De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Thema 2 Naar een referentiekader voor Leren en Instructie

Verwante presentaties


Presentatie over: "Thema 2 Naar een referentiekader voor Leren en Instructie"ā€” Transcript van de presentatie:

1 Thema 2 Naar een referentiekader voor Leren en Instructie

2

3 Advance organizer Inleidende activiteit: oriƫnteert op de nieuwe inhouden.

4 Latijn: immersieonderwijs
De Standaard, 22 juni 2010).

5 Advance organizer 1 Kies Ć©Ć©n van de volgende rollen:
een leerkracht Latijn; een moeder/vader van een leerling die geen affiniteit heeft met vreemde talen; een leerkracht wetenschappen; een politicus van een Vlaamse partij. Hoe zou jij ā€“ vanuit een bepaalde rol - reageren op dit bericht?

6 Advance organizer 1 Welke rol koos je buur?
Vergelijk de verschillende reacties die je hoort wanneer verschillende rollen voorop staan. Probeer zo concreet mogelijk aan te geven waarin de reacties verschillen en waarom ze verschillen.

7 Advance organizer 2 Ken je een Smartboard?
Gebruik van interactief elektronisch board in lager, secundair en hoger onderwijs.

8 Advance organizer 2 Ga bij de bespreking van deze tool uit van Ć©Ć©n van de volgende rollen : een leerling secundair onderwijs; de directeur, van een school die het financieel moeilijk heeft; de ā€œminister van onderwijsā€ die ICT verplicht wil laten gebruiken door leerkrachten; leerkrachten die nu opnieuw nascholing moeten volgen. Hoe zou jij vanuit Ć©Ć©n bepaalde rol reageren op het invoeren van deze tool?

9 Advance organizer 2 Welke rol koos je buur?
Vergelijk opnieuw de verschillende reacties die je hoort wanneer verschillende rollen elk met eigen standpunten voorop staan. Probeer in een nabespreking concreet op te sommen waarin reacties verschillen en waarom er verschillen in reacties zijn.

10 Verschillen in opvattingen
Hoe verklaren? Waarom? Wanneer? In welke situaties? Werken door op variabelen, processen en actoren:

11 Variabelen, processen en actoren
Stakeholders (belangengroepen) en rollen = actoren Aggregatieniveaus microniveau mesoniveau macroniveau Historiek Componenten

12 Visies Afhankelijk van een visie op leren en instructie zal men de plaats en rol van variabelen, processen en actoren anders inschatten. Het referentiekader probeert samenhang tussen deze aan te geven. Bij de verdere bespreking van VISIES zullen we de consequenties voor en de relaties met het referentiekader bespreken.

13 Referentiekader onderwijskunde

14 Onderzoeksevidentie Maar is dit niet allemaal ā€œtheorieā€?
Waar is de ā€œempirical evidenceā€? Het referentiekader kan gekoppeld worden aan duizenden onderwijskundige onderzoeken In Leren en Instructyie focus op evidence based aanpakken Zie overzichtwerk van Hattie (2009) meta-analyse van studies.

15 Hattie, J. (2009).Ā Visible Learning: A Synthesis of over 800 Meta-Analysis relating to Achievement.
Milton Park, Oxon: Routledge.

16 Onderzoek naar het effect van ā€¦
Bij onderzoek stelt men dikwijls een ā€œpositiefā€ effect vast. Maar hoe ā€œgrootā€ ā€œbelangrijk is dat effectā€ ? In onderzoeksliteratuur gebruikt men hiervoor het begrip ā€œeffect sizeā€. Effect size geeft aan hoeveel standaarddeviaties een score opschuift, verbetert.

17 Onderzoek naar het effect van ā€¦
Scores zijn meestal verdeeld in een groep of klas volgens een normaalverdeling: enkel hebben lage score, enkel hoge score, meeste een gemiddelde score. Grootste groep (68%) bevindt zich rond het gemiddelde: +/- 1 standaarddeviatie van dat gemiddeld. Based on

18 Onderzoek naar het effect van ā€¦
Scores zijn meestal verdeeld in een groep of klas volgens een normaalverdeling: enkel hebben lage score, enkel hoge score, meeste een gemiddelde score. Grootste groep (68%) bevindt zich rond het gemiddelde: +/- 1 standaarddeviatie van dat gemiddeld. Based on

19 Onderzoek naar het effect van ā€¦
Een positieve effect size vertelt dus hoeveel respondenten naar rechts opschuiven in de verdeling van de scores (zie animatie): meer leerlingen halen dus een hoger gemiddelde score. Bijv. Ć©Ć©n standaarddeviatie opschuiven = 84% van de leerlingen in de exp groep hebben een score die hoger is dan die de controlegroep. Based on

20 Onderzoek naar het effect van ā€¦
Hoe groot moet een effect size (es) zijn om interessant te zijn? Rekening houdende met ontwikkelingseffecten Rekening houdend met feit dat een leerkracht ā€“ los van wat hij/zij doet ā€“ een invloed heeft Vuistregel: pas vanaf es = .40 wordt het interessant.

21 Microniveau

22 Microniveau Niveau: directe interactie tussen lerende - instructieverantwoordelijke in een werkplek, opleidingscentrum, klas, on-line leeromgeving, teleconferentie-omgeving

23 Microniveau: context Context: omgevingsvariabelen die ā€“ vooral indirect ā€“ ingrijpen op de leer- en instructieprocessen. Vb: in de onmiddellijke nabijheid van de school staat een kasteel staat, een bedrijfje, een vijver ligt, een fabriek staat, de ouders van de lerenden, het al dan bereikbaar/niet-bereikbaar van de school.

24 Microniveau: actoren Instructieverantwoordelijke(n) trainer, docent, leerkracht, begeleider, lector, team, ... Kenmerken instructieverantwoordelijke(n) geslacht, leeftijd, vooropleiding, visie, ervaring, motivatie, interesse, samenwerkingsverband Begeleiding instructieverantwoordelijke(n) on-line services, back office, ...

25 Microniveau: actoren gebaseerd op Hattie, 2009, p. 109).

26 Microniveau: actoren Lerende(n) een persoon die op een systematische manier iets leert Kenmerken lerende(n) leeftijd, geslacht, ervaring, prof. vaardigheden, interesse, motivatie, groepskenmerken Begeleiding lerende(n) peers, tutors, specifieke opvang taal, godsdienst, gezondheid (zieke kinderen)

27 Microniveau: actoren

28 Voorbeeld, kenmerken van de lerende: wiskundeangst.
Factoren die samenhangen met wiskundeangst (Vekeman, 2010, p.17).

29 Microniveau: organisatie
Op microniveau zeer relevant omdat het bepalend is voor het samenspel tussen processen en variabelen bij het didactisch handelen en de leeractiviteiten. Voorbeelden: grootte instructiegroepen, beschikbare tijd, uurrooster, aantal vakleerkrachten/specialisten, al dan niet beschikbaar zijn van een open leerplek, bibliotheek, zelfstudiehoek, de toegankelijkheid van de infrastructuur (tijd, fysisch, ā€¦), ā€¦ Micro- en mesoniveau sterk verweven.

30 Microniveau: organisatie

31 Microniveau: organisatie
Vb. Cram schools

32 Microniveau: instructie
Instructieactiviteiten Componenten van het didactisch handelen Geheel aan beslissingen van instructieverantwoordelijke(n) m.b.t. doelen leerstof media werkvorm toetsing

33 Componenten didactisch handelen
Leerdoelen: een concrete observeerbare aanduiding van wat men nastreeft bij de instructie. Een operationeel leerdoel geeft aan welk gedrag men verwacht van de lerende (bijv. zelfstandig een voorbeeld geven) en op welke inhoudscategorie dit gedrag betrekking zal hebben (bijv. een oorzaak-gevolg relatie m.b.t. zwaartekracht en de getijden).

34 Componenten didactisch handelen
Leerstof

35 Componenten didactisch handelen
Instructiestrategie (didactische werkvorm): dit omvat de concrete handelingen van de instructieverantwoordelijke waardoor hij/zij leeractiviteit van lerenden uitlokt (bijv. vragen stellen, doceren, een demonstratie geven, een discussie opzetten, een probleem voorleggen, een constructieopdracht geven, ā€¦). Afhankelijk van de opvatting over leren en instructie, worden andere didactische werkvormen naar voren geschoven.

36

37

38 Componenten didactisch handelen
Media: dit verwijst naar de ā€˜gematerialiseerdeā€™ vorm van leerstof en/of tools/middelen die men gebruikt bij de didactische werkvorm (boeken, projectoren, computer, bord, fiches, zelfstudiepakket, website, e-learning omgeving, ā€¦).

39 Componenten didactisch handelen
Toetsing: de manier (inhoud, materiaal, activiteit en organisatie) waarop men het al dan niet bereiken van de doelstellingen controleert. Zie speciaal thema over toetsing en evaluatie.

40 Microniveau: leeractiviteiten
Leeractiviteiten Welk gedrag vertoont de lerende als gevolg van (als uitgangspunt voor) instructie-activiteiten - controverse m.b.t. visie BEPALEND ! Visie op leren. Hoe verwerven we kennis?

41 Micro-niveau

42 Meso-niveau

43 Uittreksel uit het schoolreglement van de Stedelijke Academie Muziek,
Woord en Dans van Dendermonde

44 Mesoniveau

45 Mesoniveau Hoger organisatieniveau; minder concrete personen (groepen, teams, ā€¦) en acties (procedures, dossiers, ā€¦) Meestal extrapolatie van het microniveau (beleid) en macroniveau (handelen in de klas).

46 Mesoniveau: context Context samenwerkingscontract met bedrijf
convenant met andere opleidingsinstelling stedelijk ontwikkelingsplan verkeerssituatie rond de school buurt ouders ā€¦

47 Mesoniveau: context Keert sterk terug in kenmerken van lerende.

48 Mesoniveau:organisatie
Organisatie: beschikbare lesuren (lesurenpakket), het aantal instructieverantwoordelijken in de instelling/organisatie, de mediatheekvoorzieningen, of het al dan niet beschikbaar zijn van een open leercentrum is, de lokalen/infrastructuur, de financiering, de beschikbare uren voor zorgcoƶrdinatoren/coaches, praktijkbegeleiders, het schoolreglement, ā€¦

49 Mesoniveau: lerende Lerende: cohorten, groepen
Kenmerken: globale samenstelling (etnisch, pol. Vluchtelingen, afstudeerkenmerken, algemene vooropleiding (aggregatie kenmerken op microniveau) Begeleiding: diensten, personeelsgroepen, kwaliteitsunits, interne audit

50 Mesoniveau Instructieverantwoordelijke: teams, clusters, specialismen
Kenmerken: leeftijd, vooropleiding, dominante visie, ā€¦ (aggregatie kenmerken op microniveau) Begeleiding: professionaliseringsplan, strategisch plan van school.

51 Mesoniveau Componenten didactisch handelen
doelen: leerplan, werkplan, vakgroep, trainingsplan, skills-management ontwerp, competentieprofielen leerstof: bronnen, kennismanagement bedrijf, incidenten in bedrijf, eigen bedrijfsdata werkvorm: leersysteem zoals bijv. zelfstudiesysteem, afstandsonderwijs, probleemgestuurde aanpak, ... media: computerklas, conferencing room, ... toetsing: toetsitembank, centraal toetssysteem, periodieke tests piloten of operatoren in kerncentrales, ā€¦

52 Componenten didactisch handelen

53 Macroniveau De Standaard Online Rijles op school nog theorie Staat in eindtermen maar niemand heeft zicht op hoe scholen het doen BRUSSEL - Vanaf dit schooljaar moeten scholen de leerlingen van het secundair onderwijs voorbereiden op het theoretische rijexamen. Het staat in de eindtermen, maar niemand heeft er zicht op of en hoe dat gebeurt. Minister Renaat Landuyt is voorstander van een samenwerking tussen het onderwijs en de privƩsector. West-Vlaamse rijscholen, die eind jaren zestig uit de scholen voortsproten, kunnen als de wegbereiders daarvan worden beschouwd.

54 Macroniveau

55 Departement Onderwijs Ministerie Vlaamse
Macroniveau INSTITUTIONALISERING Koning Albert II laan Departement Onderwijs Ministerie Vlaamse Gemeenschap

56

57 Macroniveau Context (politiek, economisch, cultureel, ...)
overeenkomsten met buitenland: Sorbonne-, Bologna- en Lissabonverklaring eisen van sectoren met betrekking tot beroepsprofielen (drukkers, lassers, ...) eisen van vakbonden m.b.t. opleidingsuren (kredieturen)

58 Macroniveau Lerenden: belangenverenigingen (politiek, niveau, sectorieel) Kenmerken: leeftijdsgroepen, (OESO, indicatorenstudies PISA, IALS, ...) Begeleiding: landelijke en internationale organisaties (bijv. studentenorganisaties, ...)

59

60 Macroniveau Instructieverantwoordelijke: vakgroepen, vakbonden, netten/koepels, ... Kenmerken: opleiding, niveau (regenten/lic.), Begeleiding: landelijke en internationale organisaties (bijv. EARLI, Orthopedic surgery association, accountancy Australia, ...)

61 In dit voorbeeld zie je duidelijk de impact van het macroniveau op centrale actoren in de instructiesetting. Hier worden de gevolgen van een hervorming in het Australische beroepsonderwijs bekeken voor de inzetbaarheid van leerkrachten. Dat daarbij vakbonden duidelijk hun stem laten horen, ligt voor de hand (Australia (

62 Macroniveau Organisatie:

63 Macroniveau Componenten didactisch handelen
Doelen: profielen, eindtermen, beroepskwalificaties (bijv. ICT en leerkrachten), landelijk curriculum (UK) Leerstof: voorgeschreven methoden, kritische incidenten (luchtvaart, veiligheidssector, geneeskunde, ...) Media: Multinationals IBM/Lotus heeft Learning Space, Oracle heeft TeleTop, Overheid onderwijs heeft webportal ( ā€“ kies onderwijs)

64 Deeloverzicht van de eindtermen secundair onderwijs
(

65 Macroniveau Componenten didactisch handelen
Werkvormen: nationale systemen (Open Universiteit, Beroepskwalificatiecentrum, Toetsing (Nationaal toetscentrum, sectorieel kwalificatiecentrum (buschauffeurs),

66 Oefeningen/voorbeelden

67

68

69

70 Vervolg cursus Leren en Instructie
Ontologie en epistemologie behaviorisme cognitivisme constructivisme Hogere denkvaardigheden Onderwijskundig ontwerpen Curriculumtechnologie Evaluatie Telkens komt Evidence-base en Referentiekader naar voren

71 Thema 2 Naar een referentiekader voor Leren en Instructie


Download ppt "Thema 2 Naar een referentiekader voor Leren en Instructie"

Verwante presentaties


Ads door Google