De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

HET CSE NEDERLANDS. Je spreekt toch al jaren Nederlands!? @mbbvp.

Verwante presentaties


Presentatie over: "HET CSE NEDERLANDS. Je spreekt toch al jaren Nederlands!? @mbbvp."— Transcript van de presentatie:

1 HET CSE NEDERLANDS. Je spreekt toch al jaren Nederlands!? @mbbvp

2 Programma Ochtenddeel Middagdeel Doen Bespreken
Je bent hier voor jezelf

3 Inhoud en werkwijze Inhoudsopgave Arcering Zonder arcering
Bespreken van elk onderdeel EERST KORTE HERHALING

4 Citeren: Citeren: Je neemt letterlijk over. Er zijn twee manieren:
De hele zin citeren; de zin die je moet hebben schrijf je woord voor woord over. Bijvoorbeeld: R16 – R18 “Leerlingen vinden het moeilijk om aan verwachtingen te voldoen, die ouders en docenten voor hen formuleren.”

5 Citeren: Verkort opschrijven:
MANIER 2: Verkort opschrijven: R16 – R18,”1e + 2e woord … laatste twee woorden.” Bijvoorbeeld: R16 – R18 “Leerlingen vinden … hen formuleren.”

6 Lees de vraag goed, welk deel moet je citeren???
 Citeer een woord  1 woord.  Citeer een woordgroep  een paar woorden die bij elkaar horen.  Citeer een zin  een zin gaat van hoofdletter tot punt.  Citeer een zinsdeel  slechts een deel van de zin(bijv. Een halve).  Citeer een regel  een regel loopt van links naar rechts op het blaadje.

7 ANTWOORDEN CITEERVRAGEN
1: “Dit is vooral......op school” (regel 20-23)

8 ANTWOORDEN CITEERVRAGEN
2: “Er is daarbij.....thuis gebruiken” (regel 78-80)

9 ANTWOORDEN CITEERVRAGEN
3: “Daarom zijn er te zien zijn” (regel 87-93)

10 ANTWOORDEN CITEERVRAGEN
4: “Alle moeders......de praatplaat” (regel ) Of “ Alle moeders … hun taalaanbod” (regel 102 – 104)

11 Hoe beantwoord je een open vraag?
Lees de vraag. Ga terug naar de tekst en herlees het stukje waar de vraag over gaat. Probeer het antwoord van de vraag uit de tekst te halen. Let goed op als er een maximum aantal woorden in de vraag staat.

12 Hoe beantwoord je een meerkeuze vraag?
Lees de vraag. Ga terug naar de tekst en herlees het stukje waar de vraag over gaat. Bekijk de antwoorden en streep de foute antwoorden weg.

13 Handigheid bij wegstrepen:
Voorbeeld: 1 antwoord is eigenlijk onzin. Een verleidingsantwoord; het gaat wel over het onderwerp, maar niet over de vraag. Een verleidingsantwoord; het geeft slechts een deel van het antwoord, maar is niet volledig. Het juiste antwoord.

14 De antwoorden bij meerkeuzevragen staan op alfabet.
Wat is de belangrijkste functie van de alinea_s 1 en 2? De tekst inleiden door : A het geven van een historisch overzicht van het onderwerp H B het geven van een korte samenvatting van de hele tekst K C het geven van voorbeelden bij het onderwerp van de tekst V D het noemen van de directe aanleiding voor het schrijven van de tekst N*

15 Onderdeel aardrijkskunde

16 Bladzijde 11 Hieronder vind je vragen uit een examen aardrijkskunde, die je met “goed” lezen en een klein beetje gezond verstand kan beantwoorden. Het maakt dus niet uit of je het vak zelf hebt of niet, het gaat om het lezen en ‘logisch redeneren’. Beantwoord de vragen op een toets blaadje. Soms is het beantwoorden van een vraag een kwestie van goed lezen en logisch denken.

17

18

19 AANWIJZING Onderstreep in de tekst welke informatie van belang is om de vraag te beantwoorden. Kijk naar de mogelijke antwoorden. Welke antwoorden Kun jij wegstrepen?

20 Onderdeel aardrijkskunde

21


Download ppt "HET CSE NEDERLANDS. Je spreekt toch al jaren Nederlands!? @mbbvp."

Verwante presentaties


Ads door Google