Download de presentatie
GepubliceerdLudo van Beek Laatst gewijzigd meer dan 9 jaar geleden
1
Hoofdstuk 10: Taal- en leerstoornissen
Normale ontwikkeling van spraak, taal en rekenen Taal- en leerstoornissen Differentiaaldiagnose en comorbiditeit Belang van taal en rekenen voor toekomstige ontwikkeling Preventie en behandeling
2
Vraag Welke ontwikkeling kent (bij normaal verloop) een sensitieve periode? De ontwikkeling van lezen. De ontwikkeling van rekenen. De ontwikkeling van spraak en taal. Antwoord: c
3
Taal en geletterdheid Taalverwerving gaat automatisch, leren lezen is echt een training. Iedereen over de hele wereld leert spelenderwijs spreken. Leren spreken kent een sensitieve periode (grofweg vanaf geboorte tot ca 10 jaar). Leren schrijven vergt een training. Niet iedereen kan het. Leren schrijven kent geen sensitieve periode.
4
Ontwikkeling van taalverwerving
Eerst ontstaan passieve vaardigheden, dan actieve. Kind ontwikkelt eerst de vaardigheid om te luisteren naar klanken, woorden en zinnen. In dezelfde volgorde: het kind produceert eerst klanken, dan woordjes en dan zinnetjes. Een vreemde taal leren als volwassene: passieve vaardigheden (luisteren) gaan makkelijker dan actieve vaardigheden (de taal spreken).
5
Meerdere gebieden van taalontwikkeling
Ontwikkeling van taal kent meerdere aspecten: van begrijpen en produceren van klanken tot regels van het gebruik. Over het algemeen gaat de ontwikkeling van binnen naar buiten: eerst de klanken (fonologie), dan morfologie en als laatste syntaxis en pragmatiek.
6
Stimuleren van taalontwikkeling
Mogelijkheid om taal te leren = robuust kenmerk van ontwikkeling kind Kind hoeft maar weinig taal te horen om de taalontwikkeling in gang te zetten. Stimulansen: veel tegen kind praten en aandacht delen Gedeelde aandacht vaak voorloper van talige ontwikkeling. Volwassenen passen hun spraak automatisch aan, aan de leeftijd van het kind: babytalk.
7
Babytalk: aandacht trekken en geluiden maken
8
Ontwikkeling van geletterdheid
Gebaseerd op training: meestal een schoolse vaardigheid Eerst technisch lezen Alfabet, letter-klankcombinaties leren. Vervolgens begrijpend lezen Kunnen navertellen wat je gelezen hebt. Kan gestimuleerd worden Voorlezen vanaf heel jonge leeftijd werkt gunstig Actieve rol van het kind (vragen stellen en laten vertellen) werkt beter. Taalachterstand op basisschool hangt vaak samen met weinig te zijn voorgelezen.
9
Ontwikkeling van rekenen
Veel minder over bekend dan over ontwikkeling van taal Eerst ontstaat gevoel voor verhoudingen en volgorde (telraam). Pas daarna leert het kind cijfers. Waarschijnlijk geen sensitieve periode.
10
Taal- en leerstoornissen
Voor vaststellen 2 of 3 criteria van belang (DSM-5) Leeftijdscriterium: de symptomen zijn al op jonge leeftijd aanwezig. Interferentiecriterium: het kind ondervindt duidelijke beperkingen in schools of sociaal functioneren. Discrepantiecriterium (niet bij alle stoornissen): het taalniveau loopt duidelijk achter bij intellectuele of leeftijdsontwikkeling.
11
Taal- en spraakstoornissen
Een taalstoornis kent net als gewone taal een passieve en een actieve kant: expressieve taalstoornis receptieve taalstoornis (wordt als ernstiger gezien) Elk aspect van taalverwerving en spraak kan een stoornis oplopen Aspecten: woordenschat, hardop praten, vloeiend praten. Stoornissen: slecht articuleren, stotteren, extreem zacht praten, enz.
12
Leerstoornissen Er zijn twee bekende leerstoornissen: Drie criteria:
Dyslexie (lezen & spellen) Dyscalculie (rekenen) Drie criteria: Achterstand op het betreffende gebied maar niet bij andere schoolse vaardigheden. Normale intelligentie. Grote discrepantie tussen verwachtingen op basis van IQ en de daadwerkelijke prestatie. Let op: leervermogen is niet afwezig maar vertraagd.
13
Dyslexie Kan zich op meerdere manieren uiten:
Slecht herkennen van klanken. Moeite met verklanken van letters of woorden. Moeite met visueel herkennen van letters In hoge mate genetisch voorbereid. Afhankelijk van klankzuiverheid van de moedertaal.
14
Dyscalculie Eenvoudige rekensommetjes vormen onmogelijke opgave.
Ook problemen met inschatten van verhoudingen (meer en minder). Komt waarschijnlijk even vaak voor als dyslexie … … maar is minder bekend. Wiskunde moeilijk vinden is geen dyscalculie.
15
Onderscheid maken (differentiaaldiagnose)
Onderscheid tussen specifieke taal- of leerstoornissen en taal- of leerachterstand kan in de praktijk lastig zijn: Specifiek (een primaire stoornis): genetische aanleg speelt zeer grote rol. Achterstand (een secundaire stoornis) : oorzaak ligt vooral in sociale factoren. Denk ook altijd aan gehoorstoornissen.
16
Vraag Welke combinatie van stoornissen komt erg vaak voor?
ADHD en dyslexie Dyslexie en stotteren Selectief mutisme en spraakstoornissen Antwoord: a
17
Comorbiditeit bij taalproblemen
In hoge mate een relatie tussen psychische stoornissen en achterstand op taal. Niet alleen bij autisme en schizofrenie. Kind met een psychische stoornis zit vaak twee niveaus lager op taalontwikkeling. Praktische consequentie: gespreksniveau aanpassen.
18
Comorbiditeit bij leerstoornissen
Taal- en spraakstoornissen gaan vaak samen met leerstoornissen. Dyslexie gaat vaak samen met dyscalculie. Samenhang tussen ADHD en leerstoornissen is erg hoog.
19
Risico op latere ontwikkeling
Zowel achterstand bij taal en leren (sociale factoren) als taal- en leerstoornissen (genetische factoren) beïnvloeden de latere ontwikkeling negatief: Slechte schoolprestaties Minder hoog inkomen en minder goed passend werk Minder positief zelfbeeld Slechtere gezondheid
20
Vraag In veel landen worden aan kinderen (soms samen met ouders) compensatieprogramma’s aangeboden tijdens de voorschoolse periode. Waarop zijn deze programma’s gericht? Het voorkomen of compenseren van taalachterstand. Het voorkomen van specifieke leerstoornissen. Zowel a als b is juist. Antwoord: a
21
Preventie en hulpverlening
Zo vroeg mogelijke vaststelling en uitsluiten van andere oorzaken (gehoorstoornis). Hoe vroeger de behandeling begint hoe groter de kans op een gunstig resultaat. Achterstand in taal of leren kan voorkomen worden door preventieprogramma’s tijdens de voor- of vroegschoolse periode. Specifieke taal- of spraakstoornissen worden door een logopedist behandeld. Specifieke leerstoornissen worden door een remedial teacher behandeld. Behandeling bij specifieke stoornissen is zinvol, maar de stoornis verdwijnt niet.
22
Extra info Dyslexie en dyscalculie en Chinees alfabet
Dyslexie en linkshandigheid (en kleurenblindheid) Dyslexie en mannen
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.