Prijs- en Productmix 1e klas Ron Weijens
Presentie en Gelukkigen vd Week Presentie
Vraag 1 De uitkomst van E k kan negatief of positief zijn. Hoe noem je goederen als de uitkomst positief is?
Vraag 2 Welke indeling naar koopgedrag heeft Copeland gemaakt?
Vraag 3 Een inelastische vraag betekent dat de vraag zwak op de prijsverandering reageert. Welke elasticiteitscoëfficiënt kenmerkt deze uitkomst?
Vraag 4 Teken van de Kromme van Engel de Primaire Goederen op een x- en y-asKromme van Engel
Vraag 5 Er zijn 3 mogelijkheden om je prijs te bepalen op basis van: Kostengeorienteerd. Welke zijn dat?
Vraag 1 Antwoorden De uitkomst van E k kan negatief of positief zijn. Hoe noem je goederen als de uitkomst positief is? Substitutiegoederen
Vraag 2 Welke indeling naar koopgedrag heeft Copeland gemaakt? Convenience goods Shopping goods Speciality goods
Vraag 3 Een inelastische vraag betekent dat de vraag zwak op de prijsverandering reageert. Welke elasticiteitscoëfficiënt kenmerkt deze uitkomst? Kleiner dan 0, maar groter dan -1
Vraag 4 Teken van de Kromme van Engel de Luxe Goederen op een x- en y-asKromme van Engel Teken van de Kromme van Engel de Primaire Goederen op een x- en y-as. Benoem de assen!Kromme van Engel
Vraag 5 Er zijn 3 mogelijkheden om je prijs te bepalen op basis van: Kostengeorienteerd. Welke zijn dat? Cost-Plus Pricing Target Pricing Prijsdifferentiatie
Vandaag Assortiment Merken
Assortiment Is het geheel van producten en diensten dat door een onderneming wordt aangeboden Breed assortiment Smal Assortiment Opdracht: Bedenk een onderneming met een: 1. Breed assortiment 2. Smal assortiment 3. Breed EN smal assortiment
Hoogte assortiment De hoogte van het assortiment is het gemiddelde prijsniveau van de producten in het assortiment BovenkantBovenkant markt OnderkantOnderkant markt
Consistentie Assortiment Consistentie = Samenhang Waarom is het belangrijk dat een assortiment consistent is?
Vervolg We onderscheiden: Productverwantschap Koopverwantschap Consumptie- of gebruiksverwantschap
Productverwantschap Houten tafel – Houten stoelen (hout als basis) T-shirt – Overhemd – Jas etc. (garen als basis) Het ene product heeft “verwantschap” met het andere, omdat het op dezelfde manier wordt geproduceerd en in 1 assortiment wordt verkocht
Koopverwantschap Op dezelfde manier koopt de consument het product Hij/zij koopt vleeswaren en een gloeilamp in 1 winkel (supermarkt). De consument doet er weinig moeite voor om aan te schaffen
Consumptieverwantschap Als het door consument bij elkaar wordt gebruikt (of verbruikt) Bijv.: Scheermesjes en scheerschuim Printer en Cartridge Fiets en fietstas Deze samenstelling van een assortiment is voor een consument logischer. Want de consument wil gemak. Bij productverwantschap is dit niet het geval.
Aanbod- en Vraagdifferentiatie Aanbod : Binnen assortiment worden verschillen aangebracht op basis van verschillen in product. De aanbieder biedt verschillen aan Vraag : Binnen assortiment worden verschillen aangebracht op basis van de vraag. De consument vraagt om een verschil
Vraag Wat is beter? Aanbod- of Vraagdifferentiatie …..
Merk Een merk is een teken (naam, symbool, letters, kleuren) om het product van een bepaalde onderneming te onderscheiden
Imago De consument koopt op basis van imago een merk Is dit zo? Noem eens 3 voorbeelden
Merkvoorkeur - Merktrouw Is de mate waarin de consument van plan is bij de volgende aankoop dit merk de voorkeur te geven Is de mate waarin de consument bij de volgende aankoop dit merk zal kopen, zonder andere mogelijkheden te overwegen
Merkbekendheid Fabrikant wil zijn merkbekendheid vergroten 2 soorten: Actieve (spontane) merkbekendheid (consument kan direct noemen) Passieve (geholpen) merkbekendheid (consument noemt merk met hulp)
Test Benoem het merknaam en het imago van onderstaande logo’s
Elasticiteiten
Prijselasticiteit gevraagde hoeveelheid 1 Nieuw-Oud x 100% = Oud Gebruik je bij verandering vraag EN verandering prijs 2 Procentuele verandering van de vraag = Procentuele verandering van de prijs
Schema Elasticiteit van prijs Elastisch \---Inelastisch---- <___/____/____/____/____/____/ Voorbeeld
Inkomenselasticiteit De procentuele verandering van de vraag naar een goed als gevolg van de procentuele verandering van het inkomen Formules: Nieuw – Oud x 100% = Oud Procentuele verandering van de vraag = Ey Procentuele verandering van het inkomen
Engel “goederen” Noodzakelijke (primaire) goederen (Dagelijks/Voeding) Uitkomst tussen 0 en 1 Luxe goederen (Shopping en Speciality van Copeland) zijn goederen die men pas koopt nadat een bepaald inkomen (drempelinkomen) verworven is. Uitkomst Groter dan 1 Inferieure goederen = Waaraan men procentueel minder besteedt bij stijging van het inkomen. Uitkomst kleiner dan 0 GrafiekenGrafieken / Uitkomsten in schemaUitkomsten in schema
Kruiselasticiteit 1 Nieuw-Oud x 100% = Oud Gebruik je bij verandering vraag, verandering prijs en kruiselasticiteit 2 Formule kruiselasticiteit Procentuele verandering van de vraag naar het andere goed = Procentuele verandering van de prijs van het ene goed
Uitkomst Positief of Negatief Negatief: Bij Complementaire goederen Positief: Bij Substitutiegoederen
Oefentoets Op dit scherm zie je straks 50 vragen. Deze vragen beantwoord je alleen met: Juist of Onjuist En schrijf je op!!! Thuis log je in op NovaPortal, op mijn site en klik op de link in document: Oefentoets binnen Prijs- en Productmix map en toets je antwoorden per vraag in. Let OP : Beantwoord IEDERE vraag, als je niet weet, vul je in wat meest bij jou opkomt. Een NIET gegeven antwoord is ALTIJD fout Prijs oefentoets Prijs oefentoets – Product oefentoetsProduct oefentoets
Als laatste Heel veel succes Tijd voor een filmpje …. Marketing ….filmpje Hoe krijg ik voor elkaar dat volwassen mensen kinderspeelgoed leuk gaan vinden!!