De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Belastingen & premies… lust of last?

Verwante presentaties


Presentatie over: "Belastingen & premies… lust of last?"— Transcript van de presentatie:

1 Belastingen & premies… lust of last?

2 Wat is de collectieve sector?

3 Wat is de collectieve sector?
De collectieve sector bestaat uit:

4 Wat is de collectieve sector?
De collectieve sector bestaat uit: De overheid

5 Wat is de collectieve sector?
De collectieve sector bestaat uit: Instellingen sociale zekerheid De overheid

6 Wat is de collectieve sector?
De collectieve sector bestaat uit: Instellingen sociale zekerheid De overheid Rijk

7 Wat is de collectieve sector?
De collectieve sector bestaat uit: Instellingen sociale zekerheid De overheid Rijk Provincie

8 Wat is de collectieve sector?
De collectieve sector bestaat uit: Instellingen sociale zekerheid De overheid Rijk Provincie Gemeente

9 Wat is de collectieve sector?
De collectieve sector bestaat uit: Instellingen sociale zekerheid De overheid Zorgen voor uitvoering van: Rijk Provincie Gemeente

10 Wat is de collectieve sector?
De collectieve sector bestaat uit: Instellingen sociale zekerheid De overheid Zorgen voor uitvoering van: Rijk Provincie Gemeente Volksverzekeringen

11 Wat is de collectieve sector?
De collectieve sector bestaat uit: Instellingen sociale zekerheid De overheid Zorgen voor uitvoering van: Werknemers-verzekeringen Rijk Provincie Gemeente Volksverzekeringen

12 Wat is de collectieve sector?
De collectieve sector bestaat uit: Instellingen sociale zekerheid De overheid Zorgen voor uitvoering van: Werknemers-verzekeringen Rijk Provincie Gemeente Volksverzekeringen Gefinancierd uit belastingen

13 Wat is de collectieve sector?
De collectieve sector bestaat uit: Instellingen sociale zekerheid De overheid Zorgen voor uitvoering van: Werknemers-verzekeringen Rijk Provincie Gemeente Volksverzekeringen Gefinancierd uit belastingen Gefinancierd uit sociale premies

14 Naast een collectieve sector is er ook een particuliere sector
De particuliere sector bestaat uit gezinnen en particuliere bedrijven De collectieve sector dient het algemeen belang De particuliere sector is uit op eigen belang

15 Collectieve sector i.t.t. marktsector
overheid centraal Rijk / Staat regionaal lager: provincie, gemeente, waterschappen uitvoeringsorganen sociale zekerheid zoals Svb, GAK e.d. HET BEGRIP COLLECTIEVE SECTOR De collectieve sector omvat de overheid in ruime zin en de sector sociale zekerheid: - de overheid in ruime zin: - het Rijk (overheid in enge zin) - overige publiekrechtelijke lichamen: lagere overheden (provin­cies en gemeenten) en waterschappen - de sector sociale zekerheid

16 Functies overheid (ovhd)
Allocatiefunctie ovhd bepaalt inzet productiefactoren (door productie en regelgeving) Stabilisatiefunctie ovhd voert een anticyclisch begrotingsbeleid (om grilligheid conjunctuur te verzachten) (Her)verdelingsfunctie ovhd zorgt voor nivellering inkomens (om sociale rust te behouden) FUNCTIES VAN DE OVERHEID De overheid vervult drie belangrijke economische functies: allocatie, herverdeling en stabilisering. - De overheid beïnvloedt de allocatie (aanwending) van productiefactoren: bij de uitvoering van haar taken legt de overheid beslag op een deel van de productiecapaciteit van het land. Typerend voor de overheid is de levering van zuiver-collectieve goederen en quasi-collectieve goederen. - Zuiver-collectieve goederen zijn niet te splitsen in individueel leverbare eenheden, niemand kan van consumptie worden uitgesloten. - Bij quasi-collectieve goederen is uitsluiting van consumptie wel mogelijk, maar moeilijk uitvoerbaar of maatschappelijk ongewenst. - De overheid levert ook individuele goederen. De afnemers van deze goederen betalen naar de mate waarin zij ze gebruiken, bijvoorbeeld bij retributies. - De overheid kan streven naar herverdeling van het nationaal inkomen (bijvoorbeeld via progressieve inkomstenbelasting en/of via het stelsel van sociale zekerheid). - De overheid streeft naar een stabiele economische ontwikkeling (o.a. met anti-cyclisch begrotingsbeleid).

17 Goederen Individuele goederen (Zuiver) Collectieve goederen
splitsbaar in individueel leverbare eenheden  retributies (vb. tarief voor paspoort) (Zuiver) Collectieve goederen niet splitsbaar in individueel leverbare eenheden, gebruik niet uit te sluiten  politie, rechtspraak, defensie Quasicollectieve goederen splitsbaar doch door ovhd in algemeen belang  nutsvoorzieningen, onderwijs Verreweg de meeste individuele goederen worden voortgebracht door de marktsector. Een retributie behelst het (minstens kostendekkend) betalen voor een individueel goed van de overheid). De quasicollectieve goederen verdwijnen door privatisering. Immers zodra iets splitsbaar is in individuele eenheden is het in principe voort te brengen door de markt. Het algemeen belang kan de overheid ervan weerhouden om te privatiseren of om bij privatisering met wetten en regels in te grijpen. Daarnaast zijn er individueel splitsbare goederen die voor de marktsector niet interessant zijn, omdat de winstmarge te beperkt is of zelfs ontbreekt. De overheid kan schaalvoordelen bereiken door het collectief te regelen.

18 Collectieve lasten inkomen overheidssector
Inkomensoverdrachten van gezinnen en bedrijven aan de collectieve sector belastingen  direct / indirect sociale premies  volks-/werknemersverz. niet-belastingmiddelen  overig zoals aardgasbaten, milieuheffingen, e.d. Ontvangsten van de collectieve sector De ontvangsten van de collectieve sector zijn als volgt samengesteld: - Belastingen zijn verplichte afdrachten aan de overheid zonder dat daar een directe prestatie tegenover staat. - Directe belastingen zijn belastingen op inkomen, winst en vermogen. Een directe belasting drukt rechtstreeks op degene voor wie de belasting is bedoeld. Voorbeelden: inkomstenbelasting, vennootschapsbelasting, successierechten en kansspelbelasting. - Indirecte belastingen zijn prijsverhogende belastingen op goederen en diensten. Een indirecte belasting drukt via afwenteling op degene voor wie de belasting is bedoeld. Voorbeelden: omzetbelasting (btw), accijnzen, milieubelasting (ecotax) en invoerrechten. - Premies voor de sociale verzekeringen. - Overige inkomsten of niet-belastingmiddelen. Voorbeelden: opbrengsten van overheidsdiensten (retributies) en inkomsten uit overheidsbezit (o.a. aardgasbaten).

19 Collectieve lastendruk ratio / kengetal!
Alle (min of meer) verplichte afdrachten aan de collectieve sector samen noemen we collectieve lasten. Collectieve lasten zijn lasten voor de burgers en ontvangsten voor de collectieve sector. Tot de collectieve lasten behoren de belastingen, de sociale premies en een deel van de niet-belastingmiddelen (m.n. binnenlandse aardgasbaten). De collectieve-lastendruk is het bedrag van de collectieve lasten uitgedrukt als percentage van het bruto binnenlands product

20 Reactie op een hoge collectievelastendruk?
Afwentelen (legaal) Ontwijken (legaal) Ontduiken (illegaal) Reacties op een (te) hoge collectieve-lastendruk - Een ander laten betalen: afwentelen. - Op een ongeoorloofde manier belastingbetaling voorkomen: ontduiken. - Op een geoorloofde manier belastingbetaling voorkomen: ontwijken. De Laffercurve geeft het verband weer tussen belastingopbrengsten en belastingdruk. Er is een grens aan het verhogen van de belastingopbrengsten door het vaststellen van steeds hogere belastingtarieven. Als de belastingtarieven te hoog worden, zal men proberen belastingbetaling te voorkomen door ontwijking en ontduiking. Bij een stijging van de belastingdruk zullen de belastingopbrengsten degressief stijgen en bij een (zeer) hoge belastingdruk zullen de belastingopbrengsten zelfs dalen.

21 ‘Verzorgingsstaat’ een keuze
Land met hoge collectievelastendruk, waarbij een relatief groot deel naar de sociale verzekeringen gaat. Beginselen van belastingheffing Drie beginselen van belastingheffing: - Het rechtvaardigheidsbeginsel houdt in dat de belasting naar draagkracht wordt geheven. Iemand met een hoog inkomen betaalt in procenten meer belasting dan iemand met een laag inkomen. - Het profijtbeginsel houdt in dat burgers moeten bijdragen in de kosten van overheidsdiensten al naar gelang de mate waarin ze van die diensten profiteren. - Het doelmatigheidsbeginsel houdt in dat de belastingheffing per saldo niet nadelig mag zijn voor de welvaart. De (maatschappelijke) voordelen moeten de (persoonlijke) nadelen overtreffen.

22 Gemiddelde belasting- & premiedruk
Marginale belasting- & premiedruk % van de ‘laatst verdiende euro’ die naar collectieve sector gaat

23 Fris op vorige hoofdstuk
Werking inkomstenbelasting en boxen Werking schijventarieven box I Werking heffingskorting Wat veroorzaakt progressie? Wat werkt denivellerend?

24 Gemiddelde premiedruk (gpd)
gpd daalt naarmate het inkomen toeneemt (leg uit!) Gemiddelde belastingdruk (gbd) Gpd: Alleen in de eerste twee schijven wordt premie betaald…. Gbd: progressief belastingstelsel hogere belasting naarmate inkomen toeneemt. gbd stijgt naarmate het inkomen toeneemt (leg uit!)

25 Collectivisatie

26 Collectivisatie In de twintigste eeuw heeft de collectieve sector veel werk op zich genomen dat ook door particuliere bedrijven kan worden gedaan (onderwijs, sociale zekerheid, infrastructuur)

27 Collectivisatie Redenen collectivisatie: 1. Voorkomen van misbruik.
2. Veel activiteiten zijn te duur. 3. Bescherming zwakkeren. 4. Gebruik stimuleren

28 Privatisering

29 Privatisering Overhevelen van taken van de collectieve sector naar de particuliere sector

30 Privatisering Redenen privatisering: 1. Kostenbesparing.
2. Particuliere sector kan goedkoper werken. 3. Particuliere sector reageert sneller op de behoeften van de consument.

31 Regulering

32 Regulering Bij regulering wordt de bemoeienis van de overheid met de particuliere sector groter

33 Deregulering

34 Deregulering Bij deregulering worden de overheidsregels versoepeld


Download ppt "Belastingen & premies… lust of last?"

Verwante presentaties


Ads door Google