De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Marktvormen Economie.

Verwante presentaties


Presentatie over: "Marktvormen Economie."— Transcript van de presentatie:

1 Marktvormen Economie

2 Soorten marktvormen Volledig vrije mededinging (volkomen concurrentie)
Monopolie Oligopolie Monopolistische concurrentie

3 Volledig vrije mededinging
Volledig vrije mededinging (volkomen concurrentie); Veel vragers Veel aanbieder Homogeen product Vrije toe- en uittreding Transparante markt Hoeveelheidsaanpasser: Kan alleen invloed uitoefenen op de hoeveelheid en niet op de prijs.

4 Individuele aanbieder Prijs = Gemiddelde opbrengst
Prijsbepaling De prijs wordt bepaald op de markt; Doordat het aanbod van een bepaalde aanbieder in het niet valt bij de totale markt, kan een individuele aanbieder de prijs niet veranderen. Totale markt Individuele aanbieder Collectieve aanbodlijn Prijs in euro’s Opbrengst in euro’s Prijs = Gemiddelde opbrengst Collectieve vraaglijn Hoeveelheid in stuks Hoeveelheid in stuks

5 Totale kosten = totale variabele kosten + totale constante kosten
Constante kosten (vaste kosten); Kosten die afhankelijk zijn van de productiecapaciteit Variabele kosten; Kosten die afhankelijk zijn van de productie Totale kosten = totale variabele kosten + totale constante kosten Anders geschreven: TK = TVK + TCK

6 Kosten Voorbeeld: Hieronder vind je de formule van de totale kosten. Bereken de gemiddelde totale (GTK), variabel (GVK) en constante (GCK) kosten en geef deze grafisch weer. TK = 500q TK = Totale kosten q = Hoeveelheid in stuks Variabele kosten Constante kosten Hoeveelheid: GVK: GCK: GTK: kosten in euro’s Hoeveelheid in stuks

7 Proportioneel, progressief en degressief
TVK TVK kosten in euro’s kosten in euro’s Hoeveelheid in stuks Hoeveelheid in stuks Proportioneel variabele kosten Bijvoorbeeld: 50q Degressief variabele kosten Bijvoorbeeld: 50q – 0,8q2 Progressieve variabele kosten Bijvoorbeeld: 1,2q2

8 Marginaal Marginale kosten (MK) of opbrengsten (MO);
De extra kosten of opbrengsten bij de uitbreiding van de productie met een eenheid. In de wiskunde noemen we dit ook wel het differentiaalquotiënt of de eerste afgeleide. Proportioneel variabele kosten Bijvoorbeeld: 50q Degressief variabele kosten Bijvoorbeeld: 50q – 0,8q2 Progressief variabele kosten Bijvoorbeeld: 1,2q2 Degressief en progressief variabele kosten Bijvoorbeeld: q3 – 6q2 + 16q + 8 50 50 – 1,6q 2,4q 3q2 - 12q + 16

9 Maximale winst bij proportioneel variabele kosten
Totale winst (TW); Het verschil tussen de totale opbrengsten en de totale kosten. Prijs = GO = MO Prijs = GO = MO Kosten / opbrengsten in euro’s GTK Kosten / opbrengsten in euro’s GTK Prijs = GO = MO GVK = MK GVK = MK Hoeveelheid in stuks Hoeveelheid in stuks = Verlies = Winst Doordat deze markt winstgevend is, zullen er aanbieders toetreden, waardoor de prijs gaat dalen. Om de winst te maximaliseren moet er zoveel mogelijk geproduceerd worden. De winst is dus maximaal wanneer de productie maximaal is. Wanneer de markt verliesgevend is, zullen er aanbieders uittreden, waardoor de prijs weer gaat stijgen.

10 Maximale winst bij niet-proportioneel variabele kosten
q: 1 2 3 4 5 6 7 8 9 p: 13 TO: 13 26 39 52 65 75 91 104 117 MO: 13 TK: 10 28 38 44 48 52 58 68 85 118 MK: 18 10 6 4 17 33 GTK: - 28 19 14,7 12 10,4 9,7 10,6 13,1 GVK: - 18 14 11,3 9,5 8,4 8 8,3 9,4 12 20 16 12 Opbrengst / kosten in euro’s 8 4 2 4 6 8 10 12 Hoeveelheid in stuks Zolang de marginale opbrengsten groter zijn dan de marginale kosten, zal de winst toenemen. Wanneer de marginale kosten de marginale opbrengsten overtreffen, zal de winst dalen. Om de totale winst te maximaliseren kiest men de productie die tot stand komt bij MO =MK. = p = GO = MO = MK = GTK = GVK

11 Maximale winst bij niet-proportioneel variabele kosten
= p = GO = MO = MK = GTK = GVK = Totale opbrengst = Totale kosten = Maximale winst MO = MK Totale opbrengst: 7 x 13 = € 91,- Totale kosten: 7 x 9,7 = € 67,90 Totale winst: 7 x (13 - 9,7) = € 161,70

12 Maximale winst bij niet-proportioneel variabele kosten
Opmerkingen: De afstand tussen de GTK en de GVK wordt voordurend kleiner. Het verschil wordt namelijk steeds minder, omdat de constante kosten over een grotere hoeveelheid worden uitgesmeerd. - De curven van GVK en GTK worden in hun minima gesneden. Links van de genoemde snijpunten zijn de marginale kosten lager dan de gemiddelde. Daardoor worden de gemiddelde kosten omlaag getrokken. Rechts van de snijpunten is het net andersom. De MK-curve moet dus wel de GTK- en de GVK curve in het minimum snijden. = p = GO = MO = GTK = MK = GVK

13 Monopolie Prijszetter: Monopolie Heeft zelf invloed op de prijs.
Veel vragers Een aanbieder Homogeen product Geen vrije toetreding Lage transparantie Prijszetter: Heeft zelf invloed op de prijs.

14 Prijszetter De vraagcurve geeft de hoeveelheid vraag weer bij een bepaalde prijs. Oftewel de afzet die bij een bepaalde prijs hoort. We noemen deze vraagcurve dan ook wel de prijs-afzetlijn. Vraagcurve = prijsafzet-lijn = GO Prijs in euro’s Hoeveelheid in stuks De omzetcurve geeft de totale opbrengst weer, die tot stand komt door de prijs te vermenigvuldigen met de hoeveelheid, oftewel p x q. Wanneer we de gemiddelde opbrengst willen berekenen, delen we de totale opbrengst door de hoeveelheid, oftewel TO / q. De gemiddelde opbrengst is dus hetzelfde als de vraagcurve (prijs-afzetlijn). Omzetcurve Totale omzet in euro’s Hoeveelheid in stuks

15 Marginale opbrengst Zo lang de totale opbrengst blijft stijgen bij het produceren van een extra eenheid, zal de marginale opbrengst positief zijn. Totale omzet in euro’s TO Wanneer de totale opbrengst gaat dalen bij het produceren van een extra eenheid, zal de marginale opbrengst negatief zijn. Hoeveelheid in stuks Het verband tussen de GO lijn en de MO lijn is, dat de MO lijn altijd tweemaal zo steil loopt als de GO lijn. In het midden van de vraaglijn is de prijselasticiteit van de vraag exact -1. Links van het midden is deze kleiner dan -1 (elastische vraag), rechts van het midden is deze weer groter dan -1 (inelastische vraag). Opbrengsten in euro’s MO Prijs-afzetlijn = GO Hoeveelheid in stuks

16 Marginale kosten De marginale kosten zijn de eerst afgeleide van de totale kosten. Deze totale kosten kunnen proportioneel, progressief of degressief variabele kosten bevatten. Marginale kosten bij proportioneel variabele kosten. Marginale kosten bij progressief variabele kosten. Prijs in euro’s Marginale kosten bij degressief variabele kosten. Marginale kosten bij degressief en progressief variabel kosten. Hoeveelheid in stuks

17 Maximale winst bij proportioneel variabele kosten
De hoeveelheid waarbij het verschil tussen de totale kosten en totale opbrengst het grootst is. Zolang de marginale opbrengsten groter zijn dan de marginale kosten, zal de winst toenemen. Wanneer de marginale kosten de marginale opbrengsten overtreffen, zal de winst dalen. Om de winst te maximaliseren kiest men de productie die tot stand komt bij MO =MK. Prijs in euro’s GTK MK = GVK = Totale kosten MO Prijs-afzetlijn = GO = Maximale winst Hoeveelheid in stuks

18 Homo- en heterogeen product
Oligopolie Oligopolie Homo- en heterogeen product Veel vragers Weinig aanbieders Moeilijke toetreding Lage transparantie Prijsstarheid: Men zal zijn prijs niet snel veranderen, omdat men verondersteldt dat bij een verlaging van de prijs de concurrenten zullen volgen en bij een verhoging van de prijs de klanten naar de concurrenten zullen overstappen.

19 Geknikte vraagcurve Prijsstarheid GEVOLG?
De geknikte vraagcurve heeft twee redenen: - Als de producent zijn prijs verlaagt zullen concurrenten dat waarschijnlijk ook doen, zodat de afzet weinig zal toenemen. - Als de producent zijn prijs verhoogt zullen concurrenten dat wellicht niet doen, zodat de afzet sterk zal afnemen. p* Prijs in euro’s Vraagcurve GEVOLG? Hoeveelheid in stuks q* Prijsstarheid p* = Tot stand gekomen prijs q* = Tot stand gekomen hoeveelheid

20 Monopolistische concurrentie
Veel vragers Veel aanbieders Heterogeen product Vrije toe- en uittreding Lage transparantie Productdifferentiatie: De aanbieders laten hun productaanbod in de ogen van de afnemers verschillen.

21 Monopolistische concurrentie
MK MK GTK p GTK p Prijs in euro’s Prijs in euro’s GO MO GO MO’ MO GO’ Hoeveelheid in stuks Hoeveelheid in stuks q q De producent de maximale winst wilt behalen, stelt hij zijn prijs en productie vast op MO = MK. Doordat er winst valt te behalen op de markt zullen er meer aanbieders toetreden, waardoor de prijs-afzetlijn (GO) veranderd. = Totale kosten = Maximale winst Wanneer er geen winst meer valt te halen op de markt, zullen er weer aanbieders uittreden.


Download ppt "Marktvormen Economie."

Verwante presentaties


Ads door Google