Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
GepubliceerdLaura Willems Laatst gewijzigd meer dan 9 jaar geleden
1
Levenslooppsychologie Hoorcollege 3
Jennifer de Vries-Aydogdu Med.hro.nl/vrije
2
Vandaag De peuter- en kleutertijd (3-6 jaar)
Sociale- en persoonlijkheidsontwikkeling Morele ontwikkeling en agressie
3
Sociale- en persoonlijkheidsontwikkeling
4
Erikson Babytijd Vertrouwen versus wantrouwen stadium (0-18 mnd)
- afhankelijk van reactie van verzorgers op behoeften kind Autonomie versus schaamte en twijfel stadium (18 mnd-3 jaar) - afhankelijk van stimulatie door ouder
5
Persoonlijkheidsontwikkeling Erikson
Initiatief versus schuldgevoel (3-6 jaar) verlangen om onafhankelijk te zijn versus schuldgevoel bij onbedoelde consequenties van gedrag
6
Persoonlijkheidsontwikkeling
Zelfbeeld ontstaat: - Vaak nog niet accuraat en optimistisch (“ik kan heel goed…”) - Cultuur: collectivistisch of individualistisch
7
Genderidentiteit Gender = gevoel mannelijk of vrouwelijk te zijn
8
Genderidentiteit Uit zich bijv. in spel:
Jongens doen meer wilde spelletjes Meisjes: georganiseerde spelletjes en rollenspellen Voorkeur voor dezelfde sekse om mee te spelen vanaf 2/3 jaar Deze voorkeur is sterker dan voorkeur voor etniciteit Genderconstantie rond 4/5 jaar
9
Genderverwachtingen eigenschappen
Mannen Competentie Onafhankelijkheid Kracht Concurrentiedrang Vrouwen Warmte Expressiviteit Zorgzaamheid Onderworpenheid
11
Theorieën over gender Biologische theorie Psychoanalytische theorie
Sociale leertheorie Cognitieve theorie
12
Biologische theorie Hormonen Hersenstructuur Evolutie
13
Psychoanalytische theorie
Freud: Identificatie met de ouder van dezelfde sekse
14
Sociale leertheorie Kinderen leren gendergedrag door anderen te observeren Boeken & media Directe manier (lief meisje, stoere jongen)
15
Cognitieve theorie Genderidentiteit: perceptie van zichzelf als mannelijk of vrouwelijk Genderschema: ordenen van info (filter) Genderconstantie: mensen blijven permanent mannelijk of vrouwelijk (4/5 jaar)
16
Sociale ontwikkeling: vriendschap
Voor 3e jaar: naast elkaar spelen zonder sociale interactie Na 3e jaar: ontstaan van echte vriendschappen - Verschil in relatie: volwassene = verzorging kind = vermaak
17
Sociale ontwikkeling: spel
Sociale ontwikkeling: spel Spelcategorie Uitleg Peuter/kleuter tijd Functioneel spel Om actief te zijn, niet om ‘doel’ te bereiken Begin Constructief spel Manipuleren objecten met als doel iets produceren/bouwen Eind Sociaal spel Parallel spel Naast elkaar spelen met zelfde spel Meer bij begin Toekijkend spel Kijken hoe anderen spelen Associatief spel Interactie aangaan door speelgoed/materiaal uit te wisselen/delen Meer einde Coöperatief spel Echt samen spelen (afwisselen, wedstrijdje)
18
Theory of mind Iemands kennis en opvattingen over de mentale wereld = reden waarom het spel van kinderen steeds verandert Kunnen zich steeds beter in anderen inleven Kinderen met Autisme blijven moeite houden met TOM
19
Sociale ontwikkeling: het gezinsleven
Opvoedingsstijl Ouders Kind Autoritair streng, koud, straffend teruggetrokken, weinig sociaal, niet erg vriendelijk Permissief vage, inconsistente afhankelijk, weinig feedback, weinig eisen/regels sociaal, weinig zelfbeheersing Onverschillig geen belangstelling, emotioneel afstandelijk, ongeïnteresseerd en afwijzend, voelen zich ongeliefd emotioneel afstandelijk (meest nadelige effect) Ondersteunend consequent, liefdevol, onafhankelijk, vriendelijk, ondersteunend, regels, praten assertief en coöperatief (meest positieve effect)
20
Het gezinsleven Opvoedingsstijl hangt af cultuur
Vanaf min 9
21
Morele ontwikkeling en agressie
22
Morele ontwikkeling Rijping rechtvaardigheidsgevoel, besef goed of fout Morele stadia van Piaget Heteronome moraliteit (4-7): beschouwen regels als vast en onveranderlijk - Immanente rechtvaardigheid (= bij overtreden direct straffen) Beginnende coöperatie (7-10): spel socialer, leren formele regels Autonome coöperatie (>10 jaar): bewust van formele regels, en besef door dat deze door mensen zijn opgesteld
23
Morele ontwikkeling sociale leertheorie
Positieve bekrachtiging van een juiste morele reactie Observeren en imiteren
24
Agressie = het intentioneel toebrengen van schade bij anderen
In de peuter/kleuter tijd is enige agressie normaal: Begin: om iets te bereiken Later: agressie neemt af (frequentie als duur) - Door sociale/persoonlijkheid ontwikkeling - Emotionele zelfregulatie neemt toe: vermogen aard en intensiteit van emoties aan te passen - Strategieën worden effectiever omgaan met negatieve emoties gebruik van taal vaardigheid van onderhandelen
25
Agressie Instrumentele agressie= agressie gemotiveerd om concreet doel bereiken Relationele agressie= niet-fysieke agressie die bedoeld is om ander psychisch te kwetsen (schelden, negeren) Extreme en permanente agressie = zorgwekkend
26
Einde
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.