De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Gemaakt door Rens, Rick, Joris en Gijs. 

Verwante presentaties


Presentatie over: "Gemaakt door Rens, Rick, Joris en Gijs. "— Transcript van de presentatie:

1 Gemaakt door Rens, Rick, Joris en Gijs

2  http://www.inspirerendleven.nl/dierenwelzijn-discussie/ http://www.inspirerendleven.nl/dierenwelzijn-discussie/  Hierboven een discussie over dierenwelzijn/ diergezondheid.  Nederland een wereldspeler in dierenwelzijn in de veehouderij.  De discussie over: ‘de rat’ een huisdier, proefdier of een knaagdier.

3  Megastal is een stal voor 250 koeien of meer.  In 2000 – 104  In 2005 – 184  Voordelen: - beter voor milieu - minder transport - efficiënter werken - meer werkgelegenheid  Nadelen: - meer antibiotica op een plek - lucht/waterkwaliteit

4  Hoe denkt de politiek erover?  De VVD, PvdA, D66 en het CDA. Zijn voor en de rest tegen.  In 2009 werd voorstel afgewezen doordat 25.000 mensen een burgerinitiatief steunden van milieu defensie en dierbescherming.  Hoe denkt Nederland erover?  Meerderheid is tegen 49 %  Minderheid is voor 42%

5

6  ¼ van de melkveebedrijven is maximaal gefinancierd. En 45% eigen vermogen.  15 procent van de melkveehouders is nauwelijks gefinancierd, met 88 % eigen vermogen.  Gemiddeld zijn agrarische bedrijven in Nederland minder zwaar gefinancierd dan de melkveehouderij. Over alle sectoren, dus van pluimvee tot vollegrondtelers, is zelfs een kwart van de bedrijven niet of nauwelijks gefinancierd.  Ruim 20 procent is (bijna) maximaal gefinancierd. Daarnaast zegt meer dan de helft van de melkveehouders behoorlijk gefinancierd te zijn, met gemiddeld 61 procent eigen vermogen. Zij hebben nog mogelijkheden om extra financiering aan te vragen. Dat geldt voor ‘slechts’ 43 procent van de gehele agrarische sector.

7  Het productieproces verleend relatief veel werk met nadruk in de dienstensector.  Als er geïnvesteerd word in de sector gaat het meestal over een kapitaal intensieve investering omdat er meestal een nieuwe stal word gezet of een nieuwe tractor word gekocht.  Vooral kun je dat zien aan dat het tegenwoordig 6000 euro kost per ligbox om een stal te bouwen.  Maar het komt ook deels door hoge grondprijzen, nieuwe regelingen zoals fosfaatrechten en hoge mestafzetkosten.

8  Renteschommeling is heel gevaarlijk in de melkveehouderij.  Nu de rente laag dus weinig betalen over de leningen.  Hoge rente zou veel boeren de kop kunnen kosten die hoog gefinancierd zijn.

9

10  Inflexibiliteit houd in dat de vaste kosten niet veranderen.  Dus nieuwe stal stijgen de vaste kosten.  Als de melkprijs laag is en vaste kosten hoog. Kom je in de problemen.  Hogere vaste kosten door meer automatisering.

11  Veel groei in de sector.  Gemiddeld van 770.000 kg melk naar 850.000 melk.  Maar met 9% gestegen in de laatste 4 jaar.  Van 11.9 cent naar 13,1 cent per kg melk.  20.000 euro stijging per bedrijf.

12

13  Verplicht sinds dit jaar.  Geeft inzicht in de mineralenloop op een melkveebedrijf.  Monitort de in en output van mineralen.  Moet voor 1 maart ingeleverd zijn.  Efficiënt omgaan met mest en voer.

14  Weidegang zal niet verplicht worden volgens Van Dam.  SP, Groenlinks en D66 stemmen daar niet mee in.  Veel onnodige kosten voor controle.  Huidige beleid zal leiden tot meer weidegang volgens Van Dam.

15  De minas-verliesnorm voor 2003: 17 kg N uitstoot verminderen per 10.000 kg melk  Voor 2016 geld: 65 kg N per 10.000 kg melk.  Zonder weidegang: 79 kg N per 10.000 kg melk.  Emissiearme stal: 88 kg N per 10.000 kg melk.

16

17  binnen een concentratiegebied, binnen de bebouwde kom meer bedraagt dan 3,0 odour units per kubieke meter lucht;  binnen een concentratiegebied, buiten de bebouwde kom meer bedraagt dan 14,0 odour units per kubieke meter lucht;  buiten een concentratiegebied, binnen de bebouwde kom meer bedraagt dan 2,0 odour units per kubieke meter lucht;  buiten een concentratiegebied, buiten de bebouwde kom meer bedraagt dan 8,0 odour units per kubieke meter lucht.  In afwijking van het eerste lid bedraagt de afstand tussen een veehouderij en een geurgevoelig object dat onderdeel uitmaakt van een andere veehouderij, of dat op of na 19 maart 2000 heeft opgehouden deel uit te maken van een andere veehouderij:  ten minste 100 meter indien het geurgevoelige object binnen de bebouwde kom is gelegen, en

18

19  De zuivelmarkt is een groeimarkt;  De Nederlandse melkveehouderij is innovatief en loopt daarin voorop;  Sterke positie Nederlandse zuivelindustrie met een uitgebreid productenpalet;  De structuur van de melkveebedrijven is goed. Door toenemende liberalisering is er toegang tot meer markten;  De melkveehouderij heeft een goed imago; de koe in de wei is onlosmakelijk verbonden met het beeld van Nederland;  Er is een beperkte beschikbaarheid van grond en productiemiddelen;  De melkveehouderij krijgt te maken met hogere mestafzetkosten;  Uitstellen van invoering van fosfaatrechten zorgt voor grotere noodzaak van afroming.  Afhankelijkheid van toeslagrechten;  Dynamische wet- en regelgeving;  Inflexibiliteit door hoog aandeel van vaste kosten Nederlandse melkveehouderij;  Maatschappelijke discussies over diergezondheid, dierwelzijn en megastallen;  De melkveehouderij heeft uitdagende doelen op het gebied van mineralen, broeikasgassen, weidegang en ammoniak.

20  Uitstellen van invoering van fosfaatrechten zorgt voor grotere noodzaak van afroming.  Afhankelijkheid van toeslagrechten;  Dynamische wet- en regelgeving;  Inflexibiliteit door hoog aandeel van vaste kosten Nederlandse melkveehouderij;  Maatschappelijke discussies over diergezondheid, dierwelzijn en megastallen;  De melkveehouderij heeft uitdagende doelen op het gebied van mineralen, broeikasgassen, weidegang en ammoniak.

21  De Nederlandse melkveehouderij is, samen met de toeleverende en verwerkende industrie, een onderdeel van onze economie dat ertoe doet. Van oudsher hebben Nederlandse zuivelproducten in de hele wereld een goede naam; de sector heeft de weg naar export altijd goed weten te vinden. Nederland is de vierde speler op de wereldmarkt, na Nieuw-Zeeland, de VS en Australië. Door een groeiende vraag in Azië, Rusland, Midden Oosten en Noord-Afrika stijgt de mondiale zuivelvraag met ruim 2% per jaar.


Download ppt "Gemaakt door Rens, Rick, Joris en Gijs. "

Verwante presentaties


Ads door Google