Download de presentatie
1
Aflegsysteem Basismodules
2
AANVALMANEUVERS
3
Aanval met 1 mistpistool
standaardaanval voor binnen
4
Aanval met 1 mistpistool
AP
5
Aanval met 1 mistpistool
A1 + B1 zorgen voor het vlug afrollen van de slang zodanig dat er probleemloos kan gevorderd worden. A1 + B1 AP
6
Aanval met 1 mistpistool
A2 + B2 A2 + B2 gaan met adembescherming en mistpistool binnen. A1 + B1 AP
7
Aanval met 1 mistpistool
A2 + B2 A1 + B1 Eventueel trekken A1 + B1 eveneens adembescherming aan om het mistpistool op moeilijk bereikbare plaatsen te krijgen. AP
8
Aanvalslijn 1 x Ø 45
9
Aanvalslijn 1 x Ø 45 AP
10
MATERIEEL 1 slang Ø 70 1 verdeelstuk 1 lans Ø 45 Aanvalslijn 1 x Ø 45
AP
11
Aanvalslijn 1 x Ø 45 MATERIEEL 2 slangen Ø 45 B AP
12
A AFLEG fase 1 Aanvalslijn 1 x Ø 45 AANVAL! WATER!
slang Ø 70 richting brand koppelstuk aan chauffeur AP lijn uitlopen + verdeelstuk koppelen water vragen + lijn ontluchten
13
B AFLEG fase 1 Aanvalslijn 1 x Ø 45
2 slangen Ø 45 ter hoogte van verdeelstuk, parallel en in tegenovergestelde richting van brand AP
14
Aanvalslijn 1 x Ø 45 AFLEG fase 2 B AP
15
B AFLEG fase 2 Aanvalslijn 1 x Ø 45 WATER!
2 slangen Ø 45 onderling koppelen aangeboden lans Ø 45 koppelen AP water vragen
16
B A AFLEG fase 2 Aanvalslijn 1 x Ø 45
koppelt slang Ø 45 op verdeelstuk biedt B lans Ø 45 aan AP opent verdeelstuk
17
A B AFLEG fase 2 Aanvalslijn 1 x Ø 45
koppelt slang Ø 45 op verdeelstuk biedt B lans Ø 45 aan AP opent verdeelstuk controleert lijn en neemt positie bij de lans aan
18
= BESCHERMING VAN LANSDRAGERS!
Aanvalslijn 1 x Ø 45 AFLEG fase 2 A B Bij gevaar of verhoogd risico, mag niet worden gevorderd alvorens het water de lans heeft bereikt. = BESCHERMING VAN LANSDRAGERS! = EIGEN VEILIGHEID!! Reeds bij het openen van het verdeelstuk mag gevorderd worden in de richting van de brandhaard, op uitdrukkelijke voorwaarde dat de lansdrager hierdoor geen gevaar loopt en niet blootgesteld wordt aan bijkomend risico! OPGELET !!! AP VORDEREN !!
19
Tweede lijn Ø 45 (op bestaande lijn 1 x Ø 45)
20
Tweede lijn Ø 45 MATERIEEL neemt lans Ø 45 AP A
21
Tweede lijn Ø 45 MATERIEEL neemt 2 slangen Ø 45 AP B
22
Tweede lijn Ø 45 AFLEG fase 1 neemt plaats aan verdeelstuk A AP
23
B AFLEG fase 1 Tweede lijn Ø 45
2 slangen Ø 45 ter hoogte van verdeelstuk, parallel en in tegenovergestelde richting van brand B AP
24
Tweede lijn Ø 45 AFLEG fase 2 B AP
25
B AFLEG fase 2 Tweede lijn Ø 45 2 slangen Ø 45 onderling koppelen
aangeboden lans Ø 45 koppelen water vragen WATER! B AP
26
A B AFLEG fase 2 Tweede lijn Ø 45 koppelt slang Ø 45 op verdeelstuk
biedt B lans Ø 45 aan opent verdeelstuk A B AP
27
! B A AFLEG fase 2 Tweede lijn Ø 45
controleert lijn en neemt positie bij de lans aan ! B A AP
28
Aanvalslijn Ø 45 op autoladder
29
Aanvalslijn Ø 45 op autoladder
AP AL
30
Aanvalslijn Ø 45 op autoladder
Materieel : neemt 1 slang Ø 70 en 1 verdeelstuk A AP AL
31
Aanvalslijn Ø 45 op autoladder
Materieel : neemt lange slang Ø 70 uit autoladder A B AP AL
32
Aanvalslijn Ø 45 op autoladder
Materieel : aankleedprocedure : persluchttoestel stand-by + gordel neemt korte slang + lans Ø 45 uit autoladder A B C AP AL
33
Aanvalslijn Ø 45 op autoladder
Afleg fase 1 : gooit slang Ø 70 uit richting autoladder koppelstuk aan chauffeur AANVAL! A AP AL
34
Aanvalslijn Ø 45 op autoladder
Afleg fase 1 : gooit slang Ø 70 uit richting autoladder koppelstuk aan chauffeur lijn uitlopen en verdeelstuk koppelen water vragen en lijn ontluchten A WATER! AP AL
35
Aanvalslijn Ø 45 op autoladder
Afleg fase 1 : AP AL
36
Aanvalslijn Ø 45 op autoladder
Afleg fase 1 : gooit lange slang Ø 70 uit aan achterkant van autoladder, indien mogelijk in het verlengde legt 1 koppelstuk bij verdeelstuk, 1 koppelstuk aan achterzijde ladder AP B AL
37
Aanvalslijn Ø 45 op autoladder
Afleg fase 1 : gooit lange slang Ø 70 uit aan achterkant van autoladder, indien mogelijk in het verlengde legt 1 koppelstuk bij verdeelstuk, 1 koppelstuk aan achterzijde ladder begeeft zich op ladder (onderaan) AP B AL
38
Aanvalslijn Ø 45 op autoladder
Afleg fase 1 : begeeft zich op ladder (bovenaan) AP C AL
39
Aanvalslijn Ø 45 op autoladder
Afleg fase 2 : koppelt lange slang Ø 70 op verdeelstuk A AP AL
40
Aanvalslijn Ø 45 op autoladder
Afleg fase 2 : koppelt lange slang Ø 70 op verdeelstuk biedt B tweede koppelstuk lange slang Ø 70 aan AP B AL A
41
Aanvalslijn Ø 45 op autoladder
Afleg fase 2 : koppelt lange slang Ø 70 op verdeelstuk biedt B tweede koppelstuk lange slang Ø 70 aan opent verdeelstuk op vraag van C A AP AL
42
Aanvalslijn Ø 45 op autoladder
Afleg fase 2 : koppelt lange slang Ø 70 onderaan stijgleiding autoladder klimt van ladder en neemt plaats aan achterzijde controleert en begeleidt slang bij beweging ladder AP B B AL
43
Aanvalslijn Ø 45 op autoladder
Afleg fase 2 : koppelt korte slang Ø 45 bovenaan stijgleiding neemt plaats in kooi en beveiligt zichzelf in aanvalspositie en vraagt water aan A GORDEL !! WATER! AP C C AL
44
Aanvalslijn 1 x Ø 45 op hydrant
45
Aanvalslijn 1 x Ø 45 op hydrant
46
Aanvalslijn 1 x Ø 45 op hydrant
MATERIEEL 1 slang Ø 70 1 verdeelstuk 1 lans Ø 45 H A
47
Aanvalslijn 1 x Ø 45 op hydrant
MATERIEEL neemt materiaal hydrant H B
48
Aanvalslijn 1 x Ø 45 op hydrant
AFLEG fase 1 WATER! A begeeft zich naar hydrant gooit slang Ø 70 richting brand H lijn uitlopen + verdeelstuk koppelen water vragen + lijn ontluchten A
49
Aanvalslijn 1 x Ø 45 op hydrant
AFLEG fase 1 SPUIEN hydrant gebruiksklaar maken H B
50
Aanvalslijn 1 x Ø 45 op hydrant
AFLEG fase 1 hydrant gebruiksklaar maken koppelt slang Ø 70 op hydrant H geeft water op vraag van A B
51
Aanvalslijn 1 x Ø 45 op hydrant
AFLEG fase 2 H Idem procedure aanvalslijn 1 x Ø 45
52
Aanvalslijn 1 x Ø 45 op hydrant
AFLEG fase 2 ! A B H
53
Aanvalslijn 1 x Ø 70 (uitzonderlijk!)
54
Aanvalslijn 1 x Ø 70 AP
55
MATERIEEL 1 slang Ø 70 1 verdeelstuk 1 lans Ø 70 + reactieboog
Aanvalslijn 1 x Ø 70 MATERIEEL 1 slang Ø 70 1 verdeelstuk 1 lans Ø 70 + reactieboog A AP
56
Aanvalslijn 1 x Ø 70 MATERIEEL 2 slangen Ø 70 B AP
57
A AFLEG fase 1 Aanvalslijn 1 x Ø 70 AANVAL! WATER!
koppelt lans Ø 70 en reactieboog slang Ø 70 richting brand AP koppelstuk aan chauffeur lijn uitlopen + verdeelstuk koppelen water vragen + lijn ontluchten
58
B AFLEG fase 1 Aanvalslijn 1 x Ø 70
2 slangen Ø 70 ter hoogte van verdeelstuk, parallel en in tegenovergestelde richting van brand AP
59
Aanvalslijn 1 x Ø 70 AFLEG fase 2 B AP
60
B AFLEG fase 2 Aanvalslijn 1 x Ø 70 WATER!
2 slangen Ø 70 onderling koppelen aangeboden lans met reactieboog koppelen AP water vragen en lijn ontluchten
61
B A AFLEG fase 2 Aanvalslijn 1 x Ø 70
koppelt slang Ø 70 op verdeelstuk biedt B lans met reactieboog aan AP opent verdeelstuk
62
A B AFLEG fase 2 Aanvalslijn 1 x Ø 70
koppelt slang Ø 70 op verdeelstuk biedt B lans met reactieboog aan AP opent verdeelstuk controleert lijn en neemt positie bij de lans aan
63
= BESCHERMING VAN LANSDRAGERS!
Aanvalslijn 1 x Ø 70 AFLEG fase 2 A B 1. Er mag niet worden gevorderd tijdens het openen van het verdeelstuk! 2. Er wordt geen straal ingezet alvorens de hulplansdrager (A) de positie aan de lans heeft ingenomen! = BESCHERMING VAN LANSDRAGERS! = EIGEN VEILIGHEID!! OPGELET !!! AP VORDEREN !!
64
2 extra slangen Ø 70 aanval + basismodule
65
2 extra slangen Ø 70 aanval AP
66
2 extra slangen Ø 70 aanval MATERIEEL EXTRA SLANGEN 1 slang Ø 70 A AP
67
2 extra slangen Ø 70 aanval MATERIEEL EXTRA SLANGEN 1 slang Ø 70 B AP
68
A AFLEG 2 extra slangen Ø 70 aanval 2 extra slangen AANVAL!
slang Ø 70 richting brand koppelstuk aan chauffeur AP
69
A AFLEG 2 extra slangen Ø 70 aanval 2 extra slangen
slang Ø 70 richting brand koppelstuk aan chauffeur AP lijn uitlopen
70
B A AFLEG 2 extra slangen Ø 70 aanval 2 extra slangen SAMEN KOPPELEN
AP stelt zich 20 m verder op slang Ø 70 richting brand
71
B AFLEG 2 extra slangen Ø 70 aanval 2 extra slangen lijn uitlopen AP
stand-by basismodule
72
B BASISMODULE 2 extra slangen Ø 70 aanval
A keert na het koppelen van de 2 extra slangen terug naar de autopomp en neemt het materiaal nodig voor de basismodule 1 x Ø 45 zijnde: 1 slang Ø 70, verdeelstuk en lans Ø 45! De afleg wordt gestart ter hoogte van de wachtende B ... B AP
73
2 extra slangen Ø 70 aanval BASISMODULE A B AP SAMEN KOPPELEN
74
A B BASISMODULE 2 extra slangen Ø 70 aanval
B keert na het koppelen van de extra slang met de slang Ø 70 van de basismodule terug naar de autopomp en neemt op zijn beurt het materiaal nodig voor de basismodule 1 x Ø 45 zijnde: 2 slangen Ø 45! De basismodule wordt vervolgens afgelegd richting brand. A B AP
75
2 extra slangen Ø 70 aanval BASISMODULE A B AP
76
2 extra slangen Ø 70 aanval BASISMODULE ! B A AP
77
4 extra slangen Ø 70 aanval + basismodule
78
4 extra slangen Ø 70 aanval AP
79
MATERIEEL EXTRA SLANGEN 2 slangen Ø 70 4 extra slangen Ø 70 aanval A
AP
80
MATERIEEL EXTRA SLANGEN 2 slangen Ø 70 4 extra slangen Ø 70 aanval B
AP
81
Schematische voorstelling
4 extra slangen Ø 70 aanval AFLEG 4 extra slangen IDENTIEK AAN 2 EXTRA SLANGEN Ø70 aanval AP Schematische voorstelling
82
4 extra slangen Ø 70 aanval AFLEG 4 extra slangen AANVAL! A S1 AP
83
AFLEG 4 extra slangen Ø 70 aanval 4 extra slangen A B S2
SAMEN KOPPELEN S1 AP
84
4 extra slangen Ø 70 aanval AFLEG 4 extra slangen A S1 S2 B AP
85
AFLEG 4 extra slangen Ø 70 aanval 4 extra slangen B A SAMEN KOPPELEN
AP S3
86
AFLEG 4 extra slangen Ø 70 aanval 4 extra slangen B A B S1 S2 AP
SAMEN KOPPELEN A S3 S4 B
87
AFLEG 4 extra slangen Ø 70 aanval 4 extra slangen A B A SAMEN KOPPELEN
Slang Ø 70 basismodule A B AP A S4 S3
88
4 extra slangen Ø 70 aanval BASISMODULE A B ! S1 S2 AP S4 S3
89
Aanval Schuimopstelling
90
Aanval Schuimopstelling
AP
91
Aanval Schuimopstelling
MATERIEEL 1 slang Ø 70 1 verdeelstuk 1 overgangstuk Ø 70/45 A AP
92
Aanval Schuimopstelling
MATERIEEL 1 slang Ø 45 lijnmenger Z4 aanzuigslang SVM B AP
93
Aanval Schuimopstelling
AFLEG fase 1 AANVAL! WATER! A koppelt overgangstuk op verdeelstuk slang Ø 70 richting brand AP koppelstuk aan chauffeur lijn uitlopen + verdeelstuk koppelen water vragen + lijn ontluchten
94
Aanval Schuimopstelling
AFLEG fase 1 B legt de lijnmenger Z4 en de aanzuigslang SVM naast het verdeelstuk AP gooit 1 slang Ø 45 ter hoogte van verdeelstuk, parallel en in tegenovergestelde richting van brand
95
Aanval Schuimopstelling
AFLEG fase 2 B koppelt slang Ø 45 achteraan op de lijnmenger koppelt de aanzuigslang SVM AP
96
Aanval Schuimopstelling
AFLEG fase 2 B A koppelt slang Ø 45 op verdeelstuk (overgangstuk) AP
97
Aanval Schuimopstelling
AFLEG fase 3 keert terug naar het voertuig en neemt 2 slangen Ø 45 B AP
98
Aanval Schuimopstelling
AFLEG fase 3 B 2 slangen Ø 45 ter hoogte van verdeelstuk, parallel en in tegenovergestelde richting van brand AP
99
Aanval Schuimopstelling
AFLEG fase 3 WATER! B B 2 slangen Ø 45 onderling koppelen aangeboden schuimlans Z4 koppelen AP schuimlans richten weg van het te bestrijden doel en water vragen
100
Aanval Schuimopstelling
AFLEG fase 3 keert terug naar het voertuig en neemt vat SVM en de schuimlans Z4 A AP
101
Aanval Schuimopstelling
AFLEG fase 3 A plaatst vat SVM naast de lijnmenger en steekt de aanzuigslang in het SVM AP
102
Aanval Schuimopstelling
AFLEG fase 3 B A koppelt slang Ø 45 vooraan op lijnmenger AP biedt B schuimlans Z4 aan opent verdeelstuk op vraag van B
103
Aanval Schuimopstelling
AFLEG fase 3 A B A neemt plaats aan de lijnmenger en stelt de juiste concentratie in AP eenmaal schuim aan de lans, neemt A positie aan de lans
104
VOEDINGMANEUVERS
105
Voeding kleine tankwagen
106
Voeding kleine tankwagen
AP KT
107
Voeding kleine tankwagen
Materieel : neemt 1 slang Ø 70 neemt 1 slang Ø 70 B A AP KT
108
Voeding kleine tankwagen
Afleg : gooit slang Ø 70 richting autopomp AANVAL! geeft 1 koppelstuk aan chauffeur A AP KT
109
Voeding kleine tankwagen
Afleg : gooit slang Ø 70 richting autopomp geeft 1 koppelstuk aan chauffeur loopt lijn uit A AP KT
110
Voeding kleine tankwagen
Afleg : loopt ongeveer 20 m richting autopomp gooit slang Ø 70 richting autopomp B AP KT
111
Voeding kleine tankwagen
Afleg : SAMEN KOPPELEN B A AP KT
112
Voeding kleine tankwagen
Afleg : loopt lijn uit richting autopomp geeft koppelstuk aan chauffeur VOEDING ! B AP KT
113
Voeding kleine tankwagen
Afleg : vraagt water aan chauffeur KT vraagt water aan A WATER ! WATER ! A B AP KT
114
Voeding hydrant
115
Voeding hydrant H AP
116
Voeding hydrant Materieel : B A H neemt materiaal hydrant
neemt 1 of 2 slangen Ø 70 B A H AP
117
Voeding hydrant Afleg : H A gooit slang richting hydrant
geeft koppelstuk aan chauffeur VOEDING ! H A AP
118
Voeding hydrant Afleg : H A A loopt lijn uit tot aan hydrant
geeft tweede koppelstuk aan B controleert de voedingslijn en keert terug naar chauffeur vraagt water aan B WATER ! H AP A A
119
SPUIEN Voeding hydrant Afleg : H B hydrant gebruiksklaar maken
koppelt slang Ø 70 op hydrant geeft water op vraag van A SPUIEN H AP B
120
Aanzuigen open water
121
MATERIAAL A1 AP B1 B2 A2
122
A1 MATERIAAL B1 B2 A2 neemt touw en sleutel Ø 110-70
(neemt de reddingsboei en legt deze op een makkelijk bereikbare plaats) A1 AP B1 B2 A2
123
MATERIAAL neemt zuigkorf, slijkzeef en vlotter A1 B1 AP B2 A2
124
MATERIAAL: SITUATIE 1: Zuigslangen op dak van voertuig A1 AP B1 B2 A2
125
B2 MATERIAAL: A1 B1 A2 SITUATIE 1: Zuigslangen op dak van voertuig
begeeft zich op het dak van het voertuig biedt A2 één voor één de zuigslangen aan klimt van voertuig A1 AP B1 B2 A2
126
A2 MATERIAAL: A1 B1 B2 SITUATIE 1: Zuigslangen op dak van voertuig
neemt een zuigslang aan en legt deze neer, beginnend met zuigslang 1, het verst verwijderd van de pomp neemt sleutel Ø A1 AP B1 B2 A2 Zuigslang 1
127
A2 MATERIAAL: A1 B1 B2 SITUATIE 2: Zuigslangen op slede
ontgrendelt de slede en schuift ze volledig uit A1 AP B1 B2 A2
128
B2 A2 MATERIAAL: A1 B1 SITUATIE 2: Zuigslangen op slede
nemen de zuigslangen en leggen ze neer, beginnend met zuigslang 1, het verst verwijderd van de pomp A1 AP B1 B2 A2 Zuigslang 1
129
A2 MATERIAAL: A1 B1 B2 SITUATIE 2: Zuigslangen op slede
neemt sleutel Ø vergrendelt de slede A1 AP B1 B2 A2 Zuigslang 1
130
KOPPELEN: B1 A1 Zodra zuigslang 1 is neergelegd:
A1 legt het touw af & B1 legt de slijkzeef en vlotter af ter hoogte van zuigslang 1 AP B1 A1 Zuigslang 1
131
KOPPELEN: B1 A1 Zodra zuigslang 1 is neergelegd:
A1 biedt zuigslang 1 aan en B1 plaatst hierop de zuigkorf de zuigkorf wordt gekoppeld AP B1 A1 Zuigslang 1
132
KOPPELEN: B1 A1 Zodra zuigslang 1 is neergelegd:
B1 plaatst de slijkzeef A1 bevestigt touw aan zuigkorf en haakt de vlotter in de galleiknoop AP B1 A1 Zuigslang 1
133
KOPPELEN: B2 A2 A1 B1 Onderlinge positie AP Zuigslang 4 Zuigslang 3
134
B2 A2 A1 B1 KOPPELEN: A1 en B1 tillen zuigslang 1 op
A1 en A2 koppelen zuigslangen 1 en 2 de zuigslangen worden op de grond gelegd A1 en A2 spannen de koppelingen aan AP B2 A2 A1 B1 Zuigslang 4 Zuigslang 3 Zuigslang 2 Zuigslang 1
135
B2 A2 A1 B1 KOPPELEN: A1 en B1 tillen zuigslang 1 op
A1 en A2 koppelen zuigslangen 1 en 2 de zuigslangen worden op de grond gelegd A1 en A2 spannen de koppelingen aan AP B2 A2 A1 B1 Zuigslang 4 Zuigslang 3 Zuigslang 2 Zuigslang 1
136
KOPPELEN: de ploegleden houden dezelfde onderlinge positie aan en schuiven door richting voertuig, naar de volgende koppeling. AP B2 A2 A1 B1 Zuigslang 4 Zuigslang 3 Zuigslang 2 Zuigslang 1
137
KOPPELEN: de ploegleden houden dezelfde onderlinge positie aan en schuiven door richting voertuig, naar de volgende koppeling. AP B2 A2 A1 B1 Zuigslang 4 Zuigslang 3 Zuigslang 2 Zuigslang 1
138
B2 A2 A1 B1 KOPPELEN: idem voor koppeling van zuigslangen 3 en 4 AP
139
B2 A2 A1 B1 KOPPELEN: idem voor koppeling van zuigslangen 3 en 4 AP
140
TE WATER : B1, A2 en B2 behouden dezelfde onderlinge positie en verdelen zich over de totale lengte van de zuigleiding A1 begeeft zich naar de achterzijde van het voertuig B1 zorgt dat het touw niet hindert bij het te water laten van de zuigleiding AP A1 B2 A2 B1
141
A1 B2 A2 B1 TE WATER : de zuigleiding wordt opgetild
A1 positioneert de koppeling ten opzichte van de pompingang de chauffeur koppelt de zuigleiding op de pompingang AP A1 B2 A2 B1
142
TE WATER : de zuigleiding wordt zo dicht mogelijk bij de waterkant gebracht op bevel van A1 wordt de zuigleiding te water gelaten AP A1 B2 A2 B1
143
A1 A2 B2 B1 TE WATER : B1 maakt de koord tegenstroom vast
B2 neemt, plaatst en bevestigt de elleboog AP A1 A2 B2 B1
144
Opstellen schuifladder
145
Situatie 1: Ladder op dak voertuig
B
146
B A Situatie 1: Ladder op dak voertuig
B begeeft zich op dak voertuig en maakt de schuifladder los B A
147
B A Situatie 1: Ladder op dak voertuig
B begeeft zich op dak voertuig en maakt de schuifladder los B biedt A de onderkant schuifladder aan A
148
B A Situatie 1: Ladder op dak voertuig
B klimt van het voertuig en neemt de bovenkant van de ladder B A
149
A B Situatie 1: Ladder op dak voertuig
B klimt van het voertuig en neemt de bovenkant van de ladder B begeeft zich met A naar de opstelplaats A B
150
Situatie 2: Ladder op slede
B
151
A B Situatie 2: Ladder op slede
A ontgrendelt de slede en schuift ze volledig uit A B
152
A B Situatie 2: Ladder op slede
A ontgrendelt de slede en schuift ze volledig uit A B
153
A B Situatie 2: Ladder op slede
A ontgrendelt de slede en schuift ze volledig uit A verwijdert de riem en tilt de onderkant van de ladder uit de slede A B
154
B A Situatie 2: Ladder op slede
A laat bovenkant ladder naar beneden glijden B neemt de bovenkant ladder; samen gaan ze naar de opstelplaats B A
155
Opstellen van de schuifladder
neerleggen van ladder: loodrecht op de muur, 2 Ã 3 meter tussen onderkant ladder en muur, 2 wielen naar boven 2 wielen 2 Ã 3 m
156
A Opstellen van de schuifladder
A zet beide voeten op de onderste trede en neemt de spurten vast, achteroverhangend doet A dienst als contragewicht A
157
A B Opstellen van de schuifladder
B tilt de bovenkant van de schuifladder op en richt de ladder op tot evenwichtsstand (90°) A B
158
Opstellen van de schuifladder
B
159
Opstellen van de schuifladder
B
160
Opstellen van de schuifladder
B
161
A B Opstellen van de schuifladder
A plaatst de ladder behoedzaam tegen de muur, B is nu contragewicht A B
162
A B Opstellen van de schuifladder
B schuift de ladder uit, A begeleidt de ladder over eventuele hindernissen B beveiligt het vergrendelingmechanisme A beveiligt de ladder A B
163
Opstellen vlottende pomp
164
A
165
A A neemt 2 touwen en legt deze binnen handbereik
A neemt de gedemonteerde pomp uit de autopomp A
166
B begeeft zich op het dak van het voertuig en neemt draagvlotter, vlotter en reddingsboei
B legt de reddingsboei op een makkelijk bereikbare plaats en ontvouwt de koord B A
167
B A A en B monteren de pomp op de vlotter
A bevestigt één touw aan de draagbeugel, één touw aan het oog van de draagvlotter B A
168
B A B neemt een persslang Ø 70 en rolt ze uit
A koppelt het aangeboden koppelstuk op de vlottende pomp B loopt de slang verder uit B A
169
A plaatst de vlotter aan de slang, ongeveer 1 m. van de pompuitgang
B A
170
A start de pomp en laat de pomp te water door middel van het touw aan de draagbeugel
B begeleidt de gekoppelde persslang B A
171
A B A maakt de touwen vast (tegenstroom)
B neemt, plaatst en bevestigt de elleboog A B
172
Regie Bwm. T. Van Esbroeck
 Regie Bwm. T. Van Esbroeck Kpt. L. Janssens Opleiding Brandweer Gent
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.