Scheikunde in de bovenbouw

Presentatie over: "Scheikunde in de bovenbouw"— Transcript van de presentatie:

1 Scheikunde in de bovenbouw
4, 5 en 6 vwo H. Krooshoop

2 Inhoud PTA Leerstof Scheikunde Praktische opdrachten Centrale toetsen
Examen

3 PTA “Programma van toetsing en afsluiting” wordt aan het begin van schooljaar aan leerlingen uitgereikt. Hierin staat de Scheikunde leerstof voor 4 t/m 6 vwo met tevens de weging van de toetsen en praktische opdrachten. Schoolexamen (SE) cijfer (voorbeeld): SE cijfer (voorbeeld): SE = ( 2•CT1+2•CT2+PO2a+ 3•CT3+2•TT3a+2•TT3b+4•CT4+2•TT4a+2•TT4b+4•PO4a+ 7•CT5+8•CT6+4•PO6+8•CT7 ) : 51

4 Leerstof Scheikunde 4 t/m 6 vwo
Zouten Brandstoffen Koolstofverbindingen Reacties met zoutoplossingen Meten en Weten Water Zuren en basen

5 Leerstof Scheikunde 4 t/m 6 vwo
Hoeveel stof? Reacties en stroom Voedsel Chemische industrie Polymeren Evenwichten

6 Praktische opdrachten (PO)
Hebben als doel vaardigheden aan te leren en om de theorie in praktijk te kunnen brengen. Worden of alleen of in tweetallen uitgevoerd

7 Centrale toetsen Worden in speciale CT-weken afgenomen.
Gaan over de Scheikunde hoofdstukken. Nemen in omvang qua leerstof toe. Duren voor scheikunde doorgaans 100 minuten. Mogelijkheden voor herkansingen in herkansingsweken.

8 Centraal Examen (CE) Scheikunde
CE in mei. eindcijfer = (SE + CE) : 2 Aanscherping exameneisen Geslaagd

9 Aanscherping exameneisen vanaf eindexamen 2012
Geslaagd Gemiddelde eindcijfer ≥ EN Gemiddelde CE cijfer ≥ 5,5 EN ten hoogste één keer eindcijfer 5 voor Ne, En, Wi Indien gemiddelde eindcijfer < 6 1 keer eindcijfer 5, overige eindcijfers ≥ 6 1 keer eindcijfer 4, gemiddelde alle eindcijfers ≥ 6 2 keer eindcijfer 5 , gemiddelde alle eindcijfers ≥ 6 1 keer eindcijfer 5 EN 1 keer eindcijfer 4, gemiddelde alle eindcijfers ≥ 6 Gezakt Indien niet voldaan aan eisen hierboven vanaf 2 keer onvoldoende voor Ne, En, Wi met 1 keer eindcijfer 3 of lager of minstens 2 eindcijfers 4 of minstens 3 onvoldoendes

10 Belangrijk: Leerling moet zich af kunnen vragen: - Wat is scheikunde? - Wat kan ik er mee doen? - Wil ik er iets mee gaan doen? - Zou ik het aankunnen?

11 Scheikunde bevat behoorlijk wat leerwerk
Je moet ook kunnen rekenen Je zult veel moeten oefenen

12