De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

ARTi 2 Architectuur ZIN OM TE BOUWEN De hoogte in Mensen hebben altijd de behoefte gehad om te bouwen. Een bouwwerk biedt beschutting en bescherming. Bouwen.

Verwante presentaties


Presentatie over: "ARTi 2 Architectuur ZIN OM TE BOUWEN De hoogte in Mensen hebben altijd de behoefte gehad om te bouwen. Een bouwwerk biedt beschutting en bescherming. Bouwen."— Transcript van de presentatie:

1 ARTi 2 Architectuur ZIN OM TE BOUWEN De hoogte in Mensen hebben altijd de behoefte gehad om te bouwen. Een bouwwerk biedt beschutting en bescherming. Bouwen is ideeën omzetten in een plan, een constructie bedenken en materiaal verzamelen. Bouwen is vanaf de grond de hoogte in gaan. Totdat de ruimte die je wilde is veroverd. Eiffeltoren, Parijs. Bouw begonnen in 1884 ter gelegenheid van de wereldtentoonstelling.

2 2.1 ARCHITECTUUR IN SOORTEN EN MATEN Onder dak Mensen wonen ergens; in een land, een streek of stad, maar vooral in een woning. Hoe die woning eruit ziet is van veel dingen afhankelijk. Ten eerste het klimaat, een Eskimo stelt andere eisen dan iemand uit Afrika. Welk materiaal is er in de omgeving?. Indianen maken hun tipi’s van hout en bizonhuid. Een simpele constructie die makkelijk te verplaatsen is. Het Dogonvolk in de woestijn van Afrika gebruikt klei over een geraamte van hout en gevlochten takken, die door de zon keihard opdroogt. Bij gebrek aan materialen gebruiken mensen noodgedwongen ook afval. Eskimohut, Canada Tipi, N.Am.Indianen. Huis Dogonvolk, Afrika Krotwoningen, overal ter wereld!

3 2.1 ARCHITECTUUR IN SOORTEN EN MATEN Waterwoningen Punch Mbhele Vliegtuigvishuis. Bouwen is verbeelden Het bedenken van gebouwen vraagt soms om verbeeldingskracht. Fantasie dus. Welke vorm krijgt het en hoeveel ruimte zal het innemen? Ook de plek waar het komt speelt een belangrijke rol. Aan het water of op de top van een rots maakt veel verschil. Boomwoningen Rotswoningen Kubuswoningen

4 2.1 ARCHITECTUUR IN SOORTEN EN MATEN Bouwkunst Een museum, kantoorgebouw, theater of station, allemaal gebouwen met een bepaalde functie. De architect bedenkt een gebouw, maar moet met veel dingen rekening houden; budget, plaats, functie enz. die de opdrachtgever – gemeente, fabrikant, burger- stelt. Het gebouw moet natuurlijk geschikt zijn voor het gebruiksdoel. Daarnaast moet de constructie goed zijn en het mag natuurlijk ook een mooie vorm hebben. Als al die eigenschappen in een gebouw aanwezig zijn, spreekt men van architectuur: de kunst van het bedenken en maken van gebouwen. Elke architect probeert zich door zijn werk te onderscheiden van anderen. Renzo Piano: The New Metropolis Building (Nemo) A’dam 1997 Herman Hertzberger: Chassétheater Breda 1995 Frank Gehry: Ginger and Fred, bankgebouw, Praag Calatrava: Stationshal, Lyon 1994 Fred Astaire en Ginger Rogers

5 2.2 ARCHITECTUUR IN DE MAAK Knippen en plakken Frank Gehry ontwerp het Guggenheimmuseum voor Bilbao door papier te knippen en te plakken. De medewerkers in zijn studio werken dat verder uit. Eerst het idee Hij koos voor een plaats langs de rivier die door Bilbao loopt: goed zichtbaar en de weerspiegeling is gratis. Het idee wordt eerst in ruwe schetsen weergegeven. Vervolgens maakte hij allerlei situatieschetsen. Driedimensionaal computermodel De computer als architect Het gebouw bestaat uit verschillende gebogen vormen, ingewikkeld in elkaar geschoven. Daar zijn ingewikkelde computerberekeningen voor nodig. De computer berekent een driedimensionaal beeld van het gebouw. Eerst als draadfiguur en, als die wordt opgevuld met kleur, ontstaat al een ‘ruimtelijk’ beeld van het gebouw. Draadmodel Situatieschets

6 2.2 ARCHITECTUUR IN DE MAAK Van model tot monument Na de berekeningen, computermodellen en werktekeningen wordt er een maquette gemaakt. Het gebouw op schaal. De opdrachtgevers krijgen zo een goed beeld van het ontwerp. De ingewikkelde vormen worden gedragen door een skelet. Dit geraamte geeft de vorm al goed weer. De bekleding van de buitenwand werd hieraan bevestigd. Gehry gebruikt hiervoor titanium, een materiaal uit de vliegtuigbouw, een lichte en glanzende metalsoort. Het effect hiervan was dat het museum zowel overdag als ‘s nachts een oogverblindende verschijning werd. Bouwskelet.

7 2.3 ARCHITECTUUR BETER BEKEKEN De ruimte verkennen Een gebouw neemt oppervlak in en gaat de ruimte in, maar het gaat vooral om de ruimte die het bevat, die zinvol gebruikt kan worden. Twee torens met verschillende functies, een kantoortoren en een luchtverkeerstoren. De grondvorm van het kantoor is een open cilinder, van de verkeerstoren een gesloten kegel. Dynamische architctuur De kantoortoren maakt een beweeglijke indruk. De cilinder is nergens helemaal gesloten. Het geraamte bestaat uit verticale buizen en horizontale ringen die steeds verspringen. Hierdoor ontstaat een draaiende beweging. Het ritmisch verspringen, het open en gesloten zijn, afwisseling van licht en donker, geven het gebouw een bijzondere dynamiek. Groeiende beweging Ook de verkeerstoren maakt een beweeglijke indruk. Naar boven toe steeds breder, lijkt hij als een plant uit de grond te komen. De glazen werkruimte bekroont het gebouw als een bloem Ken Yeang: Menara Mesiniaga Kuala Lumpur 1992 S.Calatrava: verkeerstoren Sondica, Bilbao 1996

8 2.3 ARCHITECTUUR BETER BEKEKEN Stapelgek Ook hoekige vormen, zoals kubussen, balken en piramiden, lenen zich voor bijzondere vormen van architectuur. In beide gebouwen is op een zeer gedurfde manier met vormen gespeeld. Het televisiegebouw lijkt een onmogelijke figuur, die een grote hoeveelheid open ruimte omsluit. Het expositiegebouw lijkt een willekeurige opeenstapeling van containers, die samen een soort kunstpiramide vormen. Door grote glaswanden zie je ook de binnenzijde. Zo wordt het minder gesloten. Rem Koolhaas: Kantoor Chinese staatstelevisie, 2008 Jaques Herzog/Pierre de Meuron: ontwerp Tate Modern, Londen

9 2.4 ARCHITECTUUR MET EEN BOODSCHAP Woekeren met ruimte Nederland raakt steeds voller met gebouwen. Architecten denken ook over dit probleem na. Tekening 24 uit 1981 is een humoristische oplossing: Landhuizen in een hoogbouwgeraamte, compleet met omliggende begroeiing. In 2000 ontwierp MVRDV een soortgelijk idee. Voor de wereldtentoonstelling in Hannover ontwierpen zij het Nederlandse paviljoen. Hierin werden letterlijk landschappen opgestapeld. Nederland is klein en moet woekeren met de ruimte. Dit paviljoen is een originele oplossing voor dit gebrek. Of het – buiten deze tentoonstelling- ooit werkelijkheid wordt is onwaarschijnlijk. Tekening 24, 1981 Flatgebouw Hannover, Nederlands paviljoen, 2000

10 2.4 ARCHITECTUUR MET EEN BOODSCHAP Eén met de omgeving In Vlissingen, vlak bij de haven staat het appartementengebouw ‘Dobberende dozen’. De architect gaf de relatie met het water weer door de gebouwen schots en scheef- dobberend op het water- neer te zetten. De rechte bakstenen onderkant doet weer denken aan een kade. De Am. Architect Frank Lloyd Wright bouwde in 1935 het ‘Fallingwater house’. De natuur gaat letterlijk door het gebouw heen. De horizontale blokvormige balkons komen overeen met de natuurlijk steenformaties eronder. Josh Schweitzer, Monument Joshua Tree Californië, 1990Frank Lloyd Wright, Fallingwaterhouse, 1935 Van Bebber, Look en Lokkeveer, Dobberende dozen, Vlissingen. De kubusvormige villa in de Mojavewoestijn roept door groottevariatie, kleur en onregelmatige ramen een vergelijking op met het omliggende landschap.

11 2.4 ARCHITECTUUR MET EEN BOODSCHAP Kleur en symboliek De Italiaanse architect Mendini is de ontwerper van het Groninger Museum dat lijkt te drijven op het water. De gouden toren is als een schatkamer waar een deel van de collectie- die op dat moment niet tentoon is gesteld- wordt bewaard. Een kunstschatkamer dus. Bij een schat denk je aan goud. De goudkleur als symbool. De architecten van het ‘Centre Pompidou’ in Parijs gaven met symbolische kleuren de verschillende functies van de onderdelen van hun gebouw weer: blauw voor lucht, rood voor beweging en veiligheid, groen voor vloeistoffen en geel voor elektriciteit.. Het miniatuurgebouw (boek blz.41) is geïnspireerd op een kerkgebouw in Moskou. Een veelkleurig gebouw met uivormige koepels. De maker van het miniatuur, wilde als kerststal iets anders als de gebruikelijke eenvoudige stal. Hij maakte dit als een symbool voor de pracht en praal die hij meer vond passen bij de geboorte van Jezus Richard Rogers en Renzo Piano : ‘ Centre Pompidou, 1977 Basilius Kathedraal, Moskou

12 2.5 ARCHITECTUUR IN ANDERE TIJDEN Imponeren De moskee is één reusachtige ruimte met een koepel van meer dan 31 meter doorsnee. Aan alle kanten stroomt het licht naar binnen door honderden ramen. Binnen voel je je nietig, niet onlogisch bij zo’n groot gebouw. Ruimte van licht De Selimiyemoskee (1574) staat in Turkije. De architect, Sinan, was er een meester in om inhoud, vorm en functie met elkaar te verbinden. Het gebouw moest iets goddelijks of hemels hebben en plaats bieden aan honderden gelovigen. Een bijzondere constructie gaf de inhoud zijn ruimte en vorm: een vierkant grondvlak, daarin een achthoek van pijlers en bogen, daarbovenop een koepel. Zo stapelde hij verschillende volumes op elkaar. Het effect is dat de wanden steeds van binnen naar buiten verspringen. Hierdoor en door het licht lijkt het gebouw lang niet zo zwaar als aan de buitenkant, eerder hoger en breder en ijl. Een hemels effect en imponerend door licht, ruimte en ordening. Selimiye Moskee 1574

13 2.5 ARCHITECTUUR IN ANDERE TIJDEN Lang en hoog Europese kathedralen hebben vaak imponerende interieurs. Door de grote hoogte en de lengte; bouwers maakten ze zo hoog en lang als ze maar konden. Door de vele pijlers lijkt de binnenruimte smal, maar wel erg hoog, alsof het dak (gewelf) tot in de hemel reikt, wat precies de bedoeling was. Een christelijke kerk heeft meestal een kruisvormig grondvlak. De verschillende ruimtes leiden ons als vanzelf naar de belangrijkste plaats: het altaar, badend in licht. St. Jan, Engel met mobieltje, 2011 St. Janskathedraal Den Bosch, 1380-1580

14 2.6 ARCHITECTUUR NU Bioscoop Tuschinski heeft een adem- benemende entreehal. Superluxe uitgevoerd. De hal geeft je het gevoel alsof je zelf een filmster bent. De architect heeft er alles aan gedaan om je in de sfeer van glitter, glamour en romantiek te brengen. Hijman Louis de Jong, Tuschinski 1921 Norman Foster maakte van een buitenkant een binnenkant. Hij overdekte de binnenplaats tussen twee oude gebouwen van het Britsh Museum in Londen. Zo ontstond er een statig binnenplein, high tech uitgevoerd. Een lichte staalconstructie en veel glas, zo dun dat je niet gelooft dat het blijft hangen.

15 2.6 ARCHITECTUUR NU Het Joods Museum in Berlijn is schots en scheef. Een gebouw als in een nachtmerrie, met ramen als schietgaten, gangen met scherpe hoeken en vloeren die schuin op- en aflopen. Het gebouw staat symbool voor de afschuw, angst en wanhoop tijdens de holocaust. Het vertelt op een Indrukwekkende manier: ‘dit nooit weer’. Daniel Libeskind, Joods Museum, 1999 Het Instituut voor Beeld en Geluid in Hilversum zit voor de helft onder de grond. Dat zie je pas als je binnenkomt.I n een kloof van zestien meter zijn de bewaarplaatsen, boven je hoofd zweeft de ‘media experience’, met interactieve tentoonstellingen over de media. Het gekleurde glas zorgt voor gekleurd licht. Het hele gebouw is op zichzelf al een hele show.

16 2.6 ARCHITECTUUR NU Ali Rahim ontwerpt een winkel voor Reebok. Holle en bolle oppervlakken van kunststof beslaan de hele winkel. Het ziet er futuristisch uit: de winkel moet nog gebouwd worden. Winkels die de aandacht trekken worden steeds belangrijker. Je moet ze gezien hebben en…. daar wil je gezien worden. Shoppen in een kunstwerk: voor Koolhaas is de stad een soort laboratorium waar nieuwe zaken op elk moment kunnen opborrelen. De stad is ook een kopersparadijs. Shoppen is een ritueel. Voor het It. modehuis Prada ontwerp hij winkels als een totaalkunstwerk. De strak geregisseerde winkel in New York herken je in eerste instantie niet als een modewinkel. De winkel kan zelfs als concertzaal gebruikt worden, waar dan de trappen de tribune zijn. In pashokjes wordt je nieuwe kleding –op maat- op je geprojecteerd. Als nieuwgeborene verlaat je de winkel. Rem Koolhaas, Pradastore, New York.

17 2.7 ARCHITECTUUR FINALE WAT IS ARCHITECTUUR? Architectuur is de kunst van het bedenken en maken van gebouwen. Hoe een gebouw eruit ziet, hangt af van een aantal dingen: het klimaat, het materiaal wat plaatselijk aanwezig is en de functie. Een architect heeft ook fantasie nodig, zeker als hij zich wil onderscheiden. WAT KUN JE ZO ZEGGEN? Een gebouw neemt ruimte in, maar heeft zelf ook ruimte. Vaak zijn de vormen van gebouwen gebaseerd op basisvormen. Architectuur hangt ook af van de beschikbare ruimte, in Nederland moeten we met de ruimte woekeren en is stapelen een oplossing. Waar meer ruimte is kan de architectuur zich daaraan aanpassen. TOEN EN NU Vroeger bouwde men grote, imponerende gebouwen, zoals kerken en moskeeën. Zowel de buitenkant als de binnenkant moeten imponeren. Ook in moderne tijd imponeren gebouwen en hun interieurs, zelfs winkels willen de klant onderdompelen in een bijzondere koopomgeving.

18 2.7 ARCHITECTUUR extra: maquette - Ideeschetsen - Ruimtelijke schets - Plattegrond en aanzichten op schaal - Materiaal organiseren - Construeren - Afwerken en presenteren


Download ppt "ARTi 2 Architectuur ZIN OM TE BOUWEN De hoogte in Mensen hebben altijd de behoefte gehad om te bouwen. Een bouwwerk biedt beschutting en bescherming. Bouwen."

Verwante presentaties


Ads door Google