Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
1
Oriëntatie op het beroep
Kwartaal 1 Week 2 Harrie Manders
2
Wat gaan we vandaag doen?
Hoorcollege over ouderen Verdeling themadoelgroepen en subgroepen Projectmatig werken en rollen van Belbin Praktische afspraken over werkwijze
3
Verdeling themadoelgroepen
Uitgaande van 25 studenten moet het mogelijk zijn om per themadoelgroep een werkgroep van vijf studenten samen te stellen. Tombola: iedere student trekt een briefje uit de pot en vertelt bij welke themadoelgroep hij of zij is ingedeeld. Vervolgens: werkgroepen kiezen een voorzitter en maken werkafspraken. De docent is voor consultatie beschikbaar. Na het hoorcollege maken we de keuze
4
Ouderenzorg Wat roept het woord ‘ouderen’ bij je op? Leeftijd
Achtergrond Eigen geschiedenis Opvattingen Maatschappelijke rollen Posities Betekenis Gezondheid Perspectieven Kortom: Een grote DIVERSITEIT
5
Wat zijn ouderen? ‘Iedereen maakt me uit voor oude man. Ik moet erom lachen. Waarom? Omdat een oude man zich nooit een oude man voelt.’
6
Wat zijn ouderen? Laatste periode van het leven.
Periode van verlies (verlies van gezondheid, van vrienden en familie, van werk, van menselijke waardigheid). Er is in onze cultuur vaak geen oog voor de positieve waarden van het ouder worden. leeftijd gezondheid cultuur scholing sociale omstandigheden sekse etniciteit
7
Ouderen vormen GEEN doelgroep
Je kunt hoogstens vaststellen dat ze historisch gezien min of meer in dezelfde periode hebben geleefd. Ouderen zijn volwassenen met elk hun eigen levensgeschiedenis die hen tot unieke individuen heeft gevormd. Maar een ingrijpende gebeurtenis als bijvoorbeeld WO2 levert op individueel niveau al enorme verschillen op. Joods, In verzet, enz.
8
Beeldvorming Het beeld van het ouder worden wordt vaak bepaald door problemen. Eenzijdig beeld. Heeft te maken met de ordening van onze samenleving. Problemen: Achteruitgaande lichamelijke en geestelijke conditie, afnemende zelfredzaamheid, financiële problemen, ongeschikte woning, eenzaamheid. Eenzijdig beeld: Genieten van kinderen en kleinkinderen, reizen, vrijwilligerswerk, hobby’s, lezen, muziek, tv, winkelen, tijd hebben voor vrienden en vriendinnen, enz…. Ordening samenleving: Een samenleving waarin geen tijd meer is om rustig met 1 ding tegelijk bezig te zijn, waarin de agenda regeert en waarin activiteiten worden afgemeten aan economisch en consumptief nut. We moeten af van het beeld dat ouderen alleen maar geld kosten en meer oog krijgen voor wat zij ons te zeggen hebben. Dat is niet alleen goed voor het zelfbeeld van ouderen, maar ook heel leerzaam voor de samenleving als geheel.
9
Kenmerken Ouderdomsziekten
Somatisch (lichamelijke ziekten zoals hart- en vaatziekten of kanker) Psychisch (trauma’s, stemmingsstoornissen, depressie) Psychogeriatrisch (vormen van dementie) Het is belangrijk onderscheid te maken tussen feitelijke gezondheidssituatie en de beleving daarvan. WELZIJN Uit onderzoek blijkt dat het lijden verlicht wordt of zelfs teniet wordt gedaan door enerzijds de sociale steun van de partner, familie en/of vrienden en anderzijds de persoonlijke hulpbronnen. Welzijn heeft betrekking op het hele complex van lichamelijke, geestelijke en sociale factoren dat uiteindelijk de uitkomst bepaalt van de vraag: heeft mijn leven mij nog genoeg te bieden als ik alle pos. en neg. factoren tegen elkaar afweeg.
10
Documentaire Tegen het vergeten
Tegen het vergeten Mevrouw Bogers Tegen het vergeten: 61 minuten totaal: kijken naar en van
11
Hoe wordt de hulpverlening georganiseerd?
De toegang: hoe komt de cliënt in aanraking met de hulpverlener? Wat gebeurt er dan precies (intake, diagnose, behandeling)? Hoe ziet de organisatie eruit (ambulant, daghulp, 24-uurs zorg)? Wie bepaalt eigenlijk waar een cliënt recht op heeft? En wie betaalt dat eigenlijk? Meldt de oudere (cliënt) zich zelf aan of hij/zij wordt aangemeld, bijvoorbeeld door de huisarts of familie? Hoe gaat het dan verder? Moet de cliënt naar de instelling of komt er iemand van de instelling naar de cliënt? Wat gaat er vervolgens gebeuren: een opname, een behandeling, een hulpverleningstraject. Wie of wat bepaalt op welke hulp een oudere recht heeft? Met wie krijgt de cliënt te maken en vanuit welke organisatie wordt het hulptraject gecoördineerd? En hoe wordt de financiering van de hulpverlening geregeld. Betaalt de oudere zelf? De zorgverzekering? De WMO? DE AWBZ?
12
Hulpverlening in niveau’s
Op buurt- en wijkniveau Op gemeentelijk niveau Op regionaalniveau Op provinciaal niveau Op landelijk niveau Je hebt voorzieningen in zorg- en hulpverlening dicht bij de mensen, in de eigen buurt of wijk. In iedere wijk komt wel thuiszorg of een maaltijdservice. Ook vrijwillige zorg, denk aan mantelzorg. Bepaalde voorzieningen zitten op gemeentelijk of regionaal niveau, bijvoorbeeld verzorgings- en verpleeghuizen. Bepaalde vormen van zorg- en hulpverlening (meestal intensieve en met speciale expertise) worden regionaal en/of provinciaal niveau georganiseerd. Bijvoorbeeld een psycho-geriatrische centra, al dan niet gekoppeld aan een ziekenhuis/afdeling PAAZ. Tenslotte is er de rol van de overheid: het geld voor zorg- en hulpverlening komt van het rijk, van de provincie en van de gemeente. De overheid bepaalt in grote lijnen hoe en waaraan provincie en gemeenten hun geld voor zorg- en hulpverlening moet besteden. Wet- en regelgeving bepaalt waar mensen recht op hebben. Visie anno nu: ouderen zo lang mogelijk zelfstandig (met wat hulp) thuis laten wonen. Dit bespaart geld en ouderen voelen zich het prettigst in hun eigen leefomgeving en sociale netwerk.
13
Ouderen Verpleeg- en verzorgingshuizen:
Dagopvang, tijdelijk (bv. na ziekenhuisopname), langdurig Gespecialiseerde psychogeriatrische verpleeghuizen, diagnostische centra De 24-uurs hulp voor ouderen staat in Nederland onder druk, vanwege de hoge kosten. Opname in een verpleeg- of verzorgingshuis is erg kostbaar. Je kunt je hier niet tegen verzekeren via de ziektekostenverzekering. Nu valt een opname nog onder de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ). De nieuwe Wet op de Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) heeft allerlei consequenties voor deze vormen van zorg- en hulpverlening. Vastgestelde indicaties bepalen waar een cliënt recht op heeft. Ten gevolge van veranderende wetgeving veranderen de indicaties: is er op gericht ouderen zo lang mogelijk thuis te laten blijven, afhankelijk van iemands mogelijkheden Het netwerk van de cliënt wordt geactiveerd. Psychogeriatrie: Geriatrie is de medische wetenschap van de ouder wordende mens. Psychogeriatrie is de wetenschap van de ouder wordende mens met een psychisch/psychiatrisch probleem, bijvoorbeeld dementie of depressie. Ook hier wordt gestreefd naar kortdurende opnames met een vervolg thuis (met hulptraject).
14
Opdracht Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) – Wat houdt deze wet in? Op welke wijze heeft de WMO invloed op de ouderenzorg? Wat zijn mogelijke functies voor een sph’er in de ouderenzorg? Klassikaal nabespreken. Zorg die uit de AWBZ overgeheveld wordt. Na 2015 betaalt de gemeente vanuit de WMO lichtere vormen van ondersteuning, zoals begeleiding en dagbesteding. Georganiseerd via sociaal wijkteam. Medische zorg aan huis , zoals verzorging en verpleging, komt in 2015 uit de ZvW (wijkverpleging).
15
Opdracht Geef 5 motieven om te kiezen voor het werken met ouderen en 5 motieven om niet met ouderen te willen werken. Hoe zou je in de hulpverlening omgaan met het grote leeftijdsverschil tussen jou en de cliënt?
16
Projectgroepen Ouderenzorg
Mensen met een verstandelijke en/of lichamelijke beperking Volwassenpsychiatrie Jeugdzorg (incl. kinder- en jeugdpsychiatrie) Justitiabelen Samenstellen projectgroepen.
17
Kennismakingsspel Expeditie Robinson:
1. Wat smokkel je mee naar een onbewoond eiland? 2. Wat ga je het eerst doen als je aankomt op het eiland? 3. Waar ben jij goed in wat samenwerking betreft? 4. Wat of wie ga jij het meest missen op een onbewoond eiland? 5. Welke hulpbron zou jij inschakelen? Per groepje.
18
Belbintest Doe de Belbintest en zoek uit wat jouw rol betekent =category&layout=blog&id=1&Itemid=2 Bespreek de uitslagen in je projectgroep (en notuleer dit voor in het samenwerkingscontract) o Geef uitleg over jouw rol en of jij jezelf hier in herkent (wat wel/wat niet) o Welke rollen zijn er binnen de projectgroep? Wat zijn de verschillen/ overeenkomsten? o Bespreek de verschillen rollen, de voorkeuren en verdeel de rollen voor dit project
19
Samenwerkingscontract
Zie blz. 11 studiehandleiding. Praat en discussieer met je projectgroep over de verschillende onderdelen. Denk daarbij aan de opdracht van vorige week (conclusies over projectonderwijs). Maak met elkaar een samenwerkingscontract en plaats dat op (iedereen zet het samenwerkingscontract op voor vrijdag 26 september uur)
20
Voor volgende week Bestuderen: Werken in de SPH - hoofdstuk 2 en 3
Bestuderen: Praktijkonderzoek in zorg en welzijn – hoofdstuk 3 Hoorcollege onderzoeksvaardigheden Eigen oriëntatie op de projectopdracht, opstellen van eventuele vragen
21
Belbin Hoogleraar in Cambridge die onderzoek deed naar de verschillende rollen die mensen vervullen als ze met elkaar samenwerken. Zijn theorie: Leden dragen op verschillende manieren bij aan het bereiken van de doelstellingen van een team. Belbin onderscheidde drie verschillende manieren: de professionele, de organisatorische en de persoonlijke rol In teams streeft men altijd naar evenwicht tussen de verschillende rollen
22
Voor nu Doe de belbintest en daarna gaan we met elkaar de uitkomsten bespreken. Daarna: de themadoelgroepentombola!
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.