De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

1 Meerkost # federale dotatie - Schematisch overzicht werking van financieringsmodel REGRESSIE Optimale herverdeling van de effectieven, maximaal rekening.

Verwante presentaties


Presentatie over: "1 Meerkost # federale dotatie - Schematisch overzicht werking van financieringsmodel REGRESSIE Optimale herverdeling van de effectieven, maximaal rekening."— Transcript van de presentatie:

1 1 Meerkost # federale dotatie - Schematisch overzicht werking van financieringsmodel REGRESSIE Optimale herverdeling van de effectieven, maximaal rekening houdend met specificiteit per zone. 27.322 effectieven Rw & GemPol samen Start NORM Zones A Rw GemPol Rw GemPol Zones B Rw GemPol Zones C Start 27.322 effectieven Rw & GemPol samen Start = Norm Start > Norm Start < Norm Van vertreksituatie (‘START’) Naar NORM

2 2 Op basis van deze norm Federale dotatie verdelen FedDot = 18,317 mia = 670.412 BEF / eff. (= € 16.619/ eff.) 27.322 eff. Iedere zone ontvangt initiëel : hun norm x 16.619 euro Effectenstudie Volstaat deze enveloppe om alle meerkosten te dragen ? Meerkost? Meerkost statuut GemPol Vlaand. 190.000 Bef/eff. (€4.710/eff.) Bru 19 210.000 Bef/eff. (€5.205,8/eff.) Wall. 140.000 Bef/eff.(€3.470,5/eff) * aantal eff. Gempol. Overgedragen CaLog Rw (30.085 Bef * zonenorm => €745,8 * norm) Overgedragen Rw à 1.750.000 Bef (= €43.381,4)

3 3 Effect  rechtstreeks resultaat van Norm alleen = interactie Norm èn (vooral) het percentage van reeds aanwezige GemPol/Rw Rw GemPol Rw GemPol Rw GemPol Zones BZones CZones A Start = Norm Start > Norm Start < Norm Rw GemPol Rw GemPol Rw GemPol Rw GemPol Rw GemPol Rw GemPol

4 4 MEERKOST / ENVELOPPE = 6 situaties Start < norm Start  norm Start > norm start  norm Vergelijking NORM / START Eindsaldo is negatief ten opzichte van de norm, en zelfs niet genoeg om het initiële startcijfer (<dan de norm) te bekostigen. -- 6 Eindsaldo is negatief ten opzichte van de norm, maar ligt toch al hoger dan het initiële startcijfer (< dan de norm) +- 5 Het eindsaldo is negatief ten opzichte van de norm. Het initiële startcijfer ligt nog hoger en kan zeker niet bekostigd worden -- 2 Eindsaldo is positief ten opzichte van de norm, maar niet genoeg om het initiële startcijfer (>norm) te bekostigen. -+ 4 Eindsaldo is positief ten opzichte van de norm en zelfs genoeg om initiële startcijfer (> norm) te bekostigen. ++ 3 Het betreft een situatie met een positief eindsaldo, ten opzichte van de norm. De startcijfers zijn ofwel gelijk aan de norm, ofwel kleiner dan de norm, maar eigenlijk is dat niet van belang. De norm kan gehaald worden met 'overschot' ++ 1 Beschrijving van de situatie Balans Start Balans Norm Situ atie De norm werd berekend, en op basis daarvan gebeurde de federale tussenkomst. Bij samenvoeging van deze middelen (federale dotatie gevoegd bij de eigen initiele middelen), krijgen we een zicht op de situatie inzake budget, dat we vergelijken tegenover de (kost tot de) norm.

5 5 Helpen van de probleemgevallen. De zones van situatie 2 tot Norm De zones van situatie 6 tot Start Geen “onvoorwaardelijke” ondersteuning, maar slechts na invulling van bepaalde criteria ( voldoen aan bepaalde minimumvoorwaarden) - –enkel de echt ‘arme’ zones (Q1/Q2) worden bij de aanvang geholpen. –Van de anderen (Q3/Q4) wordt een bepaalde inspanning verwacht (optrekken tot mediaan inzake politiebudget/inwoner van zone- type)

6 6

7 7 Belastbaar inkomen/inwoner is een gegeven dat onafhankelijk is van verstedelijkingsgraad lijst van deze variabele voor alle 196 zones  In deze lijst trekken we de kwartielen Q1 = 25% zones met laagste BI/inw. Q2 = zones met BI/inw. In reeks 25%-50% van de observaties Q3 = zones met BI/inw. In reeks 50%-75% van de observaties Q4 = zones met BI/inw. In hoogste kwartiel De ‘arme’ zones van 2 en 6 met een Q1 en Q2 -code krijgen onmiddellijk volledige solidariteit Voor de anderen : eerst eigen inspanning toetsen aan het criterium ‘mediaan in politiebudget/inw.’ (per type verstedelijkingsgraad). Als na optrek van eigen inspanning nog tekort, krijgen ook zij solidariteit Differentiatie dmv. Belastbaar inkomen /inw. van de zone

8 8 De eigen inspanning = gedifferentieerd volgens verstedelijkingsgraad 8,06 %1995,5 (zeer ruraal) 5 8,88 %23584 10,58 %31623 11,78 %48242 12,69 %8082 (Zeer stedelijk) 1 Mediaan inzake het % van gemeentebudget in politie (gewone uitgaven) na correctie onderwijs Mediaan inzake politiebudget / inwoner BEF / inw Type van verstedelijkings- graad

9 9 zone in situatie 2 of 6 ? SOLIDARITEITSREGELS 1° politie- budget/inw 1° kwartiel van België Zone moet zelf bijbetalen tot de grens van de mediaan v/h politiebudget/inw. Zone situatie 2? Situatie 2 Is de Balansnorm na eigen bijdrage nog negatief? Solidariteit na eigen bijdrage tot aan NORM zone in situatie 2 ? Situatie 6 Is de Balansstart na eigen bijdrage nog negatief? Situatie 2 Solidariteit tot aan NORM Situatie 6 Solidariteit tot aan START Geen recht op solidariteit Solidariteit na eigen bijdrage tot aan START Geen recht op solidariteit Ja Nee Ja Nee

10 10 Ondersteuning ? Geen extra “ondersteuningsenveloppe” Dus : ondersteuning moet gehaald worden binnen initiële enveloppe van 18,317 mia Bef (= €454,066 mio). Via : uitwerken van “solidariteitsmechanisme” Welke zijn dan de solidariteitsverleners? –De zones van situatie 1, hun ‘winstgedeelte’ boven de norm (start <norm) –De zones van situatie 3, hun ‘winstgedeelte’ boven hun (hogerliggende) start

11 11 Hoe wordt solidariteit berekend? Na doorlopen van ‘ondersteuningsschema’, wordt berekend hoe groot de nood tot ondersteuning is. (= a) De totale winst wordt berekend voor alle zones van –situatie 1 ten opzichte van de norm (= b) –situatie 3 ten opzichte van hun ‘startcijfer’ (= c) Er wordt nagegaan welke het procentueel aandeel is van ‘a’ ten opzichte van ‘b+c’ ((a/b+c)*100 = d). Voor jaar 1 wordt de federale dotatie wordt voor de zones van 1 en 3 verminderd met het percentage ‘d’, berekend op resp. winst op norm en winst op start.

12 12 BETALINGSCRITERIA VOOR GEMEENTELAST BINNEN ZONE ZONENORM =  (norm gemeenten) De gemeentenorm kan uitgedrukt worden als percentage van de zonenorm (‘gemeentepercentage’) De BASIS van de bijdrage van iedere gemeente = (TOTALE KOST ZONEPOLITIE - GECORRIGEERDE FEDERALE DOTATIE VOOR ZONE ) * GEMEENTEPERCENTAGE 100 Daarop wordt een bijsturing doorgevoerd die rekening houdt met belastbaar inkomen en kadastraal inkomen van iedere gemeente. norm bepaalt 60%, BI en KI elk 20%

13 13 NIEUW SYSTEEM : Op basis van de kul- norm -> Federale basisdotatie verdelen FedDot = (deel 1) = 18,8 mia = 688.137 BEF / eff. (= € 17.058,5/ eff.) 27.322 eff. Iedere zone ontvangt initiëel : hun norm x 17.058,5 euro Effectenstudie Volstaat deze enveloppe om alle ‘werkelijke’ (= aanvaarde) meerkosten te dragen ? Meerkost? Meerkost statuut GemPol voor uw zone na operatie meerkost Overgedragen CaLog Rw Overgedragen Rw na operatie meerkost Nog enkele andere elementen aanvaard in kader van operatie meerkost Ja /Neen ---> Men wil helpen (bepaalde gevallen)

14 14 MEERKOST / ENVELOPPE = 6 situaties - Let op: notie ‘start’ wordt vervangen door situatie op terrein op 1/4/2002 (!!!!!) (hierdoor wijzigt de toestand voor een aantal zones ten aanzien van vorige situatie) Start < norm Start  norm Start > norm start  norm Vergelijking NORM / START Eindsaldo is negatief ten opzichte van de norm, en zelfs niet genoeg om het initiële startcijfer (<dan de norm) te bekostigen. -- 6 Eindsaldo is negatief ten opzichte van de norm, maar ligt toch al hoger dan het initiële startcijfer (< dan de norm) +- 5 Het eindsaldo is negatief ten opzichte van de norm. Het initiële startcijfer ligt nog hoger en kan zeker niet bekostigd worden -- 2 Eindsaldo is positief ten opzichte van de norm, maar niet genoeg om het initiële startcijfer (>norm) te bekostigen. -+ 4 Eindsaldo is positief ten opzichte van de norm en zelfs genoeg om initiële startcijfer (> norm) te bekostigen. ++ 3 Het betreft een situatie met een positief eindsaldo, ten opzichte van de norm. De startcijfers zijn ofwel gelijk aan de norm, ofwel kleiner dan de norm, maar eigenlijk is dat niet van belang. De norm kan gehaald worden met 'overschot' ++ 1 Beschrijving van de situatie Balans Start Balans Norm Situ atie De norm werd berekend, en op basis daarvan gebeurde de federale tussenkomst. Bij samenvoeging van deze middelen (federale dotatie gevoegd bij de eigen initiele middelen), krijgen we een zicht op de situatie inzake budget, dat we vergelijken tegenover de (kost tot de) norm.

15 15 Helpen van de probleemgevallen. De zones van situatie 2 tot Norm De zones van situatie 6 tot ‘Start’ –situatie 1/3 = positief ten aanzien van hun situatie op 1/4/2001 –situatie 4 = positief ten aanzien van de norm (maar negatief ten aanzien van de situatie op 1/4/2002) –situatie 5 ook geen hulp (is soms echt nadelig !! (vb. van een Q2)) PROBLEEM VAN ACTUALISEREN VAN START ----> VERSCHUIVEN TEGENOVER VORIGE SITUATIE EN SOMS INCOHERENTIE MET KB van de minimale normen Geen “onvoorwaardelijke” ondersteuning, maar slechts na invulling van bepaalde criteria ( voldoen aan bepaalde minimumvoorwaarden) –enkel de echt ‘arme’ zones (Q1/Q2) worden bij de aanvang geholpen + de Q3’s tot de helft, behalve Q3+ grenszone: volledige hulp. –Van de anderen (Q4) wordt een bepaalde inspanning verwacht (optrekken tot mediaan inzake politiebudget/inwoner van zone- type) ECHTER, ZONDER AANPASSING BUDGETBILAN AAN DE TOESTAND OP 1/4/2001 - EVENTUELE TUSSENTIJDS GELEVERDE INSPANNINGEN WORDEN ZO GENEGEERD !!!!

16 16 Ondersteuning ? Aanvankelijke afnamemarge (in eerste akkoord) van de situaties 1 en 3 levert na operatie meerkost minder op. (kosten liggen hoger dan aanvankelijk geraamd). Het afnamepercentage blijft geplafoneerd.  “solidariteitsmechanisme” is slechts ten dele gevoed. Er blijft een niet ingevuld deficit (want ook bij de deficitaire zones zorgt de operatie meerkost in het algemeen voor een minder rooskleurige situatie), waarvoor men de enveloppe van operatie meerkost (de totaalsom van de initiële onderramingen) gaat gebruiken.

17 17 Maar … In dit model blijkt nu een stuk structurele solidariteit verweven te zijn. Dit maakt dat diegenen die geen solidariteit ontvangen nu wel sterker getroffen worden door het permanente van het karakter) De aleatoire keuze van de gegevens maakt soms zeer zware, niet te verantwoorden brokken (vb. van een geval van situatie 5) De aanvankelijke ‘gelijke lat’ (onafgezien van het feit dat ze te hoog lag), wordt nu totale ongelijkheid. Zelfs diegenen die (op papier) genoegdoening hebben gekregen, maken melding van een aanzienlijk deficit (in 2002) Vanaf 2003 – omgooien van het systeem van de sociale dotatie.

18 18 Bij de tegensprekelijke procedure 1. Als gesproken wordt van zonedeficit – staven met cijfers ! (aantonen) ! 2. Deze cijfers toetsen aan de instructies van Biza (qua indexatie, qua uitzuiveren van patronale bijdragen, qua 12 maand, …), zodat er met gezuiverde bedragen kan gewerkt worden 3. Een eerste afwijking is afkomstig wegens verschil in invulling van het statuut (plafonering bepaalde toelagen etc…) Alle elementen van deze discussie liggen bloot wegens operatie meerkost en zijn lokaal gekend. – Ongetwijfeld goed uitgebouwde dossiers rondom deze elementen. 4. Niet echt behandeld in operatie meerkost (statuut) is het punt van de werkings- en investeringskosten. Per overgedragen rijkswachter is hiervoor een bedrag verrekend van 100.000 Bef. De realiteit ligt vermoedelijk aanzienlijk hoger. Tracht dit uit te werken. 5. Huisvesting wordt opgevangen en uitgewerkt, maar nog steeds geen duidelijkheid mbt dossier ‘gebouwen’ *** Noteer : wegens onvoldoende kennis van de evolutie van het dossier is meerjarenplanning op dit moment onmogelijk.


Download ppt "1 Meerkost # federale dotatie - Schematisch overzicht werking van financieringsmodel REGRESSIE Optimale herverdeling van de effectieven, maximaal rekening."

Verwante presentaties


Ads door Google