De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Vereniging Arbeidsrecht Advocaten Amsterdam

Verwante presentaties


Presentatie over: "Vereniging Arbeidsrecht Advocaten Amsterdam"— Transcript van de presentatie:

1 Vereniging Arbeidsrecht Advocaten Amsterdam
Nauta Dutilh 18 februari 2016 Evert Verhulp

2 Wet werken na AOW (Stb. 2015,376) Per 1 januari ingevoerd: Opvallend:
loondoorbetaling en opzegverbod ziekte gedurende 13 (!) weken (in de wet staat 6 weken maar overgangsrecht!) 629/670 lid 1 onder aARTIKEL VIIIA. OVERGANGSRECHT BURGERLIJK WETBOEK 1. In afwijking van het in de artikelen 629, lid 2, en 670, lid 1, onder a, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek genoemde tijdvak van 6 weken, geldt tot een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip een tijdvak van dertien weken voor de werknemer: a. die de in artikel 7, onderdeel a, van de Algemene Ouderdomswet bedoelde leeftijd heeft bereikt, en b. die geen werknemer als bedoeld in artikel 629, lid 2, onderdeel a, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek is Opzegtermijn 1 maand (art. 7:672 lid 3) Ketenregeling standaard 4 jaar 6 contracten (art. 668a lid 12) Herplaatsingsonderzoek art. 7:669 lid 1 wordt zes weken, maar is nog 13 weken (overgangsrecht)

3 Wet flexibel werken Omvang, werktijd en arbeidsplaats.
Verzoek twee maanden voor beoogd tijdstip Niet 1 maand voor beoogd tijdstip beslist dan ingewilligd, Maar mogelijkheid te herzien (5 dagen van te voren) Art. 2 lid 6: De werkgever overweegt het verzoek van de werknemer om aanpassing van de arbeidsplaats en pleegt overleg met de werknemer indien hij het verzoek afwijst. Kortom: invulling goed werkgeverschap

4 HvJ EU 4 december 2014, C413/13 slechts buiten de werkingssfeer van artikel 101, lid 1, WEU valt indien die dienstverleners „schijnzelfstandigen” zijn, dat wil zeggen dienstverleners die zich in een situatie bevinden die vergelijkbaar is met die van die werknemers. Hof den Haag 1 september 2015 ECLI:NL:GHDHA:2015: 2305: schijnzelfstandigheid dus cao. ZZP en cao al in cao besloten busvervoer, architecten etc Uit: MvA (wijziging Wet min loon) Volgens de Wet op de cao kan een cao ook van toepassing zijn op aannemingen van werk en overeenkomsten van opdracht (art. 1, tweede lid). Daardoor kunnen sociale partners afspraken maken om te voorkomen dat de arbeidsvoorwaarden die gelden voor werknemers worden ontdoken door het inzetten van zzp’ers of schijnzelfstandigen, die voor een lager tarief werken. Het is ook het doel van de Wet op de cao om ontduiking van de cao en oneerlijke concurrentie tegen te gaan. Dit is een speerpunt bij de aanpak van schijnconstructies. Het doel is het realiseren van gezonde concurrentieverhoudingen (gelijk loon voor gelijk werk) en geen onderbieding op arbeidsvoorwaarden. Het is goed dat cao-partijen mogelijkheden hebben om onderbieding te voorkomen. De egering vindt het wenselijk dat cao-partijen die mogelijkheden ook ten volle benutten.

5 Besluit minimumloon en minimumvakantiebijslag
Stb 1996, 481: Art. 2 lid1 : Voor de toepassing van het bij of krachtens de wet bepaalde wordt onder dienstbetrekking als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van die wet mede verstaan de arbeidsverhouding van degene die krachtens een overeenkomst tegen beloning arbeid verricht voor ten hoogste twee anderen, tenzij deze overeenkomst is aangegaan in beroep en bedrijf.

6 TNT: Ktr Haarlem 18 december 2015: ECLI:NL:RBNHO:2015:11232
De beschermingsgedachte van het arbeidsrecht brengt met zich dat in een situatie als de onderhavige, waar sprake is van een maatschappelijk ongelijkwaardige positie en van ongeschoolde, laag betaalde arbeid met een hoog “productiegehalte”, aan de partijbedoeling zoals deze op schrift is gesteld in beginsel minder betekenis toegekend dient te worden. Doorslaggevend is de wijze waarop partijen feitelijk uitvoering hebben gegeven aan de overeenkomst. Gelet op de hoge mate van gedetailleerde instructies die PostNL geeft ten aanzien van de uitvoering van het werk zoals de eisen waaraan de bus dient te voldoen, kleding en schoeisel, de wijze waarop de routes gereden dienen te worden, de controle die hierop wordt uitgeoefend, het feit dat de subcontractor zich niet structureel mag laten vervangen en alleen door vooraf door PostNL goedgekeurde vervangers en tenslotte het feit dat deze subcontractors alleen voor PostNL werken en daardoor in een economisch afhankelijke positie zijn komen te verkeren, ontbreekt het zelfstandig ondernemerschap en acht de kantonrechter alle essentialia van een arbeidsovereenkomst aanwezig

7 Arbeidsovereenkomst? HR 12 september 2014, JAR 2014/260
Aard en omvang werkzaamheden onduidelijk en: “Het Hof heeft zijn oordeel dat geen sprake is van arbeidsovereenkomsten verder gebaseerd op een verwijzing naar de vrijblijvendheid die de leden met betrekking tot de taakvervulling kunnen betrachten en ook betrachten. Dit wijst naar het oordeel van het Hof geenszins op een verhouding van ondergeschiktheid of een gezagsrelatie. Hiermee heeft het Hof kennelijk het oog gehad op de vaststaande feiten voor zover die inhouden dat de aard van de als seksuele dienstverlening omschreven werkzaamheden eraan in de weg staat dat belanghebbende het verrichten van specifieke handelingen aan haar leden opdraagt. Een dergelijke vrijheid bij de beroepsuitoefening hoeft echter niet in de weg te staan aan de aanwezigheid van een gezagsverhouding.” Kriterion HR 1 mei 2015, ECLI:NL:HR:2015:1172 dat leden van een vereniging mede het beleid bepalen, niet betekent dat er geen sprake kan zijn van een gezagsverhouding. Volgens de Hoge Raad doet dit feit er niet aan af dat – kort gezegd – de vereniging aan de leden instructies kan geven

8 Wet DBA Modelovereenkomsten die tot vrijstelling leiden, lijken verdacht veel op een arbeidsovereenkomst….. 1 Werknemer 7:610 BW met onderverdelingen: uitzend etc. 2 Opdrachtnemer 7:400 3 schijnzelfstandige naar Europees recht (onder cao), zal ook 2 zijn 4 Opdrachtnemer naar fiscaal recht (wet DBA), kan ook 1, 2 of 3 zijn 5 werker volgens wet min loon (vgl BBA 1945)

9 Stageovereenkomst? HR 9 oktober 2015, ECLI:NL:HR 2015:3019 (Logidex):
Bij de hiervoor in bedoelde toetsing heeft als maatstaf te gelden of de werkzaamheden van de stagiair naar de bedoeling van partijen zozeer zijn gericht op het uitbreiden van eigen kennis en ervaring van de stagiair, zulks mede met het oog op de voltooiing van zijn opleiding, dat van een overeenkomst waarbij de ene partij zich verbindt voor de andere arbeid te verrichten niet kan worden gesproken (vgl. HR 29 oktober 1982, ECLI:NL:HR:1982:AC0442, NJ 1983/230 (Hesseling/ Ombudsman)). Daaruit volgt dat het erop aankomt of het verrichten van de werkzaamheden van de stagiair in overwegende mate in het belang is van de opleiding die deze volgt. Belang van de opleiding: dus niet opdoen van werkervaring

10 Vergaderjaar 2013-2014, Aanhangselnummer 339, 29 oktober 2013: wat is stage?
Voor het verrichten van een stage is het van essentieel belang dat de werkzaamheden van een stagiair zich duidelijk onderscheiden ten opzichte van die van een «gewone werknemer». De werkzaamheden van een gewone werknemer zijn hoofdzakelijk van productieve aard, gericht op het maken van omzet, winst of het behalen van doelen (etc.). De meest kenmerkende criteria van een stage zijn: – er is sprake van een stage overeenkomst; – er is een duidelijk leerplan waarin de beoogde leerdoelen concreet benoemd zijn; – de stage is bij uitstek gericht op leren en niet op werken; – het gaat om werk waarbij het leeraspect van de stagiair centraal staat; – de stagiair onderscheidt zich van een gewone werknemer doordat de te verrichten werkzaamheden niet gericht zijn op productief werk waarmee vooral omzet of winst gegenereerd wordt; – de begeleiding van de stagiair moet gericht zijn op het leeraspect en niet op het behalen van productie; – de stagiair bezet een additionele plaats en neemt dus geen plaats in die normaliter door een werknemer wordt bezet; – bij voorkeur, maar niet noodzakelijk, zijn de gemaakte afspraken vastgelegd in een overeenkomst tussen een opleidingsinstituut en de «werkgever»; – er wordt tussentijds en aan het eind van de stage geëvalueerd; – er kan inzichtelijk worden gemaakt of en zo ja hoe de leerdoelen zijn bereikt door de stagiair. Van belang is dat er altijd gekeken wordt naar de feitelijke omstandigheden om te beoordelen of er sprake is van een stage. Als de feitelijke omstandigheden niet tegemoet komen aan bovenstaande criteria, is geen sprake van een stage. Als het gaat om werk (werkervaring), zonder dat het leeraspect centraal staat, is juridisch gezien sprake van een arbeidsovereenkomst en heeft betrokkene aanspraak op het wettelijk minimumloon. Ook een inwerkperiode zal niet als stage worden aangemerkt.

11 HR 13 november 2015, ECLI:NL:HR:2015:3305
Na vier tijdelijke arbeidsovereenkomsten: ‘Hierbij bevestigen we dat jij bij ons in dienst bent geweest voor de periode 28 januari 2011 tot en met heden (12 februari 2013) en dat jij de werkzaamheden in de functie van dakdekker/onderhoudsmonteur naar volle tevredenheid hebt uitgevoerd voor Dakteam B.V. en Dakteam Beheer B.V. Beëindiging van het huidige contract is alleen te wijten aan de economische omstandigheden. We wensen je veel succes toe met toekomstige sollicitaties en nieuwe dienstbetrekking.’ Is dit een opzegging?

12 Als gewoon de arbeidsovereenkomst bestaat: loonvordering,
Bij brief van 29 januari 2014 meldt advocaat werknemer zich: arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. Als gewoon de arbeidsovereenkomst bestaat: loonvordering, Als is opgezegd: vordering verjaard HR 20 november 2015: ECLI:NL:HR:2015:3333 U hebt in het afgelopen schooljaar , als gepensioneerde uw diensten en medewerking aan het voortgezet onderwijs verleend. (…) Al naar gelang de behoefte in het onderwijs kan het mogelijk zijn dat wij u vragen ons wederom bij te staan. Wij hopen dat indien wij u benaderen u zich beschikbaar stelt.’

13 Aandachtspunten in ieder geval
Goed tellen (van 15/11 tot 15/11?) voor zowel TV als keten Alg. termijnenwet is nvt (art. 7A:2031 BW), dus 2 maandentermijn kan eindigen op 2e paasdag…..

14 Goed werkgeverschap HR 1 april 2015 ECLI:NL:JR2015;923 van Hertum/Connexxion Parttime chauffeur werkt altijd meer uren, maar na verschil van mening over reiskosten niet meer. Wel vaste uitbreiding van uren aangeboden gekregen: is minder oproepen in strijd met goed werkgeverschap? AG (onder 2.4) van tweeen een: of uitbreiding aanvaarden of flex met minder uren.

15 HR Blijkens de stukken van het geding is de gang van zaken bij Connexxion deze dat indien in het rooster “gaten” overblijven of ontstaan de desbetreffende diensten worden aangeboden aan onder meer de parttimers, de chauffeurs dus die op parttime basis voor haar werkzaam zijn, onder wie Van Hertum. De grondslag van de vordering van Van Hertum komt erop neer dat hij (ten dele) is uitgesloten van de aanbieding van deze extra diensten om een reden die dat niet kan rechtvaardigen, en dat Connexxion aldus heeft gehandeld in strijd met de regels van goed werkgeverschap van art. 7:611 BW. Deze grondslag kan, indien feitelijk gegrond, de vorderingen van Van Hertum dragen. Betreft dus ook : niet meer oproepen, draagkrachtige motivering is vereist

16 opzegtermijn Art. 7:672 BW, dubbele termijn lid 6: regel:
3/3 : vernietigbaar door werkn, maar geen conversie (want bedoeling pp is niet duidelijk), zie oa Hof Den Bosch 3 april 2012, JAR 2012/131 Maar wat als alleen is bepaald: “voor de werknemer geldt een opzegtermijn van twee maanden”? HR 1 mei 2015 ECLI:NL:HR:2015:1192 aanvullen of vernietigen? Gevolgen aanvulling lijken gunstig voor werknemer maar in dit geval?

17 vakantiedagen HR 18 september 2015, ECLI:NL:2015:2722
Staat aansprakelijk voor onjuiste inplementatie ri 2003/88 Opbouw vakantiedagen tijdens ziekte tot 1 januari 2012 was onjuist, geldt nu weer voor vervalregeling? Dossiers afstoffen?

18 HR 12 februari 2015, ECLI:NL:HR:2015:304 (Datawell)
Moet de vordering van de wettelijke verhoging ook die van de wettelijke rente bevatten of kan die laatste later worden ingediend? De matigingsbevoegdheid van artikel 7:625 lid 1 BW biedt echter voldoende mogelijkheid om een verhoging in voorkomend geval slechts toe te wijzen onder de voorwaarde dat de werknemer niet alsnog aanspraak maakt op vergoeding van wettelijke rente over de periode tot aan de beslissing over de verhoging

19 Redelijke gronden Kom je pas aan toe na lid 1:
Herplaatsen, vreemde termijn: Art. 9/10 Ontslagregeling > de wettelijke opzegtermijn vooruit kijken op de dag van beslissen/beschikken, dus niet de voor de werknemer geldende opzegtermijn. Dus als toestemming is verleend geen herplaatsingsplicht meer (art. 7:611?), deels gerepareerd door wederindiensttredingsvoorwaarde (art. 7:681) Passende functie binnen groep, dus ook buitenlandse vestigingen (art. 9 lid 2)

20 ECLI:NL:RBAMS:2016:400 Fruytier gaat los, maar zit echt fout….Weinig steun voor de opvatting dat h-grond lijkt op 685 en de billijke vergoeding op ktr.-formule. Toch teruggrijpen op “oud”, op 2 maart eerste evaluatie: ronde tafel 2e Kamer

21 Geen instemming: dan redelijke grond Beleidsregels ontslagtaak UWV
C Lid 4

22 Hof Leeuwarden, 3 februari 2016, ECLI:NL:GHARL:2016:761
Het hof zal de grieven I en II gezamenlijk bespreken, nu de kwaliteit van het verbetertraject een van de elementen is waaraan getoetst moet worden bij de vraag of sprake is van de "d-grond" in artikel 7:669 lid 3 BW. De criteria van die grond zijn ontleend aan het Ontslagbesluit en de daarop gebaseerde Beleidsregels Ontslagtaak UWV, zo blijkt uit de parlementaire geschiedenis van de Wwz (zie p. 43 van de MvT en p. 43/44 van de Nota naar aanleiding van het Verslag, 33818, TK respectievelijk nr. 3 en nr. 7).

23 Ontbinden met terugwerkende kracht: Hof Den Bosch 28 januari 2016, ECLI:NL:GHSHE:2016:246
Artikel 7:683 BW regelt het hoger beroep tegen de ontbinding van een arbeidsovereenkomst door de kantonrechter. Dit artikel regelt wel de situatie dat de rechter in hoger beroep van oordeel is dat de arbeidsovereenkomst ten onrechte is ontbonden en ook de situatie dat de rechter in hoger beroep van oordeel is dat de arbeidsovereenkomst ten onrechte niet is ontbonden, maar niet de situatie dat de rechter in hoger beroep van oordeel is dat tegen de verkeerde datum is ontbonden. Het hof is van oordeel dat artikel 7:683 BW geen limitatieve opsomming geeft van de uitspraken die de rechter in hoger beroep kan doen. Het hof ziet vanwege de hiervoor reeds genoemde herstelfunctie van het hoger beroep reden en mogelijkheid om in een situatie als de onderhavige, die door de wetgever niet onder ogen is gezien, uitsluitend de datum van ontbinding te wijzigen, met dien verstande dat ontbinding wel per een latere datum, maar niet per een eerdere datum dan die van de beschikking in eerste aanleg (dat zou een ontbinding met terugwerkende kracht opleveren) in beginsel mogelijk zal zijn.

24 proceskosten Hoge Raad 5 februari 2016, ECLI:NL:HR:2016;198 (Medline): werknemer kan alleen in proceskosten veroordeeld worden bij kennelijk onredelijk gebruik (7:629a), vgl Ktr Hoorn 10/2/2016 (Hoenderdaell)

25 Stapelen van gronden? Ktr. Den Haag 4 september 2015, JAR 2015/245 (FNV/Hoofd P&O) zie ook: Rb A’dam, 28 okt 2015 (ECLI:NL:RBAMS:2015:7786) ANWB verzoekt werknemer niet langer ter beschikking te stellen, e- grond: geen verwijtbaar handelen, d-grond: kan op grond van incident niet worden vastgesteld g-grond: verstoring met opdrachtgever niet gelijk aan verstoring relatie werkgever, en verder niet onderbouwd h-grond: niet ter reparatie van…. In deze zin: ECLI:NL:RBOVE:2015:4663 (Thales) en veel meer

26 Ktr Utrecht 6 oktober 2015, JAR 2015/265
Verstoring van de arbeidsrelatie komt voort uit verwijtbaar handelen van de werkgever, ontbinding met billijke vergoeding van € (ao korter dan 2 jaar) Billijke vergoedingen: € 6.000,- Ktr. Alkmaar, 27 okt 2015, ECLI:RBNHO:2015:9470 (streven naar beeindiging nadat wkn niet instemt met salarisverlaging) € ,- Ktr. Dordrecht 16 oktober 2015, (notariskantoor) € ,- Ktr. Den Bosch, 1 sept 2015, JAR 2015/252, werknemer ‘achtergelaten in lege BV’ gelijk aan transitievergoeding € 5.000,-Ktr. Roermond 5 november 2015, ECLI:NL:RBLIM:2015:9351, ontslag op staande voet na ziekmelding € 8.000,-, Ktr. Amsterdam 6 oktober 2015,ECLI:NL:RBAMS:2015:7278, einde arbeidsovereenkomst ten onrechte nagestreefd op d-grond € 2.000, Ktr. Den Bosch 22 september 2015 JAR 2015/268

27 Ktr Amsterdam ECLI:NL:RBAMS:2015:8025, 11 november 2015 Voorwaardelijke ontbinding
“Hieruit (uit Kamerstukken) wordt afgeleid dat de wetgever heeft bedoeld om de rechter in hoger beroep met dit artikel de mogelijkheid en de middelen te geven om zo nodig ambtshalve, dus ook als hierom niet is verzocht, niet alleen te oordelen of het verzoek tot vernietiging van het ontslag op staande voet terecht is afgewezen, maar eveneens te oordelen over alle gevolgen die deze beslissing voor partijen met zich brengt en dus ervoor te kiezen om de arbeidsovereenkomst, hoewel het ontslag volgens deze rechter onterecht is gegeven, niet te herstellen. Indien de rechter in hoger beroep wel tot veroordeling tot herstel van de arbeidsovereenkomst wenst over te gaan, zal hij dit ook in het geval van een ontbindingsbeslissing kunnen doen en voor de periode vóór ontbinding een billijke vergoeding toekennen. Gelet hierop, heeft Evean thans onvoldoende gesteld omtrent haar belang bij de door haar verzochte ontbinding. Haar verzoek wordt daarom afgewezen.”

28 osv Vernietiging van de opzegging:
Geen instemming opzegging (7:671 lid 1 sub c) Niet meer buiten rechte, maar door rechter (7:681) Hoofdregel: geen preventieve toets/opzegverbod: vernietiging, anders herstel (7:682), in hoger beroep alleen herstel (of vergoeding, 7:683) Binnen twee maanden verzoekschrift (art. 7:686a lid 2) is vervaltermijn (dus geen stuiting, lid 4) Aanverwante vorderingen kunnen ‘mee’ (lid 4)

29 Ontslag op staande voet/ontbinding vzv
Kan voorwaardelijke ontbinding nog? Zie bijv: Ktr Den Haag 21 september 2015, JAR 2015/231 De werkneemster had gesolliciteerd bij brief van 24 juni 2013 onder overlegging van een curriculum vitae (cv). Op enig moment is gebleken dat de werkneemster niet gehuwd is met degene die in haar cv staat vermeld, dat zij de op het cv vermelde opleidingen niet heeft gevolgd en de op het cv vermelde banen niet heeft gehad. Ktr. Rotterdam 28 sept 2015 ECLI:NL:RBROT:2015: De vraag die zich echter opdringt, is of Diverz nog belang heeft bij haar voorwaardelijke ontbindingsverzoek, nu de afwijzing van het verzoek tot vernietiging meebrengt dat de arbeidsovereenkomst door het ontslag op staande voet naar het oordeel van de kantonrechter rechtsgeldig is beëindigd. Strikt genomen moet dus worden geconcludeerd dat niet is voldaan aan de aan het verzoek verbonden voorwaarde. Nu echter de onderhavige uitspraak niet onherroepelijk is, kan niet worden gezegd dat Diverz geen te respecteren belang meer heeft bij de verzochte voorwaardelijke ontbinding. HR 1982, NJ 84/296 Nijman / X: langdurige onzekerheid over voortbestaan arbeidsovereenkomst, is daarvan nu nog sprake? Ontb. vzv strookt met strekking van art. 7:685 (te allen tijde…)

30 ontb vzv -WWZ: redelijke grond theorie: als de red grond (7:669 lid 3) er is, kan opgezegd worden, dus ook na een osv wegens een andere grond? -procedure kan toch enige tijd vergen, dus zal kunnen, Maar: -binnen 2 maanden verzoek, binnen 4 weken behandeling -geen buitenrechtelijke vernietiging, alleen door rechter, -in appel alleen herstel (geen vernietiging) met voorziening, dus nieuwe arbeidsovereenkomst? -loonmatiging art. 7:680a, -complexiteit neemt toe

31 Beleid? Limburg Werknemer houdt geld achter dat hij denkt te kunnen verrekenen met een vordering, die betwist is: osv Teneinde deze vraag te beantwoorden dient terug te worden gekeerd tot de aanvaarding van de mogelijkheid tot indiening van een voorwaardelijke ontbinding, met name neergelegd in de uitspraken van de Hoge Raad der Nederlanden d.d. 3 december 1982 (NJ 1983, 182) en d.d. 22 oktober 1983 (NJ 1984, 296). Blijkens die uitspraken diende de mogelijkheid van een voorwaardelijke ontbinding te worden geaccepteerd, gelet op de destijdse regelgeving en de daaraan verbonden periode van onzekerheid, mede gelet op het verschil in beoordeling door een contentieus oordelende arbeidsrechter en een anderszins oordelende ontbindingsrechter. Beide omstandigheden zijn inmiddels niet meer aan de orde. Noch een periode van onzekerheid, zoals door de Hoge Raad der Nederlanden destijds aangegeven, noch ook een verschil tussen oordelende rechters, aangezien immers met ingang van 1 juli 2015 aanstonds finale beoordeling en beslechting door uitsluitend een arbeidsrechter en, in geval van het instellen van een rechtsmiddel: de beroepsrechter aan de orde is.

32 Die finale beoordeling en beslechting komt er in de onderhavige procedure naar de kern genomen op neer dat een beëindiging van de arbeidsovereenkomst tussen partijen aanwezig wordt geoordeeld door en met het ontslag op staande voet per 24 september Er valt daarmee, om het nu zo maar eens onder woorden te brengen, nadien niets meer te ontbinden. Een tezelfdertijd, in het kader van dezelfde beoordeling alsnog uit te spreken ontbinding, uitsluitend voor het geval dat het eigen oordeel alsnog onjuist mocht blijken te zijn, moet als (inmiddels) onbestaanbaar worden aangemerkt. Daarmee wordt niet slechts het eigen oordeel terzelfder tijd in twijfel getrokken, doch wordt tevens een voorziening getroffen, waarmee de eventuele onjuistheid van het eigen oordeel deels en op voorhand wordt geneutraliseerd, zulks niettegenstaande onmiddellijke rechtskracht van dat eigen oordeel (vgl. artikel 7: 683, 1e lid BW) en ook per saldo buiten het bereik om van de in artikel 7: 683 BW apart aan de beroepsrechter in voorkomend geval aangereikte mogelijkheden. De kantonrechter moet het daarom al met al er voor houden dat in de onderhavige procedure, door en na het terecht en op juiste gronden gegeven ontslag op staande voet, niet tevens en tezelfdertijd nog plaats is voor een voorwaardelijke ontbindingsverzoek, zoals gedaan. Om die reden wordt dit voorwaardelijke ontbindingsverzoek – met annexe nevenverzoeken – van de hand gewezen.

33 Belang bij vw ontbinding na osv
Ja, als ktr ten onrechte osv vernietigt! osv Beschikking ktr: Vernietiging osv Vw ontbinding ? Beschikking Hof Alsnog einde Arbeidsoverk 1 Geen einde

34 Belang bij vw ontbinding
Ook in gevallen buiten osv, Zoals bij discussie over het bestaan van een arbeidsovereenkomst, bijv na keten van tijdelijke arbeidsovereenkomsten, of bij discussie of een arbeidsovereenkomst tot stand is gekomen Voorwaardelijk opzeggen kan toch ook? Ik denk dus dat het wel kan, ktr Limburg ziet het onjuist….

35 In de praktijk Voor hogere functies
Schikken met inachtneming van opbouwtijd en risico: Werkgever meldt werknemer dat ‘traject’ wordt ingezet: 1) Inschatting van de duur om dossier op orde te krijgen (de redelijke grond te onderbouwen) (bijv 6 maanden) 2) Inschatting van de proceduretijd (bijv 4 maanden 3) Inschatting van de kans van slagen (bijv 50%, kan ‘verrekend’ worden met 1)) Wordt dus schikken voor 10 maandsalarissen + 50% + transitievergoeding. Soms ook reorganiseren…..


Download ppt "Vereniging Arbeidsrecht Advocaten Amsterdam"

Verwante presentaties


Ads door Google