Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
1
Compressio medullaris
Marjolein Geertsema Joyce Vandeputte 18 November 2005
2
Klinisch scenario 48 Jarige dame
RvK: sinds 2 dgn. progressief kracht↓ benen bdz, gevoelsstoornissen benen bdz, moeite met lopen, pijn in onderrug en benen VG: gemetastaseerd mammaca → hormonale therapie, chemotherapie en radiotherapie (metastase ruggenmerg) Medicatie: Naproxen Xeloda (cytostaticum) Beleid/interventie: MRI compressie ruggenmerg o.b.v. RIP overleg radiotherapeut en neurochirurg
3
PICO Patiënt: ● 48-jarige dame ● mammaca. met metastasen
● krachtsverlies, gevoelsstoornissen, verlies loopfunctie en pijn Intervention: chirurgisch ingrijpen (evt. gevolgd door Rx) Comparison: alleen radiotherapie Outcome: herstel neurologische uitval
4
Vraagstelling (1) “Hoe groot is het effect van chirurgische interventie met recente operatietechnieken op de overleving, neurologische symptomen, pijn, complicaties en recidiefkans bij patiënten met spinale metastasen?” Voorheen leek chirurgische ingrijpen geen voordeel te hebben boven alleen radiotherapie. Eerdere arikelen beweerden zelfs dat chirurgisch ingrijpen ‘n hogere morbiditeit opleverde. Dit was echter chirurgisch ingrijpen door laminectomie. De meeste spinale metastasen zitten echter anterieur in het wervelkanaal. DOEL: VOORDELEN CHIRURGIE/OPERATIE!
5
Artikel Sundaresan, N., Rothman, A., Manhart, K & Kelliher, K. (2002). Surgery for solitary metastase of the spine. Spine 2002; 27(16). Patiënten: solitaire spinale metastasen (met ruggenmerg compressie), waarvoor chirurgische interventie Retrospectief Database januari 1986 t/m juni 1997 Database van 3 ziekenhuizen in New York.
6
Methoden n=80 (n=40 a-priori Rx en n=40 de novo)
Gem. leeftijd: 56 jaar Follow-up: min. 2 jaar Primaire tumoren, o.a. mamma (n=18), nier (n=13), sarcoom (n=9), GI (n=9), e.a. Diagnose met MRI, stagering met CT en botscans
7
Methoden (2) 1. Overleving: Kaplan-Meier curves 2. Neurologisch:
ASIA of Frankel 3. Pijn: visueel analoge schaal (0-10) Doel operatie: totale resectie tumor en stabilisatie wervelkolom m.b.v. instrumentatie en fusie
8
Frankel Totale motorische en sensorische uitval
B. Totale motorische uitval, maar nog wat sensatie over C. Nog wat motore functie over, maar niet functioneel D. Bruikbare motor functie, incl. lopen met of zonder hulpmiddelen E. Geen neurologische symptomen
9
Resultaten 1. Overleving: - mediaan 30 mnd. - 18% 5-jaars overleving
2. Neurologische symptomen (zie tabel) 3. Pijn: % verbetering (52/55) 4. Complicaties: - 15% bij de novo - 40% bij a-priori Rx 5. Recidief: % locoregionaal - (17% vd en-bloc resecties) - hoger bij a-priori Rx Complicaties: significant verschil (p<0,03) tussen pre-Rx en de novo pt. met X2 analyse. Recidief: meestal ≥2 jaar post-op. Bij a priori 35% en de novo 28%, maar dit is niet significant. Auteurs adviseren en bloc techniek om zo min mogelijk recidieven te krijgen.
10
Resultaten (2) E (n=36) E (n=44) D (n=12) D (n=34) C (n=13) C (n=2)
B (n=19) B (n=0) A (n=0)
11
Commentaar (1) Positieve aspecten:
Eerdere studies hadden zelfs hogere percentages overleving na chirurgische behandeling, functioneel beter dan pre-operatief en verminderde mortaliteit. (Rosenberg 2001, Bauer 1997 and others) → Echter te kleine studies. Niet de novo chirurgie als voorkeur voor de behandeling bij andere studies. (Fourney 2001, Tomita 2001) 5-jaars overleving 25-30% bij resectie metastatische foci (Echter kleine studies) Fourney en Tomita spraken niet de novo chirurgie uit als voorkeursbehandeling. Chirurgie = laminectomy (vs. Rx) Eerdere studies met goede resultaten gaven morbiditeit cijfers door wondinfectie en afbraak, vooral veroorzaakt door voorafgaande bestraling. WAAROM WORDT DAT IN DEZE STUDIE DAN NIET ONDERZOCHT/GENOEMD.
12
Commentaar (2) Negatieve aspecten:
Rx en chirurgie zouden dezelfde uitkomst hebben, maar chirurgie zou een hogere morbiditeit geven. (Lablaw 1998, Maranzano 1995) → Geen resultaten morbiditeit de novo vs. a-priori Rx. Nog steeds geen prospectief gerandomiseerd onderzoek. 45% (36/80) heeft geen neurologische symptomen pre-operatief.
13
Deelaspect Bottom line
Chirurgische interventie lijkt voor de patiënten met pijn een goede optie; Voor de verbetering van de verdere neurologische status lijkt chirurgische interventie geen slechte keus; Pre-operatieve bestraling lijkt een ongunstig effect te hebben. Neurologische verbetering is minimaal. Het merendeel blijft status quo.
14
Klinisch relevante vraag (2)
“Hoe groot is het effect van een chirurgische interventie in vergelijking met radiotherapie op herstel van de loopfunctie (belemmerde loopfunctie o.b.v. metastase in ruggenmerg) bij een patiënte die bekend is met gemetastaseerd mammacarcinoom?”
15
Artikel Patchell R.A., Tibbs P.A., Regine W.F. (2005). Direct decompressive surgical resection in the treatment of spinal cord compression caused by metastatic cancer: a randomised trial. Lancet 2005;366: Gezocht m.b.v. Medline Zoektermen: Randomised trial AND Spinal cord compression AND Therapy Limits: Language: English, Dutch Publication Year: from 2000 to 2005 Aantal resultaten: 2
16
Patiënten Inclusiecriteria helder gedefinieerd:
Diagnose kanker gesteld o.b.v. weefselonderzoek Data MRI aangaande MESCC beschikbaar Ten minste één neurologisch symptoom MESCC beperkt tot één gebied Exclusiecriteria helder gedefinieerd: Primaire maligniteit uitgaande van CNS of wervelkolom Meerdere, verspreide laesies zorgend voor compressie Voorgaande episode MESCC Reeds zodanig ontvangen radiotherapie, dat toediening studiedosering onmogelijk is
17
Interventie/controle (1)
Gerandomiseerde, niet-geblindeerde trial, uitgevoerd in zeven centra Randomisatie d.m.v. computerprogramma Elke kliniek randomiseert op identieke wijze zelfstandig Enigszins verschil m.b.t. baselinekarakteristieken (compressieniveau, positie tumor) Radiotherapie binnen 24 uur na randomisatie gestart totale dosis 30 Gy (10 sessies à 3 Gy)
18
Interventie/controle (2)
Chirurgische interventie binnen 24 uur na randomisatie Geen specifieke operatietechnieken in protocol vastgelegd Interventie moet zorgen voor directe decompressie van het ruggenmerg 14 dagen na chirurgische interventie start radiotherapie (10 sessies à 3 Gy) Toediening steroïden voor beide groepen identiek
19
Uitkomsten Primaire uitkomstmaat: de mogelijkheid tot lopen na behandeling (definitie lopen uitgewerkt) Secundaire uitkomstmaten: urinecontinentie, gebruik corticosteroïden/opiaten, verandering score Frankel functional scale (algeheel functioneren)/American Spinal Injury Association (ASIA) motor score (spierkracht)
20
Grootte van het effect (1)
Mogelijkheid tot lopen na behandeling: Chirurgiegroep 84% (42/50) Radiotherapiegroep 57% (29/51) P-waarde = 0,001 Behouden van loopfunctie post-ok: Chirurgiegroep 122 dgn. Radiotherapiegroep 13 dgn. P-waarde = 0,003
21
Grootte van het effect (2)
Subgroep niet-lopende ptn. voor behandeling: Chirurgiegroep 62% (10/16) krijgt loopfunctie terug (mediane duur 59 dgn.) Radiotherapiegroep 19% (3/16) krijgt loopfunctie terug (mediane duur 0 dgn.) P-waarde 0,012 Significante verschillen aangaande secundaire uitkomstmaten (o.a. gebruik corticosteroïden/opiaten) Mortaliteit na 30 dgn. 6% chirurgiegroep, 14% radiotherapiegroep (p = 0,32)
22
Commentaar (1) Positieve aspecten:
Gerandomiseerde studie, uitgevoerd in meerdere centra Geen loss to follow-up Gebruikte definities duidelijk uitgewerkt Resultaten helder beschreven Relevant voor de kliniek
23
Commentaar (2) Negatieve aspecten:
Resultaten 10 ptn. m.b.t. gewijzigde behandelingsstrategie initieel niet in resultaten verwerkt Selectie bias Resultaten enkel van toepassing op patiënten vergelijkbaar qua baselinekarakteristieken
24
Deelaspect Bottom line
Het effect van een chirurgische interventie in vergelijking met radiotherapie op herstel van de loopfunctie bij de beschreven patiënte lijkt zeer gunstig. De beschreven patiënte voldoet echter aan een exclusiecriterium (voorgaande episode MESCC) waardoor het gunstig effect niet per definitie mag worden verwacht.
25
Bottom line Chirurgische interventie lijkt een gunstig effect te hebben op de neurologische status, i.h.b. de loopfunctie, bij patiënten met compressie van het ruggenmerg door een solitaire metastase. Radiotherapie post-operatief heeft hierbij een toegevoegde waarde in tegenstelling tot pre-operatief.
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.