TRACHEACOLLAPS = DORSOVENTRALE AFPLATTING TEN GEVOLGE VAN TRACHEOMALACIE DORSAAL LIGAMENT TRACHEARING.

Presentatie over: "TRACHEACOLLAPS = DORSOVENTRALE AFPLATTING TEN GEVOLGE VAN TRACHEOMALACIE DORSAAL LIGAMENT TRACHEARING."— Transcript van de presentatie:

1 TRACHEACOLLAPS = DORSOVENTRALE AFPLATTING TEN GEVOLGE VAN TRACHEOMALACIE DORSAAL LIGAMENT TRACHEARING

2 TRACHEACOLLAPS - NIET VERWARREN MET TRACHEAHYPOPLASIE = AANGEBOREN EN TRACHEARINGEN ZIJN MEESTAL STEVIG MAAR TE KLEIN - TRACHEACOLLAPS = VERWORVEN EN VOORNAMELIJK BIJ OUDERE DIEREN VAN MINIATUURRASSEN (O.A. YORKSHIRE T.)

3 TRACHEACOLLAPS - ‘SYNDROOM TRACHEACOLLAPS’ IS EEN MECHANISCH PROBLEEM VAN TRACHEA EN GROTE BRONCHEN

4 TRACHEACOLLAPS - ‘SYNDROOM TRACHEACOLLAPS’ IS MEESTAL OOK MEER: INFLAMMATIE EN COLLAPS KLEINE LUCHTWEGEN: 5 5 5 10 5 5 5 5

5 TRACHEACOLLAPS - DIAGNOSE: . MINIATUURRAS, OUDERE DIEREN . CHRONISCHE HOEST . SNATERENDE HOEST . SLAPPE TRACHEA EN RANDEN VAN RINGEN TE VOELEN, INDIEN COLLAPS IN CERVICALE GEDEELTE

6 GEEN TRACHEACOLLAPS (inspiratiefase)

7 TRACHEACOLLAPS (expiratiefase) TRACHEA-LUMEN NIET MEER ZICHT-BAAR

8 TRACHEACOLLAPS - DIAGNOSE: . INSPIRATOIRE DYSPNEE BIJ LICHTE DRUK OP TRACHEA (THV BORSTINGANG) . RX: * COLLAPS THORACALE TRACHEA BIJ EXPIRATIE * SOMS RECHTER HARTDILATATIE = COR PULMONALE

9 TRACHEACOLLAPS - OPMERKINGEN . SOMS RAKEN HOESTBUIEN GECONDITIONEERD . DIKWIJLS OOK HEPATOMEGALIE BIJ DEZE PATIËNTEN (WEGENS CUSHING ?) . DIKWIJLS OOK MITRALISINSUFF.: OUDE DIEREN HEBBEN DIKWIJLS OOK MITRALISINSUFF. (geen oorzakelijk verband)

10 TRACHEACOLLAPS - DIFFERENTIAALDIAGNOSE BIJ KLEINE OUDE HONDEN KOMEN SOMS EN TRACHEACOLLAPS EN MITRALISINSUFFICIËNTIE VOOR HOESTEN TGV HART- OF RESPIRATIE - AANDOENING ?? WELKE HULPMIDDELEN VOOR DIFF. ??

11

12 P-AMPLITUDE > 0.4 mV = P-PULMONALE
P-PULMONALE Ta-GOLVEN P-AMPLITUDE > 0.4 mV = P-PULMONALE

13 HULPMIDDELEN - EERDER RESPIRATOIRE OORZAAK INDIEN: . RX: VNL RECHTER HARTDILATATIE ( COR PULMONALE ) . EKG: TEKENS VAN COR PULMONALE * AMPLITUDE P-GOLF ( P-PULMONALE ) P-AMPLITUDE > 0.4 mV * Ta- GOLVEN AANWEZIG * DUIDELIJKE S-GOLVEN IN II , III en aVF

14 S-GOLVEN IN II, III en aVF

15 HULPMIDDELEN - EERDER RESPIRATOIRE OORZAAK INDIEN: . RX . EKG . HARTFREQUENTIE LAAG EN DUIDELIJKE SINUSARITMIE . ECHOGRAFIE: GEEN TEKENS VAN LINKER ATRIUMDILATATIE

16 TRACHEACOLLAPS - BEHANDELING . BRONCHODILATOREN . ANTIBIOTICA (INTERMITTEREND) . CORTICOSTEROÏDEN (INTERMITTEREND SOMS CONTINU) . SYMPTOMATISCHE HOESTBEHANDELING * LUCHTBEVOCHTIGING * CENTRALE HOESTREMMERS

17 CHRONISCHE BRONCHITIS
- ETIOLOGIE . LUCHTPOLLUTIE (PASSIEF ROKEN, … ?) . INFECTIES: BORDETELLA, … . ALLERGIE . ONBEKENDE FACTOREN - PATHOGENESE: . INFLAMMATIE ZIE TRACHEACOLLAPS

18 CRONISCHE BRONCHITIS BRONCHIAAL PATROON

19 DETAIL

20 CHRONISCHE BRONCHITIS
- DIAGNOSE . LUIDE SCHORRE HOEST, VNL NA RUST . TRACHEAREFLEX: + (NIET SPECIFIEK) . AUSCULTATIE : DIKWIJLS NORMAAL, SOMS RHONCHI . RX: SOMS NO, DIKWIJLS BRONCHIAAL PATROON

21 CHRONISCHE BRONCHITIS
- DIAGNOSE . BLOEDONDERZOEK * SOMS NEUTROFILIE ( INFECTIE) * SOMS EOSINOFILIE ( ALLERGIE) * SOMS NORMAAL ( ASPECIFIEKE ) . EKG: * SOMS TEKENS VAN COR PULMONALE . BRONCHOSCOPIE ( ZIE HOGER )

22 ALLERGISCHE BRONCHOPNEUMONIE

23 CYTOLOGIE BRONCHIAAL SPOELVOCHT VEEL EO’S

24 ALLERGISCHE BRONCHOPNEUM. NA BEHAND.

25 CHRONISCHE BRONCHITIS
- BEHANDELING: . EVENTUEEL ANTIBIOTICA . BRONCHODILATOREN . CORTICOSTEROÏDEN BIJ ALLERGIE . MONDHYGIËNE . OBESITAS BESTRIJDEN . LUCHTBEVOCHTIGING . OORZAAK WEGNEMEN (zelden mogelijk)

26 SYMPTOMATISCHE HOESTBEHANDELING
- ENKELE OPMERKINGEN * LUCHTVOCHTIGHEID IS BELANGRIJK ( ONGEVEER 70% ) * VELE HOESTSIROPEN BEVATTEN STOFFEN MET DUBIEUZE EFFECTIVITEIT (bv: EXPECTORANTIA EN MUCOLYTICA)

27 SYMPTOMATISCHE HOESTBEHANDELING
- ENKELE OPMERKINGEN * WEERSTAND IN LUCHTWEGEN IS EVEN- REDIG MET RADIUS TOT VIERDE MACHT MAATREGELEN DIE OBSTRUCTIE VERMINDEREN VERHOOGDE FLOW PUNT VAN GELIJKE DRUK NAAR CRANIAAL

28 SYMPTOMATISCHE HOESTBEHANDELING
- ENKELE OPMERKINGEN * THEOPHYLLINE BIJWERKINGEN: . TACHYCARDIE . NERVOSITEIT . GASTRO-INTESTINALE STOORNISSEN * TERBUTALINE BIJWERKINGEN . ARITMIEËN

29 SYMPTOMATISCHE HOESTBEHANDELING
- CORTICOSTEROÏDEN . ALLEEN NA VOLDOENDE DIAGNOSTIEK . KORTWERKENDE PREPARATEN . TUSSEN 8 EN 10 UUR ‘S MORGENS . OM DE DAG . ZOEKEN NAAR MINIMAAL EFFECTIEVE DOSIS