De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

1 De rol van de overheid m.b.t. de aanmoediging van technologische innovatie in Vlaanderen Paul Zeeuwts Directievoorzitter IWT-Vlaanderen.

Verwante presentaties


Presentatie over: "1 De rol van de overheid m.b.t. de aanmoediging van technologische innovatie in Vlaanderen Paul Zeeuwts Directievoorzitter IWT-Vlaanderen."— Transcript van de presentatie:

1 1 De rol van de overheid m.b.t. de aanmoediging van technologische innovatie in Vlaanderen Paul Zeeuwts Directievoorzitter IWT-Vlaanderen

2 2 Inhoud presentatie 1.Beknopte voorstelling IWT-Vlaanderen 2.Rationale van overheidsinmenging inzake technologische innovatie 'Technologiebeleid vs. (Technologisch) Innovatiebeleid' 3.Het Vlaamse technologie- en innovatiebeleid  Het IWT als centrale actor van het Vlaams innovatiebeleid  Belangrijkste instrumenten van het IWT als hefboom voor een 'innovatiever' Vlaanderen  Uitbouw van een 'Vlaams Innovatienetwerk' 4.'Subsidiariteit' & beperkingen van het beleid inzake subsidiëring: Vlaanderen vs. België en Europa 5.Internationale vergelijking

3 3  Statuut: autonoom overheidsagentschap (onder de voogdij van Minister van Economie Van Mechelen)  Sedert 1 feb. 2001: 'Instituut voor de Aanmoediging van Innovatie door Wetenschap en Technoologie in Vlaanderen' (IWT-Vlaanderen)  Missie: Enig loket voor het Technologisch Innovatiebeleid in Vlaanderen Promotie (technologische) innovatie door ondersteuning van zowel kenniscreatie als kennisdiffusie 1. Het IWT in het kort

4 4  Basisfuncties: Financiële ondersteuning Adviesverlening Coördinatie van kennisintermediairen Beleidsondersteuning (studiedienst)  Personeel: Over de 100 VTE, waarvan ca. 50 adviseurs (Dr. Ir./Dr./Ir./Lic. of Dr. Econ.).  Budget: Ca. 6 mld. BEF/jaar 1. Het IWT in het kort (2)

5 5 2. Rationale van het technologisch innovatiebeleid 1.Neo-klassieke theorie 2.Endogene groeitheorie 3.Innovatiesysteem-benadering 4.Nieuwe inzichten uit de neo-klassieke theorie: asymetrische informatiespreiding

6 6 Rationale 1: neo-klassieke theorie  Eind jaren 1970 – begin jaren 1980  Twee paradigma: 1.Technologie = exogene factor, is 'not manageable' 2.(Wetenschappelijke) kennis = 'publiek goed'  Technologische voorsprong slechts een 'toevallig' (exogeen) uitvloeisel van wetenschappelijk baanbrekende uitvindingen (die quasi publiek beschikbaar zijn)  Dit leidt tot rationale voor het Wetenschapsbeleid : overheid moet wetenschappelijk basisonderzoek financieren (marktfalen), technologische vooruitgang zal wel volgen !

7 7 Rationale 2: endogene groeitheorie (1)  Vanaf begin jaren 1980  Drie nieuwe basisprincipes: 1.Technologische kennis is GEEN zuiver 'publiek goed', want bron van concurrentievoordeel (verhoogde octrooiering in jaren '80) 2.Technologie is daarom ook groei- en dogeen (economische agent integreert en baat technologische kennis uit voor eigen groei; Solow-residu) 3.Gebrek aan convergentie tussen high-tech en low-tech regio's verklaard door 'kennisspill-overs' van O&O- investeringen. Deze spill-overs ontmoedigen de actoren om in eigen O&O te investeren (liever overnemen dan zelf creëren, marktfaling)

8 8 Rationale 2: Endogene groeitheorie (2)  Hieruit worden volgende lessen getrokken: 1.Alleen wetenschappelijk onderzoek steunen is onvoldoende voor veralgemeende technologische vooruitgang (kennis niet publiek beschikbaar) 2.O&O-subsidies door de overheid zijn nodig om onder- investering in O&O (wegens spill-overs) te compenseren (rechttrekking marktfaling) 3.Additionaliteitsprincipe: stimulerend effect op gedrag van actoren 4.Sociale return van O&O-investeringen: aanzienlijk groter dan private return van O&O-investeringen (positieve externaliteiten)  1. en 2. leiden tot rationale voor het Technologiebeleid (O&O-financiering), naast wetenschapsbeleid.

9 9 Rationale 3: Innovatiesysteem- theorie(1)  Begin jaren 1990 (inzichten vanuit 'evolutionary economics', institutionele sociologie)  Kernprincipes: 1.Leereffecten: technologie is groei-endogeen en genereert concurrentievoordelen voor diegene die het beheerst (via leerproces) 2.Innovatie vereist meer kennis en kunde dan alleen inventie/technologie (cfr. Schumpeter) 3.Systeem-benadering: naast de individuele innovatieactoren zijn de wisselwerkingen tussen de actoren van groot belang

10 10 Rationale 3: Innovatiesysteem-theorie(2)  'Systeembenadering' = rationale voor nieuw beleid dat veel verder gaat dan enkel O&O-financiering: het (technologisch) innovatiebeleid  Beleidsaanpassingen op –minstens- 5 terreinen: 1.Naast technologiecreatie (O&O-steun) technologie diffusie ook van groot belang 2.Niet-technologische aspecten (IPR, opleiding, marktinzichten, allianties en samenwerking,...) ook essentiële kenniselementen 3.Verruiming van de doelgroepen: niet alleen de grote, O&O- intensieve bedrijven zijn volwaardige innovatieactoren (sensibilisering potentieel innoverende KMO's) 4.Innovatieproces = interactief proces. Nieuwe taak voor beleid: optimalisatie van de nodige interacties (al dan niet via financiering) 5.Naast marktfalen, ook bewust zijn van 'systeemfalen' en van 'overheidsfalen'

11 11 Rationale 4: Asymetrische informatiespreiding  Eind jaren 1990  Systeemfalen vereist reorganisatie van durfkapitaalmarkt: In sommige vormen van innovatiefinanciering (meer in het bijzonder de financiering van high-tech start-ups) met: 1.Hoge onzekerheid over het potentiële succes op langere termijn, en 2.Asymetrische verdeling van informatie over het innovatiepotentieel, Treedt een gebrek op aan privé-durfkapitaal  Nieuwe beleidsinitiatieven voor financiële ondersteuning innovatieve start-ups ( pre-seed )

12 12 Bedrijven Internationale Organisaties Vlaamse Regering Adviesorganen KAGKAWLSKAVLIRVRWB IWT AWI Beleidsvoorbereiding (Semi-) Publieke onderzoeksinstellingenSectorale Centra voor Collectief Onderzoek (43) Internationale organisaties gevestigd in België/Vlaanderen (5) Wetenschappelijke instellingen (46) Non-Profit Private Instellingen (13) Organisaties voor Onderzoek & Technologie O&O dep t. van bedrijven Privé-onderzoek FWO IWT Financieringsorganisaties Bron: CAPRON H. en MEEUSEN W.(eds.), The National Innovation System of Belgium, 2000, p. 49 e.v. Het IWT als centrale actor van het Vlaams innovatiebeleid Publiek Onderzoek Universiteiten, Hogescholen Universitaire brugorganisaties Univ. interfacediensten, wetenschapsparken, incubatiediensten (spin-offs),...

13 13 Belangrijkste instrumenten van het IWT als hefboom voor een 'innovatiever' Vlaanderen 1.Financiële steun naar O&O 2.Speciale projecttypes voor KMO's 3.Adviesverlening, contactpunt voor innovatie 4.Ondersteuning van de innovatiecapaciteit en kennistransfer: 1.Als financierder; 2.Als coördinator 5.Beleidsondersteuning (studiedienst)

14 14 Financiële steun naar O&O  O&O ?: Generisch / Strategisch Basis-Onderzoek (GBOU, Doctorale Specialisatiebeurzen, Post-Doc Onderzoeksmandaten) Industrieel (basis-) Onderzoek (R&d) Prototype/ Ontwikkeling (r&D) Collectief onderzoek (o.m. collectieve sectoriële onderzoekscentra; bv. WTCM)  Kenmerken: Projectmatig; Technologisch innoverend + industrieel-economische valorisatiepotentieel; 'Bottom-up' vs. 'Top-down' (themagebonden, steeds meer afgebouwd); Specifieke producten voor KMO's.

15 15 Speciale Projecttypes voor KMO's  KMO = : < 200 werknemers; jaaromzet < 15 mln ECU / 600 mio BEF; Max. voor 30% gecontroleerd door niet-KMO.  voor hen soepelere modaliteiten: voorbespreking beperktere projectaanvraag (documenten) snellere procedure speciale projecttypes (KMO-Innovatiestudies en KMO- Innovatieprojecten) (recente hervorming en stroomlijning)

16 16 Evaluatieprocedure  ontvankelijkheidsanalyse binnen 14 dagen  grondige bespreking tussen aanvrager(s) en adviseurs  raadpleging externe expertencollege  Eindbeslissing: raad van bestuur  tijdsduur : max. 75 werkdagen na ontvankelijkheid  In de loop van project: opvolging

17 17 Ondersteunen van de innovatiecapaciteit & kennistransfer als financierder  HoBU-projecten: projecten van technologieverspreiding uitgevoerd door Vlaamse hogescholen, vnl. ter ondersteuning van KMO's (gebruikerscommissies)  TAD's van de collectieve centra : expertadvies op korte termijn in traditionele sectoren  Projecten van innovatiestimulering (begeleiding)  financiering van clusters en aanverwante intiatieven  (Binnen O&O-steun: bevordering van samenwerking en interactie van bedrijven onderling en van samenwerking met kennisinstituten)

18 18 Adviesverlening, contactpunt  betrokkenheid IWT bij de Europese programma's (bijstand bij opstellen van projectaanvragen en vertegenwoordiging in programma-comités)  stimuleren van KMO's om deel te nemen aan Europese projecten, bijv. CRAFT-actie  bevorderen van technologietransfer, bijv. tussen ondernemingen binnen Europa ('Innovation Relay Centers', VIA), door deelname aan beurzen e.d.  Adviesverlening inzake Intellectuele Eigendomsrechten (octrooien)

19 19 Ondersteunen van de innovatiecapaciteit en kennistransfer als coördinator  uitbouw van een 'Vlaams Innovatienetwerk', door coördinatie van de organisaties/intermediairen inzake (technologische) innovatie  'Doen-doen'-gedachte ! Steun met voorwaarde van samenwerking en doorverwijzing Coördinatieplatformen (Elektronisch) Innovatienetwerk : netwerk tussen intermediairen voor beantwoorden van vragen van bedrijven

20 20 Beleidsondersteuning 1.Samentelling van input & output-indicatoren over de innovatie-performantie van Vlaanderen (enquêtes) 2.Studies rond het 'Vlaams Innovatiesysteem'  Vb. O&O-subsidies: additionaliteit vs. substitutie ? 3.'Ad hoc'-beleidsstudies (vb. Lucht- en Ruimtevaart, deelname aan Airbus 380)

21 21 4. Beperkende factoren & Subsidiariteit (1)  Vlaams beleid beperkte manoeuvreerruimte wegens 'interactie' met andere bevoegde niveau's/organen:  World Trade Organization & GATT-akkoorden leggen eigen beperkende maatregelen (zie bv. overheidssteun naar luchtvaartssector – Airbus)  Europees niveau: EC-Kaderregeling voor O&O- steun van lidstaten

22 22  Europa:  R&D-kaderprogramma's Europese Commissie  EUREKA (multilateraal, Vlaamse steun door het IWT)  ESA (multilateraal)  CERN, EMBL, ESFR,... (multilateraal)  Federaal België / Gewesten: onduidelijke afbakening, in sommige gevallen specifiek samenwerkingssakkoord nodig Federaal: vooral deelname België internationale ruimtevaart (vnl. ESA): ca. 6 mld. BEF/jaar 4. Beperkende factoren & Subsidiariteit (2)

23 23 Overheidsbudgetten voor O&O: Vlaanderen internationaal vergeleken

24 24 O&O-performantie van Vlaanderen in internationale context: de inputs

25 25 O&O-performantie van Vlaanderen in internationale context: de outputs


Download ppt "1 De rol van de overheid m.b.t. de aanmoediging van technologische innovatie in Vlaanderen Paul Zeeuwts Directievoorzitter IWT-Vlaanderen."

Verwante presentaties


Ads door Google