De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Feminisering van het basisonderwijs

Verwante presentaties


Presentatie over: "Feminisering van het basisonderwijs"— Transcript van de presentatie:

1 Feminisering van het basisonderwijs
Symposium FS-Lezing, Arnhem Gerda Geerdink Frank Stöteler had het niet over feminisering. Dat is niet raar: goed onderwijs vraagt om een goede leerkracht en dat kan van alles zijn. Toch had het gepast in zijn verhaal: de wereld binnenhalen, daar horen mannen en vrouwen bij.

2 Opbouw van de presentatie:
Feminisering van het onderwijs vroeger en nu Masculinisering van het onderwijs (Waarom) Willen we dat (niet)? Naar meer (oog voor) diversiteit in het onderwijs Ik zal laten zien dat het niet iets van deze tijd maar waar we nu wel mee te maken hebben. Ik ga in op de keerzijde: masculinisering Dan ook dat we geen van tweeën willen. En wat pabo en basisonderwijs kunnen doen om het schip te keren.

3 Een beroep is gefeminiseerd als het aantal vrouwen snel toeneemt, meer dan vijftig procent vrouw is en de beroepsgroep geen afspiegeling van de populatie waarmee gewerkt wordt: de kinderen hier

4 Het is niet iets van deze tijd. Altijd al veel vrouwen
Het is niet iets van deze tijd. Altijd al veel vrouwen. Cijfers uit 1898: in het openbaar lager onderwijs 6500 waarvan bijna 3000 directeur en ongeveer 3000 vrouwen waarvan 71 hoofd der school. Dat is het lager onderwijs (dus zonder kleuterscholen). Het percentage vrouwen was 31 procent in een periode waarin eigenlijk niet geaccepteerd werd dat vrouwen werken.

5 Er waren toen 67 vrouwen directeur; 2 procent van het totaal aantal directeuren
Vanaf 1960 is het percentage vrouwen (in kleuter en lager onderwijs samen) ongeveer zestig procent. En ook dat is veel als je bedenkt dat in het bijzonder onderwijs onderwijzeressen meestal op hun trouwdag werden ontslagen.

6 Instroom pabostudenten naar sekse
Jaartal Totale instroom Percentage vrouwen 1997 6451 83.6 1999 8116 85.4 2001 7282 86.3 2003 8466 84.1 2005 8576 83.2 2007 8091 81.9 2008 7297 83.0 De laatste jaren is het percentage jongens dat naar de pabo gaat ongeveer procent. Redelijk constant. De schommelingen in totale aantallen zijn groter dan die van de jongens.

7 Mannen en vrouwen in het primair onderwijs in fte en percentage vrouwelijke docenten
2002 2003 2004 2005 2006 2007 formatie Leraren in po fte 90.300 89.700 89.200 90.100 91.200 91.900 Mannen fte 21.672 20.631 19.624 19.822 19.142 18.398 Vrouwen fte 68.628 69.069 69.576 70.278 72.058 73.520 Percentage vrouwen 76 % 77 % 78 % 79 % 80 % Het aantal vrouwen in het onderwijs stijgt omdat: 1) Vanaf begin jaren tachtig neemt de arbeidsparticipatie van vrouwen toe; 2) wordt ook geaccepteerd; al vanaf 1956 mochten getrouwde vrouwen in het openbaar blijven werken 3) Ook in het algemeen geaccepteerd dat vrouwen met kinderen bleven werken 4) Deeltijd werk werd geaccepteerd in het onderwijs; kind met twee volwassenen dat kon; 5) door adv moesten ze wel. 6) In de jaren negentig: er was veel werk in het onderwijs door stijgende leerlingenaantallen; 7) 1997; klassenverkleining in de onderbouw. De aanstellingsomvang van vrouwen is kleiner dus in de praktijk meer vrouwen. Feminisering in getallen … straks naar de kwalitatieve betekenis

8 Naast feminisering ook masculinisering. Vrouwen staan voor de klas
Naast feminisering ook masculinisering. Vrouwen staan voor de klas. De directeur en gymleraar is een man. Een kwantitatieve betekenis: Het percentage bovenschoolse directeuren was in 2007: twintig procent. Het percentage directeuren dertig procent. Daar zit stijging is: door de hoge uitstroom van mannen. Het percentage mannelijke bestuurders stijgt nog steeds: door schaalvergroting, colleges van bestuur

9 Masculinsering heeft ook een kwalitatieve betekenis
Masculinsering heeft ook een kwalitatieve betekenis. Onderwijs tot begin 1990 vanuit Den Haag. Sindsdien decentraal. Van eersten onder zijns gelijken naar directeur, manager, baas. Iemand met andere verantwoordelijkheden maar ook meer zeggenschap. De andere aansturing leidt ook tot andere bekostiging: niet meer vooraf eisen maar output bekostiging. Scholen moeten cijfers halen, studenten afleveren. (ook door kenniseconomie: we moeten meer presteren)

10                                                                       De kwalitatieve kant van feminisering: veel vrouwen bij elkaar is een vrouwencultuur. En juist daar wordt over gepraat en lijdt tot twee misverstanden 1 jongens presteren slechter. Zeker in het bo is dat niet waar. Niet slechter dan meisjes, niet slechter dan vroeger. We letten meer op cijfers, weten meer, weten ook dat allochtonen en economisch zwakkeren in Nederland slechter presteren. Maar niet jongens en meisjes. In voortgezet onderwijs is een ander verhaal 2; jongens zouden het beter doen als er meer mannen voor de klas stonden. Dat is maar de vraag; blijkt niet uit onderzoek, blijkt niet uit hoger onderwijs. Was vroeger ook niet toen er meer mannen waren. Onderzoek bewijst eerder het tegendeel.

11 Feminisering problematisch?
Vanuit maatschappelijk perspectief -nadelig bij arbeidsmarkttekorten -beroep daalt in aanzien Vanuit pedagogisch perspectief -meer diversiteit is meer kwaliteit -verkeerde beeldvorming; verkeerde voorbeelden Vanuit maatschappelijk perspectief: arbeidsmarkttekorten …. Te weinig managers in po En ….. Beroep daalt in aanzien Vanuit pedagogisch perspectief: meer diversiteit is meer kwaliteit En vooral verkeerde beeldvorming Feminisering is een gevolg van historische gegroeide verschillen tussen mannen en vrouwen.

12 Sekseonderscheid op verschillende niveaus
1 Organisatorisch niveau 2 Symbolisch niveau 3 Seksesocialisatie Vanuit maatschappelijk perspectief: arbeidsmarkttekorten …. Te weinig managers in po En ….. Beroep daalt in aanzien Vanuit pedagogisch perspectief: meer diversiteit is meer kwaliteit En vooral verkeerde beeldvorming Feminisering is een gevolg van historische gegroeide verschillen tussen mannen en vrouwen.

13 Organisatorisch niveau; de verdeling van taken, verantwoordelijkheden, zeggenschap op de arbeidsmarkt: wie regelt en wie voert uit. Op de basisschool leren kinderen dat vrouwen zorgen en met kinderen werken en mannen zeggen hoe het moet.

14 Het symbolische niveau: het minder concrete; de heersende visie op onderscheid tussen mannelijkheid en vrouwelijkheid komt in allerlei producten als taal, idee:en en mentaliteiten steeds naar buiten. Het zijn de impliciete boodschappen die we steeds meegeven.

15 Kwaliteit van het onderwijs wordt snel verbonden met de feminisering
Kwaliteit van het onderwijs wordt snel verbonden met de feminisering. Maar als het over gebrek aan kwaliteit bij het management gaat zeggen we dat ze daar niet voor opgeleid zijn.

16 Daniëlle kan zo goed de kleintjes helpen Daniël kan zo goed keepen
Het derde niveau is het niveau van de seksesocialisatie: kinderen worden voortdurend seksespecifiek aangesproken. Meisjes zijn rustiger en dat verwachten we ook. Jongens vragen meer aandacht en dat verwachten we ook. Bijvoorbeeld zouden we de zonnetjes van de week daar eens op na moeten slaan.

17 Bedankt voor uw aandacht Gerda Geerdink Gerda.geerdink@han.nl
Dat alles veranderen kan alleen als we daar met kennis van zaken tegenin gaan. En voorlopig zullen die vele mannelijke directeuren en vele vrouwelijke leraren dat moeten doen. Bedankt voor uw aandacht


Download ppt "Feminisering van het basisonderwijs"

Verwante presentaties


Ads door Google