Download de presentatie
GepubliceerdMartina Bogaert Laatst gewijzigd meer dan 10 jaar geleden
1
Ontstaan van het heelal en de aarde
2
Heel, heel lang geleden, we denken zo’n 15 miljard jaar was e niets
Heel, heel lang geleden, we denken zo’n 15 miljard jaar was e niets. Het was overal leeg,koud en donker. Ergens i deze donkere, grote leegte was op een punt een heel klein kosmische ei dat bestond uit vele kleine deeltjes. We noemen dat het oeratoom.
3
Dit oeratoom is toen, 15 miljard jaar geleden, uit elkaar geknald
Dit oeratoom is toen, 15 miljard jaar geleden, uit elkaar geknald. We noemen dat wel de grote knal, de Big Bang. Hierbij zijn alle kleine deeltjes met een enorme kracht weggeslingerd.
4
Deze deeltjes zweefden door de grote leegte
Deze deeltjes zweefden door de grote leegte. Deze stofjes en waterdruppels waren zo klein dat je ze met het blote oog niet eens zou kunnen zien. Steeds verder zweefden de deeltjes. Het heelal is zo groot dat we het niet eens zouden kunnen meten.
5
Het lijkt wel of er nooit een einde aan komt
Het lijkt wel of er nooit een einde aan komt. De deeltjes konden dus heel, heel lang steeds verder weg zweven. Proefje met ballon
6
Door de kracht van de grote knal waren alle deeltjes gaan draaien en bewegen. Na een hele lange tijd (1 miljard jaar) zo draaiend en tollend verder en verder te hebben gezweefd, kwamen er deeltjes dicht bij elkaar. Al draaiend en botsend gingen ze steeds dichter bij elkaar. Zo ontstonden heel veel van deze wolken in het heelal.
7
Hoe dichter de deeltjes bij elkaar kwamen hoe meer ze botsten
Hoe dichter de deeltjes bij elkaar kwamen hoe meer ze botsten. Door al dat botsen werd het steeds warmer in de wolk. Bovendien ging de wolk sneller draaien. Door dat draaien werd het nog heter in de wolk.
8
Een hete vuurbal ontstond
Een hete vuurbal ontstond. Er waren deeltjes zo heet geworden dat er steeds bij het botsen met een ander deeltje een ontploffing kwam. Al die ontploffingen maakten de bol nog heter. De bol begon licht te geven. Zo ontstonden de sterren. Daardoor was er licht in de donkere ruimte.
9
Door al dat draaien en botsen werden zwaardere deeltjes naar buiten geslingerd. Ook deze deeltjes trokken naar elkaar toe. Ze draaien, tolden om elkaar, steeds dichter bij elkaar. Steeds meer botsingen. Steeds warmer. Tot het een hete vloeibare bol was. Zo’n draaiende vuurbal noemen we een planeet. Een van de planeten is onze aarde.
10
De aarde begon dus als een kokend hete bol
De aarde begon dus als een kokend hete bol. Die bol pruttelde en kolkte en spuwde vuur. De aarde straalde warmte en was vol hete dampen. Rondom de aarde was het koud. De damp steeg op en kwam tegen de koude laag. De damp veranderde in waterdruppels. Zo kwam het dat het ging regenen. Het regende miljoenen jaren op aarde.
11
Doordat de regen viel op de gloeiend het bol, verdampen de druppels
Doordat de regen viel op de gloeiend het bol, verdampen de druppels. Er kwam een dikke laag damp om de aarde heen. Zo dicht was die laag dat het licht er niet doorheen kon schijnen. Langzaam, heel langzaam koelde de aarde, door al die regen af.
12
Planeten draaien zelf rond en ze draaien in een baan om een ster
Planeten draaien zelf rond en ze draaien in een baan om een ster. De ster (de zon) draait ook. Alles in het heelal draait en beweegt.
13
De dampen (gassen) werden vloeibaar (water)
De dampen (gassen) werden vloeibaar (water). De hete vloeibare massa kreeg een korst. Zo ontstond het land. In de lage delen, de kuilen bleef het water staan. Zo ontstonden de zeeën. De aarde was zover afgekoeld dat er minder water verdampte. De waterdamp (wolken) werden minder en dunner.
14
Het licht van de zon kon de aarde bereiken
Het licht van de zon kon de aarde bereiken. Toen had de aarde 1 stuk land en daarom heen 1 grote zee. Dat land noemen we het oercontinent Pangea. Delen van het land schoven later uit elkaar. De aarde ziet er nu anders uit dan toen.
15
Een van de sterren is onze zon
16
De zon is voor onze planeet de aarde de belangrijkste ster
De zon is voor onze planeet de aarde de belangrijkste ster. Om de zon draaien nog meer planeten: Mercurius, Venus, Mars, Jupiter, Saturnus, Uranus en Neptunus. Als die planeten zijn verschillende. Om sommige planeten draaien manen.
17
De zon is maar 1 ster van een groep van 100 miljard sterren
De zon is maar 1 ster van een groep van 100 miljard sterren. Zo’n groep sterren met planeten en manen noemen we een melkwegstelsel. Er zijn veel, heel veel melkwegstelsels in het heelal. Zo groot, zo veel, zo ver………………….. Je kan het niet meten, niet tellen. Je kan er niet heen.
18
Wie weet is daar nog ergens nog een planeet als de aarde.
Niet te koud. Niet te droog. Niet te nat………, maar precies genoeg om te LEVEN
19
Opbouw aarde
20
Dit was de eerste les Uitleg opdracht!
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.