(deel 2) Adresproblematiek
9.4.1 Wetsvoorstel in relatie tot de huidige Wet GBA […] Het voorstel van de VNG en de NVVB om in het wetsvoorstel een mogelijkheid te creëren om burgers op te nemen als vertrokken naar een onbekend adres is niet overgenomen. Het in de basisregistratie opnemen van een onbekend adres is immers in strijd met de essentie van de bijhouding van een bevolkingsadministratie. Die bijhouding is er namelijk op gericht dat de overheid zijn burgers kent en ook weet te bereiken. Dit impliceert dat een ingezetene in de registratie altijd over een adres moet beschikken, totdat op basis van een gedegen onderzoek is besloten dat de betrokken persoon geacht moet worden uit Nederland te zijn vertrokken. Zolang het onderzoek loopt, wordt bij het adresgegeven op de persoonslijst van de betrokken persoon de aantekening gesteld dat het adres in onderzoek is. Deze aantekening wordt, net als bij de GBA, aan alle overheidsorganen en derden die van de basisregistratie gebruikmaken meegeleverd, zodat deze daar rekening mee kunnen houden. Soms gebeurt dit niet en ondervinden nieuwe bewoners die inmiddels op het adres zijn ingeschreven, daar last van. Om dit te ondervangen zullen overheidsorganen en derden er meer van worden doordrongen dat zij, voor zover sectorale regelgeving niet anders voorschrijft, consequenties moeten verbinden aan het feit dat het adresgegeven in onderzoek is. Dat is ook in het belang van hun eigen bedrijfsvoering. Om daarbij meer ondersteuning te bieden, wordt gewerkt aan een uitbreiding van de aantekening bij een adresgegeven dat in onderzoek is gezet, waardoor aan de ontvangers van dit gegeven kan worden medegedeeld dat uit het onderzoek tot dusver is gebleken dat de betrokken persoon het desbetreffende adres heeft verlaten.
9.4.1 Wetsvoorstel in relatie tot de huidige Wet GBA […] Het voorstel van de VNG en de NVVB om in het wetsvoorstel een mogelijkheid te creëren om burgers op te nemen als vertrokken naar een onbekend adres is niet overgenomen. Het in de basisregistratie opnemen van een onbekend adres is immers in strijd met de essentie van de bijhouding van een bevolkingsadministratie. Die bijhouding is er namelijk op gericht dat de overheid zijn burgers kent en ook weet te bereiken. Dit impliceert dat een ingezetene in de registratie altijd over een adres moet beschikken, totdat op basis van een gedegen onderzoek is besloten dat de betrokken persoon geacht moet worden uit Nederland te zijn vertrokken. Zolang het onderzoek loopt, wordt bij het adresgegeven op de persoonslijst van de betrokken persoon de aantekening gesteld dat het adres in onderzoek is. Deze aantekening wordt, net als bij de GBA, aan alle overheidsorganen en derden die van de basisregistratie gebruikmaken meegeleverd, zodat deze daar rekening mee kunnen houden. Soms gebeurt dit niet en ondervinden nieuwe bewoners die inmiddels op het adres zijn ingeschreven, daar last van. Om dit te ondervangen zullen overheidsorganen en derden er meer van worden doordrongen dat zij, voor zover sectorale regelgeving niet anders voorschrijft, consequenties moeten verbinden aan het feit dat het adresgegeven in onderzoek is. Dat is ook in het belang van hun eigen bedrijfsvoering. Om daarbij meer ondersteuning te bieden, wordt gewerkt aan een uitbreiding van de aantekening bij een adresgegeven dat in onderzoek is gezet, waardoor aan de ontvangers van dit gegeven kan worden medegedeeld dat uit het onderzoek tot dusver is gebleken dat de betrokken persoon het desbetreffende adres heeft verlaten.
!!!! Start onderzoek Adresonderzoeksprotocol Besluit Onderzoek ter plaatse Week 3 Voornemen- brief Week 7 Einde reactietermijn Week 11 Persoonslijst 01Persoon 02Ouder1 03Ouder2 04Nationaliteit 07Inschrijving 08Verblijfplaats!!!!
9.4.1 Wetsvoorstel in relatie tot de huidige Wet GBA […] Het voorstel van de VNG en de NVVB om in het wetsvoorstel een mogelijkheid te creëren om burgers op te nemen als vertrokken naar een onbekend adres is niet overgenomen. Het in de basisregistratie opnemen van een onbekend adres is immers in strijd met de essentie van de bijhouding van een bevolkingsadministratie. Die bijhouding is er namelijk op gericht dat de overheid zijn burgers kent en ook weet te bereiken. Dit impliceert dat een ingezetene in de registratie altijd over een adres moet beschikken, totdat op basis van een gedegen onderzoek is besloten dat de betrokken persoon geacht moet worden uit Nederland te zijn vertrokken. Zolang het onderzoek loopt, wordt bij het adresgegeven op de persoonslijst van de betrokken persoon de aantekening gesteld dat het adres in onderzoek is. Deze aantekening wordt, net als bij de GBA, aan alle overheidsorganen en derden die van de basisregistratie gebruikmaken meegeleverd, zodat deze daar rekening mee kunnen houden. Soms gebeurt dit niet en ondervinden nieuwe bewoners die inmiddels op het adres zijn ingeschreven, daar last van. Om dit te ondervangen zullen overheidsorganen en derden er meer van worden doordrongen dat zij, voor zover sectorale regelgeving niet anders voorschrijft, consequenties moeten verbinden aan het feit dat het adresgegeven in onderzoek is. Dat is ook in het belang van hun eigen bedrijfsvoering. Om daarbij meer ondersteuning te bieden, wordt gewerkt aan een uitbreiding van de aantekening bij een adresgegeven dat in onderzoek is gezet, waardoor aan de ontvangers van dit gegeven kan worden medegedeeld dat uit het onderzoek tot dusver is gebleken dat de betrokken persoon het desbetreffende adres heeft verlaten.
AfnemerGemeente RNI Lg01 !! Gv01 !! TMV TMLD Qv01
.?.?
??