Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
GepubliceerdNora Lenaerts Laatst gewijzigd meer dan 10 jaar geleden
1
De dagelijkse praktijk: niet altijd alledaags...
Wim Terryn Internist – Nefroloog RZ Jan Yperman
2
Wie zoekt, die vindt !
3
Casus 1 V, 20 j, astma Koorts, pleurale pijn, hoesten,
Augmentin®, Tavanic®, Aspegic® Koorts, hoesten, hoofdpijn Opname pneumologie: Medrol 32 mg®, Maxipime® iv: snel beter
4
Casus 1 Na 1 maand: + 1 week: creat 2.0 mg % >>> nefrologie
koorts, dyspnoe, hoest, Bloeddruk 18/9 cmHg Bilateraal gedaald ademgeruis oedemen OLM Rx Thorax: pleuravocht bilateraal ++ Creat: 1.2 mg%, lymfopenie, crp 5 mg% “viraal” Lasix®, Amlor®, Maxipime® + 1 week: creat 2.0 mg % >>> nefrologie
5
Casus 1 Serum: Urine: Creat 2.0 mg% Nierinsufficiëntie TE 5.5 g/L
TCHOL 360 mg% Urine: eiwit 5 gr/liter, RBC 100/μL, WBC 300/μL Fase-contrast microscoop: Nierinsufficiëntie Nefrotisch syndroom Nefritis sediment
7
Casus 1 Nierbiopsie: Diagnose: SLE
LM: diffuse proliferatieve glomerulonefritis , IF: “full house” IgG, IgA, IgM, c3 Diagnose: SLE pleuritis, lupus nefritis, WHO klasse IV
8
Casus 1 Behandeling Evolutie:
Solumedrol 500 mg/ dag ged. 3 dagen, daarna 48 mg en trage afbouw Maandelijkse pulsdossisen cyclofosfamide (800 mg iv), daarna switch naar azathioprine Evolutie: na viertal weken verdwijnen nefrotisch syndroom, creat stabiel op 1.6 mg% Kleine ‘opstoten’: optrekken corticoïden mucofenolaat mofetil
9
Casus 1 3 jaar later Creat 2.7 mg%
Zwangerschap (tegen advies, onder ACE-inhibitie, Cellcept, Marevan) Gezonde baby Creat 3.5 mg % met proteïnurie (2 gram/liter) Controle nierbiopsie: fibrose +++
10
Casus 2 M, 59 jaar, ethyl Spoedopname: hoge koorts, hoest / dyspnoe, rood oog Labo: gestoorde levertesten, inflammatoir (sed 60, crp 5 mg%), hematurie RX thorax: streperige verdichtingen, weinig specifiek
12
Casus 2 Verloop: Zinacef ® iv, Valium ®, Neurobion ®, ...
Urinestaal: eiwit 2 g/L Fase-contrastonderzoek: acanthocyten Rood oog: consult oftalmoloog: conjunctivitis? Ontnuchtert....en neemt ontslag tegen advies
13
Casus 2 Na 6 dagen Opname via spoed “doet raar”
bloeddruk 20/10 cmHg, discreet rechter hemibeeld, dysfasie Labo: inflammatoir (WBC /μL, crp 6 mg%), creat 2.6 mg% CT hersenen: normaal LP: licht verhoogd eiwit, verder normaal
14
Casus 2 Evolutie Observatie Stroke Unit, delirium, progressie hemibeeld NMR: diffuse witte stof letsels: Vasculitis? Encefalitis? Nierbiopsie: crescentic glomerulonefritis, pauci-immuun Start Solumedrol pulsen 1000 mg Aspiratie, intubatie, ventilatie, septische shock, acute nierinsufficiëntie, dialyse, (bloeding na biopsie), cAnca: +++ (na 1 week) M Wegener met longaantasting, snel progressieve nierinsufficiëntie, uveïtis, cerebrale vasculitis
15
Casus 2 Verdere evolutie Verder steroïden (medrol 64 mg)
Na de infecties: start cyclofosfamide Na vijf maanden: Volledige neurologische recuperatie Creat 1.5 mg%, normotensie, beperkte proteïnurie Ethyl-vrij Gehuwd...
16
Systeemziekten Vasculitis
Uitgestelde/gemiste diagnosen Spectaculair: verward met pneumonie, sepsis, ...IZ pathologie “Discrete” presentatie: spastisch colon, psychosomatiek, depressie Algemene klachten vs Specifieke orgaanaantasting
17
Koorts van onbekende oorspong: oorzaken
18
Norman, Clin Inf Dis, 2000
19
Vasculitis Inflammatie en schade aan bloedvaten Etiologie onbekend
Heterogene groep ziekten, variabele presentatie, overlap Indelingen: volgens grootte bloedvaten
20
Vasculitis van de kleine en middelgrote bloedvaten
Polyarteritis Nodosa Kleine bloedvaten 1. Immuuncomplex gemedieerd hypersensitiviteitsvasculitis Henoch-Schönlein purpura Urticariële vasculitis Cryoglobulinemische vasculitis Lupus
21
Vasculitis van de kleine en middelgrote bloedvaten
Kleine bloedvaten 2. ANCA-geassocieerd Micro-PAN M Wegener Drug-induced 3. Miscellaneous M Behçet Paraneoplastisch Inflammatoir Darmlijden
22
Vasculitis van de grote bloedvaten
Takayasu Arteritis Reuscelarteritis (Arteritis Temporalis) Polymyalgia Rheumatica
23
M Wegener Prevalentie: 1/20.000
Vooral volwassenen, doch alle leeftijden Inflammatoir infiltraat in/rond kleine bloedvaten bloedvaten Granulomen (kleine/grote) Necrotiserend Aangetaste organen >> luchtwegen en nieren (80 %) < musculoskelettaal, oog, huid, zenuwen
24
M Wegener: luchtwegen Neus, sinussen, trachea, oor Longen “allergie”
bronchitiden chronische sinusitis / otitis recidiverende neusbloedingen Longen Hoest, pleuritis, dyspnoe, hemopthysis
26
infiltraatjes
27
Interstitiele verdichtingen
28
Granulomen pleura
29
granuloom
31
longbloeding
34
zadelneus
36
M Wegener: nefrologisch
Hematurie/proteïnurie Snel progressieve nierinsufficiëntie Histologie: glomerulonefritis, necrotiserend, granulomen (equivalent vasculitis)
38
M Wegener: diagnose ANCA: anti-neutrofiel cytoplasmatische antistoffen
screening: indirecte immunofluorescentie IIF cANCA Cytoplasmatisch pANCA Perinucleair
39
cANCA Grof granulair ELISA (=identificatie): anti-proteïnase 3 (PR3)
Specifiek, % Afhankelijk ziekte-activiteit
40
pANCA Weinig specifiek (infecties, andere vasculitis)
ELISA: anti-myeloperoxidase (MPO)
41
M Wegener, cANCA Sensitiviteit Specificiteit
90 % bij floriede ziekte Veel lager bij beperkte ziektevorm Specificiteit in aanwezigheid van kliniek (bv RPGN) bijna 100 % Correleert met ziekte-activiteit
42
SLE: systemische lupus erythematosus
Chronische inflammatoire ziekte Jonge vrouw (20-30), 1/ Auto-immuun ziekte Antistoffen tegen delen van de celkern Immuun-Complex neerslag Onder endotheel Glomerulus Dermo-epidermale junctie van de huid Gewrichten Gevolg: inflammatie / vasculitis, aantasting +/- alle organen
43
SLE: symptomen Angst / depressie / gestoorde cognitie
Constitutionele symptomen Chronisch moeheid: beter met corticoïden /antimalariamiddelen Vermageren Koorts: episodisch Angst / depressie / gestoorde cognitie Deze symptomen kunnen ge¨soleerd voorkomen, vele maanden voor echt de diagnose kan gesteld worden
44
SLE: symptomen Bot/gewrichten Artritis Osteoporose / tendinitis
Asymmetrisch Migratoir Handen (PIP) Matig pijnlijk zelden erosief / deformerend Osteoporose / tendinitis Raynaud Raynaud: spasmen arterien, wit blauw rood pijnlijk,
45
gezichtserytheem of “butterfly rash”
Zon Rood, zwelling Voorbijgaand Dikwijls geïsoleerd Roodheid, wat gezwollen, kan dagen duren
46
discoïde lupus Meer chronisch Geïnfiltreerd Soms hyperkeratose
Gezicht / scalp 5-10 %: SLE Roodheid, wat gezwollen, kan dagen duren
47
discoïde lupus Meer chronisch Geïnfiltreerd Soms hyperkeratose
Gezicht / scalp 5-10 %: SLE Roodheid, wat gezwollen, kan dagen duren
48
discoïde lupus Meer chronisch Geïnfiltreerd Soms hyperkeratose
Gezicht / scalp 5-10 %: SLE Roodheid, wat gezwollen, kan dagen duren
49
discoïde lupus Meer chronisch Geïnfiltreerd Soms hyperkeratose
Gezicht / scalp 5-10 %: SLE Roodheid, wat gezwollen, kan dagen duren
50
Lupus profundus Nodule, pijnlijk
Vasculitis, infiltraat, panniculitis, vetnecrose
51
Bulleuse letsels Subepidermaal; immuuncomplexen
52
Subacute cutane lupus Dikwijls SLE Torso, nek (zelden gezicht)
Annulocyclische vorm
53
Subacute cutane lupus Dikwijls SLE Torso, nek (zelden gezicht)
Papulosquameuse vorm
54
SLE: nieren Meestal vroeg in de ziekte > 50 %
Diverse presentatie (“mimeert de meeste nierziekten”) Prognose goed mits therapie Immuuncomplex-neerslag
55
SLE: diffuse proliferatieve glomerulonefritis (WHO IV)
Verdikking GBM; “wire loop” Hypercellullaire glomerulus
56
SLE: diffuse proliferatieve glomerulonefritis (WHO IV)
Immuuncomplexen “full house” Ig G Ig A Ig M c3
57
SLE; gastro-intestinaal
Dikwijls aangetast Corticoïden NSAID .... Ulcus in duodenum
58
SLE; pulmonair Pleuravocht Pleuritis Pneumonitis
Interstitiële longziekte longbloeding Ulcus in duodenum
59
SLE Koorts Pleuravocht pericardvocht Ulcus in duodenum
60
SLE: verruceuse endocarditis ‘Libmann Sachs endocarditis’
Ulcus in duodenum “vegetaties” op de klep en op de chordae (mitraalklep)
61
SLE: Ulcus in duodenum
62
SLE: diagnose ANF BIOPSIE Klinische criteria Nier Huid
Ulcus in duodenum
63
SLE:ANF Anti Nucleaire Factoren
= antistoffen tegen delen van de celkern 1940: LE cel Ulcus in duodenum
64
SLE:ANF Sensitiviteit voor SLE > 90 %
Specificiteit / positief pred waarde; veel lager andere reumatologische aandoeningen: sclerodermie, RA, Sjögren infecties: endocarditis, HIV, HCV, mononucleosis lymfoproliferatieve aandoeningen Specifiek voor SLE: anti-dsDNA, anti-Sm maar veel minder sensitief opm: Infliximab (Remicade®) Smith= Sm Infliximab maakt uw anti-dna positief
65
SLE:ANF- patronen Homogeen: RA, SLE Perifeer: anti-dsDNA
Libo; homogeen-diffuus, nucleosomen, RA,SLE Rebo; perif van de kern: dsDNA SLE Lio; gespikkeld, grof of klein, sterk of zwak, SM, SSA SSB sjogren, SCL, mononucleose, normalen, vooral in lage titers Reo; nucleolair; SCL of Raynaud Gespikkeld: nl/SCL/SLE/sjögren Nucleolair: SCL/raynaud
66
Minstens 1 auto-antistof was positief bij 115 van de 130 patienten (88 procent) voor de diagnose werd gesteld, gemiddeld 3.3 jaar voor de diagnose (dit komt uit bloedafnames van soldaten die opgeslagen werden bij –30°C) Melissa, NEJM, 2003
67
Omgekeerd heeft een positieve ana zonder kliniek feitelijk geen enkele voorspellende waarde
68
Behandeling vasculitis
Meestal: anti-cellullaire immuniteit Corticoïden Cyclofosfamide Azathioprine Cyclosporine Methothrexaat Mucofenolaat Mofetil Pulsen / dagelijkse orale dosissen
69
Corticosteroïden
70
Cyclofosfamide Endoxan®
myelosuppressie Braken en diaree Alopecia Carcinogeen, teratogeen en mutageen Secundaire tumoren (blaas) Steriele hemorraghische cystitis: Veel drinken (plassen)
71
Behandeling vasculitis
Immuunsuppressie: Cellullaire immuniteit CMV (gancyclovir) PCP (cotrim- profylaxie) Lymfomen neutropenie: gramnegatieve bacteriële infectie
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.