Download de presentatie
GepubliceerdIda Molenaar Laatst gewijzigd meer dan 9 jaar geleden
1
Neurologische problemen bij ex-prematuren kinderen
Sylvia Klinkenberg kinderneuroloog
2
Inleiding Casus Ontwikkeling van CZS Oorzaken van problemen:
Periventriculaire bloedingen Periventriculaire leucomalacie Gevolgen van problemen Cerebrale parese
3
Kind 1 AD 29+0 AS 9/9 Geen reanimatie Geen beademing
4
Kind 1 AD 29+0 AS 9/9 Geen reanimatie Geen beademing
19 maanden: kruipen 30 maanden: zit met steun, komt op knieën, staat met steun 3 jaar: loopt met hulpmiddel Ongestoorde fijne motoriek, spraak/taalontwikkeling visus en gehoor Epilepsie -
5
Kind 2 Helft van tweeling, # vliezen bij 24 weken
SC infectieverdenking AD 28+0,AS 7/8 E.Coli sepsis, longbloeding, beademing, gr I bloeding li, PVL re
6
Kind 2 Helft van tweeling, # vliezen bij 24 weken
SC infectieverdenking AD 28+0,AS 7/8 E.Coli sepsis, longbloeding, beademing, gr I bloeding li, PVL re 3 maand hoofdbalans, 5 maanden grijpen 12 maanden staan met hulp 3,5 jaar los lopen Ongestoorde fijne motoriek, spraak/taal ontwikkeling en gehoor Epilepsie -
7
Ontwikkeling CZS tot 4e week vorming neurale buis
8
Ontwikkeling CZS tot 4e week vorming neurale buis anencephalie
encephalocèle Spina bifida segmentatie holoprosencephalie
9
Ontwikkeling CZS tot 4e week vorming neurale buis anencephalie
encephalocèle Spina bifida segmentatie holoprosencephalie Na 4e week proliferatie migratie lissencephalie heterotopieën corpus callosum agenesie cerebellaire ontwikkeling hypoplasie Dandy Walker
10
Ontwikkeling CZS tot 4e week vorming neurale buis anencephalie
encephalocèle Spina bifida segmentatie holoprosencephalie Na 4e week proliferatie migratie lissencephalie heterotopieën corpus callosum agenesie cerebellaire ontwikkeling hypoplasie Dandy Walker Na 25e week myelinisatie dendritisatie synaptisatie vorming oligodendroglia
11
Oorzaken van neurologische problemen bij prematuren
Aanlegstoornis Infarct Hypoxisch ischemische encephalopathie Circulatoire problemen Respiratoire problemen Sepsis/ infectie CZS Hypoglycemie Combinatie van bovengenoemde
12
Hypoxisch Ischemische Encephalopathie
Niet iedere hypoxie/ischemie leidt tot HIE, belang van bijkomende factoren: Hypotensie/hypoxie Maternale infectie 9x verhoogde kans op CP 19x verhoogde kans op quadriplegische CP Uitkomst is afhankelijk van ernst van hypoxie (pre-, durante, postpartum) rijpheid van het brein en plasticiteit tot 20 wk: dysgenese CZS 26-34 weken vooral witte stof schade → diplegie AT vooral cortex en basale kernen → tetra- /hemiplegie
13
Periventriculaire bloeding (PVH)
Hoe onrijper het kind des te groter risico op germinale matrix bloeding Vanaf 20e week ontwikkeling/uitgroei van de kiemlaag: dicht netwerk van dunwandige kwetsbare capillairen
14
venae medullares LV vena terminalis germinale matrix
15
Stoornis cerebrale autoregulatie Wisselingen in pO2 en pCO2 Reperfusie na doorgemaakte HIE
venae medullares LV vena terminalis germinale matrix
17
Periventriculaire bloeding (IVH)
PVH: Gradaties vlgs Papille I subependymaal II intraventriculair III intraventriculair + ventriculomegalie Intraventriculair + parenchymateus
18
Periventriculaire bloeding (IVH)
Prognose Graad I bloeding 10%: meer/minder ernstige handicap Graad IV bloeding 80%: “ “ Posthemoragische ventrikeldilatatie: Verwijding door stolsel Liquorafvloedbelemmering Resorptiestoornis Posthemoragische ventrikeldilatatie → 30% VPD Problemen: Infectie, obstructie, cerebrale schade bij plaatsing Compartimentvorming, overdrainage
19
Kind 3 AD 29+0; 1270 g Helft van een tweeling AS 9/9
Gr III bloeding bdz Ommaya reservoir Sepsis + ventriculitis VPD, herhaalde drainrevisies
26
Periventriculaire leucomalacie
periventriculaire witte stof dorsaal en lateraal van zijventrikels reversibel necrose Bij ernstige vormen: cystevorming 10-15% van vroeggeborenen <34wkn 3% ernstige cysteuze vorm
27
Vervolgens …. Verdwijnen cystes Neemt ventrikelomvang toe
Verloopt myelinisatie afwijkend Blijft het corpus callosum dun
28
Kind 4 AD 32+6; 1355 g (P10-25) SC pre-eclampsie AS 8/9 Hypoglycemieën
Beademing NEC, resectie necrotische darm
33
Cerebrale Parese (CP) Veroorzaakt door aanlegstoornis óf verworven beschadiging( bijv PVH, PVL) Klassificatie a/d hand van overheersende neurologische bevindingen Spastische CP Dyskinetische CP Dystoon Chorea-athetotisch Atactische CP
34
CP Spasticiteit = Veel geassocieerde problematiek
aandoening gekenmerkt door snelheidsafhankelijke toename van de weerstand van de spier tegen passieve uittrekking in cominatie met hyperactieve peesrefelexen Veel geassocieerde problematiek Mentale retardatie Gedragsproblemen en emotionele problemen Sensorische defecten Epilepsie Voedingsproblematiek Kwijlen Mishandeling
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.