De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Gemeente: Bruid? Volk? Lichaam? 2. Johannes 10 en 17, De Heer bidt en dankt voor degenen die de Vader Hem gegeven heeft. De bruid wordt groter qua aantal.

Verwante presentaties


Presentatie over: "Gemeente: Bruid? Volk? Lichaam? 2. Johannes 10 en 17, De Heer bidt en dankt voor degenen die de Vader Hem gegeven heeft. De bruid wordt groter qua aantal."— Transcript van de presentatie:

1 Gemeente: Bruid? Volk? Lichaam? 2

2 Johannes 10 en 17, De Heer bidt en dankt voor degenen die de Vader Hem gegeven heeft. De bruid wordt groter qua aantal leden van het volk

3 Handelingen De Heer was als Echtgenoot-Koning naar hen (Israël) toegekomen. Zij verachtten hem echter in Zijn ver- nederde staat als Mens. Ze verwachtten iets anders. Hoe reageren ze als Hij vanuit de hemel spreekt?

4 Handelingen: waar is de bruid? Hij heeft Zichzelf, nadat Hij geleden had, ook levend aan hen vertoond, met veel onmiskenbare bewijzen, veertig dagen lang, waarbij Hij door hen gezien werd en over de dingen sprak die het Koninkrijk van God betreffen. Handelingen 1:3

5 De Heer gaf opdrachten aan Zijn discipelen: kracht uit de hoogte ont- vangen – in heilige geest gedoopt Getuige zijn in: 1. Jeruzalem 2. Heel Judea 3. Samaria 4. Uiterste van het land Handelingen:

6 Uiterste van het land Uiterste van de aarde Vervulling in Handelingentijd Vervulling in de 1000 jaren (Mt.28:18-20)

7 De twaalf min Judas Iskariot = 11 12 moesten compleet worden: Matthias toegevoegd

8 Scheidslijn: de twaalf – Paulus En zij wierpen hun loten en het lot viel op Matthias; hij werd met instemming van allen aan de elf apostelen toegevoegd – Handelingen 1:26 Petrus stond op, met de elf - Handelingen 2:14 En de twaalf riepen de menigte van de discipelen bij zich - Handelingen 6:2 Hij werd gezien door de twaalf …. nadat Hij gezien was door al de apostelen….. En als laatste van allen werd Hij ook door mij gezien - 1 Corinthiërs 15:5-8

9 Petrus verwijst naar Joël, tekenen en wonderen die de komst van de dag van Ieue inluidden (Joël 2:28-32); en naar het verbond met David (Hand. 2:30) Drie verbonden: * Davidisch - Jeremia 33:17-21 * Abrahamitisch - Genesis 17:8; 28:13 * Adamitisch - Genesis 1:28 Worden in Christus vervuld!

10 Bruidegom doet aanzoek via Petrus aan de in principe tot bruid bestemde menigte op oogstfeest pinksteren: Zouden de eerstelingen van de oogst Hem accepteren en aanvaarden?

11 Bruid wordt geroepen: 3000 horen en worden overtuigd dat Jezus hun Messias is overtuigen – bekeren – dopen – vergeving van zonden – heilige geest

12 Genezing van de lamme man: Petrus verkondigt hun schuld aan de dood van de Messias, hun geliefde Verloofde – de vorst van het leven (Handelingen 3:15)

13 Petrus en Johannes – Sanhedrin  Handelingen 2-4 Sanhedrin hoorde 3 keer de boodschap, twee keer voorafgegaan door prediking aan het volk. Uit Mozes en de profeten. Zij aanvaardden het niet; zij hadden meer oog voor de vreemden dan voor hun ware Geliefde (vergelijk Psalm 2  Hand. 4:23-30)

14 Stefanus wordt gearresteerd en gestenigd Handelingen 6-8:1; zij veroordeelden hem, en de heer- lijkheid straalde van zijn gezicht (vergelijk Mattheüs 17:2) De leiders van het volk bleken een groter zelfbewustzijn dan Godsbewustzijn te hebben.

15

16 Zonen van Sem – Handelingen 2-7 Zoon van Cham – Handelingen 8 Zoon van Jafeth – Handelingen 10 Horen het evangelie van het koninkrijk, van de Besnijdenis, en vooral de Koning: Jezus Christus

17 Cornelius was een vereerder van God en deed vele goede werken – hij was al gereinigd, voor Petrus bij hem kwam! (zegen hing af van vestigen koninkrijk op aarde) NB: wij zijn gered zonder werken – Romeinen 11:6; Efeziërs 2:8,9 (zegen ondanks falen van Israël)

18 Israël bleek afvallig van Ieue, zij namen hun Messias Jezus niet aan – blijkt zowel in de evangeliën als in Handelingen Jakobus de apostel wordt gedood en Jakobus de (half)broer van de Heer komt naar voren op grond van vleselijke lijn. Petrus Paulus

19 De brieven van de Besnijdenis: Jakobus: * tijd: Handelingen en voor de dag van Ieue * aan de twaalf stammen in de verstrooiing (1:1) * rechtvaardiging mede door werken (2:14-26) * rijken aangesproken * sociale rechtvaardigheid * liever de wereld: overspeligen (4:4) * in de synagoge (2:2) * dreigend onbarmhartig gericht (2:13) * redding van de ziel (1:21; 5:20) * volharding tot redding nodig (5:11)

20 Jakobus noemt het lichaam van Christus niet, spreekt wel over een aspect van de bruid en schrijft aan de 12 stammen in de verstrooiing

21 Petrus De brieven van de Besnijdenis: * aan de vreemdelingen in de verstrooiing (1Pe.1:1) * aan lijdende, gelovige rest, ongedeerd door grote verdrukking * gericht op grond van werken (1 Pe.1:17  Matt.5:16) * wedergeboorte (1 Pe.1:23  Joh.3:8; Matt.19:28) * volk van koningen/priesters: was/is de bruid (1 Pe.2:5,9  Ex.19:5,6), met vruchten (Matt.21:33-46; Ps.118:22,23) * waren ongehoorzaam en vervreemd (gescheiden) en in duisternis, nu in het licht te midden van de natiën als Zijn volk – de bruid (1 Pe.2:8-12  Hosea 1:9-11; 2:22) * verheerlijking op de berg: ‘eer en heerlijkheid’ (2 Pe.1:16) * woorden van de profeten (2 Pe.3:2) – lichaam onbekend (Kol.1:26) * belofte van Zijn aanwezigheid (2 Pe.3:4  Jes.64:1-3)

22 Petrus noemt het lichaam van Christus niet, wel bruid-aspecten; schrijft aan de vreemdelin- gen in de verstrooiing en over hun wandel te midden van de natiën.

23 De brieven van de Besnijdenis: Johannes * spreekt van het aardse leven van de Heer (1 Joh.1:1,3) * vergeving van zonden (1 Joh.1:8,9; 2:12) wij gerechtvaardigd om niet * bescherming/bedekking (1 Joh.2:2) wij verzoend door de dood vd Zoon * zalving (1 Joh.2:20,27) ipv inwoning van de geest * uit God geboren (wedergeboorte) (1 Joh.3:9; 5:4) * de wereld niet liefhebben (1 Joh.2:15-17; 4:4,5  Jak.4:4!) * de dag van het gericht (1 Johannes 4:17) – wij in een dag van redding * 2 Johannes - persoonlijk als oudste : leer is voorwaarde (vers 10) * 3 Johannes – voor de gelovige Jood: niets nemend vd heidenen (7) * kinderen van God versus kinderen van de tegenwerker (1 Joh.3:10)

24 Johannes noemt het lichaam van Christus niet, wel bruid-aspecten; kinderen van God versus kinderen van de tegenwerker.

25 De brieven van de Besnijdenis: Judas * spreekt van komende gericht van God (vers 4-8,15) * zelf geen apostel (vers 17) * bruid trok woestijn in (vers 5), door ongeloof velen niet in het land. * Kaïn – voorbeeld van religieuze mensen (vers 11) * Israël had geest van Kaïn – oorzaak van scheiding in het verleden * spreekt over niet liefhebben van de Heer (vers 8, 10-16) * spreekt over wel Hem liefhebben (als bruid) (vers 17-23)

26 Onthulling van Jezus Christus door Johannes Geheel aan en op Israël gericht * koningen en priesters (Openbaring 1:6; Exodus 19:4-6) * Hij komt op/met de wolken (Openbaring 1:7; Daniël 7:13; Matt. 24:30) * die Hem doorstoken hebben (Openbaring 1:7; Zacharia 12:10; Joh.19:37) * de stammen van het land weeklagen (Lucas 23:48; Zacharia 12:10) * een scherp zwaard (Openbaring 1:16; Jesaja 49:2; Hebreeën 4:12) * Hij, die is, was en komt – Ieue/Jahweh (Openbaring 1:4,8)

27 De Heer wandelt te midden van de 7 kandelaren: 7 Joden-christengemeentes in Klein-Azië in de komende tijd van verdrukking in 70 e week van Daniël 9, dat is de bruid in die tijd Efeze: Eerste liefde verlaten : Jeremia 2:2, de bruidstijd Smyrna: sommigen die zeggen dat zij Joden zijn zullen niet door 2 e dood schade lijden Pergamum: verwijzing naar het land waar de bruid naartoe geleid zal worden, witte steen verwijst naar toegeloot worden

28 De Heer wandelt te midden van de 7 kandelaren: Thyatira en Sardis: 10 stammen in het land Filadelfia en Laodicea: Juda en Benjamin Thyatira Izebel  goddeloze staatsreligie ipv theocratie overwinnaars: regeren over de natiën (Psalm 2:8) Sardis  boek van het leven, overwinnaars komen in het nieuwe Jeruzalem

29 De Heer wandelt te midden van de 7 kandelaren: Filadelfia en Laodicea: Juda en Benjamin Fildelfia: Zoals die er wonen, ook de 144000 worden bewaard in de tempel door toegang (sleutel van David) Bewaard: zegel op voorhoofd Laodicea: het zetelen van de bruid op de troon (3:21)

30 Openbaring 12: de bruid/de vrouw Onmiskenbaar Israël, zon, maan en 12 sterren. De mannelijke zoon is mogelijk de 144000 en krijgt een ijzeren roede om te regeren over de heidenen (Psalm 2:8,9; Openb 2:27)

31 Tegenover de vrouw van Openbaring 12: de afvallige vrouw Babylon in Openbaring 17 als uiteindelijke totaal in afgoderij vervallen Joden, die het beest beheersen Het woord bruid in: Openb.18:23; 19:7,8

32 Paulus

33 Erven de heidenen die geloven de beloften van Israël? Romeinen 2:28,29 Want niet híj is een Jood die het in het openbaar is, en niet dát is besnijdenis die in het openbaar in het vlees plaatsvindt, maar híj is Jood die het in het verborgene is, en dát is besnijdenis, die van het hart is, naar de geest, niet naar de letter. Zijn lof is niet uit mensen maar uit God. Besnijdenis van hart maakt een Jood tot een ware Jood

34 Paulus Erven de heidenen die geloven de beloften van Israël? Kolossenzen 2:11 In Hem ook werden jullie besneden met een besnijdenis, niet met handen verricht, in het afstropen van het lichaam van het vlees in de besnijdenis van Christus Afstropen van het lichaam van het vlees in de besnijdenis van Christus maakt je niet tot Jood!

35 Paulus Erven de heidenen die geloven de beloften van Israël? Romeinen 9:6-8 Niet dat het woord van God uitgevallen is, want niet allen, die uit Israël zijn, zijn Israël; ook niet omdat zij Abrahams zaad zijn, zijn zij allen kinderen, maar in Izaäk zal je zaad geroepen worden; dat is: niet de kinderen van het vlees zijn kinderen van God, maar de kinderen van de belofte rekent Hij tot zaad

36 Het lichaam van Christus In Romeinen en 1 Korinte wordt over lichaam gesproken, als lokale groep. Een lichaam met handen, voeten, oren, ogen, dus ook functies die in het hoofd zitten. Zo stuurde het Hoofd de lokale gemeentes aan.

37 Begrip lichaam in latere brieven van Paulus: Efeziërs 1:23; 4:4, 12, 16; 5:23,30 Kolossenzen 1:18,24; 2:19; 3:15 Eén lichaam Efeziërs 4:4 …geeft Hem als Hoofd boven alles aan de uitgeroepen gemeente, die Zijn lichaam is Efeziërs 1:22,23 bruid komt niet voor in de brieven van Paulus, maar als woord ook niet eens in de brieven van de andere apostelen!

38 verloofde komt voor in 2 Korintiërs 11:2,3 Want ik beijver mij voor jullie met een ijver van God. Ik heb jullie immers verloofd met één Man, om een reine maagd aan Christus voor te stellen. Maar ik vrees dat, zoals de slang met zijn sluwheid Eva verleid heeft, zo misschien jullie gedachten bedorven worden, weg van de eenvoud die in Christus is.

39 Want de gehuwde (lett: onder-man) vrouw is door de wet gebonden aan de levende man. Als de man echter gestorven is, is zij ontslagen van de wet van de man. Daarom dan, als zij van een andere man wordt terwijl haar man leeft, zal zij een overspelige genoemd worden. Als haar man echter gestorven is, is zij vrij van de wet, zodat zij geen overspelige is als zij van een andere man wordt. Romeinen 7:2,3 Ziet op Israël en Ieue NB: Deuteronomium 24:1-4

40 Efeziërs 5:22-33 - bruid? De vrouwen, laten zij zich aan hun eigen man onderschikken als aan de Heer - vers 22 Situatie in het huwelijk

41 Mannen, hebt je vrouw lief, zoals ook Christus de uitgeroepen gemeente liefheeft en Zichzelf overgeeft ter wille van haar (vers 25) Situatie in het huwelijk

42 Efeziërs 5:29,30a Want niemand haat ooit zijn eigen vlees, maar voedt en koestert het, zoals ook Christus de uitgeroepen gemeente, 30. omdat wij leden zijn van Zijn lichaam

43 Dit beantwoordt aan: ‘Een man zal zijn vader en moeder verlaten en zich aan zijn vrouw hechten en de twee zullen tot één vlees zijn. Dit geheimenis is groot. Ík echter zeg het met het oog op Christus en met het oog op de uitgeroepen gemeente. Paulus wijst terug naar de schepping: De vrouw werd genomen uit de man  Evan was nooit de bruid!

44 Het nieuwe Jeruzalem : de bruid Openbaring 21 en 22

45 Het nieuwe Jeruzalem, Openbaring 21 en 22 En ik, Johannes, zag de heilige stad, het nieuwe Jeruzalem, neerdalen van God uit de hemel, gereedgemaakt als een bruid die voor haar man sierlijk gemaakt is. 21:2 En een van de zeven engelen die de zeven schalen hadden, vol van de zeven laatste plagen, kwam naar mij toe en hij sprak met mij en zei: Kom, ik zal u de bruid, de vrouw van het Lam, laten zien. En hij voerde mij weg in de geest op een grote en hoge berg en liet mij de grote stad zien, het heilige Jeruzalem, dat neerdaalde uit de hemel, bij God vandaan. 21:9,10

46 Wat is gebleken? * Tenach zegt: Israël is de bruid, de vrouw van Ieue. * Zij blijkt ontrouw, zowel de twee als de tien stammen * Daarom gaan zij in ballingschap na een scheidbrief van Ieue * In Griekse Schrift opnieuw het aanzoek aan Israël de bruid te worden * De Heer komt daarvoor zelf naar de aarde om hen te winnen * Zij wijst echter af, tot twee keer toe (Evangeliën en Handelingen) * Zij zou lange tijd zonder Man zitten, 2 dagen van Hosea 6 * Brieven apostelen Besnijdenis aan gelovigen (de bruid) van Israël * Openbaring: de vorming van de Bruid, koningen en priesters * Vervulling: nieuw Jeruzalem, centrum van koninkrijk en de bruid  Israël is als gelovig volk de bruid

47 Wat is gebleken? * Paulus spreekt nooit over de bruid * Brieven: gaat om lichaam van Christus Het volk Israël is de bruid, de gemeente die nu geroepen wordt, is het lichaam van Christus


Download ppt "Gemeente: Bruid? Volk? Lichaam? 2. Johannes 10 en 17, De Heer bidt en dankt voor degenen die de Vader Hem gegeven heeft. De bruid wordt groter qua aantal."

Verwante presentaties


Ads door Google