De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Levenslooppsychologie Hoorcollege 5

Verwante presentaties


Presentatie over: "Levenslooppsychologie Hoorcollege 5"— Transcript van de presentatie:

1 Levenslooppsychologie Hoorcollege 5
Jennifer de Vries-Aydogdu Med.hro.nl/vrije

2 Vandaag De adolescentie (12-20 jaar) Lichamelijke ontwikkeling
Cognitieve ontwikkeling Psychosociale ontwikkeling

3 Lichamelijke ontwikkeling
Periode van zeer snelle groei lengte en gewicht: pubertaire groeispurt - Meisjes vanaf 10 jaar - Jongens vanaf 12 jaar Puberteit: periode waarin de geslachtsorganen zich volledig ontwikkelen

4 Puberteit kenmerken Meisjes Menarche Primaire geslachtskenmerken
Secundaire geslachtskenmerken Jongens Primaire geslachtskenmerken Spermarche Secundaire geslachtkenmerken

5 Gevolgen van vroege rijping
Meisjes Vaker ongemakkelijk Worden ermee ‘gepest’ Populairder bij oudere jongens Angsten en depressie Jongens Voordelen: Beter in sport Populairder Positiever zelfbeeld Nadelen: Problemen op school Grotere kans op criminele activiteiten Verslavende middelen

6 Gevolgen van late rijping
Jongens Minder aantrekkelijk Nadelen bij sport Effect op sociale leven Lager zelfbeeld Meisjes Tevredener met zichzelf en lichaam Minder emotionele problemen (slankheidsideaal) Kunnen lagere sociale status hebben

7 Zelf bestuderen Stress (14.2) Bedreigingen van het welzijn (14.3)

8 Cognitieve ontwikkeling

9 Piaget Formeel-operationele stadium
Abstract denken Hypothetisch-deductief redeneren: algemeen → specifiek Propositioneel denken: abstracte logica in afwezigheid van concrete voorbeelden Algemene abstracte theorie Maken van hypothesen: verklaringen voor specifieke situaties Toetsen van hypothesen Trekken van objectieve conclusies Als A = B En B = C Dan is C = ?

10 Informatieverwerkingstheorie
Groei in: Verbale vaardigheden Mathematische vaardigheden Ruimtelijke vaardigheden Geheugencapaciteit Aandacht verdeling over stimuli Intellectuele basis Groei is gevolg van metacognitie

11 Vragen Wie stelt/stelde zich als adolescent zeer
kritisch op tegen ouders, leraren en/of andere autoriteitsfiguren? Wie vindt/vond het moeilijk om als adolescent kritiek te ontvangen? En wie heeft/had als adolescent snel commentaar op het gedrag van anderen?

12 Egocentrisme → zorgt voor vervormingen in het denken
Egocentrisme → zorgt voor vervormingen in het denken = het eigen ik in het middelpunt plaatsen en de wereld vanuit eigen standpunt bekijken Imaginair publiek: fictieve toeschouwers die net zo veel aandacht aan het gedrag van de adolescent besteden als hij of zij zelf Persoonlijke fabels: de overtuiging dat wat er met jou gebeurt uniek en bijzonder is en bij niemand anders gebeurt

13 Morele ontwikkeling Mag je stelen als iemand waar je heel veel van
houdt iets echt nodig heeft en je het niet kunt betalen?

14 Morele ontwikkeling Kohlberg
Morele ontwikkeling Kohlberg Preconventionele moraal Onveranderlijke regels gebaseerd op belonen / straffen Stadia 1: gehoorzaamheid en straf Stadium 2: beloning Conventionele moraal Eigen inzicht als ‘nette burger’ Stadium 3: respect behouden, doen wat verwacht wordt Stadium 4: goed = datgene wat de maatschappij goed vindt Postconventionele niveau Universele morele maatschappij overstijgende principes Stadium 5: wetten kunnen wijzigen door maatschappelijke veranderingen Stadium 6: ethische principes, individuele principes en geweten > 13 jaar 25% van volwassenen bereikt dit stadium

15 Morele ontwikkeling Gilligan
Morele ontwikkeling Gilligan Jongens: ethiek = principes van rechtvaardigheid / eerlijkheid Meisjes: ethiek = verantwoordelijkheid jegens individuen, opofferingsgezindheid Nadruk op individuele overleving Wat het beste voor henzelf is Van egocentrisme naar verantwoordelijkheid Goedheid als zelfopoffering Eigen wensen ondergeschikt aan anderen. Van goedheid naar waarheid Moraal van geweldloosheid Immoreel om wie dan ook te kwetsen

16 Schoolprestaties en SES
Hogere SES → hogere cijfers Waarom? - omgevingsfactoren (huisvesting, voeding, gezondheid & studiemiddelen) - arme ouders zijn minder betrokken - vaker op oudere en inadequate scholen + geweld

17 Vraag Wat wil je later worden?

18 Mannenberoepen: geassocieerd met dingen gedaan krijgen
Kiezen van een beroep Ginzberg: stadia van beroepskeuze Fantasieperiode – 11 jaar: keuze zonder rekening te houden met capaciteiten Tentatieve periode - adolescentie: rekening met vaardigheden en persoonlijke keuze Realistische periode: verdiepen keuze door ervaring opdoen / opleiding volgen Holland: persoonlijkheidstypen Vrouwenberoepen: geassocieerd met relaties, minder status, lager salaris Mannenberoepen: geassocieerd met dingen gedaan krijgen

19 Sociale- en persoonlijkheidsontwikkeling

20 Wie ben ik? Vraag over identiteit staat centraal in adolescentie
- toename intellectuele vermogens - fysieke veranderingen

21 Zelfbeeld Zelfbeeld is meer gestructureerd en samenhangend
Zien verschillende aspecten van ik tegelijk Nog gedifferentieerder Emotioneel Sociaal Goed in tekenen Slim, vriendelijk Verschillende situaties, toont verschillend gedrag en geeft verschillende gevoelens, besef iedereen ziet je op een andere manier Abstract psychologisch perspectief (ideologie) Sommige vakken goed, andere minder, Optelsom = totaalbeeld Psychische eigenschappen Goed in bijna alles Externe eigenschappen

22 Weten wie je bent (= Zelfbeeld) wil nog niet zeggen dat je accepteert en tevreden bent met wie je bent (= Eigenwaarde)

23 Eigenwaarde Wat zorgt voor eigenwaarde? Gender: meisjes ↓
- Meer zorgen over uiterlijk en sociale succes - Druk maatschappij: Goede schoolprestaties staan sociale succes in de weg Stereotype verwachtingen Sociaal economische status: ↑ SES → ↑ eigenwaarde Etniciteit: - verband tussen sterker besef raciale identiteit en sterker gevoel van eigenwaarde

24 Erikson tot nu toe Vertrouwen versus wantrouwen stadium (0-18 mnd)
Autonomie versus schaamte en twijfel stadium (18 mnd-3 jaar) Initiatief versus schuldgevoel (3-6 jaar) Vlijt versus minderwaardigheid (6-12 jaar)

25 Identiteitsverwarring (12-20 jaar)
Erikson Identiteit versus Identiteitsverwarring (12-20 jaar) Ontdekken wie je bent, wat je kunt en wat jou uniek maakt Onvermogen om de juiste rollen in het leven te identificeren → psychosociaal moratorium

26 Identiteitsontwikkeling Marcia
Crisis: periode waarin de adolescent bewust kiest tussen alternatieven en beslissingen neemt Binding: psychologische investering in bepaalde koers Wel crisis Geen crisis Binding Identity achievement Identity foreclosure Geen binding Moratorium Identity diffusion

27 Psychische problemen Depressie - 20-35% van de jongens
% van de meisjes Zelfmoord - 2e doodsoorzaak (1e = verkeersongeval) - jongens > meisjes

28 Relaties: familie en vrienden
Autonomie Relatie ouders wordt gelijkwaardiger Vrienden zijn belangrijk - sociale vergelijking - informatiebron - referentiegroep genderrelaties

29 Vrienden: populairiteit
Populaire adolescenten Controversiële adolescenten Afgewezen adolescenten Genegeerde adolescenten

30 Criminaliteit Gesocialiseerde deliquenten: kennen de normen van de maatschappij en zijn psychisch vrij normaal Ondergesocialiseerde deliquenten: opgevoed met weinig regels of door ongevoelige ouders

31 Verkering en seksuele relaties
Verkering: leert adolescenten om intieme relaties op te bouwen, plezier hebben & status - later in de adolescentie wordt verkering intiemer Seksuele relaties - begint met masturbatie - geslachtsgemeenschap: jr: 17%, jr: 80%

32 Einde Let op: boek deel 2


Download ppt "Levenslooppsychologie Hoorcollege 5"

Verwante presentaties


Ads door Google