Markten 1 H1.

Presentatie over: "Markten 1 H1."— Transcript van de presentatie:

1 Markten 1 H1

2 Arbeidsmarkt Arbeidsaanbod: Aa= participanten: beroepsbevolking. Beroepsbevolking biedt zich aan op de arbeidsmarkt en bestaat uit werkloze beroepsbevolking en werkzame beroepsbevolking (niet iedereen die zich aanbiedt, krijgt/vindt per definitie werk). Arbeidsvraag: Av=werkgevers: aantal werkenden en de openstaande vacatures.

3 Aanbod van arbeid

4 Aanbod van arbeid Aanbod van arbeid bestaat uit:
Werkzame beroepsbevolking = werkgelegenheid EN Werkloze beroepsbevolking = werkloosheid

5 Vraag naar arbeid Vraag naar arbied komt van particuliere werkgevers en de overheid Vraag naar arbeid bestaat uit ‘vervulde’ vraag = vacatures die zijn opgevuld met aanbieders (die dus werkzaam zijn = werkgelegenheid) ‘onvervulde’ vraag = vacatures die nog open staan (werkgevers zoeken nog geschikt personeel)

6 Arbeidsmarkt Av > Aa: krappe/gespannen arbeidsmarkt. Vacatures zijn moeilijk op te vullen Aa > Av: ruime arbeidsmarkt met werkloosheid

7 Arbeidsmarkt Arbeidsmarkt bestaat uit allerlei deelmarkten, bijv:
Arbeidsmarkt voor docent economie Arbeidsmarkt voor stucadoors Arbeidsmarkt voor longartsen Arbeidsmarkt voor ICT-ers Op de deelmarkten kunnen heel verschillende situaties naast elkaar bestaan, zoals een ruime arbeidsmarkt voor ICTers en een krappe arbeidsmarkt voor longartsen.

8 Arbeidsmarkt Arbeidsmobiliteit: in welke mate kan de werknemer zich verplaatsen van de ene deelmarkt naar de andere. Arbeidsmarkt beroepen: functieverdeling Opleidingsniveau Werkervaring Etc Onderkant arbeidsmarkt bestaat uit ongeschoold en laagbetaald personeel

9 Participatie (deelname) arbeidsmarkt
Bruto participatiegraad = Beroepsbevolking =werklozen +werkenden X100% potentiële beroepsbevolking Netto participatiegraad= Werkende beroepsbevolking = werkgelegenheid x100% Potentiele beroepsbevolking Werkloosheidspercentage= Aantal werklozen x 100% beroepsbevolking

10 Hoeveel werkt men nou echt?
Deeltijdwerk = parttime werk. Met name veel vrouwen zijn gaan werken, maar dan in deeltijd (bijv. 20 uur per week) De werkende beroepsbevolking (=werkgelegenheid) nam toe door deeltijdwerk (bijv 1 fulltime baan door 2 personen). De tijd die er gewerkt wordt,kan je meten door de p/a ratio; hiermee reken je uit hoeveel personen 1 arbeidsjaar volmaken. Meer deeltijdwerk = hogere p/a ratio. Meer personen werken korter.

11 Flexibilisering Flexibele arbeidskrachten kunnen weliswaar een arbeidscontract hebben, maar vaak is de werktijd flexibel. Ook kunnen het loon en de duur van het contract flexibel zijn. Loonflexibiliteit:vb,overuren dubbel betaald Flexibele arbeidstijd; oproepkrachten