Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
1
(Ped)agogiek Hoorcollege 1
Jennifer de Vries-Aydogdu med.hr.nl/vrije
3
Vandaag Wat is een hoorcollege Regels Uitleg module Inleiding
4
Hoorcollege: hoe en wat
Hoor-en werkcollege’s Waarom?? - Grote lijnen - Wat is belangrijk - Voorbeelden + toelichting - Luisteren naar uitleg - Houvast in studietempo en planning
5
Hoorcollege: hoe en wat
6
Hoorcollege: hoe en wat
Volgorde van effectief studeren: Lezen Hoorcollege (luisteren + aantekeningen maken) Werkcollege (doen) Lezen, samenvatten Leren, studiegroep Herhalen, herhalen, herhalen!
7
Hoorcollege: hoe en wat
Wat neem je mee?
8
Hoe niet?
9
Wat mag wel en wat mag niet???
Regels Wat mag wel en wat mag niet??? Wel Niet
10
De module: inleiding in de (ped)agogiek
Studiehandleiding op
11
Leerdoelen Verschillende theorieën Veranderingsprocessen
Professioneel werken Pedagogische processen en stagnerende opvoedingssituaties
12
Literatuur Boeken & Artikelen op → Alles is toetsstof
13
Planning Week 2 t/m 9: hoorcollege Week 2 t/m 8: werkcollege
Week 8: inleveren thuisopdracht Week 10: toets
14
Toetsing Schriftelijke toets - 60 MC vragen
Thuisopdracht (voorwaardelijk)
15
Werkt dit???
16
Agogiek = de leer van het doen veranderen van mensen
Door te begeleiden, helpen of beïnvloeden van het veranderingsproces
17
Pedagogiek Orthoped-agogiek Geront-agogiek 17
18
Bespreek met de persoon naast je:
Hoe oud ben je? Ben je sinds je geboorte veranderd? Heb je de laatste paar jaar een verandering ondergaan? Wie of wat was daarop van invloed? En: heb je wel eens iemand geholpen om te veranderen?
19
Kenmerken van agogie Psychosociale verandering Beroepsmatig
Doelgericht Systematisch Bewust Gewenst Vrijwillig Eenzijdige beïnvloeding (jong)Volwassenen
20
Definitie Agogiek is de leer van eenzijdige,
systematische, doelgerichte, beroepsmatige beïnvloeding die gericht is op het bereiken van een meer wenselijk geachte psychosociale situatie van (jong) volwassenen die zich van deze beïnvloeding bewust zijn en die deze situatie ook nastreven
21
Verandering = verschil tussen oude en nieuwe situatie
22
Verandering Vervangen ↔ Toevoegen
Negatieve ↔ Positieve uitgangssituatie Niet veranderen Incidenteel ↔ Structureel
23
Cliënt / cliëntsysteem / doelgroep
Alternatieve benamingen voor ‘cliënt’: In ziekenhuis Bij cursussen of trainingen In de pleegzorg In de ouderenzorg … Patiënt, pupil, bewoner, deelnemer, cursist, pleegkind, cliënt, … Cliëntsysteem? Een groep, bijvoorbeeld kind, ouders en broertjes en zusjes 23
24
Beroepen en velden Agogie centraal Agogisch aspect Werkveld
25
Vraag In welke beroepen staat agogie centraal en in
welke beroepen is er sprake van een agogisch aspect? Maatschappelijk werker arts mental coach sociaal-cultureel werker psychotherapeut leraar verpleegkundige
26
Antwoord Agogie centraal agogisch aspect Mental coach Arts
Sociaal cultureel werker Leraar Psychotherapeut Verpleegkundige Maatschappelijk werker
27
Niveaus van psychosociaal functioneren
4 soorten cliëntsystemen: Individuele personen Groepen Organisaties Grotere samenlevingsverbanden
28
Ik zou helemaal niets in mijn leven willen veranderen!
10 minuten pauze Om in de pauze over na te denken… Ik zou helemaal niets in mijn leven willen veranderen!
30
Vervolg hoorcollege 4 soorten cliëntsystemen: Individuele personen
Groepen Organisaties Grotere samenlevingsverbanden 30
31
Grotere samenlevingsverbanden
Gaat over: Nederlandse samenleving Regionale groepen/gemeenschappen ‘Categorieën mensen’ → doelgroep i.p.v. cliënt!
32
Agogen in en met de samenleving
Veel soorten ‘agogen’ Voorbeelden:
33
Veranderen op macroniveau
Aspecten van een samenleving op macroniveau: - cultuur - sociale structuur - besluitvorming
34
Psychosociale aspecten macroniveau
Bijvoorbeeld: Gewoontes Wetgeving Taal Machtsverhoudingen Alles onder de noemer cultuur
36
Sociale structuur Groep = meer dan individuen → contact volgens vaste patronen → onderlinge verbindingen = sociale strucuur Je kunt tot meerdere sociale structuren behoren
37
Sociale structuur Woonomgeving is een sociale structuur
→ rol verandert met de tijd Er is vrijheid om te bepalen tot welke sociale structuren je wilt behoren Nadelen hiervan: - vereenzaming ‘minder socialen’ - omgaan met ‘gelijken’ door negatieve en positieve selectie
38
Even over nadenken: Hoe zou negatieve selectie de toename van hangjongeren kunnen verklaren??
39
Antwoord ‘Gemengde’ gemeenschappen beïnvloeden elkaars denken en gedrag en corrigeren elkaar Differentiële associatie: het bekrachtigen van fout gedrag doordat men meer positieve dan negatieve reacties krijgt
40
Sociale stratificatie
= Gelaagdheid van de samenleving Vroeger: standen en klassen – hoger/lager → hangt af van geboorte Nu: meer sociale mobiliteit – SES → hangt af van het socialisatieproces
41
Besluitvorming In Nederland: democratisch Ander voorbeeld: dictatuur
42
Verklaren van maatschappelijke veranderingen
Technologische ontwikkelingen Economie Maatschappelijke conflicten Onderlinge aanpassing Mislukte integratie Geplande verandering
43
Weerstand tegen verandering
Complexiteit en verwevenheid Zekerheid van het bestaande Gevestigde belangen Ideologie Vanzelfsprekendheden Onaffe troep Zondebokken
44
Invalshoeken voor verandering
Voorlichting Actie voeren Overleg, onderhandeling en politiek Hulpverlening en scholing Samenlevingsopbouw Overtuigen en de publieke opinie beïnvloeden Gedragssturing 44
45
Strategische wegen bewandelen
Sleutelfiguren, sleutelgroepen, sleutelinstellingen Publiciteit Infrastructuur opbouwen 45
46
Recente veranderingen in de samenleving
De (pedagogische) ‘civil society’= maatschappij van (opvoedende) burgers 46
47
De Winter Ouders moeten meer op zichzelf en elkaar vertrouwen in plaats van steeds afhankelijker te worden van experts.
48
Achtergronden: 48 De vraag naar hulpverlening stijgt… Verklaring:
ouders hebben het gevoel dat ze tekortschieten druk van buitenaf beeld in de media Gevolg: kinderen worden een ‘private worry’ Plus: er bestaan vooral kerngezinnen en steeds minder traditionele gezinsverbanden (minder steun) 48
49
Oplossing: Ouders moeten uit de vicieuze cirkel stappen…
…ze moeten elkaar helpen = basis van de civil society En de overheid? Regelt de randvoorwaarden 49
50
Hoe kun je aan (pedagogisch) burgerschap werken?
Ouders moeten samenwerken Betere verbindingen ouders & school Gelijkwaardigere relaties ouders & hulpverleners Overheid moet zich minder ‘bemoeien’ maar voorwaarden scheppen. 50
51
Hoe? 51 1. Verbetering pedagogische kwaliteit van de leefomgeving:
beleid gericht op ontwikkeling gezondheid, talent, participatie, burgerschap, goede opvoeding, eigen kracht. 2. Opbouw samenhang zorgstructuur: Niet overnemen maar versterking van de opvoeding en áls overname nodig is; goede besluitvorming en kwaliteit. 51 Meer informatie:
52
De overheid faciliteert en schept voorwaarden
Het creëren van ontmoetingskansen Bestaande activiteiten versterken Bestaande activiteiten verduurzamen Voorlichting en thema-avonden CJG 52 52
53
Project ‘Allemaal opvoeders’
Het creëren van kansen voor ontmoeting en netwerkvorming Het stimuleren van de dialoog over opvoeden Het bevorderen van een pedagogisch buurtklimaat De denkwijze en houding van beroepskrachten veranderen Volg de praktijk in de wijk! 53 53
54
Voorbeelden: 54 Eindhoven: netwerk van (Marokkaanse) ouders
Enschede: onderlinge sociale steun Groningen: versterken informeel netwerk Haarlemmermeer: uitwisseling opvoedervaringen Houten: eigen kracht en onderlinge steun Loon op Zand: samenwerking met brede school Maastricht: opvoeders ondersteunen Sittard/Geleen: vraaggericht werken Tilburg: brede school als spil Utrecht: ouders wisselen informatie uit Zaanstad: ouders ontmoeten elkaar 54
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.