Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
GepubliceerdJoris Dijkstra Laatst gewijzigd meer dan 9 jaar geleden
1
Hfdst. 25 Burgerlijk recht Blz. 271- 275
2
Identiteitsgegevens Voornaam/-namen: Ouders kiezen de voornaam/-namen van hun kind. De ambtenaar van de Burgerlijke stand noteert deze in de geboorteakte. Dit zijn nu de officiële voornamen. Achternaam/ geslachtsnaam (volgens Burgerlijk Wetboek): Ouders kiezen of een kind de achternaam van de vader of van de moeder krijgt. Kiezen ze niet, dan wordt het automatisch de achternaam van de vader, tenzij er geen juridische vader is. De achternaam wordt vastgelegd in de geboorteakte en is dan de officiële achternaam. De opsporingsambtenaar kan voor identiteitsgegevens 2 bevolkingsadministraties raadplegen: 1.Burgerlijke stand (akten bijv. geboorte-, overlijdens- en huwelijksakte 2.Gemeentelijke basisadministratie (gba)
3
Vervolg identiteitsgegevens Algemene opsporingsambtenaren en aangewezen BOA’s hebben de bevoegdheid ter identificatie ook het burgerservicenummer aan de verdachte te vragen. Als bewijs geldt echter alleen een afschrift van de geboorteakte.
4
Eigendom, bezit en houden Zaken: alle tastbare voorwerpen (stoel, huis, auto etc.) Onroerende zaken: zaken die in de grond zitten of verbonden zijn met de grond (huis, stuk land, boomgaard, kantoor) Roerende zaken: alle andere zaken Eigendom: geeft aan wie er recht heeft op de zaak Bezit: beschrijft een feitelijke toestand. Wie heeft de zaak in zijn macht, doet zich voor als eigenaar? Middellijk bezit: eigendom en bezit zijn gescheiden. Bijv. Na een diefstal heeft een dief een zaak in zijn bezit, maar niet in eigendom (hij heeft er geen recht op)
5
Vervolg eigendom, bezit en houden Houden: je hebt de feitelijke macht over een zaak, maar erkent de rechten van de eigenaar. Bijv. ik leen of huur een auto. Ik heb de zaak dan in mijn macht, maar erken dat een ander de eigenaar is en breng het goed weer terug. Rechtspersonen: mensen, bedrijven en instellingen die zelfstandig zaken kunnen doen, die dus mee kunnen doen aan het juridisch verkeer. Publiekrechtelijke rechtspersonen: voeren overheidstaken uit (bijv. gemeente, provincie, waterschap, de Staat) Privaatrechtelijke rechtspersonen: mensen geen overheidstaken uitvoeren die een rechtspersoon oprichten (bijv. stichting, vereniging, B.V., N.V)
6
Strafbaarheid rechtspersonen Art. 51 Sr bepaalt dat niet alleen natuurlijke personen (mensen), maar ook rechtspersonen strafbare feiten kunnen plegen. Ook geeft dit artikel aan dat alle ondernemingen gestraft kunnen worden, dus zowel rechtspersonen (bijv. NV, BV) als niet- rechtspersonen (bijv. de maatschap, de vennootschap onder firma) Uitzondering: de eenmanszaak, omdat het vermogen van de ondernemer samenvalt met die van de zaak. Opdracht: Zoek 6 strafbare feiten op die een natuurlijk persoon kan plegen en 6 strafbare feiten die een rechtspersoon kan plegen.
7
Opdracht: Noteer wat de volgende woorden betekenen (zowel de officiële betekenis als in eigen woorden): Besloten vennootschap Onderneming Commanditaire vennootschap Naamloze vennootschap Stichting Coöperatie Onderlinge waarborgmaatschappij Vennootschap onder firma Onderlinge waarborgmaatschappij Verdeel ze daarna in groepjes, waarbij je aangeeft welke overeenkomst ze hebben. Neem dit de volgende les mee.
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.