Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
GepubliceerdMonique Declercq Laatst gewijzigd meer dan 10 jaar geleden
1
Niet-stemmen en sociale integratie
Ariana Need Ariana Need
2
Hoofdstuk 28 en de hoofdvragen
Vandaag Uit het boek: Hoofdstuk 28 en de hoofdvragen Politiek-sociale tegenstellingen beschreven Verklaringen voor verschillen in politiek-sociale tegenstellingen Nieuwe stof: Omkering van de vraag: waarom stemmen mensen niet? Niet-stemmen beschreven Een toetsing van de integratietheorie voor niet-stemmen in Nederland en de Verenigde Staten Ariana Need
3
Politiek-sociale tegenstellingen en de hoofdvragen
Cohesie Ongelijkheid Politieke eensgezindheid of tegenstellingen Ongelijke machtsverhoudingen De samenhang tussen klasse en stemgedrag Ariana Need
4
Oorzaken volgens Lenski:
Bij overgang van akkerbouw naar industrie is zowel de trend naar grotere ongelijkheden als de trend naar meer geweld omgebogen Oorzaken volgens Lenski: Hoger inkomen arbeidende klasse Arbeidende klasse heeft stemrecht Samenleving is ingewikkelder. Daardoor eerder ‘minnelijke’ schikkingen Ariana Need
5
Hoe meet je politiek-sociale tegenstellingen?
Het verband tussen klasse en stemgedrag in Zweden Oddsratio = (80*62)/ (20*38)=6.5 Ariana Need
6
Hoe meet je politiek-sociale tegenstellingen?
Het verband tussen klasse en stemgedrag in Zweden Oddsratio = (80*62)/ (20*38)=6.5 Ariana Need
7
Hoe meet je politiek-sociale tegenstellingen?
Het verband tussen klasse en stemgedrag in Zweden Oddsratio = (80*62)/ (20*38)=6.5 Ariana Need
8
Hoe meet je politiek-sociale tegenstellingen?
Het verband tussen klasse en stemgedrag in Zweden Oddsratio = (80*62)/ (20*38)=6.5 Ariana Need
9
Hoe meet je politiek-sociale tegenstellingen?
Het verband tussen klasse en stemgedrag in Zweden Oddsratio = (80*62)/ (20*38)=6.5 Ariana Need
10
Hoe meet je politiek-sociale tegenstellingen?
Het verband tussen klasse en stemgedrag in Zweden Oddsratio = (80*62)/ (20*38)=6.5 Ariana Need
11
Verschillen tussen landen
Odds ratio Canada 1,3 België 3,3 Italië 1,9 Australië 3,7 Frankrijk 2,1 Noorwegen 6,7 Nederland 2,3 Zweden 6,8 Ierland 2,4 Verenigd Koninkrijk VS Finland 9,3 West Duitsland 2,9 Denemarken 9,7 Oostenrijk 3,0 Ariana Need
12
Technologisch-evolutionisme:
Verklaringen Revisionisme: In landen met grotere relatieve inkomensverschillen is stemgedrag sterker aan klasse gebonden (+/-) Technologisch-evolutionisme: In landen met meer sociale mobiliteit zijn de politiek-sociale tegenstellingen kleiner (+/-) Ariana Need
13
Verklaringen (3): integratietheorie
Naarmate mensen sterker in een klasse zijn geïntegreerd conformeren ze zich meer aan de in deze groepering bestaande normen over stemmen Mensen zijn hechter in een klasse geïntegreerd wanneer ze daar van kinds af aan deel van uit maken Mensen die sociaal mobiel zijn zullen minder volgens de normen van hun eigen klasse stemmen dan mensen die niet sociaal mobiel zijn Ariana Need
14
Andere voorspellingen van de integratietheorie
Sociale mobiliteit (-) Homogamie (+) Vakbondslidmaatschap (+) Kerklidmaatschap (-) Kerkgang (-) Taal (-) Ras (-) Ariana Need
15
In bijna alle landen is dit verband over de tijd afgenomen.
Trendvraag: In hoeverre is het verband tussen klasse en stemgedrag in de westerse industrielanden tussen 1950 en 1990 veranderd? Antwoord: (tabel 28.6) In bijna alle landen is dit verband over de tijd afgenomen. Ariana Need
16
Verklaringen hiervoor van de integratietheorie:
Godsdienst werd belangrijker in de politiek (-) Handarbeiders werden minder geïntegreerd door dalend vakbondlidmaatschap (+/-) De sociale mobiliteit is toegenomen Ariana Need
17
Alternatieve verklaringen
Nieuwe klassen (post-industriële samenlevingen) (+/-) Nieuwe belangen (postmaterialisme) Ariana Need
18
Omkering van een vraag:
Tweede helft college Omkering van een vraag: Meestal: waarom stemmen mensen op een bepaalde politieke partij Vandaag: waarom stemmen mensen niet? Ariana Need
19
Vandaag Omkering van de vraag: waarom stemmen mensen niet?
Niet-stemmen beschreven Een toetsing van de integratietheorie voor niet-stemmen in twee contexten Nederland (hoge opkomst) en de Verenigde Staten (lage opkomst) Ariana Need
20
Niet-stemmen en de hoofdvragen
Cohesie Ongelijkheid Politieke eensgezindheid of tegenstellingen Ongelijke machtsverhoudingen Verschillen in opkomst bij verkiezingen Ariana Need
21
Opkomst bij nationale verkiezingen in 23 landen rond 2000
Australië 96 Spanje 71 België 91 Frankrijk 68 Luxemburg 87 Ierland 66 Denemarken Finland 65 IJsland 84 Japan 63 Duitsland 82 Canada Zweden 81 Israël 62 Italië Groot-Brittannië 60 Nederland Noorwegen 79 75 Portugal 51 Griekenland Verenigde Staten 50 Oostenrijk 74 Zwitserland 43 Ariana Need
22
Opkomst bij nationale verkiezingen in Nederland en de Verenigde Staten, 1964-2003
1967 94.9 1964 61.9 1971 79.1 1968 60.9 1972 83.5 55.2 1977 88.0 1976 53.1 1981 87.0 1980 54.0 1982 1984 1986 85.5 1988 50.1 1989 80.3 1992 55.0 1994 78.4 1996 49.1 1998 73.2 2000 50.4 2002 78.8 2003 79.9 Ariana Need
23
Vergelijking opkomst met enquêtes in Nederland en de Verenigde Staten, (enquête-gegevens tussen haakjes) Nederland Verenigde Staten 1972 83.5 (89.4) 55.2 (73.1) 1977 88.0 (91.1) 1976 53.1 (70.3) 1981 87.0 (93.5) 1980 54.0 (67.1) 1982 87.0 (89.0) 1984 53.1 (70.7) 1986 85.5 (93.3) 1988 50.1 (68.5) 1989 80.3 (92.6) 1992 55.0 (67.9) 1994 78.4 (92.2) Ariana Need
24
Twee institutionele hypothesen
In de Verenigde Staten heeft opleiding – van alle factoren – de grootste invloed op niet-stemmen Het negatieve effect van opleiding is in de Verenigde Staten groter dan in Nederland Ariana Need
25
Durkheims integratiehypothese over niet stemmen
(76) Naarmate personen sterker zijn geïntegreerd in de intermediaire groeperingen van Westerse industrielanden, leven ze de normen van deze groeperingen over al dan niet gaan stemmen sterker na. (77) Mensen zijn hechter in een samenleving geïntegreerd wanneer ze daar langer deel van uitmaken. (78) Ouderen houden zich meer aan de norm over het al dan niet behoren te stemmen dan jongeren. Ariana Need
26
Hypothesen op een rijtje:
Bij verkiezingen hebben: Ongehuwden een grotere kans niet te stemmen dan gehuwden/samenwonenden Onkerkelijken een grotere kans om niet te stemmen dan kerkleden Niet-vakbondsleden een grotere kans om niet te stemmen dan vakbondsleden Jongeren een grotere kans om niet te gaan stemmen dan ouderen Ouderen een grotere kans om niet te gaan stemmen dan mensen van middelbare leeftijd Ariana Need
27
% niet-stemmers: verbanden in Nederland en de Verenigde Staten
Opleiding laag 11.1 36.9 Opleiding hoog 5.9 29.3 Verband opleiding (11.1*94.1)/(5.9*88.9)=2 (36.9*70.7)/(29.3*63.1)=1.4 Jong 14.5 58.2 Middelbaar 9.0 31.9 Oud 6.5 19.5 Verband jong vs middelbaar (14.5*91)/(9*85.5)=1.7 (58.2*68.1)/(31.9*41.8)=3 Verband jong vs oud (14.5*93.5)/6.5*85.5)=2.4 (58.2*80.5)/(19.5*41.8)=5.7 Ariana Need
28
Een evaluatie Integratiehypothesen konden de toetsing goed doorstaan
Hoe sterker de integratie hoe vaker men stemt Institutionele hypothesen werden weerlegd Effect opleiding is in Nederland (iets) sterker In Verenigde Staten heeft leeftijd een sterker effect dan opleiding Maar: ik gebruik wel erg grove indelingen Ariana Need
29
Toegift In Nederland gaat het niet om klasse bij stemmen, religie is veel belangrijker Ariana Need
30
The Kindred Vote (1997) Ariana Need
31
Samenhang volgens odds-ratio’s tussen al dan niet kerklid zijn en al dan niet stemmen op religieuze partij Ariana Need
32
Samenhang volgens odds-ratio’s tussen al dan niet kerklid zijn en al dan niet stemmen op religieuze partij Ariana Need
33
Samenhang volgens log odds-ratio’s tussen al dan niet kerklid zijn en al dan niet stemmen op religieuze partij Ariana Need
34
Samenhang volgens log odds-ratio’s tussen al dan niet kerklid zijn en al dan niet stemmen op religieuze partij Ariana Need
35
Welke hypothesen zou je met de integratietheorie kunnen afleiden over
Het afnemende verband tussen religie en stemgedrag? Het (hier niet getoonde) verband tussen kerkgang en stemgedrag? Ariana Need
36
Tot de volgende keer! Ariana Need
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.