De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Paragraaf 1 Russische revolutie

Verwante presentaties


Presentatie over: "Paragraaf 1 Russische revolutie"— Transcript van de presentatie:

1 Paragraaf 1 Russische revolutie

2 Rusland

3 Rusland Erg groot Veel verschillende volken Veel verschillende talen
Veel verschillende godsdiensten en culturen = lastig te besturen.

4 Tsaar onder vuur Absoluut vorst Heeft de macht van God
Sinds 1613 in Rusland Absoluut vorst Heeft de macht van God Ouderwetse ideeën over macht Tsaar Nicolaas II

5 Armoede in Rusland platteland: Middeleeuws, feodaal systeem
lijfeigenschap pas in 1861 afgeschaft. Geen verbetering! Ze kregen slechte grond en betaalden veel belasting. Massa arme boeren Industrialisatie: achterstand op westen.

6 Januari 1905: Bloedige Zondag
Het vertrouwen is weg!

7 De tsaar moet toegeven Er komt dan eindelijk een volksvertegenwoordiging Genaamd: Doema Maar de tsaar stuurde de Doema vaak naar huis. Ze hadden dus niets te vertellen Arbeiders gaan zelf bij elkaar komen om te vergaderen: Sovjets. Zij gingen staken, en demonstreren.

8 Terwijl Rusland problemen heeft
Begint de Eerste Wereldoorlog. Tsaar hoopt dat buitenlands succes gunstig is voor zijn populariteit

9 Veel mensen waren boos op de tsaar.
Zo ook de socialisten. Zij volgden de ideeën van Karl Marx . Hij noemde zijn idee: Communisme

10 Communisme: (vaker socialisme genoemd)
Arbeiders aan de macht! In Rusland werden de socialisten opgedeeld in 2 groepen: Bolsjewieken: (geleid door Lenin) Zij wilden direct een revolutie desnoods met geweld. En de Mensjewieken Zij wilden eerst meer aanhangers krijgen.

11 Eerste Wereldoorlog Nationalisme wordt superioriteitsgevoel
Frankrijk wilde wraak op Duitsland Imperialisme: koloniën inpikken Wapenwedloop Toenemend militarisme Verschillende bondgenootschappen

12 Verschillende bondgenootschappen
Triple Entente: Centralen/Driebond: Engeland Duitsland Oostenrijk-Hongarije Frankrijk Rusland Italië

13 Europa is een gekkenhuis

14

15 Eerste Wereldoorlog Plan van Duitsland: Schlieffenplan mislukte.
Frankrijk en Duitsland waren even sterk en zaten vast: Westfront: loopgravenoorlog. Russische leger: sneller gemobiliseerd dan verwacht.

16 Oostfront rond 1915: Rusland verliest veel veldslagen omdat:
Te weinig wapens Te weinig voedsel Te weinig medische zorg Slechte legerleiding. Maar wel genoeg soldaten! Tsaar neemt legerleiding over: een fatale vergissing.

17 1917: Februari Revolutie. Grote opstand in Petrograd vanwege voedseltekort. 23 februari Tsaar stuurt leger erop af, leger weigert. De tsaar geeft nu op, en treedt af.

18 Voorlopige Regering en de sovjets
De Doema kiest een nieuw bestuur: de Voorlopige Regering. Zij beloofde een nieuwe grondwet en verkiezingen. Hierin zitten liberalen en socialisten (mensjewieken). Maar arbeiders, soldaten, schrijvers en intellectuelen komen bijeen in ‘sovjets’ o.l.v. de bolsjewieken De sovjets accepteren V.R. niet Onvrede over V.R. groeit omdat zij oorlog blijven voortzetten. V.R. bereidt verkiezingen voor.

19 Lenin keert terug Met hulp van Duitsland Belofte Russische volk Vrede
Brood land

20 De oktoberrevolutie Lenin wil Marxistische revolutie versnellen
Eerlijke verdeling macht en bezit Beroepsrevolutionairen geven leiding aan de massa Na klassenstrijd: dicatuur van het proletariaat

21 Lenin: communistisch leider

22 1918: Bolsjewieken aan de macht
Fabrieken, banken en land werd in beslag genomen. Alle grond werd door de staat beheerd. Geleend geld werd niet meer terugbetaald aan andere landen. Niet-communisten in Rusland: verzet tegen communisten: Burgeroorlog

23 Dictatuur van het proletariaat
1 partij aan de macht: communistische partij Rusland heet vanaf USSR: Unie van Socialistische Sovjet Republieken. Kort: Sovjetunie Symbool: hamer en sikkel

24 Dictatuur van de partij
USSR 1-partijstaat Geheime politie Geen democratie Ook niet binnen de partij 1 partijlijn bepaalt door het Politbureau Burgeroorlog: oorlogsminister: Trotski

25 Burgeroorlog en honger
Boeren waren optimistisch: herverdeling land! Maar boeren moesten oogst afstaan de staat: land en vee. Boeren geen prikkel om hard te werken. Oogsten vielen vanaf toen tegen. Hongersnood. De bevolking keerde zich langzaam tegen Lenin

26 1922: NEP Lenin moest iets doen om de bevolking rustig te houden. Het communisme ging blijkbaar te snel voor de boeren. Lenin voert de N.E.P. in: Nieuwe Economische Politiek. Slechts een klein stukje van de oogst ging naar de staat. Rest mogen ze zelf verkopen. Rijke boeren ( koelakken) mochten knechten hebben. Er kwamen fabriekjes, en handel.

27 1924 Lenin gaat dood. Wie neemt het over? Trotski of Stalin.
Stalin was Secretaris-generaal van de partij, spin in het web. Trotski: leider Rode Leger

28

29 Planeconomie: In 1928: Stalin begint met nieuwe plannen:
Vijfjarenplannen: meer industrie en hogere productie. (planeconomie) Afwijzen NEP

30 Industrie verbeteren:
Op 4 vlakken werd de industrie aangepakt: Meeste geld werd gestoken in zware industrie, mijnbouw en energie. Geen concurrentie, de staat bepaalde alles. Vaste lonen en prijzen. Machines werden uit het buitenland gehaald.

31 Landbouw: Collectivisatie: alle boerenbedrijven werden samengevoegd tot - gemeenschappelijk boerenbedrijven: kolchozen Staatsboerderijen: s0vchozen. Met meer machines. Arme boeren moesten alles maar afpakken van de rijkere boeren ( koelakken die tijdens de NEP wel meer land mochten hebben.) Wie zijn land niet afstond: doodstraf.

32 Dwang Verzet boeren tegen collectivisatie Deportaties
Moedwillig vernietigen oogst veestapel Gevolg: terugloop opbrengsten Hongersnood op platteland

33 Grote Terreur: Miljoenen mensen zijn omgekomen in strafkampen. (Goelag) Door propaganda (reclame) werd de bevolking verteld dat de “slechteriken” naar kampen werden gestuurd. Staat bepaalde wat er in de krant stond, op radio kwam of in bioscoop te zien was.

34

35

36

37

38 Witte zee kanaal: 25.000 -100.000 doden

39 Baikal-Amoerspoorweg: 150.000 doden

40 SovjetUnie: Lage lonen Goedkoop voedsel Onderwijs en zorg gratis.
Als je goed je best deed kreeg je iets meer betaald. Geen democratie. Volk had niets te vertellen.

41 Totalitaire dictatuur:
Leger, scholen, universiteiten, kranten, bedrijven, rechters: alles moest luisteren naar de staat. Het denken van de mensen werd beïnvloed. Vanaf 1934: Grote Zuiveringen. Nepprocessen om mensen te vermoorden. Mensen van het leger, de partij en soldaten werden spionnen genoemd: doden

42 Vormen van geweld in de SU:
Kampen Geheime politie: KGB. Showprocessen -> belachelijke bekentenissen. Zuiveringen. Bv : hoge militairen omgebracht.

43 Totaal: 20-48 miljoen doden.
Stalin maakte van SU een Totalitaire staat. Niemand mocht kritiek hebben op de staat. Na 1938 werd de terreur minder: WO II kwam eraan.

44

45

46

47

48 Op bezoek bij Lenin!!

49


Download ppt "Paragraaf 1 Russische revolutie"

Verwante presentaties


Ads door Google