Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
GepubliceerdHans Aalderink Laatst gewijzigd meer dan 10 jaar geleden
1
Welkom Leesdienst: br. Van Apeldoorn Organist: br. <naam organist> Eventuele opmerkingen kunt u melden bij de leden van het BeamTeam: Derk Rouwhorst, Dennis Smit, Oebele Spriensma en Pieter Wiltjer De Bijbelteksten die worden geprojecteerd, zijn ontleend aan De Nieuwe Bijbelvertaling © Nederlands Bijbelgenootschap 2004/2007. Mededelingen of aankondigingen op de beamer? Voor vrijdag uur mailen naar:
2
Crea Bazaar Heb je een leuke creatieve hobby,
vertel je er graag over en wil je het met anderen delen? Meld je dan aan! Graag voor 1 augustus 2012 bij Riemkje Reinders of Annewil de Boer Zie poster op het prikbord voor meer informatie
4
Psalm 68:8 8 Geloofd zij God met diep ontzag, Hij overlaadt ons dag aan dag met al zijn gunstbewijzen. Die God is onze zaligheid, wie zou die hoogste Majesteit dan niet met eerbied prijzen? Die God is ons een God van heil: Hij schenkt uit goedheid, zonder peil, ons eeuwig zalig leven. Hij kan en wil en zal in nood, zelfs bij het naadren van de dood, volkomen uitkomst geven.
6
Gezang 161: 1, 2, 3, 4 1 Heer, U bent mijn leven, de grond waar op ik sta. Heer, U bent mijn weg, de waarheid die mij leidt. Uw woord is het pad, de weg waar op ik ga, zolang U mij adem geeft, zolang als ik besta. Ik zal niet meer vrezen, want U bent bij mij. Heer, ik bid U, blijf mij nabij.
7
Gezang 161: 2, 3, 4 2 'k Geloof in U, Heer Jezus, geboren uit de maagd, eeuw'ge Zoon van God, die mens werd zoals wij. U die stierf uit liefde, leeft nu onder ons: één met God de Vader en verenigd met uw volk. Tot de dag gekomen is van uw wederkomst, dan brengt U ons thuis in Gods rijk.
8
Gezang 161: 3, 4 3 Heer, U bent mijn kracht, de rots waarop ik bouw. Heer, U bent mijn waarheid, de vrede van mijn hart. En niets in dit leven zal ons scheiden, Heer. Zo weet ik mij veilig, want uw hand laat mij nooit los. Van wat ik misdaan heb, heeft U mij bevrijd, en in uw vergeving leef ik nu.
9
Gezang 161: 4 4 Vader van het leven, ik geloof in U. Jezus, de Verlosser, wij hopen steeds op U. Kom hier in ons midden, Geest van liefd' en kracht. U die via duizend wegen ons hier samen bracht; en op duizend wegen zendt U ons weer uit, om het zaad te zijn van Gods rijk.
11
Gezang 175b On - ze hulp is in de naam van de HE - RE,
die he - mel en aar - de ge - maakt heeft. A - men.
13
Gezang 89: 3, 4 3 Heer, verzoener van mijn zonden, Heiland, die mij hebt gezocht, die mijn banden hebt ontbonden en voor God mij vrijgekocht, eens onrein, in schuld verloren, ben ik door uw Geest herboren. Duizend-, duizendmaal, o Heer, zij U daarvoor dank en eer.
14
Gezang 89: 4 4 Dank, mijn Heiland, voor uw lijden, voor uw bittre bange nood, voor uw heilig, biddend strijden, voor uw trouw tot in de dood. Voor de wonden, U geslagen, voor het kruis, door U gedragen, voor al 't heil aan mij geschied, prijst U eeuwiglijk mijn lied.
16
Gezang 170: 1, 3 1 Vaste rots van mijn behoud, als de zonde mij benauwt, laat mij steunen op uw trouw, laat mij rusten in uw schauw, waar het bloed, door U gestort, mij de bron des levens wordt. 3 Zie, ik breng voor mijn behoud, U geen wierook, mirr' of goud; moede kom ik, arm en naakt, tot de God, die zalig maakt, die de arme kleedt en voedt, die de zondaar leven doet!
18
Johannes 11:1-44 1 Er was iemand ziek, een zekere Lazarus uit Betanië, het dorp waar Maria en haar zuster Marta woonden – 2 dat was de Maria die Jezus met olie gezalfd heeft en zijn voeten met haar haar heeft afgedroogd; de zieke Lazarus was haar broer. 3 De zusters stuurden iemand naar Jezus met de boodschap: ‘Heer, uw vriend is ziek.’ 4 Toen Jezus dit hoorde zei hij: ‘Deze ziekte loopt niet uit op de dood, maar op de eer van God, zodat de Zoon van God geëerd zal worden.’ 5 Jezus hield veel van Marta en haar zuster, en van Lazarus.
19
Johannes 11:1-44 6 Maar toen hij gehoord had dat Lazarus ziek was, bleef hij toch nog twee dagen waar hij was. 7 Daarna zei hij tegen zijn leerlingen: ‘Laten we teruggaan naar Judea.’ 8 ‘Maar rabbi,’ protesteerden de leerlingen, ‘de Joden wilden u stenigen, en nu wilt u daar toch weer naartoe?’ 9 Jezus zei: ‘Telt een dag niet twaalf uren? Wie overdag loopt, struikelt niet, want hij ziet het licht van deze wereld, 10 maar wie ’s nachts loopt, struikelt doordat hij geen licht heeft.’ 11 Nadat hij dat gezegd had zei hij: ‘Onze vriend Lazarus is ingeslapen, ik ga hem wakker maken.’
20
Johannes 11:1-44 12 De leerlingen zeiden: ‘Als hij slaapt, zal hij wel beter worden, Heer.’ 13 Zij dachten dat hij het over slapen had, terwijl Jezus bedoelde dat hij gestorven was. 14 Toen zei hij hun ronduit: ‘Lazarus is gestorven, 15 en om jullie ben ik blij dat ik er niet bij was: nu kunnen jullie tot geloof komen. Laten we dan nu naar hem toe gaan.’ 16 Tomas (dat betekent ‘tweeling’) zei tegen de anderen: ‘Laten ook wij maar gaan, om met hem te sterven.’ 17 Toen Jezus daar aankwam, hoorde hij dat Lazarus al vier dagen in het graf lag.
21
Johannes 11:1-44 18 Betanië lag dicht bij Jeruzalem, op een afstand van ongeveer vijftien stadie, 19 en er waren dan ook veel Joden naar Marta en Maria gekomen om hen te troosten nu hun broer gestorven was. 20 Toen Marta hoorde dat Jezus onderweg was ging ze hem tegemoet, terwijl Maria thuisbleef. 21 Marta zei tegen Jezus: ‘Als u hier was geweest, Heer, zou mijn broer niet gestorven zijn. 22 Maar zelfs nu weet ik dat God u alles zal geven wat u vraagt.’ 23 Jezus zei: ‘Je broer zal uit de dood opstaan.’
22
Johannes 11:1-44 24 ‘Ja,’ zei Marta, ‘ik weet dat hij bij de opstanding op de laatste dag zal opstaan.’ 25 Maar Jezus zei: ‘Ik ben de opstanding en het leven. Wie in mij gelooft zal leven, ook wanneer hij sterft, 26 en ieder die leeft en in mij gelooft zal nooit sterven. Geloof je dat?’ 27 ‘Ja Heer,’ zei ze, ‘ik geloof dat u de messias bent, de Zoon van God die naar de wereld zou komen.’ 28 Na deze woorden ging ze terug, ze nam haar zuster Maria apart en zei: ‘De meester is er, en hij vraagt naar je.’ 29 Zodra Maria dit hoorde ging ze naar Jezus toe,
23
Johannes 11:1-44 30 die nog niet in het dorp was, maar op de plek waar Marta hem tegemoet was gekomen. 31 Toen de Joden die bij haar in huis waren om haar te troosten, Maria zo haastig zagen weggaan, liepen ze achter haar aan, want ze dachten dat ze naar het graf ging om daar te weeklagen. 32 Zodra Maria op de plek kwam waar Jezus was en hem zag, viel ze aan zijn voeten neer. Ze zei: ‘Als u hier was geweest, Heer, zou mijn broer niet gestorven zijn!’ 33 Jezus zag hoe zij en de Joden die bij haar waren weeklaagden, en dat ergerde hem.
24
Johannes 11:1-44 Diep bewogen 34 vroeg hij: ‘Waar hebben jullie hem neergelegd?’ Ze zeiden: ‘Kom maar kijken, Heer.’ 35 Jezus begon ook te huilen, 36 en de Joden zeiden: ‘Wat heeft hij veel van hem gehouden!’ 37 Maar er werd ook gezegd: ‘Hij heeft de ogen van een blinde geopend, hij had nu toch ook de dood van Lazarus kunnen voorkomen?’ 38 Ook dit ergerde Jezus. Hij liep naar het graf, een spelonk met een steen voor de opening. 39 Hij zei: ‘Haal de steen weg.’ Marta, de zuster van de dode, zei: ‘Maar Heer, de stank! Hij ligt er al vier dagen!’
25
Johannes 11:1-44 40 Jezus zei tegen haar: ‘Ik heb je toch gezegd dat je Gods grootheid zult zien als je gelooft?’ 41 Toen haalden ze de steen weg. Daarop keek hij omhoog en zei: ‘Vader, ik dank u dat u mij hebt verhoord. 42 U verhoort mij altijd, dat weet ik, maar ik zeg dit ter wille van al die mensen hier, opdat ze zullen geloven dat u mij gezonden hebt.’ 43 Daarna riep hij: ‘Lazarus, kom naar buiten!’ 44 De dode kwam tevoorschijn, zijn handen en voeten in linnen gewikkeld, en zijn gezicht bedekt door een doek. Jezus zei tegen de omstanders: ‘Maak de doeken los, en laat hem gaan.’
27
Psalm 84: 3, 6 3 Welzalig hij die al zijn kracht en hulp alleen van U verwacht, zijn hart kent de gebaande wegen. Een dal, geblakerd door de zon, ontsluit voor hen zelfs bron op bron en op hen daalt een milde regen. Zij worden door uw overvloed gesterkt met nieuwe levensmoed.
28
Psalm 84: 6 6 Want God, de HEER, is goed en mild en voor zijn volk een zon en schild. Eer en genade zal Hij geven. U zult het goede niet, o HEER, onthouden hun die tot uw eer steeds in oprechtheid voor U leven. Welzalig, HEER, wie op U bouwt, en zich geheel U toevertrouwt.
30
Tekst Johannes 11 vers 25 en 26 Maar Jezus zei: ‘Ik ben de opstanding en het leven. Wie in mij gelooft zal leven, ook wanneer hij sterft, en ieder die leeft en in mij gelooft zal nooit sterven. Geloof je dat?’
32
Gezang 110: 1-5 1 Alles, alles is gelegen aan genade, aan Gods zegen; welvaart komt bij Hem vandaan. Allen die de Here vrezen zullen onaantastbaar wezen, daar zij in Gods vrijheid staan. 2 Die ons voedt bij duizendtallen, ons geluk ten deel doet vallen, stelt zich ook voor mij garant. Die mijn leven leidt op aarde en mij wonderwel bewaarde reikt al helpend mij zijn hand.
33
Gezang 110: 3-5 3 Wij vermoeien ons met zaken die ons hart onrustig maken, naar de grillen van de dag. O dat ik toch diep van binnen Gods genegenheid mag winnen, en genoegen vinden mag. 4 Hoop geeft vleugels aan de mensen; Heer, voorzie in onze wensen als het U, o God, behaagt. Dan gaan ziel en lichaam leven, uit de diepten opgeheven, daar ons uw genade draagt.
34
Gezang 110: 5 5 Dagen aan het licht gekomen gaan voorbij als waterstromen, jaar na jaar en eeuw na eeuw. Eens zal dan die dag ontwaken, dat zich alles zal volmaken: God maakt alle dingen nieuw.
36
Collecte Diaconie & Eredienst
38
Lied 281: 1, 2, 3, 4 1 Jezus zal heersen waar de zon gaat om de grote aarde om, de maan zijn lichte banen trekt, zover het verste land zich strekt. 2 Het lied in alle talen zal zijn liefde loven overal, en uit de kindermond ontspringt de lofzang die zijn naam omringt.
39
Lied 281: 3, 4 3 Zijn rijk is volle zaligheid, wie was gevangen wordt bevrijd, wie moe was komt tot rust voorgoed, wie arm was leeft in overvloed. 4 Laat loven al wat adem heeft de koning die ons alles geeft. O aarde om dit nieuw begin stem met het lied der eng'len in.
41
Gezang 182d A - men, a - men, a - men.
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.