Download de presentatie
GepubliceerdAgnes Verstraeten Laatst gewijzigd meer dan 10 jaar geleden
1
Vooraf Voorkom het moeilijke door het gemakkelijke te doen’. Lao Tse
Waar wil je afstuderen? Waarom daar? Wat wil je daar leren/onderzoeken? ‘Logica brengt je van A naar B. Verbeelding brengt je overal’. Albert Einstein
2
Onderzoek doen is…. Het resultaat is onbekend. Is het resultaat bekend dan hoef je ook geen onderzoek te doen! ‘Als we wisten wat we deden, heette het geen onderzoek’. Albert Einstein ……..een proces. Elke ‘stap’ is een bouwsteen is. De stappen zijn belangrijker dan het resultaat.
3
Belangrijk! Methodiek en structuur – geven houvast
Baken je onderzoek af! Stel de juiste vragen – de werkelijkheid is complex. Wat is het werkelijke probleem?
4
Twee criteria Betrouwbaarheid:
Op maandag en woensdag krijg je dezelfde uitkomsten/antwoorden (?) Validiteit: meten wat je moet meten! Iemand draagt een gele trui en is dus vrolijk. (?) Formuleer de juiste vragen!
5
Ongemakkelijke rol Je bent medewerker en houdt rekening met de belangen van het bedrijf Waardering van het bedrijf, gewenste antwoorden, subjectief Onderzoeker heeft een belang? Kritisch, nieuwsgierig, objectief
6
Onderzoeksfase 1. Oriëntatiefase Wat is het WERKELIJKE probleem?
Formuleer een voorlopige probleemstelling Lees je in en praat met veel verschillende mensen! Blijf objectief!
7
Onderzoeksfase 2. 2. Plaats het probleem in een
Maatschappelijke context Theoretische context Conceptueel model – blz. 62
8
Fase 1 en 2 Besteed hier veel tijd en aandacht aan!
Hier leg je de basis voor het onderzoek! Schrijven en laten controleren – je werkt met conceptversies!
9
Onderzoeksfase 3 en 4 3. Formuleer een probleemstelling en de daarbij behorende deelvragen. 4. Welke onderzoeksmethode is de meest adequate? Gebruik de literatuur op dit gebied!
10
onderzoeksfase 4. Besteed veel aandacht aan je vragen! Deze fase kan je niet opnieuw doen. Validiteit en betrouwbaarheid Uitvoering? Verwerking? Met de antwoorden op je vragen moet je een antwoord kunnen formuleren op de deelvragen en daarmee op je probleemstelling.
11
Ondertussen Wie schrijft die blijft! Word geen dinges! Werken aan:
Inleiding Inhoudsopgave Theoretisch en maatschappelijk kader aanscherpen. Schrijven is 80% transpiratie en 20% inspiratie (= vooraf en oriëntatiefase)
12
Onderzoeksfase 6. Neem je interviews/deel je vragen uit!
7. Orden je gegevens systematisch en analyseer 8. Formuleer antwoorden op je deelvragen en probleemstelling 9. Geef advies – nu pas mag je subjectief zijn!
13
Eisen Het onderzoek is verifieerbaar
Het onderzoek is objectief, kritisch brongebruik en juiste verwijzing. Zorg voor een heldere en duidelijke structuur. Neem de lezer mee! Formuleer duidelijk en in correct Nederlands De probleemstelling wordt beantwoord Zie beoordelingsformulier docent
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.