De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Oudejaarsavonddienst 31 december 2012

Verwante presentaties


Presentatie over: "Oudejaarsavonddienst 31 december 2012"— Transcript van de presentatie:

1 Oudejaarsavonddienst 31 december 2012

2 in/bij deze oudejaarsavonddienst
WELKOM in/bij deze oudejaarsavonddienst Anno Domini 2012.

3 Antieke 18e eeuwse klok, Broedergemeente Zeist

4 Orde van de dienst (1 van 2) Voorganger ds. H. de Bruijne
Begroeting en mededelingen Zingen psalm 93 : 1, 2 en 3 Stil gebed Votum en groet Zingen psalm 57 : 1 en 6 Gebed Bijbellezing Ruth 1:1 – 2:12 Zingen psalm 61 : 3 en 5

5 Orde van de dienst (2 van 2) Voorganger ds. H. de Bruijne
Preek Zingen ‘Wij reizen door het leven’ Herdenking overleden gemeenteleden Zingen ‘Al wat leeft moet eenmaal sterven’ Gebed Eén speciale collecte voor de Singelkerk Zingen psalm 93 : 4 Zegen

6 “Beter een onaanzienlijk mens met een knecht,
Spreuk van de week “Beter een onaanzienlijk mens met een knecht, dan een bluffer die gebrek aan voedsel heeft.” (Uit: Spreuken van koning Salomo 12 : 9)

7 Begroeting en mededelingen

8 Psalm 93 : 1, 2 en 3 (oude berijming)
De HEER regeert; de hoogste Majesteit, bekleed met sterkt', omgord met heerlijkheid, bevestigt d' aard' en houdt door Zijne hand dat schoon gebouw onwankelbaar in stand.

9 Psalm 93 : 1, 2 en 3 (oude berijming)
Gij hebt Uw troon van eeuwigheid gegrond. De waat'ren, HEER, verheffen zich in 't rond; rivier en meer verheffen hun geruis, het siddert al op 't woedend stroomgedruis.

10 Psalm 93 : 1, 2 en 3 (oude berijming)
Maar, HEER, Gij zijt veel sterker dan 't geweld der waat'ren, die Uw almacht palen stelt. De grote zee zwijgt op Uw wenk en wil, hoe fel zij bruis', hoe fel zij woede, stil.

11 Stil gebed Votum en groet

12 Wees mij genadig, Heer, wees mij nabij,
Psalm 57 : 1 en 6 Wees mij genadig, Heer, wees mij nabij, want bij U schuil ik, sta mij toch terzij, alleen bij U weet ik mijn ziel geborgen. In uwer vleuglen schaduw berg ik mij, tot d'onheilsnacht wijkt voor de nieuwe morgen.

13 Ik breng, o Heer, voor heel de wereld eer
Psalm 57 : 1 en 6 Ik breng, o Heer, voor heel de wereld eer aan U, van wien ik zingend profeteer. Uw gunst en trouw zijn hemelhoog verheven. Verhef u boven alle heemlen, Heer, uw heerlijkheid zij over alle leven!

14 Gebed

15 De lezing uit de Bijbel is Ruth 1:1 – 2:12
(volgens de Nieuwe BijbelVertaling).

16 Ruth 1 1 In de tijd dat de rechters het volk leidden, brak er een hongersnood uit in het land. Een man trok daarom met zijn vrouw en zijn twee zonen weg uit Betlehem in Juda, om een tijdlang in de vlakte van Moab te gaan wonen. 2 De naam van de man was Elimelech, die van zijn vrouw Noömi, en zijn twee zonen heetten Machlon en Kiljon; het waren Efratieten uit Betlehem in Juda.

17 Ruth 1 Toen ze in Moab waren aangekomen, bleven ze daar als vreemdeling wonen. 3 Na enige tijd stierf Elimelech, de man van Noömi, en zij bleef achter met haar twee zonen. 4 Zij trouwden allebei met een Moabitische vrouw. De naam van de ene was Orpa, die van de andere was Ruth.

18 Nadat ze daar ongeveer tien jaar gewoond hadden,
Ruth 1 Nadat ze daar ongeveer tien jaar gewoond hadden, 5 stierven ook Machlon en Kiljon, en de vrouw bleef alleen achter, zonder haar twee zonen en zonder haar man. 6 Toen Noömi hoorde, daar in Moab, dat de HEER zich het lot van zijn volk had aangetrokken en dat het weer te eten had,

19 7 Samen met hen verliet ze de plaats waar ze gewoond had.
Ruth 1 maakte ze zich samen met haar twee schoondochters gereed om Moab te verlaten en terug te keren. 7 Samen met hen verliet ze de plaats waar ze gewoond had. Maar toen ze eenmaal op de terugweg waren naar Juda,

20 Toen barstten zij in tranen uit
Ruth 1 8 zei Noömi: ‘Gaan jullie nu maar allebei terug naar het huis van je moeder. Moge de HEER zo goed voor jullie zijn als jullie voor mij en mijn gestorven zonen zijn geweest. 9 Moge hij ervoor zorgen dat jullie allebei geborgenheid vinden in het huis van een man’, en ze kuste hen. Toen barstten zij in tranen uit

21 10 en zeiden: ‘Maar we willen met u terugkeren naar uw volk’!
Ruth 1 10 en zeiden: ‘Maar we willen met u terugkeren naar uw volk’! 11 ‘Ga terug, mijn dochters’, zei Noömi, ‘waarom zouden jullie met mij meegaan? Kan ik soms nog zonen krijgen die jullie mannen kunnen worden?

22 Ruth 1 12 Ga toch terug, want ik ben te oud voor een man. Zelfs al zou ik nog hoop koesteren, zelfs al sliep ik vannacht nog met een man en al bracht ik nog zonen ter wereld, 13 zouden jullie dan wachten tot ze groot zijn en je ervan laten weerhouden met een andere man te trouwen? Nee, mijn dochters, mijn lot is te bitter voor jullie; de HEER heeft zich tegen mij gekeerd’.

23 14 Opnieuw begonnen zij te huilen.
Ruth 1 14 Opnieuw begonnen zij te huilen. Orpa kuste haar schoonmoeder vaarwel, maar Ruth week niet van haar zijde. 15 ‘Kijk, je schoonzuster gaat terug naar haar volk en haar god’, zei Noömi, ‘ga haar toch achterna’!

24 Ruth 1 16 Maar Ruth antwoordde: ‘Vraag me toch niet langer u te verlaten en terug te gaan, weg van u. Waar u gaat, zal ik gaan, waar u slaapt, zal ik slapen; uw volk is mijn volk en uw God is mijn God. 17 Waar u sterft, zal ook ik sterven, en daar zal ik begraven worden. De HEER is mijn getuige: alleen de dood zal mij van u scheiden’!

25 19 Zo gingen zij samen verder, tot in Betlehem.
Ruth 1 18 Noömi zag dat Ruth vastbesloten was om met haar mee te gaan en drong niet langer aan. 19 Zo gingen zij samen verder, tot in Betlehem. Hun aankomst in Betlehem baarde veel opzien. Overal in de stad riepen de vrouwen: ‘Dat is toch Noömi’?

26 Ruth 1 20 Maar ze zei tegen hen: ‘Noem me niet Noömi, noem me Mara, want de Ontzagwekkende heeft mijn lot zeer bitter gemaakt. 21 Toen ik hier wegging had ik alles, maar de HEER heeft mij met lege handen laten terugkomen. Waarom mij nog Noömi noemen, nu de HEER zich tegen mij heeft gekeerd, nu de Ontzagwekkende me kwaad heeft gedaan’?

27 Ze kwamen in Betlehem aan bij het begin van de gersteoogst.
Ruth 1 22 Zo kwamen ze samen terug uit Moab, Noömi en haar schoondochter Ruth, de Moabitische. Ze kwamen in Betlehem aan bij het begin van de gersteoogst.

28 Ruth 2 1 Nu was Noömi van de kant van haar echtgenoot Elimelech verwant aan een belangrijk man, die Boaz heette. 2 Ruth, de Moabitische, zei tegen Noömi: ‘Ik zou graag naar het land willen gaan om aren te lezen bij iemand die me dat toestaat’. Noömi antwoordde: ‘Doe dat maar, mijn dochter’.

29 3 Ze ging dus naar het land om aren te lezen, achter de maaiers aan.
Ruth 2 3 Ze ging dus naar het land om aren te lezen, achter de maaiers aan. Het toeval wilde dat de akker waar ze kwam van Boaz was, het familielid van Elimelech. 4 Na enige tijd kwam Boaz zelf eraan, uit Betlehem. ‘De HEER zij met jullie‘, groette hij de maaiers. ‘De HEER zegene u’, groetten zij terug.

30 Ruth 2 5 Boaz vroeg de voorman van zijn maaiers: ‘Bij wie hoort die jonge vrouw daar’? 6 De man antwoordde: ‘Dat is de Moabitische vrouw die met Noömi is teruggekeerd. 7 Toen ze hier aankwam zei ze: “Ik zou graag achter de maaiers aan willen gaan om aren te lezen bij de schoven,”

31 Ruth 2 en nu is ze hier al de hele dag, vanaf de vroege ochtend, ze heeft maar even gezeten’. 8 Daarop zei Boaz tegen Ruth: ‘Luister goed, mijn dochter. Je moet niet naar een andere akker gaan om aren te lezen; ga hier niet weg maar blijf dicht bij de vrouwen die voor mij werken.

32 Ruth 2 9 Volg ze op de voet en houd je ogen gericht op het veld waar gemaaid wordt. Ik zal mijn mannen zeggen je niet lastig te vallen. Als je dorst hebt, ga dan naar de kruiken en drink van het water dat ze daar scheppen’. 10 Ze knielde, boog diep voorover en zei: ‘Waaraan heb ik het te danken dat u zo goed voor mij bent, terwijl ik toch maar een vreemdeling ben’?

33 Ruth 2 11 En Boaz antwoordde: ‘Meer dan eens is mij verteld over alles wat je voor je schoonmoeder hebt gedaan na de dood van je man: dat je je vader en moeder en je geboorteland hebt verlaten en naar een volk bent gegaan dat je volkomen onbekend was.

34 Ruth 2 12 Moge de HEER je daarvoor rijkelijk belonen, de HEER, de God van Israël, onder wiens vleugels je een toevlucht hebt gezocht’. 13 ‘Ik dank u, heer’, zei ze, ‘want u hebt zich mijn lot aangetrokken en mij moed ingesproken, terwijl ik niet eens bij u in dienst ben’.

35 Laat mij als een kleine vogel schuilen mogen
Psalm 61 : 3 en 5 Laat mij als een kleine vogel schuilen mogen waar G'uw vleuglen om mij slaat. Want Gij weet wien ik mij wijdde, dat ik zeide: Heer, Gij zijt mijn toeverlaat!

36 Dan zal ik uw naam vereren, Here, Here, psalmen zingen dat het schalt!
Dagelijks zal ik U geven heel mijn leven, door uw lichtglans overstraald.

37 Preek

38 ‘Wij reizen door het leven’ : 1, 2 en 3
langs wegen van de tijd. Het doel is ons gegeven vanuit de eeuwigheid. Dat doel is gaandeweg op bergen en door dalen Gods liefde te vertalen, wetend van heg en steg.

39 ‘Wij reizen door het leven’ : 1, 2 en 3
Wat werkelijk van waarde is op die levensreis geven wij hier op aarde voor geen vermogen prijs: hoop die ons leven doet, geloof waar wij op bouwen, een God die wij vertrouwen, liefde die duurt voorgoed.

40 ‘Wij reizen door het leven’ : 1, 2 en 3
En wat wij moeten dragen aan bitterheid en pijn, hoe zwaar ook onze vragen naar de zin van ons zijn, doel blijft voor hart en hand: te reizen en te weten. Tot vreemden, zogeheten, vinden hun vaderland.

41 We herdenken de volgende gemeenteleden
die in 2012 zijn overleden: zr. Marry Boerrigter-van Dijk, 88 jaar (24 januari); br. Piet van der Zaal, 85 jaar (7 juni); br. Ton Ruitenbeek, 76 jaar (19 juni); zr. Alida Zwaan-van Sijderveld, 86 jaar (10 juli); zr. Ina van der Meulen-Zijlstra, 76 jaar (26 oktober).

42 ‘Al wat leeft moet eenmaal sterven’ : 1, 2 en 3
niemand weet wanneer en hoe: vrees, die vreugde kan bederven om te leven blij te moe. Zouden wij de jaren weten, uit uw hand ons toegemeten of door toeval, door het lot, zouden wij nog leven, God ?

43 ‘Al wat leeft moet eenmaal sterven’ : 1, 2 en 3
Doe ons dan op U vertrouwen, Levende de eeuwen door, op wie mensen durfden bouwen: naar uw toekomst wijst hun spoor. Meer dan wat wij willen weten doet U ons onszelf vergeten, and’ren zien in alle nood, elkaar trouw tot in de dood.

44 ‘Al wat leeft moet eenmaal sterven’ : 1, 2 en 3
Leer ons zo de dagen tellen dat ons hart in wijsheid groeit, geef waar leed en moeite kwellen liefde die door weerstand bloeit. Laat het werk van onze handen niet voor niets, zinloos verzanden. Zegen ons tot in de dood, tot wij rusten in uw schoot.

45 Gebed

46 Er is één speciale collecte voor
de eigen (Singel)kerk. Op de begroting staat daarvoor een bedrag van zesduizend euro. Kerkenraad en commissie van beheer rekenen op uw en jouw medewerking om de kerkelijke financiële ‘huishouding’ in 2012 ‘gezond’ af te kunnen sluiten. Het banknummer van de Singelkerk is onveranderd

47 Psalm 93 : 4 (oude berijming)
Uw macht is groot, Uw trouw zal nooit vergaan, al wat Gij ooit beloofd hebt, zal bestaan. De heiligheid is voor Uw huis, o HEER, eeuw uit, eeuw in, tot sieraad en tot eer.

48 Zegen, te beantwoorden met:

49 Voorganger is ook dan ds. H. de Bruijne.
Morgenochtend begint de nieuwjaarsdienst om uur vanuit dit kerkgebouw. Voorganger is ook dan ds. H. de Bruijne.


Download ppt "Oudejaarsavonddienst 31 december 2012"

Verwante presentaties


Ads door Google