De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

INLEIDING TOT HET RECHT PRIVAATRECHT 1ste bac PSW – academiejaar 2005-06 Prof. dr. Rogier de Corte Inleiding Thema 3b 14 november 2005 Thema 3b Regelproducenten.

Verwante presentaties


Presentatie over: "INLEIDING TOT HET RECHT PRIVAATRECHT 1ste bac PSW – academiejaar 2005-06 Prof. dr. Rogier de Corte Inleiding Thema 3b 14 november 2005 Thema 3b Regelproducenten."— Transcript van de presentatie:

1 INLEIDING TOT HET RECHT PRIVAATRECHT 1ste bac PSW – academiejaar 2005-06 Prof. dr. Rogier de Corte Inleiding Thema 3b 14 november 2005 Thema 3b Regelproducenten

2 I - Waarover het gaat  wat zijn rechtsbronnen?  wie maakt de regels?  zijn alle bronnen even belangrijk?

3 wat? organen & procedures  aanwijzing gezagsorganen die rechtsregels kunnen uitvaardigen  uitwerken procedures die moeten gevolgd worden de controle op de bevoegdheid van de organen en de naleving van de procedures is, in een democratische samenleving een noodzakelijkheid

4 wie wetgever rechter rechtsleer gewoonterecht billijkheid rechtsbeginselen vreemd recht private regelgeving

5 het belang bindend wetgever gewoonterecht rechtsbeginselen vreemd recht gezaghebbend rechter rechtsleer

6 II - Wetgever - wet een schriftelijke rechtsregel in gestandaardiseerde vorm gemaakt door hetzij één van de wetgevers hetzij door de uitvoerende macht

7 A - materiële & formele wet wet in formele zin een akte met de naam wet, decreet of ordonnantie wet in materiële zin een akte (ongeacht de naam) met een algemene draagkracht wet, decreet, KB, MB, besluit gemeenteraad, …. - KB wegverkeer - wet op het erfrecht van de langstlevende echtgenoot door één van de wetgevers gemaakt, ongeacht de inhoud - wet op het erfrecht van de langstlevende echtgenoot - wet houdende naturalisatie

8 B - soorten & benaming  grensoverschrijdende rechtsnormen  interne rechtsnormen

9 § 1. grensoverschrijdend  klassiek verdragsrecht  europees recht  beneluxrecht

10 klassiek verdragsrecht-1 benaming verdrag, traktaat, handvest ….. kenmerk geen souvereiniteitsoverdracht

11 klassiek verdragsrecht-2 met zonder rechtstreekse / directe werking verdrag waarvan de bepalingen rechtstreeks of direct rechten geeft aan burgers bijv. EVRM verdrag waarvan de bepalingen zich tot de staten richten

12 europa-1  kenmerken  benaming souvereiniteitsoverdracht directe werking

13 europa-2  verordening  richtlijn  beschikking art. 249, 2 - heeft een algemene strekking en is rechtstreeks bindend art. 249, 3 - is enkel verbindend voor de lidstaten wat het resultaat betreft art. 249, 4 - een individueel bindende beslissing Hof van Justitie

14 benelux dezelfde wetten in de drie landen - dit noemt men «uniforme beneluxwetten»  WAM  Modellenwet  Merkenwet  Dwangsom (art. 1385 bis tot nonies Ger. W.)  Commoriëntes (art. 721 B.W.) Benelux-Gerechtshof

15 § 2. intern  wetskrachtige bepalingen  verordeningen door de grondwetgever door de federale wetgever door de deelstatelijke wetgever door de uitvoerende macht door de lokale besturen door andere administratieve overheden wet in de formele zin

16 1 - wetskrachtige bepalingen de bevoegdheid van de wetgever, in tegenstelling tot de uitvoerende macht, is een primaire bevoegdheid - de wetgever handelt op eigen gezag grondwetgrondwetgever wetfederale wetgever decreetVlaams parlement, Waals gewestparlement, Frans gemeenschapsparlement, Duitstalig gemeenschapsparlement ordonnantieBrusselse hoofdstedelijke parlement

17 totstandkoming federale wet  initiatiefrecht  parlementaire behandeling  bekrachtiging  afkondiging wetsontwerp -- Raad van State wetsvoorstel -- in overwegingneming verplichte omzetting commissiewerkzaamheid plenaire vergadering stemmingen

18 totstandkoning

19 2 - verordeningen akten van de uitvoerende macht s.l. - de uitvoerende macht put zijn bevoegdheid uit een hogere macht koninklijk besluit ministerieel besluit besluit van de Vlaamse regering provincieraadsbesluit besluit van een burgemeester ….

20 3 - publicatievereiste art. 190 G.W

21 4 - presentatie van wetgeving  consolidatie  coördinatie  codificatie het aanpassen van een betsaande wettekst die gewijzigd werd dit levert ene geconsolideerde tekst op een geconsolideerde tekst her- ordenen en her-nummeren een omvangrijke wettekst verwerken in de vorm van een wetboek

22 5 - kwaliteit van wetgeving reglementering ex ante - vaststellen van doeleinden, oplossingsmodel en methode (clear objectives) - transparantie, consultatie en informatie (groenboek) - legistieke redactie en juridische inpassing evaluatie ex post

23 D - hiërarchie

24 E - toetsing toetsen wil zeggen: controleren of - norm door het bevoegde orgaan is genomen bevoegdheidscontrole - norm niet strijdig is met hogere norm wettelijkheidscontrole

25 bevoegdheidscontrole  federale wetgever - deelstatelijke wetgever  verordeningen Arbitragehof Raad van state

26 wettelijkheidscontrole  intern recht vs verdrag  wet vs de grondwet  verordening vs de wet elke rechter, eventueel prejudicieel geschil enkel het Arbitragehof in beperkte gevallen - Raad van State: vernietigen - gewone rechter: niet toepassen

27 II - Rechtspraak twee mogelijkheden - precedentenrechtspraak: vonnissen van hogere rechters binden lagere rechters dan is rechtspraak een formele bron van recht - partijrechtspraak: vonnissen gelden enkel tussen partijen dan is rechtspraak ten hoogste een argument

28 regel art. 6 Ger. W. De rechters mogen in de zaken die aan hun oordeel onderworpen zijn, geen uitspraak doen bij wege van algemene en als regel geldende beschikking. - vonnissen van hogere rechters binden de lagere rechters niet, zelfs de arresten van het Hof van Cassatie binden de lagere rechter niet - rechters mogen hun beslissing niet enkel steunen op een andere uitspraak

29 uitzondering  na een tweede cassatie op dezelfde gronden  Beneluxgerechtshof  Hof van Justitie  EHRM prospective ruling

30 werkelijkheid de rechtspraak heeft een uitermate grote betekenis bij de rechtsvorming: rechtspraak niet in de zin van een vonnis of een arrest, maar in de zin van een constante rechtspraak in België

31 IV - Rechtsleer wat inhoud & vormen

32 V - Gewoonterecht wat voorbeelden

33 VI - Billijkheid billijkheid bij het maken van de normen intrinsieke billijkheid billijkheid bij het toepassen van bestaande normen externe billijkheid

34 VII - Algemene rechtsbeginselen  wat  verbod van rechtsmisbruik  vertrouwensleer

35 A. wat fundamentele rechtsregels ontwikkeld door de rechtspraak (en door de rechtsleer beschreven) die bepalen hoe rechtsnormen moeten worden toegepast bijv. het recht van verdediging

36 B. rechtsmisbruik a - burgers krijgen bevoegdheden waar ze naar eigen inzicht gebruik kunnen van maken, de rechter zal een bepaald gebruik van deze rechten verbieden, omdat hij stelt: dit is geen gebruik, maar een misbruik introductie van de moraal in het recht of de socialisering van het recht

37 rechtsmisbruik-1 b - de rechter controleert het eigendomsrecht door een bepaald gebruik als misbruik te bestempelen en dus te verbieden art. 544 B.W. Eigendom is het recht om op de meest volstrekte wijze van een zaak het genot te hebben en daarover te beschikken, mits men er geen gebruik van maakt dat strijdig is met de wetten of met de verordeningen. eigendomsrecht is een indifferente bevoegdheid

38 rechtsmisbruik-2 c - dit gebeurt in de loop van de geschiedenis stapje per stapje, tot men op een gegeven ogenblik vaststelt dat door deze evolutie een nieuwe rechtsregel is ontstaan m.n. het verbod van rechtsmisbruik d - het bereidt zich ook uit buiten het eigendomsrecht in de andere domeinen van het recht

39 schoorsteenarrest-3 Cour de Cassation (Fr) 2 mai 1855 het gebruiken van een recht enkel om iemand anders te schaden, is verboden

40 reclamepaneel-arrest-4 Cass. 12 juli 1917, Pas. 1918, I, 65 Innovation vs Vaxelaire indien een recht op verschillende manieren kan worden uitgeoefend, dan moet het worden uitgeoefend op die wijze die voor derden minst nadeel teweeg brengt

41 grensoverschrijdend gebouw-5 Rb. Namen 24 december 1935 wanneer de uitoefening van een recht aan een derde een onredelijk groot nadeel berokkent, gelet op het beoogde voordeel, wordt de uitoefening verboden (belangenafweging)

42 redelijke verwachting-6 wanneer de titularis van een recht m.b.t. de uitoefening van dit recht redelijke verwachtingen bij derden opwekt, moet hij deze verwachtingen honoreren het uitoefenen van zijn rechten tegen de geschapen verwachting in is niet geoorloofd

43 overzicht-7 vrij gebruiken van toegekende rechten niet om te schaden minst nadelig voor derden onredelijk nadeel voor derden redelijke verwachtingen

44 C. vertrowensleer verbintenissen onstaan wanneer partijen akkoord gaan om zich te verbinden: geen akkoord, geen verbintenis soms ontstaan verbintenissen zonder akkoord, wanneer de tegenpartij in redelijkheid mocht «vertrouwen» dat de andere partij akkoord ging met de verbintenis

45 VIII - Vreemd recht in België moet door de Belgische rechter soms buitenlands recht worden toegepast het IPR, dat o.m. verwijzingsregels bevat, regelt deze aangelegenheid  vreemd recht is recht  vreemd recht moet in België worden toegepast zoals het in het land van oorsprong zou worden toegepast

46 IX - Private regelgeving art. 1134 B. W. Alle overeenkomsten die wettig zijn aangegaan, strekken degenen die deze hebben aangegaan, tot wet. contracten cao's verbindend verklaard bij K.B.


Download ppt "INLEIDING TOT HET RECHT PRIVAATRECHT 1ste bac PSW – academiejaar 2005-06 Prof. dr. Rogier de Corte Inleiding Thema 3b 14 november 2005 Thema 3b Regelproducenten."

Verwante presentaties


Ads door Google