De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Literatuurgeschiedenis Dautzenberg

Verwante presentaties


Presentatie over: "Literatuurgeschiedenis Dautzenberg"— Transcript van de presentatie:

1 Literatuurgeschiedenis Dautzenberg

2 Terugblik H1 en H2 Middeleeuwen 16e en 17e eeuw

3 Terugblik Middeleeuwen
Theocentrische, ridderlijke en burgerlijke kenmerken Cultuur werd bepaald door de priesters en de adel, later ook door de burgerij

4 Terugblik Middeleeuwen
Rond 1450: uitvinding boekdrukkunst Middelnederlands: geen standaardtaal Ridderromans, Van den Vos Reynaerde, middeleeuwse liederen en middeleeuws toneel.

5 Terugblik 16e/17e eeuw Renaissance in Nederland: 16 en 17 eeuw
Kenmerken: - antropocentrisme: leven op aarde is net zo belangrijk als het leven na de dood - individualisme: mens is een unieke persoonlijkheid - empirisme: zelf onderzoek doen: opbloei van de wetenschap

6 Terugblik 16e/17e eeuw Literatuur in de Renaissance: - realisme: inhoud moet geloofwaardig zijn - estheticisme: nadruk op vorm, er worden eisen gesteld - classicisme: Latijn wordt weer gebruikt, ontstaan van nieuwe vormen als sonnet/essay.

7 Terugblik 16e/17e eeuw Vondel Bredero Huygens Hooft

8 18e eeuw Europa ‘Absolute monarchieën’: koninkrijken waarin alle macht bij de vorst lag (ontstaan in de 17e eeuw). Toename van de welvaart en bevolking. Einde van de 18e eeuw: burgerij krijgt steeds meer (politieke) macht.

9 18e eeuw Nederland Nederland was nog een republiek (Republiek der Verenigde Nederlanden) met stadhouders. 1789: Franse Revolutie: Nederlandse patriotten sluiten zich aan bij het Franse verzet, ze willen meer democratie. : De Fransen vielen de Republiek binnen en stadhouder Willem V vluchtte naar Engeland : Bataafse Republiek : Het Koninkrijk Holland : Franse inlijving 1813-…: Koninkrijk der Nederlanden

10 18e eeuw Verlichting in Nederland, de ‘Pruikentijd’:
sfeer van deftigheid en zelfgenoegzaamheid periode van culturele en economische stagnatie er werd geteerd op de glorie van de Gouden Eeuw

11 18e eeuw: De Verlichting Verlichting: het verder ontwikkelen van de inzichten uit de Renaissance. De wereld werd langzaam maar zeker helder, ‘verlicht’. Men was optimistisch gestemd en geloofde in de maakbaarheid van de samenleving: - de mens is in wezen goed - verkeerd gedrag komt voort uit gebrek aan kennis van het goede - onderwijs en opvoeding zijn belangrijk

12 18e eeuw: De Verlichting Spinoza

13 18e eeuw: De Verlichting De ideeën van De Verlichting zijn van grote invloed op onze huidige samenleving: - scheiding Kerk en staat - inperking vorstelijk gezag dmv wetten - trias politica (wetgevende, uitvoerende, rechterlijke macht) - afschaffing lijfstraffen

14 18e eeuw: De Verlichting Rationalisme: men was van mening dat de mens alles met ratio kon oplossen. Religie Deïsme: er is wel een Opperwezen, maar verering in de vorm van een godsdienst is zinloos.  Voltaire: gelijkheid van alle godsdiensten + de idee der tolerantie.

15 18e eeuw: De Verlichting Politiek
Locke, Montesquieu: trias politica: scheiding van uitvoerende, wetgevende, rechterlijke macht. Monarchie en godsdienst worden beschouwd als behoudend en beperkend.

16 18e eeuw: De Verlichting Economie
Liberalisme: weinig bemoeienis van de overheid, zodat het marktmechanisme gaat werken (vraag-aanbod)

17 18e eeuw Beeldende kunst Er werd voortgebouwd op de Renaissance.
Rococo (eerste helft 18e eeuw): decoratief, zwierig, speels, lieflijk François Boucher

18 18e eeuw Beeldende kunst Neoclassicisme (tweede helft 18e eeuw): gebaseerd op Grieks-Romeinse kunst en het classicisme van de Renaissance Jacques-Louis David

19 18e eeuw Muziek Barok (eerste helft 18e eeuw): Bach en Händel.
J.S. Bach - Matthäus Passion

20 18e eeuw Muziek Verandering: meerstemmig wordt vaker vervangen door één hoofdmelodie. Symfonie ontstond als los muziekstuk (eerder was het een inleidend muzikaal stuk bij opera’s). Haydn – Mozart: 18e-eeuws, rococo. Beethoven: overgang tussen 18e-eeuws en de romantische muziek van de 19e eeuw.

21 Huiswerk woensdag 21/11 Maken: vragen §20d, 22 Lezen: p. 57 t/m 60

22 Afl.1: Literatuurgeschiedenis Denken (1680-1700) (15 min.)

23 Literatuur De Verlichting: progressieve stroming waarin allerlei nieuwe ideeën opkwamen. Literatuur: - proza: verlichting - poëzie/toneel: neoclassicisme

24 Proza Proza: Didactische insteek Zakelijk en duidelijk taalgebruik.
Essay Aforisme: korte, meestal grappige/paradoxale uitspraak met wijze boodschap Een goed aforisme is te hard voor de kaken van zijn tijd. (F. Nietzsche)

25 De Encyclopédie Grootste didactische werk uit De Verlichting
Eerste echte encyclopedie 35 delen Informerend, kritische ten opzichte van het geloof.

26 Tijdschriften Veel tijdschriften: informatief, didactisch, moralistisch Vaak in verhalende vorm: reisverhalen, dialogen, brieven, etc. Eenvoudige stijl, voor iedereen toegankelijk Spectatoriale geschriften, naar bekendste tijdschrift: The Spectator Nederland: De Hollandse Spectator

27 Het imaginaire reisverhaal
Episch-didactisch Een reis die nooit heeft plaatsgevonden, wordt beschreven alsof het om een echte reis gaat. Didactisch: auteur kon landen verzinnen met verschillende normen, waarden, bestuursvormen etc.. Gulliver’s travels (1726) – Jonathan Swift

28 Utopische romans Een ideale wereld wordt beschreven als voorbeeld voor onze wereld. De Bataafsche Republiek (1798) – Gerrit Paape

29 Robinsonade Roman over mensen die door omstandigheden van de rest van de wereld afgezonderd raken. Houden zich staande door gebruik te maken van de rede. Robinson Crusoe (1719) – Daniel Defoe

30 Roman Roman (rond 1740): gaat niet om de ideeën achter het verhaal, maar om de personages. Duidelijke tijd en ruimte (realistisch). Psychologische roman: tekenen van karakters Ontwikkelingsroman: hoe personages in de loop van hun leven veranderden.

31 24 Justus van Effen Oprichter van tijdschrift De Hollandse Spectator ( ). Van Effen schreef vrijwel alles zelf (essays + de eerste korte verhalen): - gelijkheid van alle mensen - tegen chauvinisme&bekrompen provincialisme - voor gebruik Nederlands ipv Frans

32 25 J.A. Schasz Schasz pseudoniem van Gerrit Paape.
Imaginair reisverhaal: Reize door het apenland (1788). - satire - politieke toestand in Nederland eind 18e eeuw - algemene zaken: blind massagedrag, luisteren naar (politiek) leiders

33 25 J.A. Schasz Ik-persoon, verdacht van moord op vrouw + dienstmeisje, vlucht het land uit. Komt in het land der apen De leiders daar willen alle apen tot mensen omvormen Nummer 1: gedrag apen moet anders om mens te worden Nummer 5: alleen staart afhakken is voldoende: winnen.

34 26 Van Alphen Verlichting: ideeën over de opvoeding
Jean-Jacques Rousseau: - mens is van nature goed, maar wordt bedorven door de maatschappij - kinderen moeten zo lang mogelijk kind blijven Literair gevolg: jeugdlectuur (midden 18e eeuw), speciaal voor kinderen geschreven.

35 26 Van Alphen Belangrijkste Nederlandse jeugdboek uit die tijd: Proeve van kleine gedichten voor kinderen (1778) Opvoedkundige gedichtjes, oorspronkelijk geschreven voor zijn kinderen.

36 26 Van Alphen De perzik Die perzik gaf mijn vader mij, omdat ik vlijtig leer. Nu eet ik vergenoegd en blij. Die perzik smaakt naar meer. De vrolijkheid past aan de jeugd Die leerzaam zig betoont. De naarstigheid, die kinderdeugd, Wordt altoos wel beloond.

37 27 Betje Wolff en Aagje Deken
Betje Wolff & Aagje Deken: schreven brieven/poëzie en gingen in 1777 samenwonen en samen schrijven (na het overlijden van Wolffs man). Historie van mejuffrouw Sara Burgerhart (1782): de eerste Nederlandse roman: een roman in brieven. Realistisch (15 min)

38 Huiswerk dinsdag 4/12 Maken Dautzenberg: 23.2, 24, 26.1, 26.2
Lezen Dautzenberg: §20 t/m 27, p.57 t/m 71 (inclusief fragmenten)

39 29 Historische achtergrond 1800-1875
Verlichting werd doorgezet, ook in de politiek: het liberalisme. Landen streefden naar onafhankelijkheid: : VS onafhankelijk van Engeland : val van monarchie in Frankrijk : Griekenland onafhankelijk van Turkije : Italië onafhankelijk van Oostenrijk Het Europa van nu werd in grote lijnen zichtbaar.

40 29 Historische achtergrond 1800-1875
Vrijwel overal werd de slavernij afgeschaft Eind 18e eeuw: industriële revolutie in Engeland, daarna in de rest van Europa Belangrijke technische vernieuwingen: - stoomlocomotief - stoomschip - elektrische motor - eerste spoorlijn

41 29 Historische achtergrond 1800-1875
Sociale wetgeving: pas eind 19e eeuw Daarvoor ontstond het industrieproletariaat: mensen die in fabrieken onder ellendige omstandigheden moesten werken.

42 29 Historische achtergrond 1800-1875
1830: zuidelijk Nederland kwam in opstand, scheidde zich af  Koninkrijk België. Drang naar politieke vernieuwing: liberalen (Thorbecke) speelden een belangrijke rol. 1848: begin parlementaire democratie + vrijheid van Godsdienst en onderwijs.

43 29 Historische achtergrond 1800-1875
Eind 18e, begin 19e eeuw: Politiek: ideeën van de verlichting Cultureel: nieuwe stromingen: - eind 18e eeuw: Romantiek - midden 19e eeuw: realisme (+ Romantiek) - eind 19e eeuw: Fin de siècle (ook op maatschappelijk gebied)

44 30 De Romantiek Verlichting: de ratio staat centraal, negatief tegenover ‘romantische’ ideeën. Eind 18e eeuw: komt ruimte voor romantiek. Romantiek: - gevoel - verbeeldingskracht - individualisme - originaliteit

45 30 De Romantiek Kunstenaars (bohemiens): - individualistisch - vaak zwervend bestaan - drank, drugs - revolutionairen – idealisten Caspar David Friedrich

46 30 De Romantiek Ontsnappen aan het ‘hier en nu’: - andere oorden - verleden / toekomst - bovennatuurlijk / religieus - ongerepte natuur Franse tuin (Verlichting) Engelse tuin (Romantiek)

47 30 De Romantiek Wetenschap: - volkenkunde (culturele antropologie) (cultuur van niet-westerse bevolkingsgroepen) - volkskunde (folklore van westerse bevolkingsgroepen) - vergelijkende taalwetenschap 1804: eerste officiële spelling (spelling Siegenbeek)

48 30 De Romantiek Literatuurwetenschap: - vertalen van niet-westerse literatuur - uitgeven van middeleeuwse handschriften - oude verhalen/gedichten opschrijven Muziekwetenschap: - werk van vroegere componisten werd weer opgevoerd

49 31 Beeldende kunst en muziek
Bouwkunst: - verrassend - neogotisch Schilderkunst: - ‘open’: lijkt op een deel van een geheel - warme kleuren - bijv. William Turner

50 31 Beeldende kunst en muziek
Muziek: - componisten waren zelfstandige kunstenaars, niet meer in loondienst - kamermuziek (welgestelde burgers) - concertzalen/operahuizen - ‘programmamuziek’ (iets wordt uitgebeeld) - invloed van literatuur (gedichten)/volksmuziek

51 31 Beeldende kunst en muziek
Beethoven, Schubert, Verdi, Chopin Tsjaikovski – Zwanenmeer:

52 32 Literatuur (Durf te voelen – 15 min) Romantische literatuur draait om gevoel: - Weltschmerz: melancholie - Sehnsucht: verlangen naar onbereikbaar geluk (ideale geliefde / maatschappij / vriendschap) Koestering van deze gevoelens (tegenstrijdig): - ‘lieflijk geweld’ Multatuli François HaverSchmidt (Piet Paaltjens)

53 32 Literatuur Geloof: - persoonlijk geloof - geloof zoeken in zichzelf, in de natuur Inspiratie: middeleeuwse literatuur Escapisme: ontsnappen aan de alledaagse realiteit: - griezelverhalen (Frankenstein) - historische romans (vooral over de ME) - toekomstromans - detectiveromans - sprookjes (H.C. Andersen)

54 33 Realisme Midden 19e eeuw: het realisme komt op in de literatuur (en de schilderkunst). Reactie op het fantastische, sentimentele van de Realisme: onderwerpen uit de dagelijkse realiteit.

55 33 Realisme Schilderkunst
Eerst het leven van de middenklasse, later ook van de arbeiders. Vaak sociale protesten Rond 1870: impressionisme Jozef Israëls

56 33 Realisme Literatuur ‘klassieke’ roman: duidelijk begin, verloop en slot en een duidelijke samenhang. Natuurgetrouwe afbeelding/sociaal-psychologische analyse van mens en maatschappij Rond 1870: naturalisme Nicolaas Beets, Guido Gezelle

57 Huiswerk dinsdag 11/12 Lezen/leren Dautzenberg: 29 t/m 33
Maken Dautzenberg 31, 32.2, 33 Meenemen: Nieuw Nederlands Woensdag: 19/12: schrijfopdracht Meenemen: voorbereiding schrijfopdracht (inclusief bronnen op papier)

58 34 Hildebrand Nicolaas Beets
1814 – 1903 Romantiek en realisme Camera Obscura (1839): satirisch beeld van de Hollandse burgerij eerste helft 19e eeuw. Camera Obscura = voorloper fototoestel

59 34 Hildebrand Nicolaas Beets
Kleine portretten: Van der Hoogen (‘de charmante’): onbetrouwbare vleier Pieter Stastok: stijve hark Dolf: vrolijke losbol Nurks: onbeschoft persoon Ik-figuur Hildebrand: zelfingenomen student, weet/kan alles beter Fragment: p. 85/86

60 35 Piet Paaltjens François HaverSchmidt
1835 – 1894 Romanticus 1891: zijn vrouw overlijdt, HaverSchmidt lijdt aan ernstige depressies en pleegt zelfmoord. HaverSchmidt verzon de dichter Piet Paaltjens, gaf zijn gedichten uit en schreef een voorwoord.

61 35 Piet Paaltjens François HaverSchmidt
Paaltjens hekelde de overdreven gevoeligheid, het dwepen met het eigen verdriet. HaverSchmidt viel met de gedichten van Paaltjens een deel van zichzelf aan: romanticus. 1867: dichtbundel Snikken en Grimlachjes

62 Maken 34 (b,c,d), 35.1 (a,b,c, h, i), 35.2 (c), 35.3
Huiswerk: dinsdag 12 maart Lezen: paragraaf 29 t/m 35

63 36 Multatuli Eduard Douwes Dekker
1820 – 1887 Leven en werk nauw met elkaar verbonden 1838: Nederlandse bestuur in Indië 1856: assistent resident Lebak, Bantam (Java) - resident Bantam: C.P. Brest v Kempen – Slijmering - gouverneur-generaal: hoofd Nederlands bestuur - regenten: inlandse hoofden (Indische adel)

64 36 Multatuli Eduard Douwes Dekker
Eduard Douwes Dekker ontdekt dat regent Lebak zijn positie misbruikt Verzoekt Brest v Kempen de regent te schorsen Brest v Kempen wil meer gegevens, Douwes Dekker weigert (bang voor doofpot) Brest v Kempen naar gouverneur-generaal Douwes Dekker wordt overgeplaatst, hij neemt ontslag.

65 36 Multatuli Eduard Douwes Dekker
1857: Douwes Dekker terug naar Nederland, zit financieel aan de grond 1860: Max Havelaar, of de koffieveilingen der Nederlandse Handelsmaatschappij. Pseudoniem Multatuli (’ik heb veel gedragen’). - eerherstel voor zichzelf - verbetering lot van inlanders

66 36 Multatuli Eduard Douwes Dekker
Max Havelaar: - geen politiek succes - wel literair proces Douwes Dekker: verbitterd, moeilijk leven. Latere werk: ook over Indië (bundels Ideeën)

67 36 Multatuli Eduard Douwes Dekker
De geschiedenis Woutertje Pieterse (1890) Eerste Nederlandse ontwikkelings-roman over dromerige, fijngevoelige Amsterdamse jongen Grimmige/geestige satire op bekrompen burgerdom Woutertje en wasvrouw Femke

68 36 Multatuli Eduard Douwes Dekker
Max Havelaar Hfst 1: ’Ik ben makelaar in koffie, en woon op de Lauriergracht, no. 37.’ Batavus Droogstoppel – makelaar in koffie, wil boek over koffiehandel schrijven, waarschuwing voor komende slechte tijden. Fragment p. 90

69 36 Multatuli Eduard Douwes Dekker
Hfst 2: Droogstoppel ontmoet oude vriend Sjaalman/Max Havelaar. Fragment p. 90

70 36 Multatuli Eduard Douwes Dekker
Hfst 3 + 4: Sjaalman geeft Droogstoppel pak manuscripten Verzoek om financieel borg te staan bij uitgave Droogstoppel wil niet, maar ontdekt stukken die hij kan gebruiken voor zijn boek Droogstoppel vraagt werknemer Ernest Stern om het boek te schrijven. Stern schrijft geen boek over koffiehandel, maar over belevenissen Max Havelaar in Lebak.

71 36 Multatuli Eduard Douwes Dekker
Hfst 5 t/m 8: Verteller is Stern over de Lebak-affaire Havelaars benoeming en aankomst in Lebak Toespraak tot inlandse ‘hoofden’: Havelaar waarschuwt hen dat er een einde moet komen aan de misstanden

72 36 Multatuli Eduard Douwes Dekker
Hfst : Verteller is Droogstoppel Ontevreden over het schrijven van Stern Voegt zelf stukken toe, waaronder een preek van dominee Wawelaar Analyse van gedicht om te laten zien dat poëzie onnozel is

73 36 Multatuli Eduard Douwes Dekker
Hfst 11 t/m 15: Verteller is Stern Problemen van Havelaar in Lebak Hfst 16: Inleiding op verhaal over Saïdjah en Adinda (zat tussen de stukken van Sjaalman)

74 36 Multatuli Eduard Douwes Dekker
Hfst 17: Verteller is Havelaar Verhaal over Saïdjah en Adinda Treurig (verzonnen) verhaal waarin Saïdjah en Adinda een treurig einde vinden door optreden inlandse hoofden en Nederlandse overheid.

75 36 Multatuli Eduard Douwes Dekker
Hfst 18 t/m 20: Vertellers zijn Droogstoppel+Stern, Multatuli breekt in. Stern vertelt over de crisis in Lebak en Havelaars brief aan de gouverneur-generaal Multatuli neemt het over: wil gelezen worden, wil dat zijn boodschap gehoord wordt en spreekt koning Willem III aan: ‘En dat daarginds Uw meer dan dertig miljoenen onderdanen worden mishandeld en uitgezogen in Uwen naam?’ Fragment p. 92/93

76 36 Multatuli Eduard Douwes Dekker
Door onsympathieke, gierige Droogstoppel krijgt de lezer sympathie voor Max Havelaar en zijn verhaal Begin van boek is satire op Hollandse kooplieden-stand, wordt later venijnige aanval op gevolgen van Hollandse handelsgeest voor Nederlands-Indië

77 37 Guido Gezelle Brugge 1830 – Brugge 1899 Romantiek en realisme
RK priester 1855 – 1865: leraar moderne talen Verzet tegen het Frans + volledige aanpassing aan het Nederlands: eigen Vlaamse cultuur 1865: uit leraarschap ontslagen vanwege behandeling Vlaamse (Engelse, Duitse, Spaanse, etc.) literatuur op school waar Vlaams spreken verboden was

78 37 Guido Gezelle 1865 – 1880: weinig poëzie 1880: nieuwe bundels
Geen (romantische) natuurweergave Voorloper impressionisme: - uitdrukking eigen persoonlijkheid - klanknabootsing / alliteratie Fragmenten p. 94/95

79 Huiswerk Maken: 34 (b,c,d), 35.1 (a,b,c, h, i), 35.2 (c), 35.3, Leren: 34 t/m 37 Verplaatst 36.2, 36.3 (a,b,c,d,f,g,h)

80 40 Historische achtergrond 1875 - 1914
Na 1875: ontstaan van het ‘moderne’ Europa agrarische samenlevingen worden industriestaten Ontwikkeling moderne politieke stromingen: liberalen, confessionelen, socialisten

81 40 Historische achtergrond 1875 - 1914
Grote economische opbloei Uitvindingen: - telefoon (1875) - gloeilamp (1879) - benzinemotor (1883) - vliegtuig (1903)

82 40 Historische achtergrond 1875 - 1914
Kapitalisme zorgde voor: - slechte werkomstandigheden (goedkoop produceren) - verbetering werkomstandigheden (concurreren met gezonde en geschoolde arbeiders) 1874: kinderwetje van Van Houten: verbod kinderarbeid onder 12 jaar.

83 40 Historische achtergrond 1875 - 1914
1889: Arbeidswet: regelde werk voor vrouwen en kinderen 1889: Arbeidsinspectie voor de controle van deze wet. Angst van de burgerij voor het opkomend socialisme (Marx en Engels) 1894: SDAP, na WOII PvdA

84 40 Historische achtergrond 1875 - 1914
Tijd van oproeren en stakingen Reactie van de regering (Abraham Kuyper): ‘worgwetten’, verbod op stakingen overheidspersoneel Reactie op de ‘worgwetten’: oprichting eerste vakcentrale.

85 40 Historische achtergrond 1875 - 1914
1875 – 1914: Fin de siècle (cultuurgeschiedenis) Overgangskunst tussen ‘oud’ en ‘nieuw’

86 41 Fin de siècle Wetenschappelijke ontwikkelingen: aantasting van de bestaande orde 1859: Darwins On the origin of spieces: - evolutietheorie - survival of the fittest - erfelijkheid

87 41 Fin de siècle 1885: Freud: theorieën over het ‘onderbewuste’
Vroege kinderjaren zijn van grote invloed op de latere persoonlijkheid

88 41 Fin de siècle Wetenschap: ook zelfvoldaanheid
Men dacht dat de natuur- en scheikunde wel ongeveer klaar was Door onderzoeken van Max Planck, Becquerel, Einstein bleef er weinig meer over van de traditionele natuurkunde

89 41 Fin de siècle Kunst: - zelfvoldaanheid over het bereikte - angst voor het nieuwe onbekende Vlucht uit de werkelijkheid door luxe en overbeschaving (escapisme) Estheticisme: kunst moet alleen maar mooi zijn en verder niet (l’art pour l’art) Vorm is belangrijker dan de inhoud

90 42 Impressionisme Beeldende kunst
Weergave van de werkelijkheid zoals de kunstenaar die ervaart Belangrijk is de sfeer van het uitgebeelde Frankrijk: Manet, Renoir, Monet Nederland: Vincent van Gogh Van Gogh

91 42 Impressionisme Muziek
Centraal staat de sfeer die opgeroepen wordt met een ‘mozaïek’ aan klanken (en niet meer melodie en vorm) Experimenten met andere toonladders dan de majeur- en mineurladders. Debussy en Ravel

92 42 Impressionisme Literatuur
Sfeer neerzetten door veel (bijwoordelijke) bepalingen te gebruiken Gebruik neologismen en archaïsmen Beeldspraak, zo origineel mogelijk

93 42 Impressionisme Literatuur
Impressionisme komt vooral in de poëzie voor: gebruik van alliteraties, enjambementen Impressionistisch proza: woordkunst/lyrisch proza

94 43 Naturalisme Naturalisme komt voort uit het realisme (romans en toneel) Levens worden beschreven en verklaard Leven wordt bepaald door drie factoren: - erfelijke aanleg - sociale milieu - tijd waarin men leeft

95 43 Naturalisme Naturalistische romans: vaak pessimistisch
Fatalisme: het leven wordt bepaald door het noodlot, vrije wil bestaat niet Psychologische en sociale romans

96 43 Naturalisme Psychologische romans: mensen die het psychisch moeilijk hebben Sociale romans: hoezeer de mens wordt gevormd door zijn maatschappelijke positie. Doel: verbeteren van de maatschappij. Familieromans in vele delen, bijv. De boeken der kleine zielen van Couperus

97 43 Naturalisme Naturalisme: gaat niet om het estheticisme
Wel veel gebruik van impressionistische stijl: neologismen, beeldspraak, gedetailleerde beschrijvingen Couperus, Frederik van Eeden en Herman Heijermans (toneel)

98 44 De beweging van tachtig
Tachtigers: groep Amsterdamse schrijvers die rond 1880 debuteerden Kritisch ten opzichte van hun voorgangers: ouderwets, hoogdravend taalgebruik en moraliserende inhoud Willem Kloos, Lodewijk van Deyssel, Frederik van Eeden, Herman Gorter

99 44 De beweging van tachtig
Kregen hun werk moeilijk geplaatst in De Gids, daarom een eigen tijdschrift De Nieuwe Gids De Nieuwe Gids was al snel geen goed tijdschrift, De Gids is nu nog steeds een goed tijdschrift

100 44 De beweging van tachtig
Vorm en inhoud moeten één zijn Kunst is individualistisch: beeldspraak moest zo precies mogelijk de gevoelens van de dichter weergeven

101 45 Frederik van Eeden Veelzijdig: romans, dichtbundels, toneelstukken en essays De kleine Johannes (1887): ontwikkeling van kind tot volwassene, sprookjesachtige roman Van de koele meren des doods (1900): psychologische roman over een aan morfine verslaafde vrouw die in de prostitutie terecht komt.

102 46 Herman Gorter Mei (1889): eerste boek, episch-lyrisch Een nieuwe lente en een nieuw geluid Individualistische poëzie Later politiek en maatschappijkritisch

103 47 Louis Couperus

104 Huiswerk 1/6 Leren: paragraaf 40 t/m 46
Maken: 36.2, 36.3 (a,b,c,d,f,g,h) - 40 (a) – 41 – 42.1 – 42.2 (a t/m h) – 43 – 45 – 46

105


Download ppt "Literatuurgeschiedenis Dautzenberg"

Verwante presentaties


Ads door Google