H10.2 Feminisme en socialisme

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Koninkrijk Bingo. KONINKRIJK BINGO Wie was de eerste Nederlandse koning? VRAAG.
Advertisements

Tijd van burgers en stoommachines
4.3 Politieke stromingen.
Kiesrecht Schoolstrijd/ Pacificatie Verzuiling
Politieke organisaties in de 19de en 20ste eeuw
de tijd van burgers en stoommachines
Hoofdstuk 6 Democratisering
Het socialisme Paragraaf 7..
Liberalen, socialisten confessionelen
Een communistische grootmacht
Uitleg bij 82-89, historische vaardigheden
Geschiedenis van de democratische rechtsstaat in Nederland
Geschiedenis van de democratische rechtsstaat in Nederland
de tijd van burgers en stoommachines
de tijd van burgers en stoommachines
de tijd van burgers en stoommachines
Ontstaan en ontwikkeling van een politieke stroming
Van onderop via -vakbonden -politieke partijen Van bovenaf via een burgerlijk bescha- vingsoffensief van de rijken -doorgeven van burgerlijke normen en.
Paragraaf 2: Socialistische ideeën
Historisch overzicht Nederland
11 Feminisme.
1.1 Verlichting Stroming tegen de macht van de koning en kerk en wilde dat men zelf meer ging nadenken. Kennis moest gebaseerd worden op wetenschap en.
Opdracht 12 (H1) Liberaal VOOR censuskiesrecht
Geschiedenis Module 2 par 5 t/m 8.
De staatsinrichting van Nederland.
Liberalisme en socialisme
Paragraaf 1.2 Bestuur en cultuur.
De sociale kwestie.
Wat moet je weten aan het einde van de les?
Wat moet je weten aan het eind van de les?
de tijd van burgers en stoommachines
H8 Burgers en stoommachines §8.4 De emancipatiebewegingen Wat moet je weten aan het eind van de les Wat emanciperen is Waarom emancipatie mogelijk was.
Staatsinrichting, Paragraaf 2
Staatsinrichting van Nederland
Wat moet je weten aan het einde van de les?
Op weg naar een eerlijker bestuur
Tijd van wereldoorlogen,
Hoe werkt de maatschappij? Is deze maakbaar? Hoe beïnvloed je de economie?
 Industriële revolutie Uitleg  Periode waarin de landbouw voor de meeste mensen in Europa als belangrijkste middel van bestaan verdrongen werd door.
-Scheiding der machten -Gekozen parlement -Verlichte ideeën
Tijdvak 8: de negentiende eeuw - de industriële revolutie die in de westerse wereld de basis legde voor een industriële samenleving - discussies over de.
Koning Willem II Zoon van de krachtdadige Willem I Was in 1848 bang zijn koningschap te verliezen Werd in één nacht liberaal Stemde in met de liberale.
De twintigte eeuw 1900 – 1919.
Tijdvak 8: de negentiende eeuw
30De democratische revoluties in westerse landen met als gevolg discussies over grondwetten, grondrechten en staatsburgerschap 36De opkomst van de politiek-maatschappelijke.
30De democratische revoluties in westerse landen met als gevolg discussies over grondwetten, grondrechten en staatsburgerschap 36De opkomst van de politiek-maatschappelijke.
Politiek – maatschappelijke stromingen:
Politieke situatie Europa rond 1800
De sociale kwestie = het sociale probleem (dat ontstaat door de IR)
Hoofdstuk 5: Wacht op onze daden! Wat hebben de Katholieken, Protestanten, Socialisten en vrouwen bereikt?
De tijd van burgers en stoommachines H10 Politieke strijd en emancipatie Vroegmoderne tijd 19 e eeuw Paragraaf 10.1 ‘Conservatisme en liberalisme’
Paragraaf 10.2 Emancipatie
Staatsinrichting van Nederland (deel 1)
Tijd van burgers en stoommachines 1800 – 1900
Burgers en stoommachines 4.3 Politieke stromingen
Tijdsgeest 1.Eerste industriële revolutie 2.Sociale ellende
de tijd van burgers en stoommachines
Burgers en stoommachines 4.3 Politieke stromingen - Ismen
Paragraaf 10.3 ‘Naar de verzuilde samenleving’
de tijd van burgers en stoommachines
de tijd van burgers en stoommachines
de tijd van burgers en stoommachines
Hier de titel van de presentatie invoegen
Hier de titel van de presentatie invoegen
1.4 SOCIALISTEN EN FEMINISTEN
Politieke stromingen 2.1 t/m 2.3.
1.1 Verlichting Stroming tegen de macht van de koning en kerk en wilde dat men zelf meer ging nadenken. Kennis moest gebaseerd worden op wetenschap.
Democratie en Dictatuur
§3.4 Politieke stromingen
Ter voorbereiding op de toets van as. woensdag.
Transcript van de presentatie:

H10.2 Feminisme en socialisme Burgers en Stoom-machines

Emancipatiebewegingen Na 1850 strijden groepen voor gelijke rechten (emancipatie) en politieke invloed (democratisering): Vrouwen (feministen) Arbeiders (socialisten) Slaven(abolitionisme)

Feminisme Eerste feministische golf (1870-1920) onder vooral de welvarende middenklasse Vrouwenkiesrecht Recht op een opleiding Recht op gelijke werk Sociale gelijkheid (handelingsonbekwaamheid afschaffen voor getrouwde vrouwen) Gelijkheid in het rechtssysteem Beperkt succes, klassieke rolpatronen blijven, kiesrecht pas na de Eerste Wereldoorlog

Suffragettes

Socialisme Door de snelle industrialisatie ontstaat de sociale kwestie Arbeiders gaan eerst de machines kapot slaan als protest Arbeiders gaan zich vervolgens verenigen in vakbonden met weinig succes (strenge wetgeving, weinig geld in de stakingskas) Arbeiders gaan daarna politieke partijen oprichten

Marxisme 1848 Karl Marx en Friedrich Engels publiceren het Communistisch manifest (“Proletariers aller landen, verenig u”)

Belangrijkste kenmerken van het Marxisme De samenleving wordt bepaald door het materialisme (wie heeft de productiefactoren in handen) Er is een voortdurende klassenstrijd gaande tussen proletariers (bezitlozen) en de bourgeoisie (bezitters) De geschiedenis voltrek zich volgens wetmatigheden (dogmatisch) Proletarische revolutie leidt tot de dictatuur van het proletariaat Uiteindelijk komt er een communistische heilstaat (de klasseloze maatschappij)

In de 19e eeuw werden de termen socialisme/ communisme/ Marxisme door elkaar gebruikt. Na 1900 splitsing in het socialisme Orthodox Marxisten/communisten houden zich vast aan de leer en hopen op een revolutie Socialisten/sociaaldemocraten geloven niet meer in een revolutie Algemeen kiesrecht (meer macht in het parlement) Sociale wetgeving en daarmee sociale rechtvaardigheid Ook de liberalen splitsen zich in jong liberalen en oud liberalen