Download de presentatie
GepubliceerdEdith Ten Laatst gewijzigd meer dan 10 jaar geleden
1
Niet stelen maar delen! HC zondag 42 / Jakobus 5
Was het maar zo simpel: niet stelen! Dan waren we snel klaar, vanmiddag. Nou ja, een paar kruimels: misschien heb je wel eens iets meegepikt uit de winkel vlakbij school. Of je doet aan illegaal downloaden van muziek voor je iPod. Maar wie ligt daar wakker van? Van het stukje uit Jakobus kun je wel wakker liggen. Wat een felle aanklacht, over hoe wij omgaan met onze spullen en met de mensen die voor ons werken. Jakobus zet het op scherp: “Nu iets voor jullie, rijken!” Gaat dat over ons? Zijn wij die rijken? Wij hebben verschil onderling, tussen meer en minder rijk. En juist in deze tijd van crisis kom je erachter hoe pijnlijk die verschillen kunnen uitpakken. Het lijkt bijna onfatsoenlijk om te zeggen, maar toch is het zo: we blijven met z’n allen rijk in Nederland. Dat je een dak boven je hoofd hebt en een bed om in te slapen; dat je toch meestal wel kunt kiezen wat je op je brood neemt; dat de sociale dienst van de gemeente een computer en een breedbeeld-tv rekent tot de eerste levensbehoeften; dat zegt toch wel wat als je het vergelijkt met landen waar diepe, schrijnende armoede heerst.
2
Verrotte rijkdom? Verschil tussen arm en rijk
Matteüs 6: “Verzamel voor jezelf geen schatten op aarde: mot en roest vreten ze weg … Verzamel schatten in de hemel!” Waarschuwing Waar leef je voor? Straf voor de rijken Aangetast door corruptie Je gaat het normaal vinden, de levensstandaard hier in het Westen. Maar Jakobus komt er fel doorheen: “Uw rijkdom is verrot en uw kleding is door de mot aangevreten. Uw goud en zilver is verroest, en die roest zal tegen u getuigen.” Je hoort hier bijna dezelfde woorden die de Heer Jezus gebruikt in Matteüs 6(:19-21): “Verzamel voor jezelf geen schatten op aarde: mot en roest vreten ze weg en dieven breken in om ze te stelen. Verzamel schatten in de hemel, daar vreten mot noch roest ze weg, daar breken geen dieven in om ze te stelen. Waar je schat is, daar zal ook je hart zijn.” Minstens drie dingen hoor ik in de waarschuwing van Jakobus. Het eerste is de vraag die ook uit de woorden van Jezus opkomt: waar leef je voor? Waarvoor verzamel je schatten, voor de aarde of voor de hemel? [KLIK] Het tweede heeft te maken met de straf die de rijken zal treffen. Al die luxe waarvan ze leefden, die wordt aangetast door het vuur van Gods oordeel. En het derde gaat over het hier en nu: de verrotting en de roest en de motten zitten er nu al in. En over dat derde wil ik het nu eerst hebben. Je kunt het woordje “verrot” heel makkelijk vertalen naar dat andere woord “corrupt”. En dan spoort Jakobus ons aan om zo te kijken naar de voorspoed en de luxe die wij hebben. Hoe zit het in elkaar? Waar komt het allemaal vandaan, het eten op ons bord, de kleren in onze kast, de mobieltjes en de andere gadgets waarvoor we naar de winkel rennen? Als je je er even in wilt verdiepen, dan schrik je van hoeveel er mis gaat, en dan past het woord “corrupt” er helemaal bij. De voorbeelden zijn intussen wel bekend.
3
Is dat eerlijk? Als klant van bekende modeketens in Nederland was je geschokt toen die kledingfabriek in Bangladesh instortte, 1100 doden in totaal. Komt daar mijn vrolijke t-shirt vandaan? Onmenselijk lange werkdagen voor een hongerloontje, kinderen van 12 of 13 die tussen de gevaarlijke machines door moeten kruipen. En als er dan een ongeluk gebeurt, is niemand verantwoordelijk. Verrot toch? De winkels liggen weer vol met chocoladeletters. De meeste met een keurig keurmerk erop, Fairtrade of UTZ. Da’s alweer een stap vooruit. Maar je mag hopen dat ze er ook echt op vooruit gaan, de cacaoboeren in West-Afrika, en de kinderen die kruipend op hun buik de slechte bonen eruit sorteren. [KLIK] Want het zou zomaar weer kunnen dat een keurmerk vooral voor marketing gebruikt wordt, om een goed imago te creëren voor de fabrikant, en dat er maar weinig extra geld en voorzieningen komen in de landen waar de grondstoffen geproduceerd worden. Verrot is het. Dan komen er de laatste tijd ook berichten bij over uitgekiende moves van grote bedrijven om belasting te ontwijken. Je hebt bijvoorbeeld een Westers bedrijf dat in Congo een mijn exploiteert voor Coltan, een belangrijke grondstof voor mobieltjes. Doordat dit bedrijf de hele productieketen beheerst, kan het de officiële winst laag houden door lage prijzen te rekenen. Na productie in Congo wordt de Coltan overgeboekt naar een belastingparadijs, de Bahama’s bijvoorbeeld. En daar komt het opeens voor veel meer geld in de boeken te staan, want er hoeft toch nauwelijks belasting betaald te worden. Voor die hoge prijs gaat de Coltan de wereldmarkt op, want mobieltjes zijn niet aan te slepen. Het Westerse bedrijf strijkt hoge winsten op en hoeft nauwelijks belasting te betalen. Intussen is het arme land Congo dubbel gepakt: kostbare grondstoffen raakt het kwijt, en er wordt niet of nauwelijks belasting over betaald. En dus kan de Congolese overheid ook niet investering in voorzieningen voor de eigen burgers. Als het economische systeem zo in elkaar zit, dan moet je Jakobus wel gelijk geven: jullie rijkdom is verrot. Wij als Westerse landen roven de rest van de wereld leeg. En we camoufleren dat met een beetje ontwikkelingshulp, maar niet meer dan 0,7% van de begroting hoor! [bijdrage Rutger]
4
Machteloos? In je eentje tegen verrot systeem? Aangesproken als mens
Bezit hoort bij je persoon zit in je relaties Hoor de klacht over het onrecht! Nood van ónze wereld Klacht stijgt op naar de hemel Maar wacht even: kunnen wij daar wat aan doen dan? Raakt het verwijt van Jakobus, als je het speelt via de wereldwijde uitbuiting, raakt dat ons als brave christenen die vandaag al twee keer naar de kerk zijn gekomen? Daar zit best een punt in. Je voelt je er machteloos bij. Het wereldwijde economische systeem wordt door zoveel krachten beheerst, alles hangt zo met alles samen. Je kunt daar als individuele consument in Nederland niet zomaar iets in veranderen. Bovendien: hoe krijg je dat voor elkaar met je eigen budget. We hebben het nog steeds goed in Nederland, maar armoede sluipt voor velen dichterbij. Als de komende jaren de regelingen voor gezinnen verslechteren, waar haal je dan het geld vandaan om voortaan alleen nog kleren en voedsel te kopen die duurzaam en fairtrade geproduceerd zijn? Da’s toch niet te betalen? Als je een PGB nodig hebt voor je persoonlijke zorg, maar dat budget wordt fors afgebouwd, waar moet je dan van leven? Zetten we even een stapje terug, om te zien wat het gebod van God doet, het 8e gebod waarmee we vanmiddag geconfronteerd worden. Scherp en pijnlijk komt het naar ons toe in de woorden van Jakobus. Maar wat je daar opnieuw uit kunt oppikken is dit: hier word ik als mens aangesproken. Zo ging het bij de vorige geboden ook, en dat lijkt me vanmiddag evengoed de kern: hoe je omgaat met bezit en rijkdom en voorspoed, daarin ben je een verantwoordelijk mens. [KLIK] Geld en spullen zijn niet alleen maar materiële zaken, maar die maken deel uit van wie je bent als mens. En je geld en je spullen hebben ook een plek in de relaties, de verbanden waarin je als mens met je medemensen geplaatst bent. Mijn bezit is niet zomaar van mij, maar ik kan er iets mee en ik moet er iets mee naar de mensen om mij heen. Je ziet dat op een paar punten concreet in Jakobus 5 terug. Als Jakobus de rijken verwijt dat hun goud en zilver verroest is, dan zit daar achter dat ze het maar voor zichzelf opgepot hebben, zonder er goed mee te doen voor mensen die het nodig hadden. Van je rijkdom uitdelen aan de armen is bijbels gezien niet alleen maar een gunst – je doet het als je er zin in hebt – maar het is een recht: jij hebt het om te delen met anderen. Bezit is nooit absoluut, maar is altijd in relatie tot anderen, tot je naasten. Opeens valt dan op hoe goed de Catechismus dat ook getroffen heeft: bij het gebod “niet stelen” hoort ook dat je trouw je werk doet om de behoeftigen te kunnen helpen. Als jij het goed hebt, mogen anderen meeprofiteren. Zo wil God het. Mens-zijn en oog hebben voor je medemensen, dat zit ook in wat Jakobus zegt over het geroep van de maaiers en de klacht van de arbeiders. De rijken die Jakobus op het oog heeft, waren misschien grootgrondbezitters, die de opbrengst van de akkers opstreken, terwijl ze te beroerd waren om de mensen die zo hard werkten op het land fatsoenlijk uit te betalen. En als je een dagloner zijn of haar loon niet uitbetaalt, dan heeft die niets om van te leven. Uiteindelijk maak je hem of haar het leven onmogelijk, dat is wat vers 6 zegt: u hebt de rechtvaardige vermoord. Maar wij kunnen op dezelfde manier kijken naar het economisch systeem waarin ons eten en onze kleren en onze luxe-goederen geproduceerd worden. Je weet dat er kinderhanden aan te pas gekomen zijn om je spijkerbroek te maken, je kent het verschil tussen de koffieprijs voor de boer in Venezuela en de prijs die jij in de supermarkt betaalt. En dan? Het minste is dit: dat je de klacht over het onrecht hoort. Ook als jij er niet direct zoveel aan kunt doen, laat je in ieder geval raken door het onrecht en de uitbuiting. Daarin ben je mens, en daarin neem je je medemens serieus, ook als die in Bangladesh of Venezuela woont, en je er niet eens een gezicht bij kent. Het is een machteloos gevoel: wat kun je doen aan zo’n oneerlijk systeem? Maar dat je die nood voelt, en dat je daar aan lijdt, dat is al het eerste begin. Wat wij er met elkaar van maken, de nood van een wereld vol onrecht, die nood laat je op je afkomen, en daar voel je de pijn van. Stop je oren niet dicht, maar schrik van het leed en van de klachten die opstijgen naar de hemel. En put daar tegelijk het vertrouwen uit: als de klachten opstijgen naar de hemel, dan zullen ze ook worden gehoord. [bijdrage Sylvia]
5
Geduld Stil maar, wacht maar? Kwaad zit ingebakken
Hoger kijken: uitzien naar Jezus’ terugkomst Hij brengt echt geluk Hij komt recht doen Houvast Aansporing Kleine stapjes naar Gods konink-rijk Ik zit nog wat aan te kijken tegen dat laatste stukje dat we van Jakobus 5 hebben gelezen. “Heb geduld, broeders en zusters, tot de Heer komt.” Is dat niet een vreselijke dooddoener? Dat typisch christelijke doekje voor het bloeden? Als je vandaag beseft hoe verrot onze economie is en hoeveel onrecht er achter zit, dan wil je toch in actie komen? Dan is er een revolutie nodig, dan moet alles anders, en dan moeten christenen voorop gaan. Hoezo geduld? Wachten, met de armen over elkaar? Dat is het irritante van het evangelie: dit gaat een stukje dieper dan maatschappijkritiek en economische hervormingen. Je kunt structuren aanpakken en corruptie bestrijden, maar nog altijd blijft het kwaad ingebakken zitten. In oude structuren én in nieuwe structuren, want het kwaad blijft ingebakken in ons, de mensen die zo’n structuur vormgeven. [KLIK] Omdat het kwaad dieper zit, leert het evangelie je er verder bovenuit kijken. Dat is het geheim van het geduld dat Jakobus aanprijst: geduld tot de Heer komt. Twee belangrijke dingen zie ik daar in. Het eerste: je kijkt uit naar de komst van Jezus, omdat Hij echt geluk komt brengen. Dat zat in de uitspraken van Jezus zelf die we zostraks hoorden: Verzamel schatten in de hemel, niet op de aarde. Een rijk en luxe leven hier en nu, daar komt uiteindelijk de roest op en dan blijft er niets van over. Je echte geluk is bij God te vinden, zoals Psalm 16 het bijvoorbeeld zegt: een overvloed van kostelijke schatten. Daarin ligt als christen je hoop. Ook als je hier op aarde bij de verliezers zou horen, bij de mensen die niet hun portie meegraaien van geld en goederen. Dan weet je dat je een hele wereld te winnen hebt: de wereld van het koninkrijk van God, met schatkamers die nooit leeg raken. Tegelijk ben je dan niet los van het leven op deze aarde. Uitzien naar de komst van de Heer, dat is uitzien naar Jezus die komt om recht te spreken en recht te doen. Jakobus zegt het met zoveel woorden in vers 9: “Bedenk dat de Rechter voor de deur staat.” Dat geeft troost en houvast als er nu zoveel onrecht is in onze wereld. Onrecht waar je zelf onder te lijden hebt, of onrecht dat op je afkomt in de klachten en het hulpgeroep van de verdrukte armen elders in de wereld. Wij krijgen het er niet uit, maar straks komt de Heer, en die zal recht doen. Want de klachten van arbeiders en van maaiers zijn tot de Heer van de hemelse machten doorgedrongen, en Hij zal er wat mee doen. Daar loopt de bijbel op uit: het grote oordeel, waarbij God alles rechtzet wat nu scheef en verkeerd is in ons leven en in onze wereld. En behalve dat houvast zit er ook de aansporing in: als de Rechter op komst is, zorg dan dat je zelf recht doet. Zet je in voor je medemensen, doe goed waar je kunt. Laat zien hoe het ook anders kan: dat ellebogenwerk en alles naar je toe graaien niet de enige optie is. Een kant-en-klaar recept levert het niet op. Geduldig zijn, en wachten tot de Heer komt, dat kan irritant en passief lijken. Toch gaat er wel iets gebeuren. Met kleine stapjes kan de wereld veranderen, kan de nieuwe wereld dichterbij komen. In je eentje kun je de wereld niet veranderen, en ook als groepje christenen kunnen we dat niet. Maar we verwachten een Heer die dat wel kan, en die het ook doet. Straks, op één dag, als alle kwaad en onrecht wordt uitgezuiverd. Maar nu ook al: stap voor stap, overal waar het evangelie gebracht wordt. Daar leren mensen dat er meer is dan rijk worden in deze wereld. Daar ontdek je wat een bevrijding het is om niet voor rijkdom en luxe te leven. Daar word je aangesproken op recht en eerlijk zijn, en oog hebben voor je medemens. Je ontmoet de rechtvaardige God in zijn rechtvaardige Zoon Jezus, en in die ontmoeting leer je zelf ook recht doen. ’t Zal eerst maar op je eigen kleine stukje leven zijn. Maar vergis je niet: die kleine stapjes, de kleine stukjes recht die jij kunt doen, de keuzes die je maakt, die maken wel degelijk verschil. Kleine krachten kunnen grote bewegingen in gang zetten. Laat je leven als christen aangedreven worden door de kracht van God, die immers liefdevol is en barmhartig. Dat is een kracht die nooit ophoudt, want Jakobus heeft er nog een woordje bij: God is “veel” barmhartig, of “rijk aan ontferming”. Een ander soort “veel” en “rijk” dan waar onze wereld van leeft. Maar wel een veelheid en een rijkdom waar je echt iets mee opschiet. Alle reden dus om geduld te hebben: de prachtige wereld van God komt eraan. Daar is voor iedereen genoeg, en daar wordt alles eerlijk verdeeld. En intussen alvast aan de slag om dat te oefenen: recht doen aan je medemensen, tevreden zijn met je deel, dankbaar voor de schatten van leven en voorspoed die God nu al uitdeelt. [bijdrage Esmee]
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.