De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Drs. F.M. Wiersma, klinisch psycholoog

Verwante presentaties


Presentatie over: "Drs. F.M. Wiersma, klinisch psycholoog"— Transcript van de presentatie:

1 CURSUS FINANCIERING VAN MEDISCH PSYCHOLOGISCHE VERRICHTINGEN 01-04-2011, AMERSFOORT
Drs. F.M. Wiersma, klinisch psycholoog Drs. R. Withaar, klinisch psycholoog Drs. G.G.A. Schuitemaker, klinisch psycholoog Dr. H.G.G. van Balen, klinisch psycholoog

2 CURSUS-PROGRAMMA: 1. Ontwikkelingen rond de financiering van medisch psychologische verrichtingen en de nieuwe mogelijkheden, door drs. F.M. Wiersma. 2. Medisch Psychologische Verrichtingen in DIS, door drs. R. Withaar. 3. Onderhandelen: hoe doe je dat? (Resultaatgericht onderhandelen binnen de organisatie en met zorgverzekeraars), door drs. G.G.A. Schuitemaker. 4. Ontwikkeling financiering Medische Psychologie in Noord-Limburg. (De concrete uitwerking van financiering van psychologische verrichtingen in directe samenwerking met een zorgverzekeraar), door dr. H.G.G. van Balen. 5. Afsluiting.

3 Drs. F.M. Wiersma, klinisch psycholoog
Ontwikkelingen rond de financiering van medisch psychologische verrichtingen en de nieuwe mogelijkheden Drs. F.M. Wiersma, klinisch psycholoog

4 Vertrekpunten, gelegen in de grijze oudheid:
Eerste ziekenhuispsycholoog in 1956; in 1963: 38. Werkgroep PAZ opgericht in 1970; in 1973: 103. Financiering: als onderdeel van de verpleegprijs. NZR-studiegroep: werklast per KP is 180 patiënten per jaar; NIP-PAZ: 160 patiënten per jaar. COZ, 1974: sociaal wetenschappelijke staf voor 0,72 gulden per opgenomen patiënt per dag, dus per verpleegdag, in ziekenhuis van 400 bedden (met psychiater 300 bedden). Andere normen voor de PAAZ. Voorbeeld uit 1975: 360 bedden (met psychiater), 0,80 gulden p.p.p.d., 7000 opnamen, gemiddelde ligduur 20 dagen, levert gulden op voor begroting MP. Dus, Personeel: 1 KP, ½ KP (K&J), 1 PA, 2 stagiaires. Materieel: goede outillage afdeling, veel testmateriaal.

5 MAAR….. De Wet Ziekenhuisvoorzieningen bepaalde het functiepakket van het algemeen ziekenhuis: de erkenningsbeschikking. De klinisch psycholoog werd toegevoegd aan de nadere detaillering van de erkenningsbeschikking (1977). Dat bleek geen adequaat planningsinstrument voor de klinische psychologie in het algemeen ziekenhuis. Directies hadden vrij spel bij het bepalen van de formatie MP. Overschot aan onervaren psychologen; vrije markt. Wildwest taferelen: grote verschillen in bezetting, in salaris, in faciliteiten, in positie binnen de organisatie. De activiteiten van de MP moesten uitsluitend klinisch zijn, maar dat waren ze feitelijk al jarenlang niet meer.

6 Wat meer structuur: 1978: de eerste CAO Ziekenhuizen! 1980: DG Volksgezondheid beschrijft de functie-inhoud van de klinisch psycholoog en “verbiedt” de verlengde arm-constructie van de psychiater. 1983: de budgettering doet z’n intrede, een ramp voor MP; MP valt binnen de “algemene middelen” (bulkbedrag voor de ‘overhead’) en is daarmee losgekoppeld van alle ziekenhuisparameters. 1984: nieuwe Nota Geestelijke Gezondheidszorg van de staatssecretaris van WVC; ontplooiingsmogelijkheden voor de ziekenhuispsychologie. 1986: FWG-systeem, psychologen ingedeeld bij de groep medische en sociaal-wetenschappelijke functies; rust rond de salariëring. 1988: advies en rapport "Klinisch psycholoog in ziekenhuizen en verpleeghuizen" van de Nationale Raad voor de Volksgezondheid m.b.t. 5 hoofdpunten.

7 De 5 hoofdpunten van het NRV-rapport uit 1988:
Taak en functie van de klinisch psycholoog in het algemeen ziekenhuis; Plaats binnen de organisatie en de organisatorische consequenties daarvan; Kwaliteitsbevordering en - bewaking; Kwantitatieve normering; Financiële gevolgen. Ad 1. Goede beschrijving van taken en functie. Poliklinische activiteiten zijn toegestaan. Ad 2. Eigenstandige beroepsverantwoordelijkheid en autonome positie voor MP. Ad 3. Alleen BIG-geregistreerde psychologen in ziekenhuizen. Ad 4. Eindelijk een norm voor het aantal psychologen per ziekenhuis (los van de PAAZ): (het totaal aantal opnamen per jaar x 2%) : 126 = .. Ad 5. Bij doorrekening blijkt dat er nog lang niet voldaan wordt aan wat nodig zou zijn bij volledige invulling.

8 De Financiën van het Ziekenhuis:
De inkomsten van het ziekenhuis bestaan uit een extern budget en overige inkomsten. Het externe budget is opgebouwd uit Diagnose Behandel Combinaties (DBC’s). Een DBC is het geheel van activiteiten van ziekenhuis en medisch specialist, voortvloeiend uit de zorgvraag waarvoor de patiënt de medisch specialist in het ziekenhuis consulteert. Ieder van deze DBC-zorgtrajecten wordt getypeerd met een DBC-code: zorgtype + diagnose + behandeling. Invoering De DBC-prijs bestaat uit: 1. het kostendeel ziekenhuis en 2. het honorariumdeel specialisten. Diagnose Behandel Combinaties zijn financieel verdeeld in: 1. het A- segment (90%): ter financiering van extern budget, met vaste tarieven vastgesteld door de NZa en 2. het B- segment (10%): inkomsten, met vrije prijzen.

9 De A- en B-segmenten hebben vaste en variabele componenten, wegingsfactoren, e.d.
Per jaar moeten er structureel meer DBC’s van het A-segment naar het B-segment worden overgeheveld, zodat er meer een marktwerking met vrije prijzen ontstaat. Er is een grote vertraging. De inkomsten vloeien voort uit het extern budget (vast en variabel), terwijl het declareren van DBC’s (en verrichtingen) in het A-segment een voorschot oplevert. Het extern budget en voorschot (DBC) vloeien samen door: 1. Verrekenpercentage / DBC verrekentarief (vastgesteld door NZa, verschilt per ziekenhuis en ‘compenseert’ het verschil tussen het vastgestelde externe budget en de gedeclareerde behandelingen), en 2. Jaarlijkse nacalculatie.

10 De variabele component:
Bijzondere functies (dialyse). Hartrevalidatie. Productiegebonden (opnamen, EPB, enz.). Eerstelijns (lab, fysiotherapie, enz.). Overige (o.a. dure geneesmiddelen). Eerstelijns: Laboratorium onderzoeken t.b.v. huisartsen. Röntgenonderzoeken t.b.v. huisartsen. Functieonderzoeken t.b.v. huisartsen. Poliklinische fysiotherapie. Poliklinische logopedie. Poliklinische bevallingen. Overige.

11 Hoe verder met de DBC’s? Grootste kritiek na een jaar: gebrek aan transparantie. DBC-Onderhoud regelt de doorontwikkeling van DBC’s (DOT). Sterke reductie van het aantal DBC’s wordt voortgezet. Naarmate de verschuiving van A- naar B-segment vordert, neemt het ‘overhead’-bedrag af. En de Medische Psychologie? Die valt onder de “algemene middelen” van het ziekenhuisbudget, het bulkbedrag voor de ‘overhead’-kosten van het ziekenhuis. Raden van Bestuur denken geen geld meer te hebben voor MP en willen “outsourcen” of andere constructies. Maar toch…..het is primair de verantwoordelijkheid van het ziekenhuis medisch-psychologische verrichtingen onder te brengen in het DBC-systeem en dit uit te onderhandelen. Is dat in uw ziekenhuis ook gebeurd? Hebt U dat bewerkstelligd?

12 Moet U bang zijn voor de ontwikkelingen?
Een lang bestaande arbeidsovereenkomst kan niet zomaar worden ontbonden. Dat kan bv. wel bij faillissement en reorganisatie. Daarbij spelen vakbonden en de rechterlijke macht een grote rol. In tijden van zeer grote financiële nood kan het ziekenhuis daar een argument van maken, maar het is daarin niet alleen partij. Uitkomsten van plannen zijn moeilijk voorspelbaar. U moet het ziekenhuis aan zijn verantwoordelijkheden houden en nagaan wat er m.b.t. de financiering gedaan en onderzocht is. U onderzoekt met het ziekenhuis uw eigen mogelijkheden tot financiering van de MP-verrichtingen en gaat de uitdaging aan.

13 De nadelen van de somatische DBC’s voor MP:
Medisch Psychologische verrichtingen blijken nauwelijks in de somatische DBC’s voor te komen. Medisch Psychologische verrichtingen, i.c. consulten, komen voor in DBC’s betreffende diabetes, hoofdpijn, slaap, oncologie en dementie. Bij doorontwikkeling o.b.v. zeer grote aantallen zullen de psychologische verrichtingen nergens meer zichtbaar zijn in de somatische DBC’s. Als MP niet terug te vinden is in de DBC’s, kan MP financieel niet in stand gehouden worden. Er dient dus goed en afzonderlijk geregistreerd te worden met een koppeling aan de DBC’s. Met DBC-Onderhoud werd een apart registratiesysteem in NZa-codes ontworpen door de PAZ-LVMP.

14

15 Het verloop van de registraties:
De registratie van MP-gegevens ging in 2006 van start. Niet alle afdelingen MP registreren. Er wordt soms nog op afzonderlijke formulieren geregistreerd en niet elektronisch. De afdelingen financiële administratie van de ziekenhuizen verwerken de formulieren doorgaans niet. De NVZ meent in 2007 dat ze haar leden niet kan verplichten de MP-verrichtingen (elektronisch) te laten registreren. In veel ziekenhuizen gebeurt dat desondanks toch. De afdelingen financiële administratie sturen de elektronische registratieresultaten van MP veelal niet door naar DBC-O.

16 In ziekenhuizen met een PAAZ worden MP-verrichtingen vaak geregistreerd in GGZ-DBC’s.
De koppeling met de somatische DBC’s is lastig, bijvoorbeeld omdat de koppeling niet gemaakt wordt of omdat de medisch specialist de DBC gesloten heeft, terwijl de psycholoog nog lang niet klaar is. Dat levert op z’n minst een declaratieprobleem op. In het DIS (DBC-informatiesysteem), dat door DBC-O wordt beheerd, zijn in de afgelopen jaren MP-gegevens van 35 ziekenhuizen binnengekomen, van uitgebreid tot zeer beperkt. De registratie, verwerking en doorvoer van MP-gegevens verloopt dus niet goed. Dat is in alle opzichten zeer nadelig voor de Medische Psychologie. Wat vinden de verschillende betrokken instanties van de inbedding van de medisch psychologische verrichtingen in de ziekenhuiszorg?

17 Standpunten VWS: Brief d.d : Zorgvuldige registratie van verrichtingen in NZa-codes is van groot belang. Bij psychiatrische/psychische stoornissen (mentale stoornissen volgens de DSM-IV) mogen GGZ-DBC’s gebruikt worden door klinisch psychologen en gezondheidszorgpsychologen, respectievelijk als hoofdbehandelaar en als behandelaar. Bij het sluiten van een somatische DBC mag, als de behandeling door de psycholoog nog niet klaar is, een GGZ-DBC geopend worden ter bekostiging van de behandeling. Er dienen daarover afspraken gemaakt te worden met de lokale zorgverzekeraar.

18 2. Brief d.d : Bij zelfstandige behandeling als gevolg van een mentale stoornis (DSM-IV) dienen verrichtingen geregistreerd te worden binnen het DBC-GGZ-systeem en kunnen als zodanig gedeclareerd worden. Alle BIG-geregistreerde professionals (psychologen) mogen de handreiking met de aangepaste spelregels voor de GGZ van de NFZP gebruiken als de NZa dat goedkeurt (over die goedkeuring hebben we niets meer vernomen).

19 Standpunten NVZ: Brief d.d : Het staat de ziekenhuizen vrij de activiteiten van de Medische/Klinische Psychologie al dan niet te registreren (!). Ziekenhuizen die GGZ-zorg willen leveren, moeten een GGZ-erkenning hebben. Met een dergelijke erkenning kunnen productieafspraken gemaakt worden met zorgverzekeraars. Opmerking (CIBG-VWS, 2010): Het aanvragen van de GGZ-erkenning is sinds enige tijd voor de algemene ziekenhuizen niet meer noodzakelijk. Wanneer een algemeen ziekenhuis curatieve GGZ wil toevoegen aan het ziekenhuis dan kan dat zonder meer. GGZ-behandeling valt onder de toelating medisch specialistische zorg (ongeacht of de zorg in een GGZ-instelling of in een algemeen ziekenhuis wordt verleend en zonder dat daarmee is gezegd dat alleen de medisch specialist deze zorg mag verlenen).

20 Verzoekschrift aan de NZa, via advocaat Wijnberg:
Laat MP overgaan op het gebruik van GGZ-DBC’s. Nooit een reactie ontvangen. Dreiging met in-gebreke-stelling opgeschort door beweging bij ZN (actie Potjens). Standpunten CVZ: Medisch psychologische zorg in ziekenhuizen is belangrijk. De ontwikkelingen worden afgewacht.

21 Standpunten ZN: Circulaire d.d , o.a. betr. hoofdbehandelaarschap: Hoofdbehandelaarschap tweedelijns GGZ beperkt zich tot psychiater, klinisch psycholoog en een vrijgevestigde psychotherapeut. Medisch psychologische zorg in algemene ziekenhuizen is onderdeel van somatische DBC’s en geen tweedelijns GGZ. De medisch psychologische zorg is eerder op te vatten als eerstelijns GGZ. Het kenniscentrum van ZN blijkt zeer slecht geïnformeerd over de opleiding, werkzaamheden, functie en positie van de professionals die zich bezighouden met de medische psychologie in het ziekenhuis. Het is belangrijk dat de medisch psychologische zorg door ziekenhuizen wordt geregistreerd en opgenomen in het somatische DBC-profiel. Bij een psychiatrische stoornis volgt verwijzing naar de reguliere tweedelijns GGZ en wordt de zorg die men daar levert gewoon vanuit de GGZ bekostigd.

22 Het bureau ZN adviseert medisch psychologische zorg in algemene ziekenhuizen in te kopen als onderdeel van somatische DBC’s en niet als tweedelijns GGZ. Het NIP reageert uitvoerig en zeer duidelijk op de circulaire. Martin Potjens van ZN wil het probleem oplossen. Martin Potjens d.d : In die circulaire is het hoofdbehandelaarschap dusdanig vastgesteld dat een groot gedeelte van de medisch psychologen als hoofdbehandelaar voor eigenstandige tweedelijns GGZ kwalificeren uit hoofde van hun opleidingscurriculum. Naar ik begrijp, wordt er in het inkoopgesprek gesteld dat medische psychologie geen curatieve GGZ is. Dit laat echter onverlet dat een behandelaar die werkzaam is in de medische psychologie maar wel gekwalificeerd is conform de circulaire van juni 2009, DBC GGZ kan openen en sluiten als hoofdbehandelaar voor eigenstandige tweedelijns GGZ.

23 Brief ZN aan het NIP, d.d. 03-03-2010:
Het is aan locale partijen om op basis van de zorgvraag en de inhoud van het zorgaanbod te bepalen of er productieafspraken voor de tweedelijns GGZ in ziekenhuizen worden gemaakt. Commentaar: Dit was niet de gewenste uitkomst, maar het biedt zeker mogelijkheden.

24 Interne brief ZN van het kenniscentrum GGZ aan de commissie GGZ d. d
Dat een aanbieder van Medisch Psychologische Zorg ook kan voldoen aan de kwalificaties vereist voor het leveren van GGZ-zorg (i.e. een klinisch psycholoog) betekent uiteraard niet dat de zorg die men levert (in dit geval de Medisch Psychologische zorg) dan dus ook als GGZ-DBC gefinancierd mag/kan worden. Dat de Medisch Psychologische Zorg bij de inrichting/ontwikkeling van de somatische DBC’s onvoldoende in de DBC’s c.q. DBC-profielen is meegenomen, mag geen reden zijn deze zorg via de achterdeur vanuit de GGZ te gaan bekostigen. Ergo, een klinisch psycholoog werkzaam binnen een Medisch Psychologische Dienst kan zijn activiteiten voor die zorg niet als GGZ-DBC declareren. Met andere woorden, het is het type zorg dat geleverd wordt wat bepaald hoe het gefinancierd wordt en niet de kwalificaties van de persoon die de zorg levert.

25 NB. Ter versterking van de positie van de MPZ binnen een ziekenhuis zou overwogen kunnen worden om in samenspraak met het NZa tot aparte MPZ-medebehandelingsDBC -profielen/producten te komen voor specifieke somatische doelgroepen die intensieve MPZ behoeven. De financiële middelen hiervoor dienen dan wel uit de betrokken somatische DBC’s gehaald te worden. Historisch beperkt de Medisch Psychologische Zorg zich in veel ziekenhuizen voornamelijk tot de klinische patiënt terwijl diverse ontwikkelingen (zoals o.a. verkorting van de opname duur) de beschikbaarheid van ambulante Medisch Psychologische (na-)Zorg vanuit de Medisch Psychologische Diensten voor speciale doelgroepen wenselijk maakt; dit naast de gebruikelijke ambulante somatische (na-)zorg. Geadviseerd wordt de collega's van de ziekenhuiszorginkoop hierop opmerkzaam te maken. Ook dit pleit overigens voor een overweging om voor speciale doelgroepen in samenspraak met het NZa tot aparte MPZ-medebehandelingsDBC -profielen/producten binnen de Somatische DBC systematiek te komen.

26 Commentaar: Kennis van de gangbare benamingen van afdelingen als ‘Medische Psychologie’ of ‘Klinische Psychologie’ heeft het kenniscentrum blijkbaar niet. Dat is verontrustend. Dit is een brief die er uitsluitend op gericht is klinisch en GZ-psychologen in ziekenhuizen voor de medische psychologische verrichtingen geen GGZ-DBC’s te laten gebruiken. Men vindt dat oneigenlijk. Er wordt volledig voorbijgegaan aan het onomstotelijke feit dat de klinisch psycholoog in het algemeen ziekenhuis uitsluitend specialistische GGZ bedrijft, niets anders doet en nooit anders gedaan heeft. Deze brief is nog niet officieel publiek gemaakt. Het enige goede aan de brief is de suggestie medebehandelingsDBC’s in het leven te roepen.

27 Financieringsmogelijkheden van MP-verrichtingen:
Voer een meersporenbeleid m.b.t. de financiering. Gebruik maken van bestaande gefinancierde functies, bv. hartrevalidatie, of gefinancierde zorgpaden binnen het ziekenhuis of in samenwerking met de eerstelijn. Gebruikmaken van de somatische DBC’s, waarin medisch psychologische verrichtingen voorkomen, bv. diabetes, oncologie, dementie (geriatrie), slaap, hoofdpijn. Het lokaal inbrengen van medisch psychologische verrichtingen in somatische DBC’s, waarbij U regelmatig in consult wordt geroepen. Gebruik daarbij bv. de productbeschrijvingen van de PAZ (NIP-uitgave 2010). De medebehandelingsDBC’s worden in overleg met DBC-Onderhoud ontwikkeld (actie PAZ/LVMP-bestuur).

28 Het gebruik van GGZ-DBC’s.
In ziekenhuizen met een PAAZ gebeurt dit al op grote schaal, maar ook in ziekenhuizen zonder PAAZ is dit ‘wettelijk’ mogelijk. Om GGZ-DBC’s te kunnen gebruiken dient U in het bezit te zijn van een AGB-zorgverlenerscode, on line aan te vragen bij Vektis ( onder 94. Psychologische zorgverlener). Daarnaast dient U een AGB-praktijkcode bij Vektis aan te vragen. Geef de praktijk een naam. Laat het ziekenhuis participeren en kies een ondernemingsvorm: eenmanszaak, maatschap, coöperatie, BV, e.d. Maak contractuele afspraken over de financiële stromen. Schrijf U in bij de regionale Kamer van Koophandel (bij een maatschap hoeft dat niet). Met de AGB-codes kunt U een overeenkomst aangaan met verschillende (koepels van) zorgverzekeraars. Doe dit in goed overleg met het ziekenhuis. Regel de declaraties via de financiële administratie van het ziekenhuis.

29 6. GGZ-instelling (maatschapsmodel?).
Een alternatief is de automatische toelating voor behandeling van gedragswetenschappelijke aard. Voor het laatste wordt de instelling geacht te zijn toegelaten, indien 2 of meer klinisch psychologen (BIG-specialisten, die zich geen medisch specialisten mogen noemen) met elkaar samenwerken en daarmee een instelling vormen. Er is dan dus sprake van een zelfstandige groepspraktijk. In een ziekenhuis gaan ze onder de vlag van de toelating medisch specialistische zorg mee en is een afzonderlijke toelating niet nodig. Voorwaarde is dat er geen verblijf aan de GGZ wordt gekoppeld, omdat dit nog wel een afzonderlijke toelating behoeft.

30 Het ziekenhuis is verantwoordelijk voor de verstrekking van de medisch psychologische zorg.
De financiering van medisch psychologische verrichtingen dreigt in de knel te raken en vormt op afzienbare termijn een probleem. Het ziekenhuis is als probleemeigenaar verantwoordelijk voor een adequate oplossing van het probleem en die verantwoordelijkheid kan niet uitsluitend bij de professionals worden neergelegd. Blijf rustig doorgaan met het regelen van de financiering van de medisch psychologische verrichtingen op alle mogelijke manieren. Zoek met uw Raad van Bestuur en Medische Staf naar de voor uw situatie meest geschikte oplossingen.

31 Dank U voor uw aandacht. Zijn er vragen?


Download ppt "Drs. F.M. Wiersma, klinisch psycholoog"

Verwante presentaties


Ads door Google