De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Centrumdag VCLB AMI2 22 april 2010

Verwante presentaties


Presentatie over: "Centrumdag VCLB AMI2 22 april 2010"— Transcript van de presentatie:

1 Centrumdag VCLB AMI2 22 april 2010
Armoedebestrijding: het referentiekader Jos Cré Kansenbevordering VCLB-koepel

2 Belang van een theoretisch kader
Praktijkervaring is het belangrijkste Een theoretisch kader kan helpen om de inzichten die daaruit gegroeid zijn te synthetiseren Goed als tegenwicht tegen vaak onbewuste theoretische kaders (‘beliefs’): “het is allemaal te verklaren door aangeboren aanleg” “het is allemaal hun eigen schuld”

3 Overzicht Armoede: de feitelijke situatie in Vlaanderen
Analyse: oorzaken en gevolgen van armoede (de armoedecirkel) Armoede leidt tot zwakke schooluitslagen: enkele feiten en cijfers Oorzaken Remedies; de rol van CLB

4 Armoede: de feitelijke situatie

5 Wat noemen we ‘arm’? Objectieve armoedegrens = 60% van het mediaan equivalent inkomen in België 860 €/m. voor een alleenstaande 1375 €/m. voor alleenstaande met 2 kinderen Subjectieve armoedegrens = het gevoel de eindjes… Leefloon (alleenstaande)= 711 €/m. Minimumloon =1118 €/m.

6 Armoede in ons land: algemeen (Jaarboek Armoede…)
OBJECTIEF: Vlaanderen: 11,4% van de mensen is arm België: 14,7% van de mensen is arm Wallonië: 17,1% van de mensen is arm SUBJECTIEF: Vlaanderen: 11,7% België: 16,6%

7 Herkomst % armen Belgisch 10,16 % Europees 14,99 % Niet-Europees
Armoede volgens regio van herkomst (België, 2001, armoedegrens 60% mediaan) (‘De kleur van armoede’, KBS, 2007) Herkomst % armen Belgisch 10,16 % Europees 14,99 % Niet-Europees 29,85 % Turks 58,94 % Marokkaans 55,56 % Italiaans 21,49 % TOTAAL 12,66 %

8 Gemiddeld belastbaar netto-jaarinkomen (België, 2004)
Deciel Inkomen 1 1 727 € 2 7 853 € 3 4 5 6 7 8 9 10

9 Ongelijke verdeling van de rijkdom in ons land (België)
De 30% armsten hebben 5,6% van het Belgische vermogen De 10% rijksten 49,6% van het Belgische vermogen

10 Kansarmen in het onderwijs
21% van de leerlingen in Vlaanderen is GOK-leerling (cfr. 11% van de Vlamingen is arm) GOK-leerling = leerling die beantwoordt aan één of meer GOK (armoede)-indicatoren: Moeder lage scholingsgraad (geen HSO) Gezin krijgt een schooltoelage Trekkende bevolking Kind geplaatst Additioneel: Thuistaal Niet Nederlands

11 Ter info: situatie in AMi2

12 Analyse

13 Socio-economische status (SES)
Kansarmoede (‘lage SES’) van een gezin heeft te maken met: Financiëel kapitaal: inkomen, bezit, woonst => afhankelijk van het inkomen (werksituatie ouders) Menselijk kapitaal: gezondheid Sociaal kapitaal: kennissenkring, steun/trauma’s… Cultureel kapitaal: scholing van de ouders Scholingsgraad moeder (cfr. GOK) is een goede indicator voor kansarmoede

14 Armoedecirkel ARMOEDE (financieel kapitaal) GEVOLGEN VAN ARMOEDE
Minder menselijk kapitaal (gezondheid) Minder sociaal kapitaal Minder cultureel kapitaal

15

16 Een aspect van de armoedecirkel
ARMOEDE (ouders) Zwakke SCHOOLuitslagen (kinderen)

17 Lage schooluitslagen leiden tot armoede
Lage schooluitslagen =>zwakke positie op de arbeidsmarkt (slecht betaald werk, geestdodend werk, ongezond werk…) Gevolgen: Laag inkomen Zwakke gezondheid Geen verdere ontwikkeling

18 2. Armoede leidt tot zwakke schooluitslagen
Feiten en cijfers

19 Pct 3-jarigen niet in kleuteronderwijs
© I. Nicaise

20 Pct leerlingen in buitengewoon lager onderwijs
© I. Nicaise

21 Achterstand in 1° en 6° lj LO
© I. Nicaise

22 Studieoriëntering naar socio-economisch deciel

23 (Geen) toegang tot HO Beroep vader 1= arbeider 2= zelfst./landb.
3= bediende 4= vrij beroep/ ond.leider 5= hoger bediende, kaders Diploma moeder 6= geen of LO 7= LSO 8= HSO 9= HO © I. Nicaise

24 Armoede leidt tot zwakke schooluitslagen: analyse
FACTOREN: Achterstandsverwerving thuis Achterstelling op school

25 Andere factoren? Aangeboren aanleg Eigen inspanningen
De aangeboren aanleg kunnen we niet meten Er is (dus) geen wetenschappelijke evidentie over een gemiddeld ‘mindere’ aanleg bij kansarme groepen Alleszins is het belang van de ‘milieufactor’ (kansen) wel wetenschappelijk aan te tonen Eigen inspanningen Ook de kracht om zich in te spannen wordt mee bepaald door de kansen die men heeft meegekregen Kansarmen doen wel degelijk vaak hun uiterste best! Ieder van ons zou, in gelijkaardige levensomstandigheden, zich op eenzelfde wijze gedragen als de kansarmen!

26

27 SPOOR 1: Achterstandsverwerving buiten de school
De KANSEN die het kind krijgt in het gezin (en daarbuiten): Financieel kapitaal Menselijk kapitaal (gezondheid) Sociaal kapitaal Cultureel kapitaal

28 1.Financieel kapitaal Aspecten: Huisvesting (bv. eigen kamer)
Buurt (bv. speelgelegenheid) Comfort (bv. internet, boeken, tijdschriften) Gezinsactiviteiten (bv. reizen, uitstappen) Schoolkosten

29 2.Menselijk kapitaal (gezondheid)
‘Arm maakt ziek’ (factoren): Voeding Gezondheidszorg Levensgewoonten Woonomstandigheden Aspecten: Hygiëne Tanden Lichaamsgewicht Fitheid

30 3.Sociaal kapitaal Rolmodellen Hulpbronnen
volwassenen peergroup Hulpbronnen Bekenden waar men een beroep kan op doen Vertrouwdheid met voorzieningen Houding van de ‘samenleving’ Waar je staat op de ‘sociale ladder’ Hoe men met je ‘omgaat’

31 4.Cultureel kapitaal Scholingsgraad ouders (moeder) Taalgebruik thuis
Cognitieve stimulering Gezinscultuur (bv. leescultuur) Opvoeding (vaardigheden en attitudes) Socio-emotioneel klimaat NEGATIEF KAPITAAL: draaglast Spanningen, ruzie, geweld Problemen allerlei (financies, verslaving, school, gerecht,…)

32 De NEERSLAG op het kind Gezondheidstoestand
Cognitieve ontwikkeling (kennis, inzicht, taal) Vaardigheden (bv. schoolse vaardigheden) Socio-emotionele onwikkeling (o.a. zelfbeeld, zelfvertrouwen, attitudes…) =>minder KANSEN van thuis uit

33 Spoor 2: Achterstelling op school
De KANSEN die het kind (niet) krijgt op school: Welbevinden  Uitsluiting Betrokkenheid  Vervreemding Goed afgestemd onderwijs  Onterechte vanzelfsprekendheden Breed onderwijs  Eenzijdig cognitief Ondersteuning/hulp  Mattheuseffect Positief verwachtingspatroon  Pygmaleon Communicatie school-ouders  Onbegrip

34 Welbevinden  Uitsluiting
School- en klasklimaat: zich ‘thuis voelen’ (voorwaarde tot leren!) Relatie kind – leerkracht Relatie tussen de leerlingen Vooroordelen Onbegrip Uitsluiting

35 2.Betrokkenheid  Vervreemding
‘Middenklassecultuur’: aansluiting bij de leefwereld? wordt het kind geboeid?

36 3.Afgestemd onderwijs  onterechte vanzelfsprekendheden
Vertrekt het onderwijs van de beginstituatie van het kind (cfr. achterstandsverwerving)? Schoolse taal Schoolse attitudes

37 4.Breed onderwijs  Eenzijdig cognitief
Herkent men de competenties van (kansarme) kinderen? Cfr. ‘breed evalueren’ Maakt de school gebruik van deze competenties? Zelfsturende competenties (zelfredzaamheid, doorzettingsvermogen, kritische zin…) Sociale competenties (loyaliteit, echtheid, samenwerken, assertiviteit…) Motoriek Humor

38 5.Ondersteuning/hulp  Mattheuseffect
Mattheuseffect: meestal krijgen de beste leerlingen de meeste aandacht van de leerkracht!

39 6.Positief verwachtingspatroon  Pygmaleon
Pygmaleoneffect = self fulfilling profecy Kansarme kinderen worden meestal onderschat (inhaalbeweging is mogelijk!) Daardoor wordt de lat voor hen soms te laag gelegd.

40 7.Communicatie school-ouders  Onbegrip
De school vormt een hoge drempel Twee verschillende (sub-)culturen Wederzijdse vooroordelen Gebrek aan communicatie kan leiden tot onbegrip Belang van een vertrouwensband tussen leerkracht en ouders

41 Remedies (wat gedaan?) (KORT OVERZICHT)
Spoor 1: Tegen de achterstandsverwerving buiten de school => Empowerment van de gezinnen/buurt Leerlingenbegeleiding (kansarme lln) Opvoedingsondersteuning: bv. oudergroepen Activering van de buurt Spoor 2: Tegen de achterstelling op school => Schoolondersteuning (KB) Ondersteuning leerkrachten Ondersteuning schoolbeleid (GOK; KB) Brede school

42 Rol van CLB Duidelijke opdracht voor CLB!
CLB-decreet, art. 22 ‘Het centrum begeleidt prioritair en intensief die leerlingen die in hun ontwikkeling en leerproces bedreigd worden. Het centrum besteedt daarbij bijzondere aandacht aan die leerlingen die door hun sociale achtergrond en leefsituatie leerbedreigd zijn’ BVR operationele doelstellingen (CLB-profiel) GOK-decreet Extra-omkadering CLB voor kansarmoede

43 Enkele aandachtspunten voor CLB (VOLGORDE GEWIJZIGD !)
Kansarmoede niet opvatten in de breedste zin want dan verliest de term zijn zin (iedereen wordt dan “kansarm”) Kansarmoede (lage ‘SES’) betekent minder kansen hebben wegens minder ‘kapitaal’ en meer kans op uitsluiting Hou steeds rekening met mogelijke kansarmoedefactoren (cfr. faire diagnostiek) Maak een onderscheid tussen ‘kansarmoedeproblemen’ en leer- of psychische stoornissen

44 Aandachtpunten Basishouding t.a.v. kansarmen: gelijkwaardigheid, respect, begrip (cfr. HGD en FD) Verlaag de drempel van het centrum (=stap zelf naar de mensen) cfr. 10 tips Recht-Op. Bouw een vertrouwensrelatie uit met kansarme ouders en leerlingen (cfr. 15 tips Recht-Op over communiceren). Herken de signalen: cfr. ‘signalenchecklist’ (Dossier Klasse - de eerste lijn)

45 Aandachtspunten Geef verstaanbare info
Faire schoolloopbaanbegeleiding (OLB) Werk mee aan/initieer preventieve acties in samenwerking met andere organisaties Coach de leerkracht en de school (schoolondersteuning, GOK) Werk een centrumplan/vestigingsplan uit mbt KB en GOK

46 Bronnen Zie intranet www.vclb-koepel.be
Begeleiding => Kansenbevordering ‘Gelijke onderwijskansen en kansenbevordering als antwoord op sociale ongelijkheid’ in ‘GOKken op de toekomst (Wolters Plantyn, 2006) Toetsstenen Faire Diagnostiek (VCLB-Service) Klasse: Dossier Kansarmoede Dossier CLB ‘van wantrouwen naar dialoog’ (Recht-Op Kiel)

47 CLB KAN HET VERSCHIL MAKEN VOOR KANSARME LEERLINGEN !


Download ppt "Centrumdag VCLB AMI2 22 april 2010"

Verwante presentaties


Ads door Google