De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

National Institute for Public Health and the Environment De relatie tussen volksgezondheid en veeteelt, Workshop 4 juni 2010 Yvonne van Duynhoven Merel.

Verwante presentaties


Presentatie over: "National Institute for Public Health and the Environment De relatie tussen volksgezondheid en veeteelt, Workshop 4 juni 2010 Yvonne van Duynhoven Merel."— Transcript van de presentatie:

1 National Institute for Public Health and the Environment De relatie tussen volksgezondheid en veeteelt, Workshop 4 juni 2010 Yvonne van Duynhoven Merel Langelaar Laboratorium voor zoonosen en omgevingsmicrobiologie, RIVM

2 National Institute for Public Health and the Environment Cijfers mens en dier 16,5 miljoen mensen 491 / km 2 (range 186-1200) 100,98 miljoen stuks vee3005 / km 2 43,3 + 45,5 miljoen vleeskuikens + leghennen 7 miljoen varkens (mest+fok) 2,8 miljoen melkrunderen + 0,9 miljoen vleeskalveren 1,1 miljoen schapen 375.000 geiten (30,7 miljoen huisdieren: 3,3 kat, 1,8 hond, 19 vissen) ca 2/3 NL bodem gebruikt voor agrarische doeleinden

3 National Institute for Public Health and the Environment Wat is bekend over de risico’s van veeteelt (en omvang bedrijf) voor de VGZ ? Overall: 1) Wetenschappelijke informatie uit valide onderzoek met vergelijkbare bedrijfsomvang als in NL is beperkt! wel redelijk wat algemeen onderzoek naar verspreiding dierziekten, maar weinig naar transmissie naar de mens 2) Toename in zoönosen bij dieren zal (minimaal theoretisch) risico op transmissie naar de mens verhogen

4 National Institute for Public Health and the Environment Wat is bekend over de risico’s voor de VGZ (werknemers in voedselketen)? Antibiotica resistentie: MRSA in pluimvee/varkens slachterij hogere prevalentie (5,9%) dan in algemene bevolking (0,03%) relatie MRSA-+ (en gebruik) met bedrijfsomvang (aantal zeugen) Q-koorts: ca 5-10% meldingen 2007-2009 infectie opgelopen tijdens beroepsuitoefening (niet alleen in ‘voedselketen’); relatie infectie mens met aantal geiten op bedrijf (nog) onbekend Salmonella: duidelijke relatie in NL, B en EU tussen aantal leghennen en seropositief zijn van hennen tegen S. Enteritidis. Voor varkens relatie niet eenduidig. Influenza: 89 klinische infecties tijdens AI 2003; varkenshouder / veearts relatief hogere seroprevalentie varkensinfluenza toename risico infectie pluimvee bij toename grootte bedrijf (varkens niet eenduidig; wel relatie met bedrijvendichtheid) Verminderde longfunctie: in varkenshouderij uitvoerig bewezen

5 National Institute for Public Health and the Environment Wat is bekend over de risico’s voor de VGZ (omwonenden)? Ontwikkeling antibiotica resistentie: NL onderzoek naar MRSA  geen verhoogd risico voor omwonenden Q-koorts: in 2009 ca 10x verhoogd risico (69/100.000) voor klinische infectie bij kleinere woonafstand (<5 km) tot besmet melkgeitenbedrijf Salmonella: ? AI epidemie 2003  Campylobacter infecties daalde met 41% in regio waar pluimvee werd geruimd i.v.t. 18% landelijk (aanwijzing transmissie vanuit omgeving) Influenza: ? (kans dat geïnfecteerd H7N7 bedrijf een ander bedrijf besmet: 1-2% voor bedrijven binnen 2 km, 0,03% bij afstand >10km). Astma/verminderde longfunctie: 1 grote, goede Duitse studie die relatie toont met astma-achtige verschijnselen en hoge veedichtheid. Verder kleine studies waarvan uitkomst wisselt.

6 National Institute for Public Health and the Environment De andere kant van de medaille: met ‘schaalvergroting’ aantal zoönosen uit verleden effectief bestreden Toxoplasma: in 1969 54% varkens geïnfecteerd  1985 1% varkens geïnfecteerd  ~0% 2004 Bovine tuberculose Trichinellose Leptospira hardjo (melkerskoorts) Brucellose  gevolg van combinatie bestrijdingsprogramma’s en binnenshuis huisvesten

7 National Institute for Public Health and the Environment De andere kant van de medaille: biologische productie niet persé altijd veiliger voor VGZ Toxoplasma: biologisch gehouden varkens (met uitloop) ca 1-5% seropositief t.o.v. ~0% bij intensief gehouden varkens (geldt in principe voor meer protozoa en m.o. waar insleep vanuit wild / omgeving een belangrijke rol speelt) Campylobacter: incidentie hoger in biologisch gehouden vleeskuikens Salmonella: incidentie in biologische houderij en intensieve houderij hetzelfde bij vleesvarkens en vleeskuikens

8 National Institute for Public Health and the Environment De andere kant van de medaille: naast risico’s ook kansen van schaalvergroting -Nieuwe stallen met nieuwe technologieën (hygiënesluizen met douche, overdruksystemen, luchtwassers, gesloten stallen, betere klimaatbeheersing) -Integratie delen keten (van opfok tot slacht); minder risico op insleep door aanvoer nieuwe dieren van elders -Grote afnemer: kwaliteitseisen veiligheid diervoeder -Gebruik specific pathogen-free voer en dieren in bedrijf: theoretisch minder noodzaak gebruik antibiotica (geen wetenschappelijke onderbouwing) Of de kansen de bedreigingen domineren hangt dus in belangrijke mate af van keuzen in bedrijfsmanagement!

9 National Institute for Public Health and the Environment Enkele rapporten… JC Rahamat-Langendoen et al. Staat van Infectieziekten in Nederland 2007, infectierisico’s door commerciële veehouderij, RIVM rapport 210211004, 2008. A. Dusseldorp et al. Intensieve veehouderij en gezondheid, RIVM briefrapport 609300006, 2008 JE Kornalijnslijper et al. Volksgezondheidsaspecten van veehouderij-megabedrijven in Nederland, RIVM briefrapport 215011002, 2008

10 National Institute for Public Health and the Environment Welk risico vinden we acceptabel en hoe wegen we dit risico ten opzichte van andere risico’s in het leven? Welke kosten in gezondheidszorg/bestrijding-preventie in dieren en mensen vinden we acceptabel? Risicoschatting, risicoperceptie, en risico- acceptatie (dilemma/vraag 1) Nul-risico, voorzorgsprincipe Risico acceptatie

11 National Institute for Public Health and the Environment Humaan-veterinaire connectie Dilemma / vraag 2 Is de GGD of juist de GD verantwoordelijk voor de voorlichting van bedrijfsmanagement bij uitbreiding/nieuwbouwplannen om kansen van schaalvergroting te benutten & risico’s te reduceren? Kan de ene of de andere partij hier zelfstandig in optreden? Wie moet de gemeente ondersteunen bij de keuze om nieuwbouw wel of niet toe te staan? Of moet nog een andere partij hierin leidend zijn?


Download ppt "National Institute for Public Health and the Environment De relatie tussen volksgezondheid en veeteelt, Workshop 4 juni 2010 Yvonne van Duynhoven Merel."

Verwante presentaties


Ads door Google