De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Question-tags toch? is het niet? nietwaar? hè? is het wel?

Verwante presentaties


Presentatie over: "Question-tags toch? is het niet? nietwaar? hè? is het wel?"— Transcript van de presentatie:

1 Question-tags toch? is het niet? nietwaar? hè? is het wel?

2 Koud hè? Lekker weer, is ’t niet? Fijn toch? Zij heet toch Kim?
Geweldig, nietwaar? Fijn toch? Koud hè?

3 Er zijn van die kleine woordjes of zinnetjes waarmee je vraagt of (of ervan uitgaat dat) iemand het met je eens is. Ja toch? Niet dan? Engelsen zijn daar ook gek op, maar houden er wel een vreemde gewoonte op na. Nou ja, vreemd. Anders dan bij ons in elk geval.

4 You like her, don’t you? She isn’t ill, is she?
Her name is Kim, isn’t it? You are John, aren’t you? You can dance, can’t you? You will take her home, won’t you? She isn’t ill, is she? You like her, don’t you?

5 Zo’n zinnetje na de komma heet een question-tag: een aanhangsel bij de vraag.
Je maakt zo’n question-tag als volgt 1 je gebruikt het hulpwerkwoord dat voor de komma staat; 2 ergens in de zin moet not (n’t) staan. Als het niet voor de komma staat, zet je het na de komma erbij. Als het er wel staat, laat je het na de komma weg. 3 daarachter zet je een persoonlijk voornaamwoord. Zij is aardig, hè? She is nice, isn’t she? You aren’t leaving, are you? Je gaat toch niet weg? Meer voorbeelden

6 She can swim, can’t she? She can’t swim, can she? You mustn’t go, must you? John will tell her, won’t he? Als er voor de komma geen hulpwerkwoord of vorm van be staat, gebruik je altijd een vorm van do. You work here, don’t you? She goes to France, doesn’t she? He lived here, didn’t he?

7 Suzy is going to Spain. - Is she?
De tag-vorm wordt ook als losse zin gebruikt. Daarmee vraag je om bevestiging (Is dat zo?) of je bedoelt gewoon O! of O ja? Suzy is going to Spain. - Is she? Jack and Jill have divorced. - Have they? Jim never told me. - Didn’t he? Tenslotte: Er zijn ook heel korte zinnen zonder werkwoord. Cold, isn’t it? Koud hè? Dat wordt: want je bedoelt: It is cold, isn’t it? Nice, isn’t it? You are going to do the exercises now, aren’t you?


Download ppt "Question-tags toch? is het niet? nietwaar? hè? is het wel?"

Verwante presentaties


Ads door Google