Download de presentatie
1
Proeftoets periode 1 4 havo
2
‘Rood als een klaproos’
Kijk naar de titel, de inleiding en het slot. Blozen. 2. In alinea 1 wordt de aandacht getrokken en het onderwerp genoemd. In alinea 2 begint dus het middenstuk met het eerste deelonderwerp: natuurlijke lichaamsreactie. 3. Kijk naar signaalwoorden. Kortom alinea 10.
3
‘Rood als een klaproos’
1. Iedereen doet het. 2. Risicogroepen. 3. Behandelmethoden. 4. Lees de eerste en laatste zinnen van de alinea’s en kijk of je de kernwoorden ziet of synoniemen ervan. Iedereen ‘Ieder mens bloost weleens, …’, dus deel 1 begint bij alinea 3. Risicogroepen = groepen die ergens de meeste kans op lopen. alinea 6. 5. ‘Bloosangst is niet iets wat vanzelf overgaat, maar er zijn diverse manieren om er vanaf te komen.’ Deel 3 – behandelmethoden – begint dus bij alinea 8.
4
‘Rood als een klaproos’
Ga alle functies af en bedenk in welk deel van de tekst ze voor kunnen komen: Begripsomschrijving: inleiding – onderwerp introduceren - en midden. Bewijs: midden. Conclusie: slot, ook wel eens midden. Constatering: inleiding. Oorzaken: midden. Probleemstelling: inleiding. Samenvatting: slot. Tegenwerping: midden. Toepassing: midden. Voorbeelden: inleiding – om aandacht te trekken – en midden – als uitleg. 6. Alinea 1 is de inleiding, dus kiezen uit 1, 4, 6 en 10. Er worden voorbeelden gegeven van oorzaken van blozen. 7. Alinea 2 is midden, dus kiezen uit 1, 2, 5, 8 en 10. Er wordt een definitie van blozen gegeven, dus begripsomschrijving.
5
‘Rood als een klaproos’
Kernzin is VAAK de eerste of de laatste zin. Beslis niet te snel: soms is de eerste zin een inleidende zin en moet je juist de tweede of derde kiezen. 8. Tweede zin. 9. Zin erna: ‘Het bewijst dat zij gevoelig zijn voor de mening of reactie van anderen.’ 10. Tussen onbewust en bewust blozen. 11. Echter (in de derde zin).
6
‘Rood als een klaproos’
Soms helpen volgende vragen je met het antwoord op vorige: zie vraag 4 en 12. 12. Mensen die denken dat ze sneller en dieper blozen dan anderen (alinea 6) en mensen die blozen aangeleerd krijgen (alinea 7). 13. Daarnaast. 14. Eerste zin alinea 8: ‘Bloosangst is niet iets wat vanzelf overgaat, maar er zijn diverse manieren om ervan af te komen.’ 15. Opereren (alinea 8) en gedragstherapie (alinea 9).
7
‘Rood als een klaproos’
16. Signaalwoorden samenvatting: kortom, samengevat, met andere woorden, al met al. Signaalwoorden conclusie: dus, daarom, dat houdt in, concluderend, ik kom tot de slotsom dat, kortom, al met al. Signaalwoorden uit het hoofd leren! Hele alinea is een samenvatting (A). 17. Uiteenzetting: uitleggen, samenvatting in slot. Beschouwing: onderwerp van verschillende kanten belichten, probleemstelling in inleiding, samenvatting en antwoord probleemstelling in slot. Betoog: overtuigen, stelling in de inleiding, samenvatting en conclusie = herhaling stelling in slot. Hier wordt iets uitgelegd, namelijk wat blozen is, dus uiteenzetting. 18. Probleemoplossingstructuur.
8
‘Therapiecultuur is geen garantie voor geluk’
Logisch, want ‘er was destijds totaal geen aandacht voor de slachtoffers’, … (zin erna) Als er vroeger geen aandacht voor de slachtoffers is, is het logisch dat zij nu enthousiast reageren. 3. Stelling: Het is erg dat iedereen het zelf maar moest uitzoeken. Hoofdargument: Traumatische gebeurtenissen moeten goed verwerkt worden. Subargument: Anders krijgt een mens maar last van nachtmerries, … zitten. 4. Onderschikkend.
9
‘Therapiecultuur is geen garantie voor geluk’
5. Stelling: het lijkt me dus een mooi en zinvol project. Hoofdargument: de overlevenden van het bombardement in Nijmegen vinden het nu prettig om eindelijk hun verhaal te kunnen doen. Subargumenten, meervoudig: 1. Voor de mensen die hun trauma’s ‘goed verwerkt hebben’, … vertellen. 2. Degenen die hun problemen al die tijd verdrongen hebben, … denken. 6. ‘…, omdat het veel … te laten praten - …’ 7. Dan waren er … ook meer ‘slachtoffers’. 8. Niet-feitelijk, want wat een slachtoffer is, kan voor iedereen anders zijn.
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.