De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

In deze dienst zal Ds. Tigelaar voorgaan Voor de dienst zingen we Gz 121: 1, 2 Schriftlezing: Handelingen 1: 15 - 26.

Verwante presentaties


Presentatie over: "In deze dienst zal Ds. Tigelaar voorgaan Voor de dienst zingen we Gz 121: 1, 2 Schriftlezing: Handelingen 1: 15 - 26."— Transcript van de presentatie:

1 In deze dienst zal Ds. Tigelaar voorgaan Voor de dienst zingen we Gz 121: 1, 2 Schriftlezing: Handelingen 1: 15 - 26

2 Mededelingen  Mededelingen  Gezang 121: 1, 2  Moment van stilte  Votum  Gezang 121: 4, 5  Wet  Gezang 121: 6, 7, 9  Gebed  Lezen Handelingen 1: 15 - 26  Liedboek 95  Preek  Gezang 119: 1, 2, 5  Bevestiging ambtsdragers  Liedboek 400: 1, 12  Gebed  Collecte  Psalm 150  Zegen

3 Zingen  Gezang 121: 1, 2  Moment van stilte  Votum  Gezang 121: 4, 5  Wet  Gezang 121: 6, 7, 9  Gebed  Lezen Handelingen 1: 15 - 26  Liedboek 95  Preek  Gezang 119: 1, 2, 5  Bevestiging ambtsdragers  Liedboek 400: 1, 12  Gebed  Collecte  Psalm 150  Zegen

4 Gezang 121

5

6 Moment van stilte  Gezang 121: 1, 2  Moment van stilte  Votum  Gezang 121: 4, 5  Wet  Gezang 121: 6, 7, 9  Gebed  Lezen Handelingen 1: 15 - 26  Liedboek 95  Preek  Gezang 119: 1, 2, 5  Bevestiging ambtsdragers  Liedboek 400: 1, 12  Gebed  Collecte  Psalm 150  Zegen

7 Votum en Zegengroet  Gezang 121: 1, 2  Moment van stilte  Votum  Gezang 121: 4, 5  Wet  Gezang 121: 6, 7, 9  Gebed  Lezen Handelingen 1: 15 - 26  Liedboek 95  Preek  Gezang 119: 1, 2, 5  Bevestiging ambtsdragers  Liedboek 400: 1, 12  Gebed  Collecte  Psalm 150  Zegen

8 Zingen  Gezang 121: 1, 2  Moment van stilte  Votum  Gezang 121: 4, 5  Wet  Gezang 121: 6, 7, 9  Gebed  Lezen Handelingen 1: 15 - 26  Liedboek 95  Preek  Gezang 119: 1, 2, 5  Bevestiging ambtsdragers  Liedboek 400: 1, 12  Gebed  Collecte  Psalm 150  Zegen

9 Gezang 121

10

11 Lezen van de Wet  Gezang 121: 1, 2  Moment van stilte  Votum  Gezang 121: 4, 5  Wet  Gezang 121: 6, 7, 9  Gebed  Lezen Handelingen 1: 15 - 26  Liedboek 95  Preek  Gezang 119: 1, 2, 5  Bevestiging ambtsdragers  Liedboek 400: 1, 12  Gebed  Collecte  Psalm 150  Zegen

12 Zingen  Gezang 121: 1, 2  Moment van stilte  Votum  Gezang 121: 4, 5  Wet  Gezang 121: 6, 7, 9  Gebed  Lezen Handelingen 1: 15 - 26  Liedboek 95  Preek  Gezang 119: 1, 2, 5  Bevestiging ambtsdragers  Liedboek 400: 1, 12  Gebed  Collecte  Psalm 150  Zegen

13 Gezang 121

14

15

16 Gebed  Gezang 121: 1, 2  Moment van stilte  Votum  Gezang 121: 4, 5  Wet  Gezang 121: 6, 7, 9  Gebed  Lezen Handelingen 1: 15 - 26  Liedboek 95  Preek  Gezang 119: 1, 2, 5  Bevestiging ambtsdragers  Liedboek 400: 1, 12  Gebed  Collecte  Psalm 150  Zegen

17 Lezen  Gezang 121: 1, 2  Moment van stilte  Votum  Gezang 121: 4, 5  Wet  Gezang 121: 6, 7, 9  Gebed  Lezen Handelingen 1: 15 - 26  Liedboek 95  Preek  Gezang 119: 1, 2, 5  Bevestiging ambtsdragers  Liedboek 400: 1, 12  Gebed  Collecte  Psalm 150  Zegen

18 Handelingen 1: 15 - 26 Judas vervangen 15 In die dagen stond Petrus op te midden van de leerlingen – er was een groep van ongeveer honderdtwintig mensen bijeen – en zei: 16 ‘Broeders en zusters, het schriftwoord waarin de heilige Geest bij monde van David heeft gesproken over Judas, de gids van hen die Jezus gevangen hebben genomen, moest in vervulling gaan. 17 Judas was een van ons en had deel aan onze dienende taak. 18 Van de beloning voor zijn schanddaad kocht hij een stuk grond, maar bij een val werd zijn buik opengereten, zodat zijn ingewanden naar buiten kwamen. 19 Alle inwoners van Jeruzalem hebben van deze gebeurtenis gehoord, en daarom noemen ze dat stuk grond in hun eigen taal Akeldama, wat ‘bloedgrond’ betekent.

19 20 In het boek van de Psalmen staat namelijk geschreven: “Laat zijn woonplaats een woestenij worden en laat niemand daar meer verblijven.” En ook: “Laat een ander zijn taak overnemen.” 21 Daarom moet een van de mannen die steeds bij ons waren toen de Heer Jezus onder ons verkeerde, 22 vanaf de doop door Johannes tot de dag waarop hij in de hemel werd opgenomen, samen met ons getuigen van zijn opstanding.’ 23 Ze stelden twee kandidaten voor: Josef Barsabbas, die de bijnaam Justus had, en Mattias. 24 Daarna baden ze als volgt: ‘U, Heer, doorgrondt ieders gedachten. Wijs van deze beide mannen degene aan die u gekozen hebt 25 om als apostel zijn dienende taak te verrichten en de plaats in te nemen van Judas, die zijn ondergang tegemoet is gegaan.’ 26 Ze lieten hen loten en het lot viel op Mattias. Hij werd aan de elf apostelen toegevoegd.

20 Zingen  Gezang 121: 1, 2  Moment van stilte  Votum  Gezang 121: 4, 5  Wet  Gezang 121: 6, 7, 9  Gebed  Lezen Handelingen 1: 15 - 26  Liedboek 95  Preek  Gezang 119: 1, 2, 5  Bevestiging ambtsdragers  Liedboek 400: 1, 12  Gebed  Collecte  Psalm 150  Zegen

21 Gezang 95

22

23

24

25

26

27 Preek  Gezang 121: 1, 2  Moment van stilte  Votum  Gezang 121: 4, 5  Wet  Gezang 121: 6, 7, 9  Gebed  Lezen Handelingen 1: 15 - 26  Liedboek 95  Preek  Gezang 119: 1, 2, 5  Bevestiging ambtsdragers  Liedboek 400: 1, 12  Gebed  Collecte  Psalm 150  Zegen

28

29 Begin bij de basis Het fundament is Jezus Christus Het fundament is gelegd door apostelen

30 Begin bij de basis Bouw met overleg Niet in je eentje, maar samen

31 Begin bij de basis Bouw met overleg Bouw in vertrouwen In Gods handen leggen God geeft de groei

32 Begin bij de basis Bouw met overleg Bouw in vertrouwen Bouw in verbondenheid met je Heer en Zijn Geest Leven vanuit hemelvaart en pinksteren

33 Zingen  Gezang 121: 1, 2  Moment van stilte  Votum  Gezang 121: 4, 5  Wet  Gezang 121: 6, 7, 9  Gebed  Lezen Handelingen 1: 15 - 26  Liedboek 95  Preek  Gezang 119: 1, 2, 5  Bevestiging ambtsdragers  Liedboek 400: 1, 12  Gebed  Collecte  Psalm 150  Zegen

34 Gezang 119

35

36

37

38

39

40 Bevestiging ambtsdragers  Gezang 121: 1, 2  Moment van stilte  Votum  Gezang 121: 4, 5  Wet  Gezang 121: 6, 7, 9  Gebed  Lezen Handelingen 1: 15 - 26  Liedboek 95  Preek  Gezang 119: 1, 2, 5  Bevestiging ambtsdragers  Liedboek 400: 1, 12  Gebed  Collecte  Psalm 150  Zegen

41 Inleiding De kerkenraad heeft u tweemaal de namen van de broeders bekendgemaakt die tot ouderling en diaken gekozen zijn, om na te gaan of iemand een gegrond bezwaar tegen hun bevestiging had in te brengen. Gelukkig waren zulke bezwaren niet aan de orde. Daarom worden deze broeders nu in de naam van onze Heer in hun ambt bevestigd.

42 Onderwijs Als het hoofd van de kerk zorgt Christus vanuit de hemel voor zijn gemeente op aarde. Daarvoor neemt hij mensen in dienst. De apostel Paulus wijst daarop, met de woorden: … hij is het die apostelen heeft aangesteld, en profeten, evangelieverkondigers, herders en leraren, om de heiligen toe te rusten voor het werk in zijn dienst. Zo wordt het lichaam van Christus opgebouwd. Als de goede herder zorgt hij voortdurend voor zijn kudde en stelt hij herders aan om in zijn naam de schapen te weiden.

43 Oudsten vinden we al in het Oude Testament; ze bekleedden daar een leidende functie. In het Nieuwe Testament lezen we dat de apostelen, door de Geest van Christus geleid, in elke gemeente oudsten aanstelden. Er waren in de vroegchristelijke kerk oudsten die leiding gaven – bij ons ouderlingen genoemd - én oudsten die daarnaast preekten en onderwijs gaven, onze dienaren van het woord of predikanten. Met hen vormen de ouderlingen de kerkenraad. Door de leiding van de gemeente toe te vertrouwen aan de ouderlingen met de predikanten, beschermt Christus zijn kerk tegen heerszuchtig optreden van enkelingen. Over de taak van de ouderlingen spreekt het Nieuwe Testament op diverse plaatsen. Samen met de predikanten moeten ze als herders de gemeente besturen en verzorgen..

44 In de eerste plaats letten ze erop dat ieder lid van de gemeente zich met woord en daad gedraagt in overeenstemming met het evangelie. Ze bezoeken de leden van Christus’ gemeente om hen met het woord van God te troosten, te waarschuwen en te onderwijzen. Hen die zich in leer of leven slecht gedragen, wijzen ze terecht en ze zorgen ervoor dat doop en avondmaal niet ontheiligd worden. Op hen die bewust in zonde blijven leven, passen ze de christelijke tucht toe. In de tweede plaats zorgen ze er als beheerders van Gods huis voor dat alles in de gemeente vreedzaam en ordelijk toegaat, en wel zo als Christus het geboden heeft. Ze letten erop dat niemand een ambt bekleedt in de gemeente zonder daartoe op een wettige manier geroepen te zijn.

45 De predikanten helpen ze met raad en daad. In de derde plaats houden de ouderlingen toezicht op leer en leven van de dienaren van het woord. Er mag immers geen dwaalleer worden verkondigd en de gemeente moet in elk opzicht worden opgebouwd. De apostel Paulus draagt de oudsten op waakzaam te zijn en ervoor te zorgen dat geen wolven de schaapskooi van Christus binnendringen. De ouderlingen zullen deze taken kunnen vervullen als ze Gods woord ijverig bestuderen en zich oefenen in het dienen van God.

46 De Schriften leren ons dat barmhartigheidbetoon voortvloeit uit de liefde van Christus. Hij kwam in de wereld om te dienen en ontfermde zich over velen die in nood waren. In navolging van haar Heer zorgde de eerste christelijke gemeente ervoor dat niemand in haar midden gebrek leed. Ieder kreeg naar wat hij nodig had. De Heer roept ook nu op tot het betonen van gastvrijheid, offervaardigheid en barmhartigheid, om zwakken en hulpbehoevenden volop te laten delen in de blijdschap van Gods volk. In de gemeente van Christus mag niemand ongetroost leven in ziekte, eenzaamheid of armoede. Met het oog op deze hulpverlening heeft Christus diakenen aan zijn gemeente gegeven. We lezen hoe de apostelen speciale ambtsdragers lieten kiezen,

47 toen ze zelf niet meer in staat waren al het werk in de kerk naar behoren te verrichten. De diakenen moeten ervoor zorgen dat de hulpverlening in en door de gemeente goed verloopt. Ze bezoeken de gemeenteleden thuis om zich op de hoogte te stellen van hun moeiten of om hen aan te sporen tot hulpbetoon. Ze inventariseren de gaven van de gemeenteleden en zetten die in waar dat nodig is. Bovendien zamelen ze de giften uit de gemeente in, beheren die en delen die in de naam van Christus uit. Ze bemoedigen hen die de liefdegaven van Christus ontvangen, met het woord van God. De heilige Geest brengt eenheid in de gemeente en laat die ervaren aan het heilig avondmaal.

48 De diakenen spannen zich er met woord en daad voor in dat deze eenheid zichtbaar wordt in de onderlinge liefde. Zo zullen we als gemeente groeien in liefde voor elkaar en voor alle mensen.

49 Geliefde broeders, u staat klaar om uw ambt op u te nemen. Ik verzoek u de volgende vragen te beantwoorden voor God en zijn heilige gemeente: Bent u ervan overtuigd dat God zelf u door zijn gemeente tot deze dienst heeft geroepen? Aanvaardt u de schriften van het Oude en Nieuwe Testament als het enige Woord van God en de volkomen leer van de verlossing, en wijst u alles af wat daarmee in strijd is?

50 Belooft u in overeenstemming daarmee uw ambt trouw te vervullen en u daarbij met ontzag voor God in heel uw leven te gedragen? Belooft u u te onderwerpen aan de kerkelijke vermaning en tucht, in overeenstemming met de kerkorde, als u in leer of leven zondigt? Wat is daarop uw antwoord?

51 Zegen Moge onze almachtige God en Vader u geven dat u deze dienst trouw en met goed resultaat zult vervullen. Amen

52 Opdracht Broeders ouderlingen, bestuur de gemeente met toewijding, samen met de dienaren van het woord. Gedraag u als herders over de kudde van God als u troost en waar­schuwt. Waak erover dat de gemeente blijft bij de zuivere leer en daaruit leeft. Neem ter harte wat de apostel Petrus schrijft: Hoed Gods kudde waarvoor u de verantwoordelijkheid hebt, houd goed toezicht – niet gedwongen maar vrijwillig, zoals God dat wil, en niet om er zelf beter van te worden maar met belangeloze toewijding. Stel u niet heerszuchtig op tegenover de kudde die aan u is toevertrouwd, maar geef het goede voorbeeld.

53 Broeders diakenen, toon u toegewijd en actief bij het inzamelen en beheren van de giften uit de gemeente en het inventariseren en inzetten van de gaven in de gemeente. Laat het allemaal ten goede komen aan wie hulp nodig heeft. Bemoedig en help iedereen die in zorgen leeft of eenzaam is. Geef zo aan de gemeente een goed voorbeeld van de onderlinge zorg waartoe Christus ons allemaal oproept. Wees allen trouw in uw dienst. Houd vast aan het mysterie van het geloof, met een zuiver geweten. Dan verwerft u aanzien en kunt u door uw geloof in Christus Jezus vrijuit spreken en bent u welkom bij het feestmaal van uw Heer.

54 En u, geliefde broeders en zusters, ontvang deze mannen als dienaren van God. Erken de ouderlingen als opzieners en herders van de gemeente. Acht hen hoog om hun werk. Gehoorzaam uw leiders en schik u naar hen, want zij waken over uw leven en zullen daarvan ook rekenschap moeten afleggen. Zorg ervoor dat ze hun taak met vreugde kunnen vervullen, zodat ze geen reden tot klagen hebben: dat zou u zeker niet ten goede komen. Zorg dat de diakenen de middelen hebben om hun werk te doen. Wees goede rentmeesters over wat de Heer u toevertrouwt en weet u in de gemeente van Christus geroepen om te dienen. Laat ieder in de gemeente die in nood verkeert, dankbaar de hulp aanvaarden die Christus door de diakenen wil geven.

55 Zingen  Gezang 121: 1, 2  Moment van stilte  Votum  Gezang 121: 4, 5  Wet  Gezang 121: 6, 7, 9  Gebed  Lezen Handelingen 1: 15 - 26  Liedboek 95  Preek  Gezang 119: 1, 2, 5  Bevestiging ambtsdragers  Liedboek 400: 1, 12  Gebed  Collecte  Psalm 150  Zegen

56 1. Almachtige, verheven heer, halleluja, aan U behoort de lof en eer, halleluja. Wie kan U loven als Gij zijt, halleluja, wij zegenen uw heerlijkheid, halleluja. Halleluja, halleluja, halleluja.

57 12.Geloofd, gezegend zijt Gij Heer, halleluja, wij brengen U de lof en eer, halleluja. Wij willen nederig en klein, halleluja, de dienaars van uw grootheid zijn, halleluja. Halleluja, halleluja, halleluja.

58 Gebed  Gezang 121: 1, 2  Moment van stilte  Votum  Gezang 121: 4, 5  Wet  Gezang 121: 6, 7, 9  Gebed  Lezen Handelingen 1: 15 - 26  Liedboek 95  Preek  Gezang 119: 1, 2, 5  Bevestiging ambtsdragers  Liedboek 400: 1, 12  Gebed  Collecte  Psalm 150  Zegen

59  Vandaag  1 e Diaconie  2 e Rente en aflossing  Volgende week  1 e Kerk  2 e Rente en aflossing  Ps. 150: 1, 2 (tekst: Levensliederen.net)

60 Zingen  Gezang 121: 1, 2  Moment van stilte  Votum  Gezang 121: 4, 5  Wet  Gezang 121: 6, 7, 9  Gebed  Lezen Handelingen 1: 15 - 26  Liedboek 95  Preek  Gezang 119: 1, 2, 5  Bevestiging ambtsdragers  Liedboek 400: 1, 12  Gebed  Collecte  Psalm 150 (tekst: Levensliederen.net)  Zegen

61 1Zing het uit en prijs de HEER! Prijs God, geef hem alle eer! In de tempel waar hij woont, in de hemel waar hij troont. Prijs zijn koninklijke hoogheid! Prijs hem om zijn scheppingsmacht. Prijs hem om zijn zeggingskracht. Prijs zijn grenzeloze grootheid!

62 2Dans! De toon is nu gezet. Prijs hem, ramshoorn en trompet. Prijs hem, snaren, harp en luit. Prijs hem, tamboerijn en fluit. Prijs hem, klinkende cimbalen. Prijs hem, bekkens: vol geluid! Prijs de HEER en zing het uit alles wat kan ademhalen!

63 Zegen  Gezang 121: 1, 2  Moment van stilte  Votum  Gezang 121: 4, 5  Wet  Gezang 121: 6, 7, 9  Gebed  Lezen Handelingen 1: 15 - 26  Liedboek 95  Preek  Gezang 119: 1, 2, 5  Bevestiging ambtsdragers  Liedboek 400: 1, 12  Gebed  Collecte  Psalm 150  Zegen

64

65 Tot vanmiddag om 16:30 Met Ds. Verbree In het Morgenlicht


Download ppt "In deze dienst zal Ds. Tigelaar voorgaan Voor de dienst zingen we Gz 121: 1, 2 Schriftlezing: Handelingen 1: 15 - 26."

Verwante presentaties


Ads door Google