De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Achtergrondstudie Handelingen

Verwante presentaties


Presentatie over: "Achtergrondstudie Handelingen"— Transcript van de presentatie:

1 Achtergrondstudie Handelingen
Petrus de rots  Raymond Volgers VEG ‘De Zaaier’ Hasselt 25/09/2007

2 Algemene info Petrus Naam: Simon (bijnaam: Petrus, Kefas)
Beroepen: aanvankelijk visser in Galilea, later discipel van Jezus Christus, nog later apostel voor de Joden en daarna ook nog schrijver Studie: ongeletterd Burgerlijke staat: gehuwd Erfenis: vandaag nog steeds een voorbeeld voor velen / hij speelde een voorname rol in het ontstaan van de christelijke gemeenten Petrus mogen we beschouwen als één van de vele hoofdpersonen in de wereldgeschiedenis. Iedereen die een beetje algemene kennis heeft van het christendom, kent Petrus wel. Hij heette Simon, maar hij werd meestal Petrus genoemd (Mt. 4:18), wat is afgeleid van een Grieks word wat ‘rots’ betekent. Soms werd hij ook Kefas genoemd, afgeleid van het Aramese woord wat eveneens ‘rots’ betekent. Petrus was een gewone man, een visser werkzaam in Galilea. Hij leerde Jezus kennen en hij werd zijn volgeling of discipel. Later krijgt hij van Jezus een bijzondere opdracht in de evangelieverkondiging en de gemeentestichting en daarvan lezen we in het eerste deel van het boek Handelingen. Paulus noemt hem later de “apostel voor de besnedenen” (Gal. 2:7-8). Later heeft hij nog 2 brieven geschreven, die deel uitmaken van het Nieuwe Testament, dus hij was niet alleen spreker, maar ook schrijver. Petrus was een “eenvoudig en ongeletterd man” (Hand. 4:13). Hij had een schoonmoeder (Mk. 1:30; Lk. 4:38), dus kunnen we gerust aannemen dat hij getrouwd was. We weten weinig met zekerheid te zeggen over hoe zijn leven na Hand.15 verliep. Hij heeft wellicht een tijdje in Klein-Azië doorgebracht, omdat hij zijn brieven aan gelovigen in dat gebied schrijft. Men gaat ervan uit dat hij rond 64/65 AD stierf t.t.v. de christenvervolging onder keizer Nero als martelaar in Rome. Petrus is een groot voorbeeld voor ons vandaag. Als we zijn levensloop bestuderen, dan kunnen wij ons gemakkelijk met hem identificeren. Zijn liefde en passie voor Jezus Christus worden duidelijk. Zijn geloof in Gods kracht is inspirerend. Zijn vallen, worstelingen, zwakten en ontkenningen weerspiegelen de strijd die wij ook in het dagelijks leven meemaken. Jezus Christus bouwt Zijn gemeente op mensen zoals Petrus. Petrus speelde zelfs een hoofdrol in het ontstaan van de gemeente. Hij vormt samen met Paulus een brug tussen de evangeliën, waarin de gemeente nog niet bestaat en de brieven, waarin de gemeente wel bestaat. Het is goed om daarbij te beseffen dat het niet met Paulus is begonnen, maar met Petrus. En ik denk dat dit in evangelische kringen lang niet altijd goed wordt beseft. Ik wil hier dus een pleidooi voor voeren, zonder mee te gaan met de Rooms-Katholieke leer van apostolische successie (waarin Petrus wordt gezien als de eerste paus). We moeten Petrus niet vereren, maar we kunnen zeker veel van hem leren. Daarbij moeten we hem ook zeker niet negeren, want hij speelde letterlijk en figuurlijk een sleutelrol. Al met al de moeite waard dus om het leven van Petrus eens nader te bestuderen vanavond! Ik kan niets anders doen dan de belangrijkste gebeurtenissen en hun betekenis aanstippen en ik kan daarbij niet gedetailleerd zijn en lang niet alle bijbelteksten lezen en bekijken die direct van Petrus op toepassing zijn. Dan zouden we vannacht namelijk nog bezig zijn. Wel vertrouw ik erop dat deze studie zal helpen om een goed algemeen beeld te krijgen van Petrus en om hem beter te kunnen plaatsen in het boek Handelingen.

3 1. Het begin: Petrus’ bekering
De eerste ontmoeting: Petrus ontmoet Jezus via zijn broer Andreas (Joh. 1:35-42) De eerste actie: Jezus zorgt dat Petrus getuige is van een wonder en daarop volgt Petrus’ berouw en zijn bereidheid om Jezus te volgen (Lk. 5:1-11) Andreas vertelt enthousiast tegen zijn broer dat ze de Messias, de Christus (ofwel: de Gezalfde) hebben gevonden en Petrus is bereid om Jezus te ontmoeten. Hij schrijft de woorden van zijn broer dus niet als onzin af. Jezus geeft hem direct een nieuwe naam: Petrus. Jezus noemt hem dus vanaf de eerste ontmoeting de rots. (zie ook Mt. 4:18-22; Mk. 1:16-20) Petrus’ bekering vindt plaats op zijn visserswerkplek: het meer Genessaret. Petrus moet de netten uitleggen en al zegt hij dat ze de hele dag nog niets hebben gevangen, toch gehoorzaamt hij Jezus. Als de netten helemaal vol zitten, dan toont Petrus berouw. Gehoorzaamheid en berouw zijn noodzakelijk voor een ware bekering. Jezus antwoordt dat Petrus een nieuw beroep zal krijgen, die overeenkomsten vertoont met zijn huidige beroep. Hij zal visser blijven, maar nu zal hij geen vissen vissen, maar mensen. Hij zal van grote betekenis worden voor andere mensen. Daar begint zijn nieuwe leven aan Jezus’ zijde.

4 2. Taken van Petrus Taakomschrijving:
Samenzijn met Jezus in gemeenschap Het goede nieuws van Gods Koninkrijk verkondigen Genezing en exorcisme De twaalf discipelen van Jezus, waaronder Petrus, werden aangesteld om het Koninkrijk Gods te verkondigen, boze geesten uit te drijven, te genezen en zich te laten onderwijzen door Jezus (Mk. 3:13-15; Lk. 9:2; Mk. 6:7; Mt. 10:1). Als we de evangeliën in één keer zouden doornemen en in het bijzonder letten op de relatie tussen Jezus en Petrus, dan zien we o.a. hoe zij samen eten, drinken, reizen, werken, vieren, rusten, stil zijn en we vinden veel gesprekken tussen beiden. Een persoonlijke relatie met Jezus onderhouden is een belangrijke vereiste voor een discipel van Jezus. Petrus verkondigde het Koninkrijk van God. Hij schrijft zelf in zijn eerste brief veel later: “Jullie zijn een uitverkoren geslacht, een koninklijk priesterschap, een heilige natie, een volk (Gode) ten eigendom, om de grote daden te verkondigen van Hem, die u uit de duisternis geroepen heeft tot zijn wonderbaar licht” (1 Pe. 2:9). Petrus verkondigde de grote daden van Jezus en hij riep anderen op om hetzelfde te doen. Eén van Petrus’ eerste ervaringen was de genezing van zijn schoonmoeder (Mk. 1:29-31). Genezing, evenals het uitdrijven van boze geesten staat centraal in de bediening van Jezus en van zijn volgelingen. In Hand. 3 lezen we bv. hoe Petrus in de naam van Jezus een verlamde man geneest.

5 3. Petrus als ‘waaghals’ en vragensteller
Petrus is niet bang om ‘stappen in geloof’ te zetten (vb. Mt. 14:22-33) Petrus stelt vele vragen aan Jezus (vb. Mt. 19:27) en Jezus stelt vele vragen aan Petrus (vb. Joh. 21:15-17) Een discipel kan groeien in geloof door onder andere 2 dingen: door de bereidheid om risico’s te durven nemen en door vragen te stellen. Beiden zien we terug in het leven van de discipel Petrus. Discipelschap omvat een zeker element van risico: je wordt voortdurend uitgedaagd om iets te doen wat menselijk gesproken onmogelijk of ondenkbaar is. Petrus riskeerde het bv. om zijn spullen en zijn werk achter te laten om Jezus te volgen. Hij vond het maar vreemd om de netten in het water te gooien na het al een hele dag zonder succes te hebben geprobeerd, maar toch doet hij het in opdracht van Jezus. Nog sprekender is Mt. 14 (lezen). Eerst was Petrus bang, omdat hij iemand over het water zag lopen (vs. 26). Toen hij hoorde dat het Jezus was, werd hij enthousiast en wilde hij ook over het water lopen (vs. 28). En hij liep over het water. Hij nam een stap in geloof. Het duurde niet lang, want angst kwam al gauw om de hoek kijken, maar hij deed het toch maar. Wel is het goed om te beseffen dat Petrus wachtte totdat Jezus zei: “Kom!” Hij nam een stap in geloof, omdat hij wist dat Jezus het goed vond en omdat Hij wist dat Jezus hem zou helpen. Door stappen in geloof te nemen zoals Petrus groei je in je geloof. Petrus durfde risico’s te nemen en God heeft mensen nodig die dat ook durven. Mensen die niet met de massa mee gaan en voor een veilig en zeker bestaan kiezen, maar mensen die in geloof naar Jezus luisteren. Ook stelde Petrus vele vragen aan Jezus (Mt. 15:15; 18:21-22; 19:27; Mk. 11:21; 13:3-4; 14:19; Lk. 12:41; 22:9; Joh. 13:6, 36-38; 21:21). Vb. Mt. 19:27. Vragen stellen getuigt van een leergierige houding en dat is de enige juiste houding die bij een discipel past, want een discipel is een leerling. Alle vragen die Petrus stelt dragen bij aan zijn groei. Maar er is ook een andere kant. Jezus stelt ook vragen aan Petrus (Mt. 14:31; 16:15; 17:25; Mk. 14:37-41; Lk. 6:46; Joh. 21:15-17). Dit zijn vaak confronterende vragen, zoals de vraag “heb jij mij werkelijk lief?,” die Jezus driemaal achter elkaar stelt aan Petrus. Ook confronterende vragen van Gods zijde dragen bij aan onze groei. Daarom is het ook zo belangrijk dat wij voortdurend bezig zijn met het Woord van God en dat wij ons laten confronteren door het Woord van God. Hier is natuurlijk ook en risico aan verbonden. Gods vragen prikken dwars door ons heen en dat hoeft niet altijd leuk te zijn. Maar als we willen groeien als discipelen, zo leert Petrus ons, dan moeten we risico’s durven nemen, vragen stellen en naar Gods vragen luisteren.

6 4. Petrus de rots: meer dan een naam?
Wie is de rots in Mt. 16:13-22? Petrus’ getuigenis, Jezus of Petrus De sleutels van het Koninkrijk Petrus de stem van Satan (Mk. 8:27-33) Jezus de hoeksteen; zijn volgelingen de levende stenen (1 Pe. 2:4-8; zie ook Ef. 2:20-22) Mt. 16 als voorzegging van Petrus’ sleutelrol in het ontstaan van de gemeente Petrus’ getuigenis: “Gij zijt de Christus, de Zoon van de levende God.” (Calvijn). Jezus, die Zelf zegt “op deze petra” (Luther, Augustinus). Petrus (R.K., Zwingli en Cullman). Jezus zegt tegen Petrus dat hij de sleutels zal ontvangen van het KdH. Hij ontvangt de macht om te binden en te ontbinden, waarover we ook lezen in Mt. 18: Niet alleen Petrus ontvangt deze, maar alle discipelen (Joh. 20:23). In Mk. 8 lezen we over hetzelfde als in Mt. 16, maar daar krijgt het nog een belangrijk staartje. Petrus wordt hier Satan genoemd door wat hij tegen Jezus zegt. Dit is belangrijk. Petrus zal worden gebruikt en hij zal macht ontvangen, maar Petrus is een gewoon mens die grondig de fout in kon gaan. Petrus is dus zeker niet onfeilbaar. Jezus is de hoeksteen; gelovigen zijn levende stenen, zoals hun Heer. Zonder Jezus is Petrus niets en het gebouw wat door zijn bediening ontstaat evenmin. Jezus zegt: “Ik zal Mijn gemeente bouwen,” Petrus wordt gebruikt, maar Jezus is de initiatiefnemer en degene die werkelijk bouwt. Mt. 16, waar Jezus zegt dat hij Zijn gemeente zal bouwen op de rots, is de eerste gebeurtenis waar Jezus heel direct onderwijs geeft over Zijn gemeente, die in de nabije toekomst zal worden gebouwd. Petrus speelt daarbij een sleutelrol en dat wordt duidelijk in Hand. 1-12, waar de gemeente in Jeruzalem, Judea en Samaria ontstaat. Ook speelt hij een belangrijke rol in het begin van de uitbreiding van de gemeente naar heidenen toe, dat zullen we verderop zien als we in het kort de bekering van Cornelius en de vergadering in Jeruzalem bespreken. Mijn overtuiging is dus dat de gemeente bij Petrus begint en niet bij Paulus, terwijl Jezus de initiatiefnemer is en Paulus zeker de hoofdrol zal spelen in de uitbreiding van de gemeente ver buiten Joods grondgebied (hij mag dus zeker gezien worden als de stichter van vele gemeenten).

7 5. Bijzondere ervaringen en trouwe dienst in het leven van Petrus
Petrus’ bergtopervaring: onvergetelijk en onmisbaar (Mk. 9:2-8) Het komt erop aan om te dienen in het dagelijks leven (vb. Lk. 22:30-34) (zie ook Mt. 17:1-8; Lk. 9:28-36) Een geweldige ervaring moet dit geweest zijn. Petrus maakt één enthousiast foutje. Hij wist niet wat hij moest zeggen en dan toch zegt hij iets. Petrus was altijd haantje de voorste. Hij had een sterk en impulsief karakter en hij was een man vol zelfverzekerdheid (wat hem soms zeer ten goede kwam en waardoor hij op andere momenten juist fouten beging). Hier zegt hij dat hij tenten wilde opslaan, zodat dit moment nooit meer zou verdwijnen. Maar dat was niet de bedoeling. Petrus, Jakobus en Johannes mochten het niet doorvertellen (Mk. 9:9), maar Petrus zou het nooit meer vergeten. Hij herinnert zelfs veel later aan dit moment in zijn tweede brief (2 Pe. 1:16-18). Toen kon hij het dus wel met anderen delen. Zulke bijzondere momenten helpen om Jezus trouw te dienen ook als het even niet zo geweldig is. Want daar komt het op aan: om Jezus onder alle omstandigheden te dienen. En we moeten niet menen dat we dat zo maar even doen (Lk. 22:30-34). Als we heel Petrus’ leven beschouwen en zijn brieven erbij lezen, dan kunnen we toch zeker stellen dat Petrus is gegroeid tot een trouwe dienaar en dat is hij gebleven. Maar niet zonder vallen en opstaan. Dat laat de grote ontkenning duidelijk zien.

8 6. Petrus’ grondige misstap
De grote ontkenning: Lk. 22:31-34; Joh. 18:12-27 Oorzaak: teveel zelfvertrouwen In Lk. 22 wordt de grote ontkenning voorzegd door Jezus en in Joh. 18 lezen we hoe het precies ook gebeurt zoals Jezus had voorzegd. Tot driemaal toe ontkent hij dat hij bij Jezus hoort. Wat is hier nu de oorzaak van? Petrus had teveel vertrouwen in zichzelf. Hoogmoedig riep hij: “ik zal dit nooit doen” tegen Jezus. En wie meent te staan, loopt het gevaar om te vallen. Dat is precies wat we zien bij Petrus. Helaas, maar het is een goed voorbeeld voor ons. Petrus de Rots ging flink de fout in. Niet alleen hier; ook op andere momenten in zijn leven. Maar deze grondige misstap, de herhaaldelijke ontkenning, liegt er zeker niet om dat ook Petrus worstelde met zijn oude ik. Het mooie is gelukkig—en laat dat vooral een voorbeeld voor ons zijn—hoe Petrus achteraf reageert als de haan heeft gekraaid. Zijn reactie bood een weg tot herstel.

9 7. Het herstel van Petrus Judas versus Petrus
Petrus’ reactie na de verloochening leidt tot herstel, doordat hij . . . . . . duidelijk en oprecht berouw toont (Mt. 26:75) . . . zich opnieuw toewijdt aan Jezus (Joh. 21:15-19) . . . zijn dagelijkse dienst aan God trouw hervat (Hand. 1-12) Het is hier nuttig om even Petrus met Judas te vergelijken. Judas had Jezus verraden. Petrus in zekere zin ook, door te ontkennen dat hij een volgeling van Jezus was. Judas weg leidde niet tot herstel. Hij had berouw, vertelde dat aan mensen en hij gaf het geld wat hij ontvangen had terug, maar hij toonde geen berouw aan God en hij pleegde zelfmoord. Petrus’ weg leidde wel tot herstel. Petrus toonde direct berouw na zijn verloochening. In Mt. 26:75 lezen we dat nadat de haan gekraaid had, “Petrus zich het woord herinnerde dat Jezus had gesproken: ‘eer de haan kraait, zult gij Mij driemaal verloochenen’. En hij ging naar buiten en weende bitter.” Petrus werd direct geconfronteerd met de woorden van Jezus; hij weende bitter. Maar vooral; hij hield zich daarna stil. De zelfverzekerde Petrus, die altijd het eerste en laatste woord wilde hebben, ging zich nu meer stil houden. Na de opstanding is het Thomas die het eerste spreekt; Petrus houdt zich stil. Meyer schrijft: “De legende vertelt, dat elken keer, als Petrus in later jaren een haan hoorde kraaien, hij zich al weenende op de knieën wierp; en dat hij gewend was dagelijks bij het eerste hanengekraai te ontwaken en het vreeselijk uur, waarin hij zijn Heer verloochende, in gebed doorbracht. Al is dit misschien woordelijk niet waar, wij kunnen wel aannemen, dat, toen zijn oude, sterke, oproerige geest getemperd en veranderd werd, hij zéér barmhartig en teeder werd jegens gevallenen en dat hij nog meer geloofde in de liefde van den Zaligmaker.” Merk daarbij ook op dat Petrus de problemen niet uit de weg gaat. Hij is nog altijd bereid om Jezus te ontmoeten en met de andere discipelen op te trekken, ook na zijn misstap. Na de opstanding vindt er zelfs een belangrijke dialoog plaats tussen Jezus en Petrus in Joh. 21. Jezus spreekt hem nu aan als Simon, de gewone visser. Op de drievoudige ontkenning volgt de drievoudige vraag van Jezus: “Hebt gij mij waarlijk lief?” Petrus antwoordt nu iets voorzichtiger dan voorheen: “Here, U weet het, dat ik U liefheb.” Jezus’ antwoordt luidt: “weid mijn lammeren; hoed mijn schapen; weid mijn schapen.” Jezus weet het inderdaad dat Petrus hem lief heeft en Hij geeft hem een belangrijke taak. Petrus wijdt zich opnieuw toe aan Jezus. In Handelingen lezen we dan verder hoe Petrus zijn taak trouw op zich neemt. Petrus toont berouw, toewijding en trouw. Hij heeft geleerd van zijn misstap en er goed op gereageerd. In tegenstelling tot Judas. Petrus wordt in ere hersteld en we vinden in Handelingen zijn ‘comeback’ en hij is sterker en meer volwassen geworden.

10 8. Petrus als evangelist en apologeet
In zijn eerste brief roept Petrus op tot evangelisatie (1 Pe. 2:9) en apologetiek (1 Pe. 3:15) In de toespraken van Petrus in Hand. (2:14-40; 3:11-26; 4:8-20; 5:29-32; 10:34-43) zien we hoe hij dit ook in zijn eigen leven heeft waargemaakt In het eerste deel van Handelingen zien we hoe Petrus met kracht getuigt van Gods grote daden en verantwoording aflegt van de hoop die in hem is. Hiertoe roept hij op in zijn eerste brief: om te evangeliseren, te getuigen van Gods grote daden (1 Pe. 2:9) en om zijn geloof tegenover iedereen te verdedigen wanneer het maar nodig is. We noemen dat laatste ook wel apologetiek, wat door Petrus wordt omschreven als “de bereidheid om verantwoording af te leggn van de hoop die in u is” (1 Pe. 3:15). Petrus heeft dit ook waargemaakt in zijn eigen leven. Vooral zijn grote toespraken in het boek Handelingen getuigen hiervan. Hij richt alle aandacht op Jezus Christus. Hij geeft overtuigende redenen waarom hij Jezus verkondigt. Zijn verkondiging gaat steeds gepaard met wonderen en tekenen. Daarbij doet Petrus steeds een beroep op de Schrift. Deel 1 van het boekje wat we gebruiken met de celgroepen heet “Gods kracht in Jeruzalem en Judea.” Petrus speelt daarbij een sleutelrol. Door zijn bediening wordt Gods kracht zichtbaar en vele mensen komen daardoor tot geloof.

11 9. Petrus als trouwe herder
Hand. eindigt met 3 ervaringen van Petrus: de bekering van Cornelius (Hand ) gevangenneming en bevrijding (Hand. 12) de vergadering te Jeruzalem (Hand. 15) Hoewel Petrus apostel was voor de besnedenen, de Joden, bereidt God Petrus er toch al op voor dat het evangelie voor iedereen, ook de niet-besnedenen, is bedoeld. Er zal heel spoedig iemand gaan optreden die een apostel is voor de heidenen, namelijk Paulus. God bereidt Petrus erop voor dat hij Paulus’ werk moet ondersteunen. Petrus speelt een directe rol in de bekering van Cornelius, een niet-Jood. In Hand. 11 lezen we hoe Petrus de bekering van Cornelius verdedigt tegenover de apostelen en de broeders in Jeruzalem. Dit is een noodzakelijke voorbereiding voor de vergadering in Jeruzalem. Petrus is trouw aan God en deze ervaring blijkt van wezenlijk belang voor de verspreiding van de gemeente buiten Judea in de nabije toekomst. In Hand. 12 lezen we hoe Jakobus, de broer van Johannes, ter dood wordt gebracht. Petrus wordt opgepakt en in de gevangenis gezet. Petrus heeft vervolging heel persoonlijk meegemaakt. Dat is heel belangrijk voor alles wat hij in zijn eerste brief schrijft aan vervolgde christenen. Petrus spreekt uit eigen ervaring. Maar hij is ook getuige van een wonder; hij wordt bevrijd door een engel des Heren. Dat geeft hem hoop in de strijd en daarmee kan hij anderen ook in zijn brieven hoop meegeven in de strijd. Ondanks zware vervolging blijft Petrus trouw aan de Here. Een laatste gebeurtenis waar Petrus een hoofdrol speelt, is de vergadering in Jeruzalem. Vele heidenen kwamen tot bekering door de bediening van Paulus en Barnabas en nu kwam in Jeruzalem de vraag op of zij zich wel of niet moesten laten besnijden. Petrus’ reactie is duidelijk (vs. 7-11): door genade zijn wij behouden en het is niet aan ons om anderen een juk op te leggen. Daarna brengen Barnabas en Paulus verslag uit en het is Jakobus die de knoop doorhakt. Een ernstig conflict onder christenen werd hier in Jeruzalem opgelost en Petrus speelde daarbij een belangrijke rol. Hij bleek een trouwe herder, waartoe Jezus hem ook had aangesteld: om de lammeren te weiden en de schapen te hoeden. Wat maakt Petrus nu een goede leider, een trouwe herder? Hij was een man van gebed, hij leerde van de lessen die God hem leerde, hij stond open voor verandering als God het vroeg en hij handelde naar wat God vroeg, hij was een nederig man, bereid om te delen, hij vestigde alle aandacht op Jezus Christus en niet op zichzelf, hij was dienstbaar en hij stond open voor buitenstaanders. Petrus was een trouwe herder, dat blijkt nog eens uit de erfenis die hij uit eigen hand heeft achtergelaten: zijn twee brieven.

12 10. De brieven van Petrus In Petrus’ brieven vinden we een volwassen reflectie op het christelijk leven 1 Petrus  HOOP in moeilijke tijden 2 Petrus  strijden voor de WAARHEID De boodschap van zijn eerste brief kunnen we samenvatten als een boodschap van hoop voor christenen in moeilijke tijden. Petrus schrijft over de betekenis en de inhoud van onze bekering en onze persoonlijke relatie met Jezus, over het volhardend leven in aanbidding en als levende getuigen van Gods daden. Hij schrijft over dienstbaarheid, trouw en onderwerping in relaties, over hoe we moeten omgaan met het lijden en tegenstand. Hij roept op tot dienend leiderschap, oprechte nederigheid en vertrouwen in Gods voorzienigheid. Door alles heen geeft hij de gelovige vreemdelingen in de verstrooiing aan wie hij schrijft hoop mee. Petrus’ tweede brief geeft de boodschap mee dat gelovigen moeten strijden voor de waarheid. De nadruk ligt op een goede levenswandel, waakzaamheid en bescherming tegen valse leer en hoop op de wederkomst van Christus.

13 Gebruikte literatuur Brown, Raymond E., Karl P. Donfried en John
Reuman. Petrus in het geloof van de jonge kerk: over theorie en praxis van een mogelijk Petrusambt voor de ene Kerk van de toekomst. Boxtel: KBS, 1976. Gill, David W. Peter the Rock: Extraordinary Insights from an Ordinary Man. Downers Grove, IL: InterVarsity Press, 1986. Le Peau, Phyllis J. Handelingen: Gods kracht wordt zichtbaar. Culemborg: IBB, 1992. Meyer, F.B. Petrus: visscher, discipel, apostel. Den Haag: J.N. Voorhoeve, 1950. Slagter, P.A. Hoed mijn schapen: de aanstelling van Petrus in de dienst van God. Oudewater: Het Morgenrood, 1997.


Download ppt "Achtergrondstudie Handelingen"

Verwante presentaties


Ads door Google