De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Jeugdliteratuur 1 Bijeenkomst 1.

Verwante presentaties


Presentatie over: "Jeugdliteratuur 1 Bijeenkomst 1."— Transcript van de presentatie:

1 Jeugdliteratuur 1 Bijeenkomst 1

2 programma Introductie programma Inhoud blok 1 en 2
Handleiding doornemen Eisen? Inhoud blok 1 en 2 Eigen ervaring met jeugdliteratuur? Een stukje geschiedenis tot 1900.

3 blok 3 Aanwezig èn voorbereid zijn
Tien jeugdboeken lezen  kiezen in overleg met mij Kennis van inhoud en kwaliteit van de gelezen jeugdboeken Inzicht in het beoordelen van jeugdboeken Algemene kennis over jeugdliteratuur: genres, thema’s, uitgaven voor speciale doelgroepen Vanaf week 3 krijg je een digitale reader. Afsluiting met een toets, eind blok 1

4 Blok 2 Casus uitwerkennieuwe bibliotheek voorzien van twintig boeken
Inhoud: Digitale bibliotheek Lezersonderzoek Secundair werk Links met kennisnet Verfilmingen links/Dvd’s  Uitdagende werkopdrachten Thematisch ingericht

5 Eigen ervaring en visie
Foute boeken Welke boeken zijn voor jou favoriet? Maak een lijstje en geef aan waarom je deze boeken erop zet. Welke eigenschappen heeft een ‘goed’ boek voor jou? Ben je actief bezig met jeugdliteratuur? Hoe? Ken je ook verfilmde jeugdboeken? Vind je fictie belangrijk? Waarom wel/niet?

6 Schrijvers? Carry Slee Jan Terlouw Francine Oomen Thea Beckman
Hotze de Roos Suzanna Collins Kate Cann Anke de Vries Paul van Loon

7 Schrijvers Jacques Vriens Anthony Horowytz Jules Verne Descamps
Caja Cazemier Jaap ter Haar Cervantes Mel Wallis de Vries Simone van der Vlugt Piet Prins Joostein Gaarder J.K.Rowlings

8 Boek is pedagogisch en heeft moraliserende functie
Safranski: “Het individu raakt niet af.” Er is een leegte tussen kind en volwassenen. Rousseau: infantiliseren  kinderlijk maken, ‘jeugd’ ontstaat. Tweede helft 18e eeuw: jeugdliteratuur geboren Schrijvers experimenteren: verhalen over veranderen tijdens opgroeien. 1987: introducering adolescentenroman. Maria Montessori: “Kijk naar het kind zelf.” Vroeger 18e eeuw 19e eeuw begin 20e eeuw rond 1970 rond 1990 tegenwoordig De Grote Bewustwording Kwaliteit steeds beter, meer onderwerpen, meer belangstelling en prijzen. 1976: Ontstaan NCJ Veel genres, schrijvers en onderwerpen. Jeugd en adolescent wordt goed vertegenwoordigd. Geen onderscheid tussen kind of volwassene Boek is pedagogisch en heeft moraliserende functie

9 De Middeleeuwen Ridderverhalen en volkssprookjes
Opkomst boekdrukkunst (1470): ABC-boekjes schoolboeken om te leren lezen Fabels van Esopet (mengeling van korte verhalen, exempla en fabels) moraliserend genre: een boek voor kinderen moet geschreven zijn met wormcruyt en suycker Godsdienstige boeken: heiligenlevens, gebedenboeken, Bijbelse prentenboeken

10 18e eeuw Verlichting belangrijkste pedagogische stroming
Snelle opkomst van de burgerij was van belang voor de ontwikkeling van de kinderliteratuur vanaf de 17e eeuw Wereldbeeld gebaseerd op handel en geld ging domineren Kinderen van rijke burgers kregen langere opleiding en er was aandacht voor de opvoeding (Van Alphen) Leren is spelen en kennis is deugd Het geloof in de rede verdrong de fantasie

11 18e eeuw Kind wordt ‘ontdekt’ Locke (eind 17e eeuw) Engelse filosoof
Kind laten spelen Zo dingen leren i.p.v. ze slaan Het kind als onbeschreven blad Tabula rasa Rousseau (1762) Franse opvoedkundige kind in de natuur laten spelen Wordt niet bedorven door aangeleerd gedrag Het karakter van het kind was nog kneedbaar

12 Veranderingen in kijken naar het kind
Onderwijs vanaf 12 jaar goed geregeld Franse en Latijnse scholen Rijkeluiskinderen kregen goede scholing Hoe bereik je het jongere kind? Armeluiskinderen na een paar jaar spinschool aan het werk! Of naar een eenmansschool: alle niveaus bij een meester.

13 Poot (dichter) begin 18e eeuw
Hoe dikwijls dropen dan mijn tranen langs de wegen! De meester was niet kwaad, maar ’t leren stond mij tegen Vrijwel geen leer- en leesboeken Slaag met roe en plak was normaal 1784: Maatschappij tot Nut van ’t Algemeen’ (verlichte burgers wilden het lagere volk beschaving bijbrengen). Dan gaan ook de armere kinderen naar school

14 Opvoedingsideeën in die tijd 
Vader als belangrijkste opvoeder aangewezen! Zonder vader mislukt de opvoeding meestal Moeder te weinig streng, want liefdevol In 1779 reactie van Betje Wolff: onzin! Moeders moeten wel genoeg kennis hebben. Probleem: vrouwen minder geschoold Geen toegang tot hoger onderwijs

15 Toen ook al ‘onopgevoede’ kinderen?
In het tijdschrift De Hollandsche wysgeer uit klaagt een ik-persoon over de terreur die kinderen kunnen uitoefenen. Hij gaat op bezoek bij een vriend op een buitenplaats en komt terecht in een gekkenhuis. Geen minuut stilte maakt hij mee: De tweede dag van mijn bezoek trok de oudste jongen, die acht jaar is, met grote behendigheid, midden tijdens de maaltijd, mijn pruik af en kreeg de goedkeuring van de tafel over zijn vrolijk- en geestigheid……………mopper, mopper etc.

16

17 Hiëronymus van Alphen (1778)
Eerste die het kind pedagogisch benaderde De pruimenboom een gedicht van Hieronymus van Alphen Toon Hermans Kenmerken: moraliserend  het goede voorbeeld werd gegeven. Het kind leert het beste uit zijn eigen leefwereld. Het hoogste doel is deugd

18 Multiculturele maatschappij: een les
Keesje zag eens joden lopen, Om wat ouds! wat ouds! te kopen; Hij werd bang, ja bleek van schrik; Hij kroop weg en begon te huilen. Pietje spotte met dat schuilen; En zei lachend: doe als ik! Kees zei: zou jij niet ontstellen, Als je hen eens aan zag bellen? Nee ik niet, zei Pietje toen: Waarom zou ik altijd vrezen? Je hoeft slechts bang te wezen, Als je zélf van plan bent kwaad te doen

19 19e eeuw kinderboek kent onvoorstelbare bloei
De brave Hendrik van Nicolas Anslijn (p. 345) Hij heeft geen een slechte karaktertrek! Historische verhalen nationale gevoel op de voorgrond Reisverhalen vol stereotypen over vreemdelingen (p.346) 1840 reactie tegen de brave en saaie kinderen van Van Alphen en Anslijn Jan Goeveneur: vernieuwend: kinderen kregen goede en slechte eigenschappen Moraal werd speels verpakt (p.347)

20 Overgang 19e eeuw 20ste eeuw
Het kind moest zo lang mogelijk kind blijven Lea Dasberg: jeugdland, het kind werd verheerlijkt en afgezonderd in een aparte wereld met eigen speelgoed eigen kamer e.d. Aandacht voor de natuur van het kind Froebel pedagoog: afdalen naar het kind Nieuwe kindbeeld en nieuwe pedagogie hadden invloed op de kinderliteratuur: moraal werd teruggedrongen, meer versjes en verhalen zonder duidelijke moraal Eind 19e eeuw nam de moraal opnieuw toe

21 Eind 19e eeuw en begin 20ste eeuw
Informatieve genre: kinderen werden aangezet om zelf op ontdekking te gaan in de natuur Historische verhalen werden spannender en levendiger (Paddeltje van H. Been) Ontspannende functie van literatuur won aan belang ( Dik Trom p. 352) Humor, spanning en avontuur werden steeds belangrijker Klassiekers p. 353 Meer aandacht voor gevoelens van kinderen (schoolidyllen van Top Naeff)

22 Door de tijd Vroeger: moraliserend, ontwikkelen van goed
gedrag (Afke’s tiental, 1903) Gaat over een arbeidersgezin Veel armoede, ziekte ene werkeloosheid Schrijfster putte uit eigen omgeving hun dienstbode en haar gezin stond model voor dit boek Nu nog populair. Schatkamer, een bijzondere site

23 Boekbespreking (recensie)
inhoud taalgebruik opbouw illustraties personages (flat, round) begin, eind boek thema identificatiemogelijkheden originaliteit chronologisch, niet chronologisch

24 Voor de volgende keer Zoek informatie om je lezersonderzoek te starten. Leg een lijstje met boeken aan in overleg met je groepsleden. Kies je eerste leesboek en lees dat voor de volgende keer Schrijf een korte wervende recensie voor de onderbouw van de havo/vwo/vmbo

25 Eerste helft 20ste eeuw Drie verschillende visies:
Boeken moeten bijdragen tot een betere wereld (pedagogische benadering: Nellie van Krol) Het kinderboek benaderen als een kunstwerk (literaire benadering: Theo Thijssen) Boeken moeten voldoen aan de eisen en behoeften van de kinderen zelf ( vanuit het kind benaderd: Cornelis Veth, avonturenboeken)

26 Eerste helft 20ste eeuw Verder als gevolg van het nieuwe kindbeeld:
Vloedgolf van lieve, kneuterige boekjes (Rie Cramer p. 355) Het levendige, ondeugende kind was gevloerd Huiselijk realisme (Jan Ligthart), Afkes tiental van Nienke van Hichtum Herinneringsverhalen (Jongensdagen van Theo Thijssen) Meisjesboeken Sentimentele genre over drankmisbruik e.d. (Kruimeltje Chris van Abcoude Meer kansen voor spanning en avontuur (Scheepsjongens van Bontekoe Johan Fabricius)

27 Rie Cramer, vóór 1950 Jokkentje. Anneliesje heeft gejokt
Om een tweede koekje! Anneliesje zit beschaamd In een donker hoekje. O wat tikt die nare klok: ‘Jokkebrok, Jok-ke-brok!’ ‘Kom, ga spelen in de zon,’ Zei daareven moesje, ‘Zus en Jan zijn in den tuin. Heb je iets mijn poesje?’ O, wat tikt die klok nu raar: ‘Zeg het maar, zeg-het-maar!’ Anneliesje heeft zoo'n spijt, Schreit stil in haar hoekje. Heel gauw zegt ze aan moeders oor Alles van dat koekje. Hoor je, hoe de klok nu doet? ‘Zóó is 't goed - Zóó-is-'t goed!’

28 Verzuiling in de eerste helft 20ste eeuw
Protestant-christelijke kinderliteratuur: W.G. Van der Hulst Katholieke jeugdliteratuur: J. Nowee: Arendsoog Rie Cramer A is een aapje,dat eet uit zijn poot. B is de bakker,die bakt voor ons brood Dan rond 1950 Annie M. G. Schmidt

29 Tweede helft 20ste eeuw scharnierperiode voor de kinderliteratuur Belangrijkste vernieuwing in de kinderpoëzie Han Hoekstra en Annie M.G. Schmidt (p. 359) Met humor en fantasie werden de suikerzoete rijmpjes van Rie Cramer verdrongen

30 Annie M. G. Schmidt (+/- 1950) Veel humor
Veel fantasie  veel mogelijkheden Controversieel door onderwerpen en taalgebruik Geen ideaalbeeld van het brave kind Ik ben lekker stout Interview met Annie M.G. Schmidt Andere dichters: Hans Andreus, Han Hoekstra en Mies Bouhuis in het Parool

31 Jaren 70 en 80 meirevolutie 1968 Jeugd was mondiger geworden in de jeugdliteratuur Antiautoritaire opvoedingsidealen waren van belang voor de ontwikkeling van de kinderliteratuur Jeugdboeken moesten progressief en maatschappijkritisch zijn Boeken moesten kinderen mondiger en kritischer maken Oude rollenpatronen werden omvergeworpen, taboes verdwenen De kinderboeken moesten over de ‘echte’ wereld gaan Guus Kuijer (Madeliefboeken, Polleke)

32 Stratemaker op zee show ’70 poëzie
Willem Wilmink – Frekie Vanuit de realiteit Andere kijk erop geven Eindrijm vanzelfsprekend Omdraaiing van rollen  De Stratemakeropzeeshow Je bent een liegbeest (1972)

33 Jaren 80 Probleemboeken in opmars
Dood, geweld, verkrachting, armoede, echtscheiding, gehandicapt zijn, drugs, homofilie, misdaad, racisme, milieuverontreiniging e.d. Politiek engagement en de derde wereld (Henk Barnard, Miep Diekman, Jan Terlouw) Op de achtergrond beleven de klassieke genres bestaan (historische en fantasieverhalen kregen een geëngageerd tintje) Thea Beckman, Evert Hartman Fantasieverhalen (Michael Ende, Anthony Horowitz, Toon Tellegen

34 Jaren 90 reactie op de probleemboeken
Meer aandacht voor de innerlijke ontwikkeling van de personages Het probleemboek ‘verzachtte’ De behandelde problemen werden herkenbaarder Psychologische romans voor adolescenten: Imme Dros, Jan de Zanger, Mensje van Keulen Gevoelens kregen veel meer aandacht in de boeken ( Anke de Vries, Jacques Vriens) Historische verhalen en oorlogsverhalen werden realistischer en besteedden meer aandacht aan het dagelijkse leven van gewone mensen (Els Pelgrom)

35 ’90 De blauw geruite kiel (VN) poëzie
Meer experimenteren met de vorm geen vaste strofebouw, geen metrum, geen eindrijm. wel een natuurlijk ritme, korte regels, klinkerrijm en medeklinkerrijm. De intrede van het vrije vers in de kinderpoëzie

36 Blauw geruite kiel (VN)
Accent op vragen als: Wie ben ik? Waar kom ik vandaan? Wat is de zin van het bestaan? Poëzie moeilijker door: het gebruik van beeldspraak metaforen en metoniemen en stijlfiguren als litotes (verkleining) en ellips (weglating)

37 Wie? Edward van de Vendel Leendert Witvliet Ted van Lieshout Bron:
Literatuur zonder leeftijd. Jaargang 12 · dbnl

38 Van de Vendel: Op reis Ik steek mijn leven over
in een bootje van mezelf. Mijn hersens zijn mijn scheepsjournaal, een opslagruim van bijna elf. Ik ben al twaalf, maar ik ben leeg van start gegaan. Ik kan me weggaan niet herinneren en ook niet waarvandaan. Hoe moet je niet vergeten? Hoe hou je wat je hoort? Het mag wel stevig stormen, maar ik wil niemand overboord

39 Doe maar dicht maar Sinds 1985
Dichtwedstrijd voor jongeren van 12 tot 18 Veel materiaal aangeboden Afsluiting in de schouwburg te Groningen

40 mediatheekbezoek Boekenkasten Informatiebronnen Etc. Jeugdboeken
Volwassenen Informatiebronnen Tijdschriften Etc.

41 Bronnen om artikelen te vinden
Levende talen als tijdschrift via hun site Via mediatheek vanuit thuistoegang

42 Bronnen om artikelen te vinden
Levende talen als tijdschrift via hun site Via mediatheek vanuit huis toegang

43 Voor de volgende keer Maak een blog aan blogger.com
Zoek informatie om je lezersonderzoek te starten. Leg een lijstje met boeken aan in overleg met je groepsleden. Kies je eerste leesboek en lees dat voor de volgende keer( om de boel in de tijd te plannen).


Download ppt "Jeugdliteratuur 1 Bijeenkomst 1."

Verwante presentaties


Ads door Google