Tussentijdse evaluatie

Presentatie over: "Tussentijdse evaluatie"— Transcript van de presentatie:

1 Tussentijdse evaluatie

2 Bij natuurlijke selectie gaan sommige individuen
in de populatie meer nakomelingen hebben dan andere, en daardoor verschuift het gemiddelde fenotype van de populatie. juist fout

3 Bij natuurlijke selectie gaan sommige individuen
in de populatie meer nakomelingen hebben dan andere, en daardoor verschuift het gemiddelde fenotype van de populatie. fout

4 Dat in de meeste populaties evenveel mannetjes
als vrouwtjes aanwezig zijn, is een argument tegen de idee van groepsselectie. juist fout

5 Dat in de meeste populaties evenveel mannetjes
als vrouwtjes aanwezig zijn, is een argument tegen de idee van groepsselectie. juist

6 Wanneer een bepaald kenmerk bijdraagt tot de
overleving of het paarsucces, mogen we verwachten dat de frequentie ervan zal toenemen in de volgende generatie. juist fout

7 Wanneer een bepaald kenmerk bijdraagt tot de
overleving of het paarsucces, mogen we verwachten dat de frequentie ervan zal toenemen in de volgende generatie. fout

8 De evolutieleer is niet wetenschappelijk, want
ze kan enkel dingen uit het verleden "verklaren", haar voorspellingen kunnen niet getoetst worden. juist fout

9 De evolutieleer is niet wetenschappelijk, want
ze kan enkel dingen uit het verleden "verklaren", haar voorspellingen kunnen niet getoetst worden. fout

10 In een stabiele omgeving zal natuurlijke selectie
uiteindelijk leiden tot perfect aangepaste organismen. juist fout

11 In een stabiele omgeving zal natuurlijke selectie
uiteindelijk leiden tot perfect aangepaste organismen. fout

12 Gene flow verlaagt de effectiviteit van natuurlijke
selectie. juist fout

13 Gene flow verlaagt de effectiviteit van natuurlijke
selectie. juist

14 Natuurlijke selectie is het enige gekende
mechanisme dat kan leiden tot evolutionaire adaptaties. juist fout

15 Natuurlijke selectie is het enige gekende
mechanisme dat kan leiden tot evolutionaire adaptaties. juist

16 Het (herhaaldelijk) vinden van écht altruïstische
individuen zou een weerlegging van Darwins theorie van evolutie door natuurlijke selectie betekenen. juist fout

17 Het (herhaaldelijk) vinden van écht altruïstische
individuen zou een weerlegging van Darwins theorie van evolutie door natuurlijke selectie betekenen. juist

18 Obesitas is sterk overerfbaar (h2=0.87). Diëten
zijn dus nagenoeg zinloos. juist fout

19 Obesitas is sterk overerfbaar (h2=0.87). Diëten
zijn dus nagenoeg zinloos. fout

20 Wanneer zou blijken dat Goulds theorie van de
onderbroken evenwichten correct is, zou dat het einde van de evolutietheorie betekenen. juist fout

21 Wanneer zou blijken dat Goulds theorie van de
onderbroken evenwichten correct is, zou dat het einde van de evolutietheorie betekenen. fout

22 Aseksuele reproductie verwacht je vooral in
zeer stabiele milieus. juist fout

23 Aseksuele reproductie verwacht je vooral in
zeer stabiele milieus. juist

24 Door de ontwikkeling van de cultuur en vooral
de geneeskunde speelt natuurlijke selectie geen rol meer voor de mens. juist fout

25 Door de ontwikkeling van de cultuur en vooral
de geneeskunde speelt natuurlijke selectie geen rol meer voor de mens. fout

26 De evolutietheorie toont aan dat God niet bestaat.
juist fout

27 Van 34 bestudeerde soorten salamanders hebben er 14 soorten gereduceerde ogen. Al deze soorten bewonen grotten. De soorten met ogen leven bovengronds. Hoe zou Je dit patroon kunnen verklaren? Geef twee alternatieve hypothesen. Bedenk waarnemingen of experimenten die je kunnen helpen bij de beslissing welke van beide hypothesen de juiste is.

28

29

30 In onderstaande grafiek is elk punt een zangvogel
uit de familie Suculidae. Welk patroon zie je ? Welke evolutionaire processen kunnen dat patroon verklaren ? snavellengte lichaamslengte

31 Zou je iets willen weten over de fylogenie van deze soorten ?
snavellengte lichaamslengte

32

33 Zou je iets willen weten over de fylogenie van deze soorten ?
snavellengte lichaamslengte

34 De flagel die bacteriën voortstuwt is een
complex geheel van (n) eiwitmoleculen die allen noodzakelijk zijn om de flagel te kunnen laten bewegen. Hoe kan je verklaren dat zulke moleculaire complexiteit ontstaat via evolutie door natuurlijke selectie ? Merk op dat een flagel uit (n-1) onderdelen niet werkt.

35 Waarom is homoseksualiteit een
"evolutionaire paradox" ? Hoe zou je het bestaan ervan toch kunnen verklaren ?                                                     

36