De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Nederlandse omroepgeschiedenis

Verwante presentaties


Presentatie over: "Nederlandse omroepgeschiedenis"— Transcript van de presentatie:

1 Nederlandse omroepgeschiedenis
Huub Wijfjes Rijksuniversiteit Groningen College Mediakunde A1.1b: journalistieke stijlverandering Het eerste college schetste vooral de institutionele context van omroep: het bestel en alle discussie daarover. Dit tweede college richt zich meer op de programmatische ontwikkeling bij journalistieke programma’s tussen 1930 en grofweg 1970. Postdoctorale Opleiding Radio- en Televisiejournalistiek RUG

2 Postdoctorale Opleiding Radio- en Televisiejournalistiek RUG
Online college URL: Fragmenten beperkt raadpleegbaar Postdoctorale Opleiding Radio- en Televisiejournalistiek RUG

3 Postdoctorale Opleiding Radio- en Televisiejournalistiek RUG
Literatuur (reader) Wijfjes, Huub (1994), ‘Het radiotijdperk, ’ in: H. Wijfjes (red.) Omroep in Nederland. 75 Jaar medium en maatschappij, (Zwolle: Waanders) Bank, Jan (1994), Televisie verenigt en verdeelt Nederland’ in: H. Wijfjes (red.) Omroep in Nederland. 75 Jaar medium en maatschappij, (Zwolle: Waanders) Postdoctorale Opleiding Radio- en Televisiejournalistiek RUG

4 Postdoctorale Opleiding Radio- en Televisiejournalistiek RUG
Vier grote debatten Taak overheid Externe markt: commercie of publiek Interne markt: eenheid of verscheidenheid Autonomie programma praktijk Nogmaals de hoofdpunten in de discussie over omroep in 80 jaar. Voor programmamakers is hun autonomie ten opzichte van de omroep of het bestel altijd het belangrijkste geweest. De discussies daarover kwamen in de openbare debatten over omroepen zelden of nooit naar buiten. Postdoctorale Opleiding Radio- en Televisiejournalistiek RUG

5 Programmapraktijk nieuws
Autonoom, maar gestuurd, tot jaren 60 Professionalisering sinds jaren 60 ontzuiling (en omroep?) technologie autonoom journalistieke cultuur De kernontwikkeling is een overgang naar een totaal nieuwe verhouding in de jaren zestig. Daarvoor ontwikkelde zich een zekere autonomie bij programmamakers, maar die vond plaats binnen streng gereguleerde kaders van de verzuiling. Sinds de jaren zestig vindt de autonome ontwikkeling niet meer plaats binnen de verzuilde context, maar binnen de context van de (journalistieke) beroepsgroep en de technologische ontwikkeling. Postdoctorale Opleiding Radio- en Televisiejournalistiek RUG

6 Postdoctorale Opleiding Radio- en Televisiejournalistiek RUG
Radionieuws Bulletins Vaz Dias ( ) ANP (1934) Berichtendienst NO en Radio Oranje (1941) Radionieuwsdienst ANP (1947) Live-verslag Reportage Commentaar/causerie Radionieuws is ouder dan radio-omroep, maar binnen omroepkaders kwam het genre slecht langzaam tot ontwikkeling. Nieuws maken kostte veel geld en dat was er aanvankelijk niet. Bovendien zag men in omroep vooral een cultureel instrument en geen journalistiek middel. De AVRO zorgde voor de eerste nieuwsbulletins door een contract af te sluiten met een persbureau: Vaz Dias in Tot 1934 verzorgde dat bureau twee bulletins per dag. (HA 6369) Die positie werd in 1934 overgenomen door het speciaal voor dat doel door de gezamenlijke persbedrijven opgerichte Algemeen Nederlands Persbureau. (HA14) Pas in de jaren vijftig zou de radionieuwsdienst van het ANP uitgroeien tot een organisatie die meer dan 2 bulletins per dag ging uitzenden. Naast het nieuws was er vooral de reportage als informatiemiddel. Tot aan de geluidsvastleggingstechniek in 1934 was dat allemaal live-radio. (HA 83 fragment) Voor de omroepen was het commentaar bij nieuws de belangrijkste uiting. De commentator goot die in een voor radio geschikte vorm: de causerie. Dat betekende een beperking ten aanzien van de inhoud, want het moest kort (tot 15 minuten), kabbelend van toon en onderhoudend van inhoud. (HA 148 slotfragment) Politieke polemieken waren uit den boze. Postdoctorale Opleiding Radio- en Televisiejournalistiek RUG

7 Stijl omroepjournalistiek tot 1965
regie normgevend, gebondenheid, identiteit inactief publiek beperkte agendajournalistiek Omdat men radio grote macht toedichtte, moest de inhoud zoveel mogelijk beheerst worden. Dat betekende strenge regie: teksten tevoren uitschrijven en controleren, zorgvuldige montage en uiterste voorzichtigheid. De inhoud werd gebonden aan de identiteit van de omroep en dus aan de cultuur van de achterban. Dat komt mooi tot uitdrukking in een aantal omroepfilms die in de jaren dertig, veertig en vijftig zijn gemaakt. De sprekers waren afkomstig uit eigen kring, de evenementen waarheen de reportageauto reed waren vooral voor de eigen kring relevant. Reporters werkten met een beperkte nieuwsagenda die veelal weken tevoren reeds vaststond: het was agenda-journalistiek, die een passieve verslaggeving vereiste. Zie bijvoorbeeld het beeld van de programmapraktijk van de AVRO in 1937 in V 45014: AVRO-film. Vergelijk de in 1954 gemaakte KRO-film V Het publiek had bij dit alles geen actieve rol. De belangrijkste rol bestond uit het lid worden van de omroep, geïnteresseerd afwachten wat de omroep ging brengen en hooguit in de studio aanwezig te zijn om te applaudisseren. In het nieuws komen gewone mensen nauwelijks voor, autoriteiten of leidinggevenden uit eigen kring des te meer. Postdoctorale Opleiding Radio- en Televisiejournalistiek RUG

8 Stijl omroepjournalistiek tot 1965
beheersing emotie (met uitzondering voor live) onkritisch geen vormexperimenten traagheid De stijl van de omroepjournalistiek tot aan de jaren zestig laat zich het best karakteriseren als beheerst. De reporter hield afstand tot zijn onderwerp en mocht zich alleen laten meeslepen bij het live-verslag van een sportwedstrijd of het live-verslag van grote gebeurtenissen, zoals de Watersnoodramp. HA 635. De verslaggeving was boven alles onkritisch ten opzichte van autoriteiten. Er werden weinig vragen gesteld en als die voorkwamen waren ze van een open en obligaat karakter. Het radio-interview was meer dienstverlening dan journalistiek. Hoor het interview van KRO-reporter Leon Povel met de voorzitter van de katholieke partij in Nederlands-Indië P. Kerstens in HA Hoor ook het interview dat verslaggever Brijenen van Houten tijdens de kabinetscrisis van 1951 voor de AVRO maakte met PvdA-secretaris Posthumus: HA 249. De vorm stond na de uitvinding van radiovormen in de jaren dertig (radio-reportage, hoorspel, causerie, klankbeeld) vast. Er werd niet of nauwelijks met nieuwe vormen geëxperimenteerd, ook niet toen bijvoorbeeld in de jaren vijftig de opname-apparatuur van de verslaggever klein en mobiel werd (Maihak-recorder met magneetbanden). De regie en beheersing zorgden voor een, naar hedendaagse begrippen gemeten, grote traagheid in het radioprogramma. Postdoctorale Opleiding Radio- en Televisiejournalistiek RUG

9 Postdoctorale Opleiding Radio- en Televisiejournalistiek RUG
Invloed televisie Activisme, mobilisering Open het Dorp (AVRO, 1962) Bisschop Bekkers Norm- en taboedoorbreking Dag Koninginnedag (VPRO, 1957) Zo is ‘t (VARA, 1964) Hoepla(VPRO, 1967) De televisie doorbrak de mediacode die bij de radio was ontstaan. Het nieuwe medium veroorzaakte nieuwe, zuildoorbrekende mobilisering van kijkers, bijvoorbeeld bij de nationale inzamelingsactie Open het Dorp in Zie NTS Maar ook bisschop Bekkers veroorzaakte een kleine revolutie door in KRO’s Brandpunt te verklaren dat zelfbeschikkingsrecht van vrouwen in geboortebeperking acceptabel was. V 24858 Bij sommige omroepen begon een nieuwe generatie programmamakers taboes te doorbreken met nieuwe onderwerpen en vormen. Jan Vrijman klaagde in de ‘nationaal’ VPRO-programma in 1957 het gezag aan (V 11799) en in het satirische VARA-programma Zo is ‘t toevallig ook nog eens een keer doorbrak men met het item Beeldreligie een taboe door religieuze gevoelens belachelijk te maken (V 14602). Vooral bij de vrijzinnig-protestantse omroep vond een revolutie plaats. De macht van de dominees werd overgenomen door een nieuwe lichting vrijgevochten jongeren en kunstenaars. Vooral het programma Hoepla was grensverleggend en V 31193). Door de vorm: de camera ging op zoek naar nieuwe posities en inkaderingen. Maar ook door de inhoud: men maakte mensen belachelijk, toonde mensonwaardige omstandigheden (dronken soldaten) en kwam met onderwerpen die nergens over leken te gaan. Postdoctorale Opleiding Radio- en Televisiejournalistiek RUG

10 Postdoctorale Opleiding Radio- en Televisiejournalistiek RUG
Nieuwe stijl sinds 1965 vrije regie en montage vrije presentatie normgevend, maar autonome redactie actief publiek uitgebreide agenda Grensverleggend kritisch emotie In de jaren zestig ontstond over een breed front en razendsnel een geheel nieuwe omroepstijl. De regie en presentatie werden spontaan. Fragment videoband 60 jaar radio. Het programma bleef weliswaar gebonden aan bepaalde normen, maar die waren niet meer ontleend aan de zuil, maar bijvoorbeeld aan de journalistiek (kritische ondervraging van autoriteiten) of aan het onderwerp (gezag is verdacht, de omstandigheden van gewone mensen moeten verbeterd worden). Vergelijk voor het kritischer worden voor en het nabijkomen tot autoriteiten de films die gemaakt zijn over de formatie van het kabinet door Romme in 1963 (Brandpunt KRO 1963: 58189) en door Burger in 1973 (VPRO Berichten uit de samenleving: M 47996) Het publiek ging een zelfstandige rol spelen in programma’s: luisteraars begonnen mee te praten via de telefoon (radio) of in de studio en op straat (tv). (straatinterview bij NOS Open Oog: M 28882) De agenda van de omroepjournalistiek werd aangepast aan de agenda van de journalistiek in het algemeen. Nieuwe, moeilijke en controversiële onderwerpen werden aangekaart: derde wereld, oorlog in Vietnam, actiegroepen, het milieu etc. (G 30945: AVRO over Biafra). De norm werd kritische journalistiek, emotie was niet verderfelijk maar werd in toenemende mate acceptabel. Het waren de jaren van bekennende en participerende journalistiek. Doelbewust subjectief om onderliggende groepen een stem te geven en te helpen. Zie bijvoorbeeld het VARA-programma Van Onderen uit 1973 dat elke uitzending weer een beeld probeerde te geven van arbeiders zonder deskundigen of autoriteiten in beeld te brengen: M Postdoctorale Opleiding Radio- en Televisiejournalistiek RUG

11 Postdoctorale Opleiding Radio- en Televisiejournalistiek RUG
Nieuwe stijl sinds 1965 Tempoversnelling Vormexperimenten esthetiek: cameravoering/montage documentaire talkshow/infotainment verborgen camera/microfoon reality/docudrama Als gevolg van technologie nam het tempo in radio en televisie enorm toe. Er kwamen meer montagemomenten omdat de montageapparatuur verfijnde: kleine radiorecorders (Nagra) die later ook digitaal werden (DAT), miniaturisering van electronische video in de jaren zeventig. Een nieuwe esthetiek deed zijn intrede, aanvankelijk nog ontleend aan film (cinema vérité), maar al spoedig ook met video- en computertechnieken. (58189 en M 47996: de formatie van Burger en M 48531: de eerste dagen van het kabinet Den Uyl) Geheel nieuwe vormen waren de talkshow (waarin het steeds meer ging draaien om een herkenbare en leuke presentator) en het mengen van amusement met informatie in nieuws- en informatiemagazines. Zie het pionier-programma van Koos Posthuma (VARA) Een groot uur U uit 1978: V8880. Opvolgers werden steeds losser en lichter: bv. RUR van Veronica uit 1978 V In de jaren tachtig begon men in journalistieke programma’s te experimenteren met technieken die in amusementscontext waren ontstaan, zoals de verborgen camera of microfoon (die was ontleend aan het al in de jaren vijftig in de VS gelanceerde ‘candid camera’). Zie bv. het verslag van de val van het kabinet Lubbers in 1989: V Alles was gericht op steeds krachtiger pogingen de werkelijkheid te ‘pakken’ in alle emotie. Dat stuitte aanvankelijk nog op weerstand van de traditionele journalistiek, die vercommercialisering van het nieuws vreesde. De ultieme vorm daarvan kwam dan ook pas na de komst van commerciële tv in de jaren negentig van de grond: reality-tv. Postdoctorale Opleiding Radio- en Televisiejournalistiek RUG


Download ppt "Nederlandse omroepgeschiedenis"

Verwante presentaties


Ads door Google