Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
1
Chemisch rekenen: overzicht
: molmassa (g/mol) Massa (in g) x 6,02*1023 ⇄ ⇄ Aantal deeltjes Mol x molmassa (g/mol) : 6,02*1023 x ρ : ρ x V : V Volume (s) of (l) Molariteit
2
Chemisch rekenen Bereken het volume van 8,7*1025 moleculen H2O?
Stap 1: 8,7*1025 moleculen = 1,445*102 mol H2O Stap 2: 1,445*102 mol H2O = 2,604*103 g H2O Stap 3: 2,604*103 g H2O = 2,609*103 mL H2O = 2,6*103 mL H2O
3
Chemisch rekenen Bereken het aantal mol/L volume van 8,7*1025 moleculen glucose in 2,0 L H2O? Stap 1: 8,7*1025 moleculen = 1,445*102 mol glucose Stap 2: 1,445*102 mol / 2,0 L = 0,723*102 mol/L
4
Chemisch rekenen Bereken het aantal gram glucose in 3,0 L 0,5 M glucose-opl Stap 1: ,0*0,5 = 1,5 mol glucose Stap 2: ,5 mol * 180 g/mol = 270 g glucose
5
Chemisch rekenen Bereken hoeveel L 0,100 M glucose je kan maken met 360,4 gram glucose Stap 1: ,4/180,2 = 2,000 mol glucose Stap 2: ,000 mol / 0,100 M = 20,0 L 0,1M glucose-opl
6
Chemisch rekenen Bereken het m% koolstof in glucose
Stap 1: bereken massa van glucose = 6* *1+6*16 = 180 g/mol Stap 2: bereken massa C = 6*12=72 g/mol Stap 3: bereken massa% C = 72/180*100% = 40 m% C
7
Chemisch rekenen Massa%: massa van ‘wat je moet bepalen’ *100% totale massa Massa%0: massa van ‘wat je moet bepalen’ *1000% totale massa Massa% is dus per honderd en Massa% is per duizend
8
Chemisch rekenen Bereken het aantal mppm koolstof in glucose
Massa% is per honderd en Massa% is per duizend Massappm is per miljoen massa van ‘wat je moet bepalen’ *106 = m ppm totale massa Bereken het aantal mppm koolstof in glucose 72u/180u*106 = 4,0*105 mppm C in glucose
9
Chemisch rekenen Bereken het aantal gram/L koolstof in de oplossing als je een 2,00 m%-oplossing van glucose hebt (de dichtheid van de oplossing = 1,0) 2,00m% 2g/100mL = 20 g glucose/L m% C = 40 m% 20g glucose = 0,4*20 = 8,0 g C
10
Chemisch rekenen Bereken hoeveel gram NaCl aanwezig is in 10,0 L van een oplossing die 2,00*102 mppm NaCl bevat. Gegeven is dichtheid = 1,001 g/mL 2,00*102 mppm 200g/106 g 10 L = 10,0 * 1001 g/L = g (10010/106) = 1 ppm (10010/106) *2,00*102 0,01001*200 = 2,00 g NaCl in 10,0 L
11
Chemisch rekenen a) Bereken het aantal gram HCl/L als: dichtheid oplossing = 1,178 g/mL m% HCl in oplossing = 36,0m% Stap 1: dichtheid oplossing = 1,178 g/mL en 36,0m% HCl 0,36*1,178 = 0,421 g HCl/mL Stap 2: 0,421 g HCl/mL = 421 g HCl/L b) Bereken [HCl] 421 g/L = 421/(1,008+35,45) = 11,55 M
12
Chemisch rekenen Bereken de molariteit H2SO4 als: dichtheid oplossing = 1,832 g/mL m% H2SO4 in oplossing = 98,0m% Stap 1: dichtheid oplossing = 1,832 g/mL en 98,0m% H2SO4 0,98*1,832 = 1,795 g H2SO4/mL Stap 2: 1,795 g H2SO4/mL = 1795 g H2SO4/L Stap 3: 1795 g H2SO4/L = 1795 g/(98,08g/mol) = 18,3 M H2SO4
13
Chemisch rekenen Bereken hoeveel mol Calciumnitraat en hoeveel mol natriumcarbonaat je nodig hebt om 100 gram calciumcarbonaat te maken. Stap 1: 100,1 g CaCO3 = 1,00 mol CaCO3 Stap 2: Ca2+ + CO32- CaCO3 Verhouding Ca2+ : CO32- : CaCO3 = 1 : 1 : 1 nodig 1 mol Ca2+ en 1 mol CO32- Stap 3: Ca(NO3)2 Ca NO Na2CO3 2 Na+ + CO32- : : : : 1 Stap 4: nodig = 1 mol Ca(NO3)2 en 1 mol Na2CO3
14
Chemisch rekenen Bereken hoeveel gram Calciumnitraat en hoeveel mol natriumcarbonaat je nodig hebt om 100,1 gram calciumcarbonaat te maken. Stap 1: 100,1 g CaCO3 = 1,00 mol CaCO3 Stap 2: Ca2+ + CO32- CaCO3 Verhouding Ca2+ : CO32- : CaCO3 = 1 : 1 : 1 nodig 1 mol Ca2+ en 1 mol CO32- Stap 3: Ca(NO3)2 Ca NO Na2CO3 2 Na+ + CO32- : : : : 1 Stap 4: nodig = 1 mol Ca(NO3)2 en 1 mol Na2CO3
15
Chemisch rekenen Bereken hoeveel L 0,1 M Calciumnitraat en hoeveel L 0,2 M natriumcarbonaat je nodig hebt om 1001 gram calciumcarbonaat te maken. Stap 1: 1001 g CaCO3 = 10,0 mol CaCO3 Stap 2: Ca2+ + CO32- CaCO3 Verhouding Ca2+ : CO32- : CaCO3 = 1 : 1 : 1 nodig 10,0 mol Ca2+ en 10,0 mol CO32- Stap 3: Ca(NO3)2 Ca NO Na2CO3 2 Na+ + CO32- : : : : 1 Stap 4: nodig = 10 mol Ca(NO3)2 en 10 mol Na2CO3
16
Chemisch rekenen Stap 4: nodig = 10 mol Ca(NO3)2 en 10 mol Na2CO3
Gegeven: 0,1 M Calciumnitraat en 0,2 M natriumcarbonaat Stap 5: nodig = 10 mol Ca(NO3)2 en 10 mol Na2CO3 10 mol/0,1 M = 100 L 0,1 M Calciumnitraat-opl 10 mol/0,2 M = 50 L 0,1 M natriumcarbonaat -opl
17
Let op verhouding zout : ion
Chemisch rekenen Let op verhouding zout : ion Dus aantal mol delen door het totale volume Na het affiltreren van de CaCO3 hou je een filtraat over. Bereken de [overgebleven ionen] Stap 1: bereken per ionsoort hoeveel mol overgebleven is Na+ = 10 * 2 = 20 mol (want Na+ : Na2CO3 = 2 : 1) Ca2+ = geheel verbruikt om 1 kg CaCO3 te maken CO32- = geheel verbruikt om 1 kg CaCO3 te maken NO3- = 10 * 2 = 20 mol (want NO3- : Ca(NO3)2 = 2 : 1) Stap 2: bereken per ionsoort de Molariteit [Na+] = 20 mol / ( L) = 0,133 M [NO3-]= 20 mol / ( L) = 0,133 M
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.