examenprogramma maatschappijwetenschap-pen
Wereldoorlogen Kenmerken 40: Het voeren van twee wereldoorlogen: 43: Verwoestingen op niet eerder vertoonde schaal door massavernietigingswapens.
Inleiding.
Het hoe en wat nu? Groot onderhoud historische contexten HAVO
§2.1 Industrie en samenleving
Het hoe en wat nu? Groot onderhoud historische contexten VWO
Presentatie over: Paul Tibbets.
Geschiedenis 3.4 De verhouding tussen heer en vazal
Transcript van de presentatie:

Stephan Klein Utrecht, 7 maart 2013 Het nieuwe eindexamen geschiedenis vanaf 2015 Havo - Vwo

CSE (vanaf 2015) Kenmerkende = oriëntatiekennis Aspecten (KA’s) Historische = specificatie van Contexten (HC’s)oriëntatiekennis

Historische Context Een verdieping van een cluster kenmerkende aspecten met een titel en een afbakening in jaartallen, bijvoorbeeld: Duitsland Bestaande uit: * deelcontexten met telkens een centrale vraag * de erbij betrokken kenmerkende aspecten * uitlegtekst met begrippen, namen en jaartallen * concrete historische voorbeelden

CSE Havo (vanaf 2015) Oriëntatiekennis HC 1: Republiek HC 2: Duitsland HC 3: Koude Oorlog HC 1HC 2HC 3

CSE Vwo (vanaf 2015) Oriëntatiekennis HC 1: Republiek HC 4: Verlichtingsideeën en democratische revoluties HC 2: Duitsland HC 3: Koude Oorlog HC 1HC 2HC 3HC 4

Syllabus geldt voor 2015 (klein onderhoud mogelijk) In het CSE kan iets aan de orde komen ‘dat niet met zoveel woorden in deze syllabus staat, maar naar het algemeen gevoelen in het verlengde daarvan ligt’. (p.5) In SE (PTA): Domein A + C, D en E; B mag ook Domein C: - Havo: 2 thema’s - Vwo: 4 (E&M) of 5 (C&M) thema’s (p.10) Enkele opmerkingen

Stelling 1 ‘Leerlingen moeten de kenmerkende aspecten kunnen noemen en in de 10 tijdvakken plaatsen.’ Wettelijk: ja Examenpraktijk: nee

Stelling 1: examenpraktijk Namen van de 10 tijdvakken gaan geen rol spelen in het centraal eindexamen. Syllabus p.8, de indeling wordt: * Prehistorie en Oudheid * De Middeleeuwen * Vroegmoderne tijd * Modern Tijd * Door de tijd heen

Stelling 2 ‘Na 1600 hoeven leerlingen alléén de Historische Contexten te leren.’ Nee: 2 redenen

Stelling 2: nee, reden 1 Havo Niet gespecificeerd na 1600 (12 k.a.) * 26: wetenschappelijke revolutie * 27: rationeel optimisme en verlicht denken * 28: verlicht absolutisme * 29: slavenhandel en abolitionisme * 30: democratische revoluties * 32: discussies sociale kwestie * 34: emancipatiebewegingen * 35: voortschrijdende democratisering * 42: Duitse bezetting van Nederland * 44: verzet tegen West-Europees imperialisme * 46: dekolonisatie * 49: ontwikkeling multiculturele samenlevingen Vwo Niet gespecificeerd na 1600 ( 7 k.a.). - * 29: slavenhandel en abolitionisme - * 32: discussies sociale kwestie * 34: emancipatiebewegingen * 35: voortschrijdende democratisering * 42: Duitse bezetting van Nederland * 44: verzet tegen West-Europees imperialisme - * 49: ontwikkeling multiculturele samenlevingen

Stelling 2: nee, reden 2 Oriëntatiekennis HC 1HC 2HC 3HC

Stelling 2: 35 – 65 % ‘regel’ Een vraag over de vlootwet in Duitsland. Een vraag over het uitroepen van het keizerrijk Duitsland in 1871, vervolgd door een vraag over nationalisme in Italië. Een vraag over de eenwording van Duitsland vergeleken met de situatie in de middeleeuwen. Een vraag over Europese machtsverhoudingen waarbij de situatie in 1815 wordt vergeleken met die in Een vraag over de slechte woon- omstandigheden van arbeiders in Manchester. 65% 65% / 65% 65% / 35 % 35% / 65% (h) 65% / 65% (v) 35%

Stelling 2: conclusie Toetsing gaat naar een WENDBAAR GEBRUIK van kennis: - vergelijkingen in de tijd (synchroon) - vergelijkingen door de tijd (diachroon) - historisch denken (domein A)

Historisch denken Tijd - tijd en chronologie - causaliteit - continuïteit en verandering Interpretatie - standplaatsgebondenheid - bron en vraagstelling: * betrouwbaarheid bruikbaar- * representativiteit heid Betekenis nu - Betekenis geven en oordelen over het verleden

Stelling 3 ‘Je moet eerst de oriëntatiekennis behandelen en daarna de Historische Contexten.’ Dilemma

Stelling 3: dilemma Ja, het is handig als de bredere ori ë ntatiekennis in zijn geheel voorafgaat aan de verdiepende Historische Contexten. Nadeel kan zijn: er zit tijd tussen moment van behandeling oriëntatiekennis en van Historische Context. Nee, je hoeft niet eerst alle oriëntatiekennis te doen voordat je met een Historische Context begint. Nadeel kan zijn: nog weinig zicht op later optredende gevolgen en betekenis nu. Herhaling en stapeltoetsen zijn aan te bevelen.

Stelling 4 ‘Je moet de gegeven voorbeelden in de Historische Contexten uitgebreid behandelen.’ Nee

Stelling 4: nee Aantal gegeven voorbeelden in HC’s: Voor Havo: 29 Voor Vwo: 43

Stelling 4: nee Wat is ‘een voorbeeld geven’? Slag bij de Marne (1914) Vraag deelcontext: ‘Wat betekende de vorming van het Duitse keizerrijk voor het machtsevenwicht tussen de Europese grootmachten, ? Kenmerkend aspect 43: Verwoestingen op niet eerder vertoonde schaal door massavernietigingswapens en de betrokkenheid van de burgerbevolking bij oorlogvoering. Passage uitlegtekst: De rivaliteit tussen de grote mogendheden kwam in 1914 tot uitbarsting in de Eerste Wereldoorlog. Deze totale oorlog had ingrijpende gevolgen voor zowel soldaten als het thuisfront.

‘Door de grotere duidelijkheid over de voorbeelden bij een aantal kenmerkende aspecten zullen docenten er minder toe over gaan om maar alles te behandelen, uit angst iets over te slaan.’ Brief ministerie OCW (23 mei 2011)

Concept Memo examenkatern 1.Aansluiting oriëntatiekennis en Historische Context is heel belangrijk: * heldere verbinding tussen breed (KA’s) en thematisch met centrale vragen’ (HC’s) * duidelijke verwijzingen naar de kenmerkende aspecten vanuit de basistekst.

2. Personages, historische voorbeelden en jaartallen ook in aparte kaders (niet alleen in tekst). Concept Memo examenkatern

3. Vragen in HC op 3 niveaus: * binnen een Historische Context * in relatie met bredere oriëntatiekennis achter de kenmerkende aspecten uit de Historische Context * in relatie met niet-gespecificeerde kenmerkende aspecten

EINDE en succes … !